29-02-2012 - Windsurfen, Nieuws, Magazines

Boujmaa Guilloul, een kat met negen levens # Motion nr.5

De 26-jarige Boujmaa Guilloul is een vreemde vogel in het professionele windsurfwereldje. En niet alleen vanwege zijn Arabische achtergrond. De goedlachse rastaman bekend om zijn dodemansacties in de lucht, denkt niet na als ie op het water staat, dat doe hij pas als hij weer aan wal komt. ‘Vind je me te beleefd en correct antwoorden? Ik weet niet, ik ben toch gewoon echt mezelf. Zo ben ik opgevoed.’

Ik kan me mijn eerste ontmoeting met de kleine Marokkaan nog goed herinneren. Zo’n twaalf jaar geleden, hij was veertien. Tijdens een Motion-surfreisje waren we beland in het Marokkaanse hippie- kunst- en surfstadje Essaouira. Een highwind windsurfparadijs dat regelmatig – vooral ’s winters – getrakteerd wordt op heftige swell en de thuisbasis van Boujmaa. De nucleaire wind en bruine golven zijn al jarenlang een thuis voor vooral Zuid-Europese surffanatiekelingen en aspirant-pro’s.

Behalve windsurfen en het spotten van mooie lampenkappen heeft Essaouira niet veel te bieden. Het is daarom een perfect surfzomerkamp om ongestoord te kunnen trainen; jongens als Thomas Traversa en Boujmaa zijn hier letterlijk en figuurlijk groot geworden. Boujmaa had bij de locals als jongetje al de status van held in spé. Na twee jaartjes op een plank experimenteerde hij al met dubbele forwards, goiters en crazy Pete’s. In windkracht acht hè! De landingen verliepen meestal verre van vlekkeloos, maar het (toen nog dread-loze) koppie van Boujmaa bleef één grote glimlach. Hij maakte contact met iedereen. Het viel me op dat hij niet dat verwende, zelfbewuste ik-weetdat- ik-goed-ben-en-beter-dan-jij-uitstraling had die je zo vaak bij andere wonderkinderen ziet. Iets wat je deze kids overigens niet kwalijk kunt nemen.

De Franse pro Thomas Traversa en Moulay-regular bijvoorbeeld was toen nog zo’n ‘verwend’ jaloersmakend talentje. Met van die leuke, goed verdienende, avontuurlijke ouders, die kun kroost in een enorme camper rondreden zodat hij op zijn allernieuwste spulletjes in het water kon spelen. Alle juiste ingrediënten voor een carrière als windsurfpro waren er al, in de juiste volgorde. Voor Boujmaa was het een ander verhaal. Afkomstig uit een arm gezin, zonder vader in de buurt, moest hij het hebben van de afgedankte leftover-spulletjes van goedgezinde locals. Voor jonge lokale Marokkanen is de enige manier om te kunnen surfen hopen dat een local aan het einde van zijn verblijf zijn oude spul aan jou weggeeft.

Boujmaa had echter een streepje voor op andere lokale jochies. Hij was een belofte, een ruw talent. Zonder enige angst of plan ging hij op elk onbewaakt moment de bruine golven te lijf. Alsof hij verder geen toekomst voor zich zag, wurmde zich hij met een bepaalde doodsverachting in moves waar de meeste surfers niet eens over na zouden denken. Als de uitspraak ‘een kat met negen levens’ al bij een mens van toepassing is, dan is het bij Boujmaa. Dat was toen zo en nu nog steeds. De ‘do or die’-houding, gecombineerd met zijn katachtige souplesse zijn z’n trademark op het water geworden. Het was zijn ticket uit een middelmatig en relatief arm Marokkaans bestaan. Hij heeft er zijn gezegende leven aan te danken, of zoals hij zelf zegt: ‘Ik realiseer me dagelijks hoeveel ik geluk is heb. Mijn dromen waren beperkt tot het worden van leraar op een lokale school.

Puur doordat ik een beetje kan windsurfen, en dan vooral goed kan springen met wind van rechts, op een plek waar veel windsurfers willen zijn, ben ik momenteel de enige Marokkaan die betaald wordt om te reizen om iets te doen wat ik sowieso al doe. Ik heb een apart leven. Ik schat dat de kans één op de veertig miljoen is. Het lag helemaal niet in de verwachting. Misschien dat ik er daarom wel zoveel van geniet.’ Tien jaar na onze eerste ontmoeting met Boujmaa blikken we terug en vooruit op een gezegend leven.

