Foilgijp – Basics

Van touch & go naar vliegend de bocht om

Nu steeds meer mensen niet alleen door en over, maar ook bóven het water vliegen, is het hoog tijd de heilige graal van het foilen te behandelen: de gijp. Hoewel deze gevlogen zeil- en kantwissel er spectaculair uitziet, is hij lang niet zo ingewikkeld als het lijkt. Foilexperts Jordy Vonk en Amado Vrieswijk vertellen hoe ook jij vliegend de bocht om kunt. 

Voordat je kunt beginnen aan de foilgijp is het belangrijk dat je in alle richtingen – halve wind, down- en upwind – comfortabel kunt foilen. Uiteraard dien je ook de normale gijp op een shortboard onder de knie te hebben; hoe beter je bekend bent met alle fasen van de gijp, hoe makkelijker het straks wordt in de lucht.

Foilgijp
TOUCH & GO 1

Om het je wat eenvoudiger te maken is een zeil zonder cambers een aanrader – bij de foilgijp is het belangrijk om alle fasen vloeiend en precies op elkaar te laten volgen, het omslaan van de cams vormt daarbij een extra hindernis. Een freeride- of wavezeil tussen de 5,0 en 7,0 is ideaal voor het maken van de eerste foilgijpen. Als je een foil hebt die kan worden getuned, kies dan de instelling die het meest stabiel is en de meeste lift geeft. Dit stelt je in staat gemakkelijker in de lucht te blijven tijdens het tweede gedeelte van de gijp.

Heel erg belangrijk: kies een stuk vlak water, vrij van andere surfers of obstakels, zodat je bij eventueel uit de hand gelopen bochten geen gevaar vormt voor jezelf of anderen. Jordy: ‘Het kan niet vaak genoeg gezegd worden, maar zorg dat je genoeg ruimte hebt. Maak je gijp het liefst midden op het water, vrij van stenen, boeien, landtongen en andere watersporters. Zeker bij de eerste pogingen kun je ineens zonder controle vol upwind of downwind schieten!’

Er zijn twee manieren om te gijpen met een foil: half in de lucht, met een ‘touch’ halverwege, en de variant waarbij je gedurende de hele gijp boven het water zweeft. De laatste optie is sneller, maar ook moeilijker.

TOUCH & GO

1. Kom aanvaren met een goede snelheid en controleer of de plek waar je wilt gijpen vrij is. Schuif je zeilhand wat verder naar achteren op de giek, en haal je achterste voet uit de voetband en zet hem tussen de voorste en achterste straps. Zorg ervoor dat je dit op een subtiele manier doet; je wilt voorkomen dat je ineens hard stijgt of daalt. Als je achterste voet tussen de voet- banden staat geef je weer wat druk op de foil zodat je netjes in de lucht blijft.

2. Begin met carven door net als bij een gewone gijp druk te geven met je achterste voet en je zeil dicht te trekken. Belangrijk is dat je ook hier weer subtiel te werk gaat: vanwege de geringe weerstand van de foil is het niet nodig om het zeil hard dicht te trekken, teveel zeildruk zorgt vrijwel zeker voor een duikvlucht en een nat pak.

3-6. Open het zeil om wat snelheid te lozen en blijf je board/foil door de bocht sturen. Door je lichaamsgewicht naar voren te bewegen en het zeil verder te openen, daalt het board richting het water. Jordy kiest er hier voor om nog in de lucht zijn voeten te wisselen en het zeil te roteren, een kunstje waar het nodige evenwichtsgevoel voor nodig is. Makkelijker is om het board eerst te laten neerkomen en daarna de voet-/zeilwissel te doen, waarbij je goed druk blijft geven op de foil om de bocht af te maken.

7-10. Eenmaal op de nieuwe koers  is het zaak zo snel mogelijk de lucht weer in te gaan. Jordy geeft nog voordat zijn nieuwe voorste voet in de strap zit een tikje op de tail om weer op te stijgen, je kunt ook even rustig nagenieten van je geslaagde foilgijp en pas later het luchtruim weer kiezen.

AIRJIBE

Wat er ook gebeurt, nooit de giek loslaten! Zo voorkom je bij een eventuele crash dat je op de foil valt.

1. Ga de gijp in met iets meer snelheid dan bij de ‘normale’ foilgijp en zet je achterste voet weer tussen de voetbanden in. Trek het zeil dicht voor een toegewijde carve. Het kan helpen om je handen iets breder te pakken zodat je de druk makkelijk kunt controleren. Niet te hard dichttrekken want dan verlies je controle – net als bij Jordy’s foilgijp eerder heb je de extra druk niet nodig om de bocht door te komen.

2. Zorg dat de clew van je zeil nauwelijks verandert van positie. Je board draait onder je vandaan, en pas als je je zeil omslaat gaat de clew naar de andere kant.

3-6. Als je board al bijna weer op de nieuwe koers ligt is het tijd om het zeil om te slaan. Dit is het startschot voor een sierlijke en snelle choreografie. Terwijl je het zeil opent, slip je je voorste voet uit de voetband. In één soepele beweging veranderen de voeten van positie, waarbij de nieuwe voorste voet direct in de voetband geschoven dient te worden. Dit is het belangrijkste punt van de ‘airjibe’, hoe lichtvoetiger je hier over het board danst, hoe groter de kans op succes.

7-10. Om ervoor te zorgen dat je het vervolg van de move daadwerkelijk in de lucht blijft, is het zaak om gelijk weer druk te geven op de
foil met de achterste voet. Omdat je op dit moment nog geen druk in je zeil hebt, zijn de snelheid waarmee de gijp wordt ingegaan en de druk op de foil van doorslaggevend belang. Amado lijkt hier tijdens de zeilwissel op te gaan voor een lichte ‘touch’, maar een subtiele druk achterop zorgt ervoor dat het board weer stijgt en de vlucht vervolgd kan worden.

11-12. Dit is gelijk het perfecte moment om ook de achterste voetband in de strap te zetten. Amado wacht nog even, trekt zijn zeil dicht en cruiset rustig verder – hij heeft er weer een geslaagde gijp opzitten.

IDEALE OMSTANDIGHEDEN

Vlak water zonder obstakels en andere surfers, met een constante, niet te zwakke wind van tussen de 10 en 16 knopen.

Het helpt om al voor de gijp ruime wind te varen en er ook weer downwind uit te komen. Op die manier snijd je eigenlijk een stukje af, en ben je minder lang aan het balanceren.

Woord Jordy Vonk & Amado Vrieswijk // Beeld Mart Kuperij

Dit artikel komt uit Motion #3 van 2018 . Op de hoogte blijven van al het windssurf nieuws? Abonneer je dan snel op Motion en volg ons op Facebook en Instagram!

 

 van