07-04-2011 - Mountainbiken, Nieuws

Je bikie’s wondersloffen

Je mountainbike upgraden is een lastig, maar dankbaar werkje. Derailleurs, shifters, remmen en voorvorken worden vervangen door superieure modellen. Soms omwille van het gewicht, soms vanwege de betere werking en soms puur voor de show. Banden verdienen speciale aandacht. De bandenkeus wordt te vaak gebaseerd op de weinige banden waarmee iemand heeft gereden of die via vrienden worden aangeraden. Dat is jammer want een bandenwissel is misschien wel de belangrijkste en meest merkbare upgrade: het kan je hele rijstijl drastisch veranderen. Even goed opletten dus.


RUBBER COMPOUND
Banden zijn verkrijgbaar in verschillende samenstellingen rubber, de zogenaamde rubber compounds. Iedere rubbermix heeft zijn eigen eigenschappen, nadelig en voordelig. De hardheid van het rubber wordt aangegeven in de Shore-schaal; bijvoorbeeld 70A. Hoe hoger het getal, des te harder het rubber. 70A is een vrij harde band en de compounds kunnen tot zo’n 40A gaan voor hele sticky downhillbanden. De compound van het rubber is van groot belang voor de grip van je band. Zachter rubber geeft een betere grip, vooral op harde oppervlakken. Maar, hoe zachter het rubber, des te sneller slijt de band. Fabrikanten spelen hierop in door banden te produceren met verschillende rubber compounds gecombineerd in een band. In het midden wordt een loopvlak gebruikt met een hardere compound. Hierdoor blijft de rolweerstand laag en ook de slijtage binnen de perken bij rechtuit rijden. De zijdelingse noppen worden van een zachtere compound gemaakt, zodat de band ondanks het relatief harde midden, toch veel grip heeft in bochten waarin je je fiets plat legt.


BANDDIKTES
Naast de diametermaat van de band (bij een mountainbike 26 of 29 inch), geeft het tweede getal de breedte weer. Voor de meeste toepassingen zal die lopen van 1.8 tot zo’n 2.5. Er zijn nog extreme uitzonderingen, maar de meeste banden vallen tussen deze maten. De getallen op een band getallen geven de breedte aan, van nop tot nop in inch. De bandbreedte heeft een enorme invloed op de grip van je banden én het comfort. Een brede brand loopt beter over losse oppervlakken als los zand of grind. Hebben twee banden een identiek profi el en compound, maar in verschillende breedtes? Dan heeft de breedste meer grip omdat er simpelweg meer contact is tussen rubber en ondergrond. Naast de grip speelt ook de comfort een grote rol. Door het hogere volume kan de band met een lagere bandenspanning worden gereden en neemt de band meer van de oneffenheden in het terrein op. Je zou denken dat je in modder een hele brede band zou moeten rijden om meer grip te krijgen in de glibberige omstandigheden. Maar het tegenovergestelde is waar. Een smallere band (smaller dan 2.0) snijdt door de drekkige bovenlaag heen en zo kan je toch doorfi etsen in glibberige omstandigheden.


PROFIEL
Het profiel van de band bepaalt de geschiktheid voor een type terrein, samen met de gebruikte compound en de meest geschikte breedte. In het algemeen: modderbanden hebben een open profiel met hoge noppen die ver uit elkaar staan, zodat de modder makkelijk geloost kan worden. Aan het andere eind van het spectrum zitten de slicks of semi-slicks met een dicht op elkaar gelegen, laag centraal profiel, waardoor de band makkelijk rolt. Deze zijn geschikt voor wedstrijdtoepassingen of harde egale ondergrond waarop grip van ondergeschikt belang is. Daar tussenin zit een waar woud van meer en minder profiel. Zo kun je precies de band kiezen die het beste past bij de omstandigheden waar jij in rijdt.