Vertel eens wat over je achtergrond?

‘Die is heel anders dan die van andere windsurfers die ik ken. Een simpel Marokkaans bestaan, met een alleenstaande moeder en een broertje. Mijn moeder is verpleegster en heeft altijd alles gedaan om een lach op onze gezichten te toveren. Mijn broertje was mijn beste vriend en we deden alles samen. Dat is nu ik zoveel weg ben een stuk moeilijker. Mijn vader is hertrouwd, en heeft een nieuw gezin maar ik zie ze niet zoveel, ik heb verder ook niet zoveel met ze.’

Je komt uit een heel andere cultuur dan menig van je tour vrienden, vertel eens wat meer over Marokko?

‘Marokko is niet zoals de media doen vermoeden. Het is zoveel meer, er zijn veel verschillen tussen mensen, verschillende stammen, groepen en mensen met eigen tradities en gebruiken. En de jonge generatie, die denkt dat westerlingen het allemaal zo goed hebben, werkt momenteel erg hard om aan de top te komen in hun specifieke veld. Er is veel ambitie. Desalniettemin is het leven in Marokko inderdaad heel anders dan in Holland of Europa. We moeten bijvoorbeeld slechts tot ons vijftiende verplicht naar school en dan kunnen we zelf besluiten of we doorstuderen of niet. Ik hou niet zo van school. Ik was altijd meer een sportman: voetbal, basketbal, karate. Toen ik op mijn twaalfde leerde windsurfen wilde ik alleen nog maar het water op. Gelukkig kreeg ik de kans om professioneel windsurfer te worden. Je zou het niet zeggen, maar voordat ik windsurfte, was een ik een ‘real bad boy’, een straatschoffie. Het windsurfen heeft mij, heel letterlijk, van de straat gehaald. Doordat ik leerde surfen, leerde ik ook heel andere mensen en culturen kennen. Dat heeft me er juist toe gezet om te willen leren, andere talen, andere gewoonten, andere levensvisies.’

Wanneer kreeg je door dat je echt goed was en een kans had om prof te worden?

‘Ik had nooit het gevoel dat ik echt goed was. Echt waar. Ik onderschatte mezelf altijd en ik vind mezelf ook nu nog minder dan de andere pro’s. Er waren echt anderen voor nodig om mij te pushen een sponsor te zoeken en te reizen. Toen ik zestien, zeventien was, wilde ik alleen maar fatsoenlijke spullen en een fatsoenlijk pak. Verder had ik geen verwachtingen.’

Maar de toekomst had meer voor je in petto… ‘

Ja, inderdaad. Toen Starboard en Severne iets in mij zagen in 2003 werd mijn leven anders. Het was Scott McKercher die mij aan Svein Rasmussen voorstelde en een goed woordje voor me deed. Ik had nooit de droom gehad een windsurfprofessional te worden, maar ineens was de deur naar een andere wereld open. Ik mocht naar Maui, Australië, de meest fantastische plekken om te doen wat ik leuk vind. Voor de meeste Marokkanen is reizen een grote droom. Het is lastig om zomaar de grens over te kunnen, maar ik had vanaf toen het beste excuus.’ Je bent nu van de meest opvallende windsurfpro’s, maar toch zie ik je nooit echt hoog in de rankings staan. Hoe komt dat? ‘Heel eerlijk? Ik ben gewoon niet goed genoeg en maak teveel fouten. Daarnaast ben ik redelijk hardleers. Ik stoot mezelf gerust voor een tweede keer aan dezelfde steen. Mijn geest is niet zo gefocust als die van veel andere pro’s. Daarnaast is het voor mij een heel groot nadeel dat op de meeste spots gesurft wordt met wind van links. Dat is gewoon niet mijn kopje thee.’

Denk je dat je ooit nog hoge ogen zult gooien tijdens de wedstrijden? Je hebt talent genoeg lijkt me.

‘Mmm, ik weet niet of ik zo getalenteerd ben. Echt niet. Ik maak gewoon heel veel uren op het water en ik heb een losgeslagen, gestoorde kant die voor het publiek wel interessant is. Ik ben alleen niet heel consistent. Ik kan een hele sessie slecht varen en op het laatste rakje de sickste move van de hele dag maken. De move die iedereen bijblijft. Dat is denk ik mijn kracht. Maar dat is verder geen pré in het wedstrijdcircuit, waar je juist strategisch moet zijn en continu moet scoren.’ Je valt inderdaad wel vaak. Is dat omdat jij hem altijd pusht of is je timing niet altijd zo goed? ‘Ik improviseer vaak nieuwe moves, maar ik denk weleens dat ik zo vaak val omdat ik niet helemaal geloof in wat ik doe. Bij nieuwe moves bijvoorbeeld verwacht ik altijd te vallen, zelfs als ze helemaal niet zo moeilijk blijken en ik ze best zou kunnen landen. Het is mijn mindset denk ik, maar ik werk eraan!’

