De basics van winghandling

Om te beginnen pak je de wing altijd bij de handle op de leading egde (LE). Dit is de neutrale positie, waarbij de wing 100% gedepowered is. Probeer de wing met links en rechts zo vast te houden en voel hoe makkelijk hij blijft vliegen.

Als de wing naar beneden zakt is er waarschijnlijk net te weinig wind. Vanuit deze positie verplaats je je handen naar de handles op de strut, zodat je de wing echt kunt ‘vliegen’. Dit doe je door de handles kruislings over te pakken.

Als je zoals Annelous hier met de wing links van je start, houd je hem boven je hoofd vast met je linkerhand aan de LE handle. Dit geeft je de mogelijkheid de eerste handle op de strut vast te pakken met de hand die daar ook hoort: de voorste hand (in dit geval de rechter). Als er meerdere handles zijn, of als jouw wing een giek heeft, kun je je hand het beste zo dicht mogelijk bij de leading edge plaatsten om te voorkomen dat er gelijk veel power in de wing komt.

Je kunt nu de LE loslaten en de wing met je voorste hand boven je hoofd vliegen. De wing staat nu neutraal, een belangrijke positie, want je voorste arm voorkomt dat je de wing te laag vliegt. Hou je voorste arm hoog, zo voorkom je dat de tip van de wing het water raakt. Als dit toch gebeurt kun je de wing weer omhoog krijgen door licht druk te zetten op je achterste hand en hem met je voorste hand weer terug boven je hoofd te brengen.

De wing omdraaien doe je door hem aan de leading edge bij de tip te pakken. Je zult zien dat je hem zo heel makkelijk kunt flippen, ook op het water. Pak nu met je andere hand ook de handle op de strut vast. In het begin wil je de wing vooral boven je hoofd vliegen. Dit doe je door je voorste hand recht boven je hoofd te houden en je achterste hand licht aan te trekken.

Vanuit deze positie kun je oefenen om de wing te poweren door je achterste hand nog wat aan te trekken. Als je de wing aan het vliegen bent en er komt een windvlaag kun je altijd je achterste hand loslaten en teruggaan naar de neutrale positie. Vanuit deze positie kan je ook van richting veranderen door deze handle met je linkerhand over te pakken. Probeer de wing op deze manier naar beide kanten te vliegen.

WINGHANDLING
Een goede oefening voordat je het water op gaat is het vliegen van de wing op het strand, ook als de wind net te zacht is om het water op te gaan. Met een paar knopen wind blijft de wing al hangen en des te meer je oefent op het strand, des te makkelijker het zal zijn als je voor het eerst het water op gaat. Veel gemaakte fouten, zoals de wing te laag vliegen, kunnen ervoor zorgen dat je je eerste sessies alleen maar ligt te zwemmen. Door het oefenen met het vliegen van de wing voorkomen je fouten en versnel je het leerproces. Als je comfortabel bent met het vliegen van de wing boven je hoofd kun je proberen de wing iets lager te vliegen, om zo meer power te creëren. Dit doe je door je voorste hand iets te laten zakken, maar wel nog steeds boven je schouders. Vanuit deze positie kun je spelen met het aantrekken van je achterste hand om meer power te krijgen. Dit is een hele goede oefening voor wanneer de wind iets minder wordt als je op het water staat. Wil je nog meer power uit de wing halen? Dit kan door je handen te verplaatsen op de handles of giek richting de trailing edge. Hierdoor kun je de wing nog meer onder een hoek zetten waardoor hij meer wind kan vangen en zo meer kracht kan genereren.

Voor meer Wingfoil nieuws, wingsurfen, Tips & Tricks, leesvoer en de laatste magazines kijk op Ridersguide.nl. Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu hier en word abonnee van Wingfoil magazine #1 en volg ons op Facebook en Instagram!

 van