Boardshorts
De tradionele surflook bestaat uit een surfshort, flipflops en het befaamde alohashirt. Hoewel de overgrote meerderheid van de surfers zich maar zelden hult in die karakteristieke combinatie, is het een look geworden die de consument herkent. Het is een look die staat voor laid-back, relaxed, life s a beach dude… De surfdude maakt zijn opwachting in menig film en commercial. Dankzij de niet te missen surflook herkennen wij direct de lifestyle waar hij voor staat, wat ons moet overtuigen dat ene product te kopen of wat een film van een stereotype karakter voorziet. De teenslipper is echter wereldwijd in gebruik en is niet typisch surf te noemen. Hoewel typisch surf, zie je het alohashirt vooral rond carnaval en natuurlijk bij bejaarden in de Sunshine States van Amerika en op Hawai. De surfshort daarentegen is een waar surficoon dat de grens naar het niet surfende publiek al lang gelden overschreden heeft. En hoewel veel kledingmerken tegenwoordig shorts maken, zijn het nog altijd de traditionele surfmerken die in deze markt de dienst uitmaken.
De eerste surfers, die in de tropische wateren van de Polynesische Eilanden de golven bereden, deden dat naakt. Met de komst van missionarissen werd hier snel een einde aan gemaakt. Sterker nog, surfen zelf werd in korte tijd afgedaan als een heidens ritueel en daarmee verboden. De Victoriaanse preutsheid gebood de bader zich te hullen in een outfit die zich in weinig onderscheidde van normale kleding. Van top tot teen bedekt in lange jurken en pakken genoot men van een frisse duik. Toen surfen aan haar revival begon in het Hawaï van begin twintigste eeuw was de gangbare dresscode nog altijd conservatief te noemen. Zelfs mannen was het niet toegestaan topless het water te betreden. De klassieke zwemmersoutfit, en dus ook die voor surfers, betond uit een ééndelig wollen zwempak. Weinig comfortabel en eenmaal nat bijzonder zwaar. Surfen begon zich langzaam te verspreiden naar het Amerikaanse vaste land en zelfs Australië. Tijdens de Roaring Twenties vond er een duidelijke liberalisering plaats die ook voor de surfers positieve gevolgen had. Mannen hoefden nog slechts een korte broek te dragen en de vrouwen hoefde niet langer in het lang te water. Specifieke ‘shorts’ om in te surfen deden pas hun intrede in de jaren ’30. De beachboys van Waikiki bereden de golven in de klassieke korte broek; hoog boven de heupen gedragen, met pijpen tot halverwege het dijbeen en een gesp om hem niet te verliezen in de surf.
Function first
Met het ontstaan van een ware surfcultuur kreeg functionaliteit de overhand. Surfers knipten hun lange broek af tot net boven de knie wat de surfer behoede voor schuurplekken op de bovenbenen van het zitten op het board. Deze broeken werden bovendien laag op de heup gedragen. De voornaamste reden daarvoor was het feit dat de gemiddelde zwemkleding op dat moment nog ver boven de heup gedragen werd. Surfen was in die tijd tenslotte nog een rebelse activiteit en surfers lieten geen mogelijkheid onbenut zich af te zetten tegen het conservatieve mainstream publiek. De eerste commercieel vervaardigde surfshorts kwamen in de vroege jaren 50 op de markt. Op het Hawaiaanse eiland Oahu waren H. Miura General Store en M. Nii’s de eerste bedrijven die shorts maakten die specifiek voor surfers bedoeld waren. In California zagen merken als Katin, Birdwell Beach Britches en Hang Ten het gat in de markt en begonnen zich toe te leggen op de productie van surfshorts. Een echte surfshort werd in korte tijd de must have voor iedere serieuze surfer. De shorts combineerden functie met stijl en werden een ware fashionstatement. De beroemdste surfshort is waarschijnlijk die van Greg Noll. Da Bull, die een heldenstatus verwierf als big wave pionier en shaper, bestelde een speciaal voor hem vervaardigde short met een zwartwit gestreept jailhouse motief. In die short reed Noll zijn nog altijd legendarische golf op Makaha, lange tijd gezien als de hoogste golf ooit bereden. Die typische short zou zijn trademark worden en droeg bij aan zijn imago en daarmee aan de groei van zijn surfboardbusiness. Vanaf dat moment had de surfshort een nieuwe functie, het verschafte een identiteit. Het meest aansprekende voorbeeld van die ontwikkeling zijn de ‘black shorts’ op Oahu. De leden van de Da Hui surfclub claimden de zwarte short als hun symbool wat bijdroeg aan hun reputatie als surfgang. Met het verstrijken van de jaren beleefde de surfshort een gestage ontwikkeling. Nieuwe materialen deden hun intrede en modellen, motieven en kleuren veranderden met het veranderen van het modebeeld. De jaren 80 zag de intrede van de strakke, korte surfshort. De ballhugger mag nu bijzonder onstylisch en oncomfortabel ogen, in die tijd was het toch echt de look. Niet alleen onder surfers overigens, denk maar aan de opvallend strakke broekjes van tennissers en voetballers uit die tijd.