Ik heb veel windsurfers gesproken, maar nog geen zo bescheiden als jij. Zeg eens eerlijk, is het valse bescheidenheid of denk je echt zo over jezelf?

‘Hmm, denk je dat? Ik spreek misschien makkelijker dat soort gedachten uit dan anderen. Maar ik heb die gedachten inderdaad wel vaak. Het kan zijn dat mijn islamitische achtergrond mij van nature wat nederiger maakt.’ Ik wilde je al vragen naar je religieuze achtergrond. Wat bedoel je precies? Wat is de invloed van de Islam op jouw leven? ‘Het woord ‘moslim’ betekent letterlijk iets als ‘een persoon die zijn wil ondergeschikt maakt aan die van God.’ Het is niet het ‘ik’ dat voorop staat, maar Allah. Bescheidenheid en nederigheid horen bij het leven als moslim. Je bent slechts een dienaar van zijn wil, en moet dankbaar zijn voor wat je krijgt.’

Ik wilde je al vragen naar je religieuze achtergrond. Wat bedoel je precies? Wat is de invloed van de Islam op jouw leven?

‘Het woord ‘moslim’ betekent letterlijk iets als ‘een persoon die zijn wil ondergeschikt maakt aan die van God.’ Het is niet het ‘ik’ dat voorop staat, maar Allah. Bescheidenheid en nederigheid horen bij het leven als moslim. Je bent slechts een dienaar van zijn wil, en moet dankbaar zijn voor wat je krijgt.’ Samen met zijn broertje en moeder. ‘Mijn broertje was mijn beste vriend en we deden alles samen.’ Daarnaast: Van straatschoffie tot prowindsurfer. 32 // Boujmaa Guilloul Motion 2011 #5 // 33 Het is inderdaad een andere levensvisie dan die van vel westerlingen waar de eigen persoonlijkheid en het eigen geluk meer voorop staat.

Zorgt jouw religie niet af en toe voor wrijving met je tourgenootjes?

‘Het valt behoorlijk mee. Ik ben natuurlijk een vrij liberale moslim, en ik waardeer verschillende meningen juist. Als er genoeg respect en wederzijdse acceptatie is zie ik geen probleem. Bovendien heb ik veel goede vrienden op de tour.’ Je doet je er nu wel hee l makkelijk van af. Ik heb er weinig ve rstand van, maar ik zie moslim-zijn niet als hee l goed samengaan met de fee st- en drinkcultuur die onde r ve l toursurfers heerst? ‘Ik hou er inderdaad niet zo van om over religie te praten. Het is voor mij een delicaat onderwerp, met scherpe randjes, en ik hou het graag persoonlijk. Maar goed, om antwoord te geven op je vraag: ik hou echt wel van een feestje. Het is een leuk onderdeel van dit leven, maar ik kan niet zo losbandig zijn als mijn vrienden. Niet altijd eenvoudig, maar het is zoals het is. Mijn geloof heeft nou eenmaal behoorlijk wat strikte regels. Het is geen hippiereligie. Ik ben het niet met alles evenveel eens, en ik vind sommige gewoonten van mijn westerse vrienden soms zelfs wijzer dan die van mijn cultuurgenoten, maar ik probeer wel zo goed en kwaad als het gaat een echte moslim te zijn. Af en toe sta ik mezelf dingen toe, die niet goed samengaan met de koran. Ik zou een heel lastig leven hebben, als ik dat niet zou doen.’ Noem eens een voorbeeld? ‘Ik drink zelf frisdrank omdat ik geen alcohol mag drinken, maar voor mijn vrienden koop ik weleens een biertje of zo. Volgens mijn geloof steun ik mensen daarmee in hun slechte gewoonten. Ik vind dit wel eens lastig. Voor veel van mijn tourvrienden is lol maken hetzelfde als veel drinken en iemand mee naar huis nemen voor een nachtje plezier. Ik probeer het bij non-alcoholica te houden en loop alleen naar mijn bed. Ik ben vroeger regelmatig losgegaan in de eerste jaren op de tour, dus ik ben niet altijd even respectvol geweest wat betreft mijn religie. Ik zie Allah wel als vergevingsgezind en hoop dat mijn relatie met hem alleen nog maar verbetert.’ En met de vrouwen? Voor jou gen schatje in elk stadje? ‘Nee, ik heb niet een overal meisjes zitten. Ik probeer, zo goed en kwaad als het gaat, een lange afstandsrelatie te handhaven. Dat is niet makkelijk als je zoveel weg bent, maar we doen ons best.’

