Beginnen met wingfoilen: zo kies je de juiste wing, foil en set-up
Je hebt besloten dat je wilt gaan wingen. Goed idee! Maar dan… Hoe vind je de juiste wing, waar moet je op letten bij de aanschaf van een foil en hoe ga je veilig het water op? Wij vroegen een aantal kenners om advies. Doe er je voordeel mee!

Zo vind je de juiste wing
Je eerste wing is een grote investering. Welke maat, eigenschappen en features moet hij hebben? En ga je voor zachte handles, harde handles of juist een giek? Jens Dietz van Cabrinha legt uit hoe je de juiste wing vindt.

Welke maten wings heb je als beginner nodig om een ideaal windbereik af te dekken?
‘Zeker aan het begin van je wingcarrière is de eerste investering in eigen materiaal een grote kostenpost. Denk daarom goed na op welke spots en met welke omstandigheden je het meest op het water zult zijn. We maken onderscheid tussen spots met lichte wind en spots met middelmatige tot harde wind. Als beginner geldt altijd: hoe meer je vliegt, hoe meer je leert. Als je het grootste deel van je tijd op de foil doorbrengt en niet dobbert, zul je veel meer plezier hebben en tegelijkertijd sneller vooruitgang boeken.
‘Allereerst: bij mijn advies ga ik uit van wingfoilers met een gewicht van 75 tot 90 kilo. Voor riders tussen de 55 en 75 kilo kun je afhankelijk van de spot een halve tot één vierkante meter kleiner kiezen. Voor een beginner raad ik een quiver met twee wings aan. Bij het wingfoilen kun je met twee wings een aanzienlijk groter windbereik afdekken dan bijvoorbeeld bij windsurfen of kiten. Als je zeker weet dat je de meeste dagen met harde wind het water op gaat, is een quiver van 5,0 en 4,0 vierkante meter een goed startpunt. In gebieden met weinig wind raad ik een ‘session saver’ aan. Ik zou daar allereerst kiezen voor een wing van 6 vierkante meter. Op dagen met meer wind is een wing van 4,5 vierkante meter dan een ideale aanvulling. Daarbij geldt uiteraard dat je ook je foil en board nauwkeurig hierop moet afstemmen. Bij het wingfoilen hangt alles met elkaar samen.’

Welke kenmerken zijn gewenst bij een wing voor beginners?
‘Zonder al te diep in te gaan op de individuele technische kenmerken en vormen van verschillende wingtypen, vind ik het vooral belangrijk om aandacht te besteden aan de verhouding van de wing (de spanwijdte versus de diepte), en de dihedral (tweevlakshoek). Een hogere aspect ratio (in verhouding grotere spanwijdte) geeft een wing een betere glide en range, een lagere AR maakt hem wendbaarder. Voor beginners geldt dat een wing met een gemiddelde AR het meest geschikt is. Een evenwichtige verhouding tussen spanwijdte en diepte geeft voldoende tractie om snel op de foil te komen, en maakt de wing tegelijkertijd gemakkelijk te besturen. Je wil een wing die wendbaar genoeg is om kleine foutjes te herstellen, maar niet zo levendig dat je de hele tijd met je wing bezig bent.
‘De dihedral of V-vorm van de wing is goed te zien als je frontaal naar de leading edge (LE) kijkt. Meer van deze tweevlakshoek betekent meer afstand tot het wateroppervlak en minder kans dat de wingtips in contact komen met water, wat je afremt en ervoor kan zorgen dat je crasht. Het zorgt daarnaast voor extra stabiliteit en controle.
‘Bij Cabrinha hebben we twee wings in de range: de Vision en de Manta, waarvan de eerste een medium aspect ratio heeft. Deze freeridewing is ideaal voor beginners – ik gebruik hem zelf in 6,0 m2. De Mantis heeft een wat hogere aspect ratio en biedt daardoor een wat sportiever vaargevoel dat zich beter leent voor wingers met iets meer ervaring.’