BANDENDRUK
In Nederland zijn we geneigd de band lekker hard op te pompen. Want dat rolt zo lekker. Maar is dat wel zo? Zodra je het terrein in rijdt kan een hoge druk juist nadelig zijn voor je rolweerstand. Bij rotsachtig of zeer oneffen terrein kom je bij een (te) hoge bandendruk grip tekort. De harde band ‘stuitert’ over de oneffenheden in plaats van zich eroverheen te vouwen. Een te lage druk kan ervoor zorgen dat je band van de velg afrolt, of je een snakebite oploopt. Een stootlek waarbij de velg doorstoot en een dubbel lek in de binnenband slaat. Kortom, bandendruk is afhankelijk van een serie van. De ideale druk voor jou is een kwestie van een beetje experimenteren, maar in onze ervaring is die altijd lager dan je daarvoor reed. 2,5 bar is een aardig begin, afhankelijk van factoren zoals je gewicht, het terrein en het type band dat je gebruikt, kan tot onder 2 bar een bruikbare druk voor je zijn. Door het ontbreken van een binnenband kan een tubeless band kan met een nog lagere druk rijden dan een normale buitenband met binnenband. Een binnenband die er niet is, kan je immers niet lekstoten. De grootte van de nop, de plaatsing, de hoek, de gebruikte compound en de sterkte van het karkas van de band bepalen de grip op een specifiek terrein. Sommige fabrikanten gebruiken noppen die voorzien zijn van een kleine gleuf: hierdoor wordt de nop iets flexibeler en verbetert de grip.


DE PRAKTIJK
Er bestaat geen perfecte alleskunner. Wil je in ieder terrein een optimale grip, dan kies je voor een compromis. Niet te smal, niet te breed, niet te hard, niet te zacht. De rolweerstand moet niet te hoog zijn, én je wil ook nog wat grip op die mooie trail om de hoek. Ons advies: begin met experimenteren. Rij eens met een lagere druk, voel het verschil. Leg hem eens goed plat in de bocht. Probeer ‘m op los terrein, grind, als het rotsachtig is, wat voel je? Of voel je je onzeker in de afdaling? Gebruik dan eens een bredere band of een band met dezelfde breedte, maar met een groffer profi el. Leg voorop een band met een zachtere compound, terwijl je achter een lichter lopende, iets smallere band neemt met een hardere compound. Heb je het gevoel dat je hardtail te hard stuitert? Dan kan je eens proberen met een lagere druk in je banden te gaan rijden. Is de druk goed? Dan kan een bredere band met meer volume uitkomst bieden. Dé beste tip om het inzetbereik van je fiets te vergroten: koop een tweede set banden. Een setje lichtrollende crosscountry banden voor op de Nederlandse parcoursen en een paar bergbanden voor ruige ondergrond in de Alpen. Een tweede paar banden is altijd goedkoper dan een nieuwe fiets! Ben je een beetje handig en wil je optimale prestaties? Probeer dan eens om je banden tubeless te maken. De eerste keer opleggen is een beetje stoeien zijn, maar je zal merken dat het comfort van
de lagere bandendruk en het gebrek aan snakebites een opluchting zijn.


NEDERLAND – FRANKRIJK
Als praktijkvoorbeeld geven we je onze trip naar de Trans Provence aan. De Trek Fuel EX9 was uitgerust met een paar Bontrager XR2 banden, in 2.1″ breedte. Die banden deden het in een klein testrondje op Nederlands terrein prima. Ook in Frankrijk gebruikten we de banden de eerste twee dagen, maar op de losse grinderige Franse ondergrond werd de fiets zoekerig en heel zenuwachtig. De grip schoot te kort in de bochten, waarbij er nauwelijks een waarschuwing werd afgegeven voordat je daadwerkelijk onderuit schoof. We besloten de banden te vervangen door tubeless banden van Schwalbe en kozen hierbij voor de Fast Sam 2.1″ achter, en de 2.25″ versie van de Nobby Nic. Het verschil was gigantisch: we konden met een lagere druk rijden, de banden rolden niet merkbaar zwaarder, de bredere voorband gaf veel vertrouwen bij het insturen van bochten en de zachtere compounds aan de zijkant lieten het toe om de fiets lekker plat door een bocht te gooien waardoor onze snelheid omhoog ging én ook op rotsachtige ondergrond was de grip merkbaar verbeterd. Alleen maar door het wisselen van banden hadden we een snellere, betere en comfortabelere fiets. En dat voor een investering van minder dan twee keer veertig euro. Terug in Nederland bleven de banden erop. De test op de Maastrichtse Sint Pietersberg werd met glans doorstaan – harder dan ooit de technische afdalingen af. Toegegeven, op papier was er een beetje meer rolweerstand en waren de banden wat zwaarder, maar in de praktijk hadden we heel erg veel moeite om dat te voelen. Wij vinden na testen: bigger is better. Dus we verkiezen we meer grip boven een lagere rolweerstand. Doe er je voordeel mee!

 


tekst en foto’s: Irmo Keizer

 van