Ik weet dat je een goede band hebt met Scott McKercher, je teammaatje die jou bij Starboard heeft binnengeloodst? Is hij ook een soort mentor voor je geweest?

‘Scott is zeker een sleutelfiguur voor mij geweest. Hij heeft me min of meer begeleid in mijn overgang van puberend jochie naar de volwassenheid. In die cruciale periode is het extra belangrijk om goede mensen om je heen te hebben. Hij was een soort oudere broer voor me. Hij wat filosofisch en nieuwsgierig ingesteld en we hebben een goede klik. Scotty is een van de weinige mensen van wie ik niet alleen als surfer, maar ook als mens veel heb geleerd. Ik mis hem behoorlijk op de tour. Al is het maar omdat hij de biertjes opdrinkt die ik van anderen krijg, haha.’

Wat vind je de schaduwzijde van de world tour?

‘Ik vind het vervelend dat de jurering soms zo willekeurig lijkt. De ene dag verbaas ik me dat een middelmatige move me naar de overwinning voert, maar een andere dag als ik verwacht door naar de volgende ronde te zijn krijgt de ander in mijn ogen onterecht de winnende punten. Die willekeur irriteert me. Dat is natuurlijk het nadeel van een jurysport. Nog een nadeel? Sommige spots zijn oersaai als het niet waait. Dan heb je er echt niks te zoeken en verlang je naar huis.’

Ben je vaak thuis als je geen wedstrijden vaart?

‘Ja, ik ben daar het allerliefst en mis het als ik er lang niet ben geweest. Het is fijn om thuis te komen, bij moeders. Ik woon nog officieel bij haar. Ik verdien niet zoveel geld dat ik me zomaar een eigen huis kan veroorloven. Het is nu moeilijker om in Marokko een huis te kopen, omdat veel toeristen en gepensioneerde Europeanen hier huizen kopen en de prijzen daardoor behoorlijk zijn gestegen. Ik heb wel een windsurfcentrum en hostel met mijn grote vriend Fettah opgericht. Het is een simpele onderneming en we verdienen niet veel geld aangezien de meeste Moulay-bezoekers hun eigen spul hebben, maar het is mooi om iets op te bouwen. Als ik thuis ben, zit ik uiteraard gewoon veel op het water. Tussen mijn oude vrienden. Broedend op nieuwe moves.’

Wat vindt jouw moeder er eigenlijk allemaal van? Jouw leven als rondreizende pro?

‘Ze is apetrots. En ik ben haar op mijn beurt enorm dankbaar. Zij is de reden dat ik dat allemaal kan doen. Ondanks dat ze trots op me is, vraagt ze me soms wel om te stoppen. Als ik geblesseerd raak herinnert ze me er altijd aan dat ik een heel gevaarlijke baan heb en dat ik er maar mee moet kappen. Ze wil er zelfs het huis voor verkopen zodat we samen een nieuw project kunnen starten. Maar ze weet ergens best dat er geen haar op mijn hoofd is die daar nu al aan wil denken. Mijn leven is te leuk nu. En zij heeft verder ook niets te klagen. Ze is gepensioneerd en geniet behoorlijk van haar vrije tijd.’ Als ik je moeder was zou ik jou af en toe ook willen remmen…

Jouw poging tot een driedubbele forward bijvoorbeeld liep nogal zuur af. Wist je dat je hem ging doen?

‘Jazeker. Toen ik met die snelheid die schans tegenkwam, terwijl ik wist dat allemaal mensen op het strand aan het kijken waren, wist ik: als er ooit een goed moment is om een driedubbele te proberen dan is dit het. Ik kan me er verder weinig van herinneren. De impact van de val was te heftig. Ik weet nog dat ik keihard de lucht in schoot en Klaas Voget recht in de ogen keek. Na de eerste draai weet ik het niet meer. De klap op het water was te heftig. Het schijnt dat ik zo’n twintig minuten buiten bewustzijn was. Mijn hand was gebroken en ik had een enorme jaap in mijn lip, goed genoeg voor tien hechtingen. Ik heb heel veel geluk gehad. Als Klaas er niet zo snel bij was geweest, was ik waarschijnlijk verdronken.’