Welke vaar- en vliegeigenschappen maken een wing geschikt voor beginners?
‘Vooral in het begin zul je je tijd verdelen tussen varen op de foil en dobberen op het water. Daarom is het als beginner slim om een wat krachtigere wing te nemen die je helpt makkelijker op de foil te komen. De wing moet je een goede basistrekkracht geven en niet alleen maar snelheid genereren door te pompen. Een krachtige wing helpt niet alleen bij het starten, maar geeft je ook meer ondersteuning bij het foilen. Hierdoor kun je je iets meer ‘vasthouden’ aan de wing. Dit is fijn als je net begint, want de eerste rakjes op de foil voelen vaak behoorlijk wankel aan.
‘Een ander belangrijk punt is de stabiliteit bij het vliegen. Als beginner, maar ook als gevorderde, heb je er baat bij dat je wing uitgebalanceerd in de hand ligt. Dit zorgt voor een constante vliegfase zonder veel gefladder en geklapper. Het is misschien een beetje ‘Wij van WC-Eend adviseren WC-Eend’, maar het is belangrijk om te kiezen voor een wing van een premium merk. De ontwerpers van deze fabrikanten weten door hun jarenlange ervaring hoe ze een perfecte wing moeten maken. Het laatste wat je wilt als beginner is een onrustige wing die in de lucht zijn eigen leven leidt.’

Zachte handles, harde handles of een giek – wat zijn de verschillen in handling en wat is het meest geschikt voor beginners?
‘Ik denk dat als je een poll zou doen, de meningen nogal uiteen zouden lopen. Momenteel zijn de harde handles het meest populair, dit is wat ik zelf ook het liefste vaar. Een stevige grip zorgt voor een directe krachtoverdracht van jou naar de wing. Dit helpt bij het sturen en controleren van de wing, zowel bij het aanplaneren als het vliegen, en ook tijdens manoeuvres zoals gijpen of overstag gaan. Een stevige grip maakt het gemakkelijker om de wing in de juiste positie te houden. In het begin komt het vaak voor dat de wing plotseling uitbreekt en omklapt richting het water. Met harde handles kun je dit iets makkelijker voorkomen.
‘Een relatief nieuwe feature is de zogenaamde pistol grip voor de voorste hand. Deze handle staat onder een hoek en maakt de handling bij het starten en tijdens het manoeuvreren comfortabeler. Een giek heeft vergelijkbare eigenschappen. Een groot pluspunt hierbij zijn uiteraard de flexibele grijpposities en het feit dat je bijna blind kunt grijpen bij de start of bij transities.
‘Zachte handles zijn tegenwoordig eerder uitzondering dan regel. Ze besparen gewicht, maar hebben nadelen als het gaat om de handling. Persoonlijk zie ik aanzienlijk meer voordelen bij harde handles.’

Materiaalkunde
Wingontwerper Frank Ilfrich vertelt wat de uitdagingen zijn voor wingmateriaal, of de Aluula-hype terecht is en hoe je een wing zo lang mogelijk heel houdt.

De wingfoilsport ontwikkelt zich razendsnel. Sprongen worden hoger en radicaler. Wasgangen en crashes heftiger. Wat zijn de uitdagingen voor het materiaal?
‘Enerzijds uiteraard de hogere belasting van het materiaal en de eisen die eraan gesteld worden, maar ook de vliegstabiliteit en de lift of ‘hang time’, dat wil zeggen: de juiste handling om (relatief) zacht te kunnen landen. Aan de andere kant moeten de wings steeds wendbaarder worden om de snelle technische bewegingen mogelijk te maken. Dit zijn twee tegenstrijdige vereisten.’

Het codewoord bij wings lijkt de laatste tijd Aluulaa te zijn. Is dit een hype of is het goudgele materiaal echt een gamechanger?
‘Aluula biedt aanzienlijke voordelen voor wings, omdat het niet alleen lichter is, maar ook meer stijfheid geeft aan de wing of het airframe met dezelfde of zelfs kleinere diameters. Het resultaat is meer kracht en meer effectiviteit bij het pompen, en meer stabiliteit bij sprongen en bij hoge snelheden. Bij Aluula ligt dit alles op een aanzienlijk hoger niveau dan bij conventionele materialen. Deze laatste hebben overigens weer andere eigenschappen of voordelen, zoals een comfortabele krachtontwikkeling en een meer vergevingsgezinde handling.’

Hoeveel gewicht wordt er precies bespaard en hoe verhouden de duurzaamheid en stijfheid van Aluula zich tot ‘normaal’ materiaal?
‘Ondanks de vele extra verstevigingen die het materiaal nodig heeft, is het verschil in gewicht duidelijk merkbaar. Als je onze XC vergelijkt met de Halo Pro, is er voor alle maten een gemiddeld verschil van ongeveer een kilo. Je voelt dit in het lagere windbereik en natuurlijk is de Halo veel levendiger en wendbaarder.’