Booming business
De surfshort vormt de basis van menig groot surfmerk. Ocean Pacific en Quiksilver zijn ontstaan als surfshort producenten. De bedrijven voeren inmiddels vele andere producten en zijn tegenwoordig gigantische multinationals, maar het was de boardshort die aan de basis stond. Die ontwikkeling van ongekende groei was mede te danken aan het feit dat surfen in de jaren 60 eindelijk echt mainstream werd. De film Gidget trok volle zalen, de Beach Boys hadden hun eerste hits en Surfer Magazine zag het levenslicht. Hoewel nog altijd een subcultuur met een imago van drugs, antiestablishment en progressief, surfen was niet langer een exclusieve activiteit die slechts voor een kleine groep was weggelegd. Technologische ontwikkelingen maakten surfboards toegankelijker voor een groter publiek en surfen explodeerde over de gehele wereld. In de slipstream van deze ontwikkelingen sloeg de surflifestyle met bijbehorende look aan bij het grote publiek. Een ongekend grote markt voor surfkleding, en dus surfshorts, was een feit. Tegenwoordig zijn surfshorts al lang niet meer het exclusieve domein van de surfmerken. Bijna ieder serieus kledingmerk heeft een korte broek in de collectie die opvallend veel weg heeft van een echte surfshort. Surfer of niet, iedere zomergarderobe bevat wel een surfshort of wat daarvoor door moet gaan. Nu de strakke heupslip slechts nog weggelegd lijkt voor de hardcore zonaanbidder, conservatieve huisvader of bodybuilder (voor hoe lang het duurt) is de markt voor surfshorts enorm. Vanaf begin jaren 90 werd die markt nog groter. Quiksilver richtte Roxy op, een surfmerk specifiek voor vrouwen. De productie van surfshorts voor dames, onder aanvoering van meervoudig kampioen Lisa Andersen, als alternatief op de bikini bleek een schot in de roos. En ook nu bleek de markt veel ruimer te zijn dan slechts de surfende dames. Ook niet-surfers gingen en masse voor de speciaal voor haar ontwikkelde boardshort. De rest van de producenten kon natuurlijk niet achter blijven, maar Roxy voert nog altijd deze markt aan. De surfshort is niet meer weg te denken uit de hedendaagse mode. En terwijl de gemiddelde niet-surfer zich laat leiden door kleur, snit en imago, is functionaliteit nog altijd leidend voor de echte surfer. Snel drogende materialen, naadloze shorts om schuurplekken tegen te gaan, zakjes voor je wax, touwtjes voor je sleutel, finkey’s en flessenopeners binnen handbereik, de zoektocht naar de ultieme short gaat voort. Of die ontwikkelingen allemaal even zinvol zijn, laten we in het midden. Feit is echter dat een goede surfshort je tijd in het water en op het strand zo comfortabel mogelijk maakt. En dat je er dan ook nog eens rete-cool uitziet, is natuurlijk mooi meegenomen.
Tekst: Martijn Boot
Beeld: Billbong, O’Neill
Het hele verhaal kun je lezen in de Productguide 2008, heb je deze nog niet?
Word abonnee of bestel hem via de SOULshop!