Heeft het ongeluk jouw impulsieve manier van varen enigszins geremd?

‘Nee, niet echt. Het heeft in het begin vooral mijn stemming veranderd. Ik had in de eerste tijd heftige mood swings. Ik was niet te genieten. Van heel gelukkig, naar extreem verdrietig, naar apathie en zelfhaat. Ik was ook een tijdje depressief omdat ik niks kon doen. Volgens de Aerial op Ho’okipa. Boujmaa staat bekend als jumpkanon, vooral met wind van rechts. Combimoves liggen hem goed, hier landt hij een cheeseroll into backloop op Maui. ‘Ik verlam niet als ik die angst-rush door mijn lichaam voel gaan, ik wil er dan juist voor gaan. Meestal gaat het goed, maar af en toe betaal je natuurlijk de prijs. Volgens de artsen was dit heel normaal. Nu ben ik weer gestabiliseerd. Het leven is weer te gek. Ik ben weer volop bezig met nieuwe moves.’

Je signature move, de blackshot, ziet er behoorlijk heftig uit.

‘Ja, terwijl die move redelijk natuurlijk voor mij is. De crazy Pete, waar de blackshot een natuurlijk gevolg op is, doe ik zo lang ik op een windsurfboard sta. Bij de blackshot plak je er gewoon nog een switch stance forward aan vast. Er waren meer kapers op de kust die de move als eerste wilden doen, maar je hebt er wel ballen en een goed moment voor nodig. Dus het duurde voordat de eerste gesprongen werd. Op een mooie winderige dag in Moulay besloot ik er gewoon voor te gaan. Emoties uitzetten en genoeg hoogte maken voor het geval ik niet snel genoeg zou roteren. Het ging eigenlijk heel makkelijk. Ik moet er wel voor in de stemming zijn en een leuk publiek op het strand helpt ook, want als het mis gaat dan gaat het ook echt mis. Maar tot nu toe heb ik geen al te heftige klappen gemaakt.’

Angst ken je niet echt hè? ‘

Ja, natuurlijk wel. Maar die angst motiveert me juist. Ik verlam niet als ik die angst-rush door mijn lichaam voel gaan, ik wil er dan juist voor gaan. Meestal gaat het goed, af en toe betaal je natuurlijk de prijs.’

Je staat bekend als jumpkanon. Maar in hoge golven voel je je ook prima thuis toch? Je hebt inmiddels een paar keer op Jaws gesurft met monstergolven? ‘

Ja, ik heb er twee jaar geleden getowsurft, maar dit jaar heb ik er voor het eerst gewindsurft tijdens de Starboard/Severne fotoshoot. De golven waren voor Jaws niet eens zo groot, dubbel masthoog denk ik. Het was een rustige introductie en het smaakt naar meer. Maar ik ben inderdaad wel meer een jumper dan een golfrijder. Het springen ligt me gewoon beter, maar ik werk eraan om beter te worden met golfrijden.’

Wat ben je nog meer van plan in de toekomst?

‘Ik wil nog een heleboel moves uitvinden. Waarschijnlijk combinatiemoves in de lucht en tijdens het golfrijden. Ik wil beter worden met wind van links en mijn geest wat beter leren focussen. Dat moet wel als ik ooit resultaten in wedstrijden wil kunnen neerzetten. Ik verlies snel vertrouwen in mezelf als ik mijn maatjes heel goed zie varen. Ik heb nog echt veel te leren en verwacht niet al teveel. We zien vanzelf wel wat de toekomst brengt. Gelukkig verwachten mijn sponsors ook niet veel van me. Ik mag gewoon mijn eigen gang gaan, en als ik af en toe in de bladen kom dan vinden ze het allang goed.’

Het valt me op dat je altijd heel netjes, beleeft en correct probert te zijn. Klopt dat?

‘Ik weet niet, ik ben toch gewoon echt mezelf. Zo ben ik opgevoed. Een vriend van mij zegt ook altijd dat ik te beleefd ben, ook als mensen zelf niet zo aardig doen, maar zo vind ik mezelf het leukst. Ik ben graag aardig tegen mensen. Ook als ze het niet per se verdienen. Mijn leven als bad boy heb ik op mijn dertiende achter me gelaten, haha. Het leven lacht naar me, het is onbeleefd om niet terug te lachen.’ •

 van