Als geld geen rol zou spelen, zou het doek dan ook van Aluula gemaakt kunnen worden?
‘Er zijn nu ook Dyneema/HMPE (Hoog Moleculair Poly Ethyleen, red.) doeken voor de canopy die meer performance beloven, vooral in de racediscipline kunnen ze een rol gaan spelen. De prijs van een wing stijgt echter enorm bij gebruik van deze doeken, en ik zie nauwelijks echt voordeel voor de gemiddelde wingfoiler. Integendeel: deze doeksoorten hebben vrijwel geen rek en geven windstoten daardoor bijna één op één door, waardoor deze wings vaak bruut en moeilijk hanteerbaar zijn.
‘Ik denk dat conventioneel polyesterdoek voor de canopy vooralsnog de beste keuze is. In de toekomst zullen er sterkere varianten komen met betere performance en een langere levensduur, die tegelijkertijd de licht dempende eigenschappen zullen behouden en – niet onbelangrijk – betaalbaar zijn.’

Je wilt als consument natuurlijk zo lang mogelijk met je wing kunnen doen. Wat zijn jouw tips voor het onderhoud van een wing?
‘In principe zijn er een paar eenvoudige regels: stel een wing niet langer dan nodig bloot aan uv-straling (zon) en harde wind en probeer hem waar mogelijk altijd droog in te pakken of anders in ieder geval later te drogen. Spoel een wing liever niet te vaak af; bij elke wasbeurt spoel je ook een deel van de coating op het doek weg. Wissel wanneer de wind het toelaat naar een kleinere wings, en let bij het opblazen op de aangegeven druk: te weinig opblazen is bijna erger dan iets te veel druk in de wing. En heel belangrijk: plaats je board en foil op het strand zo dat ze niet in contact kunnen komen met de wing, of andersom. Ik heb dit helaas al tientallen keren gezien en het is dubbel vervelend omdat niet alleen de wing kapot gaat, maar ook de foil licht beschadigt.’
Foil set-up
Voorvleugel, achtervleugel, fuselage, mast. De foil set-up is waarschijnlijk het grootste struikelpunt voor beginners. We vroegen Duotone-foilontwerper Jérôme Bonieux om advies.

Hoe verschillen de eigenschappen van een foil met een hoge aspect ratio van een foil met een lagere aspect ratio?
‘Een foil met een hogere aspect ratio (AR) heeft een betere lift-to-drag-verhouding (lift versus weerstand, red.) dan een foil met een lagere AR, ervan uitgaande dat beide foils hetzelfde profiel hebben. In de praktijk betekent dit dat de foil langer blijft glijden – en jij dus in de lucht blijft – als je bijvoorbeeld de wing bij de leading edge handle vastpakt en hem achter je laat vliegen terwijl je een deining of een golf rijdt. Een betere lift-to-drag-verhouding maakt het ook gemakkelijker om de foil sneller en langer te pompen.
‘Door de hogere lift die een voorvleugel met hoge AR (high aspect of HA) creëert, kun je als rider een kleinere foil (qua oppervlak) kiezen, waardoor je harder gaat. De grote spanwijdte van een HA-foil heeft ook echter ook grote nadelen: enerzijds kan de foil minder makkelijk rond de as van de fuselage worden gekanteld (het zogenaamde rollen), anderzijds is de foil minder wendbaar. Ook moet je als rider opletten om de foil niet te hoog te laten komen, want dan loop je het risico dat de wingtips bij de turns te ver uit het water komen en kun je je grip verliezen. High aspect voorvleugels hebben een hogere stall speed, wat betekent dat ze meer snelheid nodig hebben om in de lucht te blijven. Ze vereisen ook meer snelheid bij het opstijgen, wat ze duidelijk minder geschikt maakt voor beginners.’

Masten komen in aluminium en carbon. Wat zijn de voor- en nadelen?
‘Allereerst: je hebt geen carbon mast nodig om te leren wingfoilen. Een aluminium mast is perfect voor beginners, en ook gevorderde riders zullen enorm veel plezier halen uit een hoogwaardige, stijve aluminium mast. De voordelen van carbon zijn een lager gewicht en geen corrosieproblemen. Nadelen zijn er ook. Zo is carbon veel duurder en een stuk gevoeliger dan aluminium. Vooral dat laatste maakt ze minder geschikt voor beginners, die nog niet zo goed weten hoe ze met hun materiaal om moeten gaan.’

