10-12-2019 - Windsurfen, Nieuws, Tips & Tricks

Basics – Monkey jibe

Als je deze zomer flink hebt geoefend op de duckjibe en backwind jibe uit Motion #1 en #3 is het nu tijd om deze twee moves te combineren tot (tromroffel)… de monkey jibe! Een typische old school freestylemove waarin we een duckjibe maken met een extra sail 360. Gewoon omdat het kan.

Het is handig om de monkey jibe eerst bij weinig wind te oefenen. Als de niet-planerende variant er goed in zit, pak je een groot freerideboard om echt bananas te gaan. Het voordeel van een groot freerideboard is dat hij wat makkelijker doorplaneert en eventuele fouten minder snel afgestraft worden. Ik sta hier op een Fanatic Gecko van 120 liter, een board dat met twee vingers in je neus de bocht om gaat. Qua zeil is een licht, makkelijk hanteerbaar zeil de beste keuze. Een maat tussen de 4,5 en 6,0 vierkante meter is ideaal. Je wilt goed gepowered zijn, maar zeker niet overpowered! Ik gebruik hier een Duotone Idol LTD 4,8; zeer licht en snel planerend.

Zorg dat je goed planeert en zoek een stukje water waar je de ruimte hebt. Anders dan op de foto’s geniet vlak water de voorkeur, dat maakt het aaneenschakelen van de verschillende handelingen een stuk makkelijker. Snelheid is belangrijk, maar heel veel wind in je zeil maakt de move juist moeilijker. Als je hem na een windvlaag doet combineer je het beste van twee werelden.

1. Planeer op een comfortabele snelheid, stuur een stukje van de wind af en pak je zeilhand verder naar achter op de giek vast. Plaats je achterste voet tussen de voetbanden, op het midden van het dek. Dit is iets minder ver richting de rail dan bij een normale gijp of duckjibe; zo is de stap richting de mast in de volgende fase net wat makkelijker te maken. Haak uit,laat je masthand los en verplaats deze ver naar achter op de giek. Ondertussen hou je het zeil dicht bij je lichaam.

2. Pak met je (oude) zeilhand de ander kant van de giek en sluit daarna ook je (oude) masthand aan. Als je controle hebt over het zeil schuift je (nieuwe) masthand op richting de mast. Zorg dat het zeil haaks op de wind is en stuur rustig de bocht door. Je vaart nu clewfirst. Blijf carven in een grote cirkel.

3. Als je voor de wind surft, plaats je de voorste voet voor de mast. Tegelijkertijd open je het zeil. Bij zeilrotaties is het handig om de masthand dicht bij de mast vast te pakken zodat je de krachten in het zeil beter kunt controleren. Breng het zeil nu richting de achterkant van je board.

4. Draai het zeil verder ‘om de mast heen’ tot het weer haaks op de wind staat. Zet nu ook je achterste voet voor de mast. Dit is het meest kritieke punt van de monkey jibe: je staat met twee voeten voor de mast terwijl je aan de verkeerde kant van je zeil staat, niet echt stabiel! Dus: armen gestrekt, zeil laag en snel verder stappen.

5. Zet je (nieuwe) achterste voet ver naar achter op het board. Om niet van je board afgeblazen te worden hou je je zeil open en laag door je mastarm te strekken en je zeilarm te buigen. Als je nog lekker planeert kun je verder sturen door te blijven carven. Duw hiervoor je hakken richting het water. Als de vaart er wel zo’n een beetje uit is, gebruik je het zeil om verder de bocht door te sturen. Breng hiervoor de mast richting het water.

6. Als het board door de wind heen is, kun je het zeil nog wat verder draaien. Laat de mast rechtop komen en zorg dat je zo weinig mogelijk wind vangt met het zeil (zeilarm buigen!). Spanning in je lichaam om de krachten in het zeil over te brengen op het board is hierbij essentieel.

7. Als de wind van de nieuwe kant in het zeil komt gaat dat gepaard met een flinke ruk. Zorg ervoor dat de mast rechtop staat en hang goed aan het zeil om te voorkomen dat je alsnog een nat pak haalt.

8. Het is nu zaak om het zeil wederom zo snel mogelijk precies haaks op de wind te krijgen. Om snelheid te maken hou je het zeil rechtop en je lichaamszwaartepunt laag. Strek je voorste been om de wind in je zeil om te zetten in boardsnelheid.

9. Je bent er bijna, nog iets verder doordraaien, aanplaneren en inhaken maar!

Tips

Inslijpen: Omdat deze move uit veel handelingen bestaat is het belangrijk die met weinig wind ‘in te slijpen’. Zowerk je in kleine stapjes naar je einddoel toe. Oefen eerst met weinig wind, op een groot board, met een klein zeil. Daarna pas planerend.

Lichaamsspanning: De wind wil je zeil eigenlijk wegblazen. Jouw lichaam is er om die zeildruk om te zetten in boardsnelheid. Zorg er vanaf het moment dat je gaat ducken dus voor dat je spanning in je lichaam hebt. Ook als je clewfirst of backwind vaart.

Let it go: Nadat je de ‘duck’ gemaakt hebt heeft de zeilhand niet veel functie meer. Je kunt hem ook loslaten! Dit maakt het ‘om de mast lopen’ zelfs makkelijker. Bij foto 8 kan het zijn dat je het zeil niet kunt houden. Ook dan is loslaten een goede optie.

Wil je nog meer progressie maken? Boek dan een windsurfclinic bij Niek van der Linde. Je krijgt dan een heel weekend persoonlijke tips voor een mooie prijs. Klik hier voor alle info.


Dit artikel komt uit Motion #4 van 2019 . Op de hoogte blijven van al het windsurf nieuws? Abonneer je dan snel op Motion en volg ons op Facebook en Instagram!

 van