18-09-2019 - Windsurfen, Nieuws

Basics backwind jibe

Als je de duckjibe uit de vorige uitgave onder de knie hebt, is het tijd voor iets nieuws. De backwind jibe bijvoorbeeld. Een stukje lastiger dan de duckjibe, maar hartje zomer moet dat geen probleem zijn. Het water is opgewarmd, de zon schijnt en vallen is geen straf meer. Draaien maar!

Voordat je aan de backwind jibe kunt beginnen is het slim als je eerst het backwind varen (met je gezicht naar de wind en het zeil toe) onder de knie hebt. Je kunt dit makkelijk oefenen op een groot (les)board met een klein zeiltje. Als je niet planeert is de techniek om van de wind af te sturen iets anders dan als je wel planeert, maar het scheelt een hoop crashes als je deze move in low wind-condities kunt.

Voor de eerste echte poging kies je het beste een groot freerideboard; dat is lekker vergevingsgezind en blijft makkelijk doorplaneren, wat de move een stukje makkelijker maakt. Ik sta hier op een Fanatic Gecko van 120 liter. Het beste zet je er een licht, makkelijk hanteerbaar zeiltje op; een maat tussen de 4,5 en 6,0 vierkante meter is ideaal. Je wilt goed gepowered zijn, maar zeker niet overpowered!

Zorg dat je goed planeert in je voetbanden en trapeze en zoek een vlak stukje water waar je de ruimte hebt. Je hebt snelheid nodig, maar te veel wind in je zeil maakt de move alleen maar moeilijker. Doe hem dus na een vlaag, zodat je wel een goede snelheid, maar niet te veel druk in je zeil hebt.

1: Pak de giek breed vast en haak uit de trapezetouwtjes. Je masthand zet je helemaal voorop de giek. Haal de achterste voet uit de voetband en zet hem net achter de voorste voetband. Dit alles planerend op halve wind.

2: Haal de voorste voer uit de voetband en zet hem voor de mast, het liefst met je tenen alvast iets om de mast heen. Tegelijk pak je met je zeilhand de andere kant van de giek. Je overkruist dus. De achterste voet stapt nog verder naar voor en staat nu net achter/naast de mast, met je hiel richting de voorkant van het board.

3: De (oude) masthand gaat nu ook naar de andere zijde van de giek en wordt nu de zeilhand.

4: Zet de nieuwe achterste voet nog wat verder richting de achterkant van het board, tussen de voorste en achterste voetbanden op de lijzijde van het board. Tegelijkertijd draait je (nieuwe) voorste voet om de mast heen.

5: Het ‘om de mast heen lopen’ en ‘andere kant van de giek pakken’ zoals bij de eerste vier foto’s beschreven, doe je eigenlijk op dezelfde manier als dat je dat bij de overstag doet. Hoe minder ‘stapjes’ je maakt met je handen en voeten, hoe beter! Met het zeil probeer je de hele move zo weinig mogelijk wind te vangen. Hou het zeil dus open, laag, naar achter en zo stil mogelijk! Dit stilhouden is goed te zien op foto 5 en 6. Omdat je planeert kun je de rail gebruiken om het board de bocht door te sturen. Zorg er dus voor dat je de lijzijde van de rail wat dieper in het water duwt.

6: Blijf het zeil open, laag en naar achter houden en de lijzijde van de rail belasten. Je staat nu niet in de meest comfortabele houding; zorg dat je zo weinig mogelijk wind in je zeil hebt, anders wordt je van je board geblazen. Hou je voorste arm gestrekt en de achterste gebogen en zorg dat de mast laag blijft.

7: Als je voor de wind vaart is het tijd om het zeil om te klappen. Laat de mast omhoog komen en zet je alvast schrap. Probeer ondertussen ook nog de rail te blijven belasten om verder te carven.

8: Als je zeil omgeklapt is, vang je ineens heel veel wind. Flink naar achter hangen dus! Focuspunt is dat je de mast verticaal houdt. Als de druk in je zeil te groot wordt kun je je zeilhand eventueel loslaten. Plaats nu ook je voorste voet vlak achter de mast.

9: Je vaart nu ruime wind, de ideale koers om in plané te komen (of te blijven). Breng het zeil  naar voren om zoveel mogelijk wind te vangen en breng tegelijkertijd je billen naar achter en omlaag om zo stabiel mogelijk te staan. Als je eenmaal vaart hebt kun je weer iets oploeven, inhaken en in de voetbanden stappen. Of na een pak weer op je board klimmen voor een volgende poging. Lekker toch?!

Tips

Zeil laag, clew open De meest voorkomende fout bij de backwind jibe is van je board geduwd worden door het zeil. Dit voorkom je door zo min mogelijk wind te vangen. Hou je zeil laag en de clew open om het teveel aan wind te kunnen lozen.

Te vroeg roteren Het kan gebeuren dat je zeil te vroeg roteert, waardoor je met zeil en al ten onder gaat. Extreem veel druk op de mast en spanning in je lichaam zorgen ervoor dat de mast blijft waar hij moet zijn. Laag dus.

Te weinig druk Heb je na het roteren van het zeil juist heel weinig druk? Dan heb je het zeil waarschijnlijk niet ver genoeg geopend. Van de positie die het zeil in foto 6 heeft moet het zo snel mogelijk naar die van foto 9. Het zeil roteert dus 180 graden.

Wil je nog meer progressie maken? Boek dan dit najaar een Windsurfclinic bij Niek van der Linde. Je krijgt dan een heel weekend persoonlijke tips voor een minimale prijs. klik hier voor meer info.

Dit artikel komt uit Motion #2 van 2019 . Op de hoogte blijven van al het windsurf nieuws? Abonneer je dan snel op Motion en volg ons op Facebook en Instagram!

 van