30-11-2021 - Windsurfen, Nieuws, Tips & Tricks

Basics: Settings voor board en zeil

Spelen met de settings van je board of zeil kan het verschil maken tussen een dagje zwoegen en een topdag. Niek van der Linde vertelt je wat je moet doen en laten om het meeste uit je spullen te halen.

Door met wat variabelen te spelen kun je de eigenschappen van je windsurfsetje flink veranderen. Dat kan positief zijn, maar natuurlijk ook negatief als je precies het verkeerde doet. Daarom is enige knowhow wel handig. Natuurlijk is ‘het midden’ vaak goed. Maar als de omstandigheden wat extremer zijn (veel, of juist weinig wind), kun je met de goede setting toch nog een topdag hebben. We focussen ons dit keer op het board en nemen de verschillende opties even kort en simpel door.

settings board en zeil

1. Vin
Hoe langer en dikker een vin is, hoe meer lift hij geeft. Dat is handig als je in plané wilt komen bij weinig wind. Als het hard waait wil je juist niet zoveel lift, want dan ga je ongecontroleerd vliegen. In dit geval heb je liever wat minder lengte en dikte, zodat je meer controle hebt en harder kunt.
Hier volgen een paar simpele richtlijnen.
• Langer = meer lift, dus eerder aanplaneren en hoger aan de wind surfen.
• Korter = meer controle (overpowered) en beter gijpen.
• Dikker = meer lift, dus eerder aanplaneren.
• Dunner = minder weerstand, dus een hogere eindsnelheid.
• Rechter = meer snelheid.
• Krommer = beter gijpen.

Meestal wordt er bij je board een ‘gemiddelde vin’ geleverd. Door een extra vin te kopen kun je dus meer uit je board halen. Zo hebben worldcuppers soms wel dertig vinnen in hun tas zitten! Wil je met weinig wind lekkerder varen, koop dan een extra vin die zo’n 10% langer is dan de standaard vin. Wil je juist beter uit de voeten kunnen met veel wind, koop dan een vin die zo’n 10% kleiner is.

settings board en zeil

2. Voetbandpositie
Er zitten meerdere gaatjes in je board om je voetbanden in te schroeven. De opties:
• Meer naar voren = makkelijker om erin te komen en eerder aanplaneren.
• Meer naar achteren = hogere eindsnelheid.
• Meer naar het midden = makkelijker om erin te komen en meer controle bij golfrijden en (jump)tricks.
• Meer naar buiten = hogere topsnelheid, omdat je meer druk op de vin kunt zetten.
• Verder uit elkaar = meer controle, fijn voor langere personen.
• Dichter bij elkaar = relaxtere stance.


Ben je aan het leren om in de voetbanden te komen dan zet je ze zo ver mogelijk naar voren en naar het midden. Gaat dat goed, kom je er gemakkelijk in en wil je sneller, dan mogen de voetbanden verder naar achteren en naar buiten.

settings board en zeil

3. Voetbandgrootte
Veel surfers hebben hun voetbanden in de kleinste stand staan. Maar met alleen je tenen in de voetband, kun je geen board controleren. Freestylers en wavers zetten de voetbanden extreem groot voor optimale controle. Ook beginnende voetbandsurfers raad ik aan de straps flink groot te zetten, zodat je tenen er echt uit steken. Op die manier kom je er beter in en kun je beter druk zetten op je (voorste) voet, zodat je minder snel oploeft. Alleen als je op een echt slalomboard staat op vlak water raad ik aan de voetbanden iets kleiner te zetten, zodat je nóg meer druk op de rail en vin kunt zetten.

settings board en zeil

4. Mastvoetpositie
Als je de mastvoet naar achteren schuift, komt de neus van je board omhoog en zal je topsnelheid hoger zijn. Ook zal je board beter draaien. Het board komt iets later in plané, maar eenmaal goed op stoom ben je dus wel sneller. Bij controleproblemen of laat aanplaneren zet je de mastvoet juist iets meer naar voren. Zo zorg je dat de neus op het water blijft en je board niet gaat vliegen. Begin altijd in het midden en verschuif de mastvoet maximaal 1 cm per keer. Eerst even testen op het water dus, voordat je verder gaat experimenteren.

TIPS
Het gaat harder waaien. Ik kom makkelijk in plané en wil graag sneller zijn!
Vin ➞ Kleiner en dunner.
Voetbandpositie ➞ Als je heel makkelijk in de voetbanden komt mogen ze naar achter en naar buiten op het board.


De wind neemt nog meer toe, en ik heb geen kleiner zeil en ook geen kleiner board. Ik heb bovenstaande al toegepast en ik ga sneller, maar mis nu wel een beetje controle. Mastvoet ➞ Naar voren.

Als je moeilijk in plané komt of telkens uit plané raakt pas bovenstaande settings dan andersom toe!


Aan de wind surfen lukt niet.
Vin ➞ Groter.


Belangrijk!
Als je zaken gaat aanpassen, verander dan altijd één ding tegelijk en ga dan weer even het water op om te testen. Zo kun je echt voelen wat de aanpassing teweegbrengt en leer je veel over de trim van je surfset.


Voor meer Windsurf nieuws, windsurfen, Tips & Tricks, leesvoer en de laatste magazines kijk op Ridersguide.nl. Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu Windsurf magazine en word abonnee van Motion #2 en volg onop Facebook en Instagram!

 van