Welke mastlengte zou je aanbevelen voor een beginner? En wanneer moet je overstappen op een langere mast?
‘75 en 82 centimeter zijn de mastlengtes die wij aanbevelen voor beginners. Veel mensen geven in het begin de voorkeur aan kortere masten, maar 82 centimeter kan gemakkelijk vanaf de eerste sessie worden gebruikt. Het hangt ook altijd af van de grootte van de rider; kinderen en kleinere vrouwen voelen zich vaak prettiger op 75 centimeter omdat ze dan wat minder hoog vliegen. Masten van 90 centimeter en langer zijn meer geschikt voor grotere golven of voor degenen die willen racen.’

Welke invloed heeft de lengte van de fuselage op de vaareigenschappen? En kies je als beginners beter voor een een lange of korte fuselage?
‘Hoe korter de fuselage, hoe responsiever de foil is. Daarom kiezen beginners beter voor een langere fuselage en de bijbehorende controle. Met een langere fuselage is de foil stabieler in elke bewegingsas. Vergelijk het met een vrachtwagen en een auto: hoe langer het voertuig, hoe trager de bewegingen. Als je juist wilt draaien en springen ben je beter af met een kortere fuselage. Het is ook de reden dat gevorderde riders graag met kortere fuselages varen.’

De interactie tussen de voorvleugel en de achtervleugel is grotendeels verantwoordelijk voor de balans van de foil. Hoe veranderen de vaareigenschappen als je een grotere of kleinere backwing gebruikt met dezelfde voorvleugel?
‘Een grotere backwing verhoogt de druk/kracht op de voorste voet en zorgt ervoor dat het board iets meer ‘nose up’ vaart. De vaarstabiliteit neemt toe in elke bewegingsas (pitch, roll en yaw, zie kader), wat betekent dat de gehele foil trager wordt. Het gebruik van een kleine backwing doet precies het tegenovergestelde.’
Bewegingsassen
Pitch, roll en yaw zijn begrippen uit de luchtvaart en worden gebruikt om de bewegingen van een vliegtuig te beschrijven. Ze zijn evengoed toepasbaar op foils.
Met pitchen (hellen) wordt in de luchtvaart een beweging om de dwars-as aangeduid. Deze denkbeeldige lijn loopt horizontaal door het zwaartepunt van de foil. Pitchen verwijst naar de neiging van de leading edge van de foil om omhoog of omlaag te kantelen. Bij een positieve pitch (LE omhoog) gaat de foil omhoog, bij een negatieve pitch duikt hij omlaag. Het beheersen van pitch is essentieel voor het handhaven van de gewenste vlieghoogte.

Met roll (rollen) wordt een beweging om de lengte-as aangeduid. Dit is de denkbeeldige lijn die horizontaal door de fuselage loopt van neus tot staart. Simpel gezegd is rollen een kanteling van de vleugels van de foil van links naar rechts, of andersom. Rolbewegingen laten je naar links of naar rechts sturen. Beheersing van roll is cruciaal voor het sturen en balanceren.
Yaw (gieren) verwijst naar de draaibeweging van de hele foil om zijn verticale as. Yaw-bewegingen stellen je in staat om de richting waarin je vaart aan te passen. Denk hierbij aan het draaien van bochten en het regelen van de algemene koers. Yaw-sturing is van belang voor het maken van vloeiende en gecontroleerde bewegingen.
Het samenspel van pitch, roll en yaw door het aanpassen van je positie op het board, je gewichtsverdeling, voetsturing en het sturen van de wing zorgen ervoor dat je stabiel kunt vliegen met een foil, de kant op gaat die je wilt, en gecompliceerde moves kunt maken.
Wil je meer van dit soort artikelen lezen en altijd up-to-date blijven? Abonneer je dan op WINGFOIL magazine! Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws rondom wingfoilen? Volg ons op Instagram en Facebook. Ontdek hier meer interessante blogs vol inspiratie en tips! Of koop hier Wingfoil Magazine #1 om nog meer vette artikelen te lezen!