17-11-2014 - Nieuws, Wielrenblad

De evolutie van het schakelen

Je staat tijdens je fietstochtjes vast nooit stil bij de ontwikkeling van het huidige schakelsysteem. De techniek is lange tijd hetzelfde gebleven, maar als we alle schakelsystemen onder de loep moeten nemen, kunnen we wel een boek uitbrengen. In dit artikel behandelen we de meest invloedrijke. Wat betreft de toekomst? Met de komst van het elektrische schakelsysteem zijn we in een nieuw tijdperk belandt.

Woord: Kees de Jong

De beginjaren

Bij de eerste fietsen aan het eind van de 19e eeuw zaten de pedalen direct vast aan het voorwiel. Prima op een vlak stuk weg, maar zodra je een heuvel op of af ging kwam je al snel in de problemen. Over wanneer de eerste versnellingen nou echt het levenslicht zagen bestaat wat discussie. Het moet rond 1870 geweest zijn dat er voor het eerst iemand met twee versnellingen fietste. Van versnelling wisselen deed je simpelweg door af te stappen en je achterwiel om te draaien. Aan elke kant van je wiel zat een tandwiel van verschillende grootte. In deze periode zijn ook fietsen met naafversnellingen ontwikkeld, die hun ontwerp hadden ontleend aan het bekende planeetmechanisme uit klokken.

De evolutie van de fiets zat zo in de lift dat er aan het einde van de 19e eeuw honderden ideeën waren vastgelegd, maar slechts weinig daarvan werden uitgevoerd. Vooral omdat de productie te duur was en fietsen voor de consument daardoor onbetaalbaar zou worden.

Aan het begin van de 20e eeuw werden de eerste derailleurs uitgevonden en getest. Deze bevatten grote hendels op de achterste staande buis van het frame, waar je door een slag te draaien kon wisselen van tandwiel. Vaak moest je achteruittrappen tijdens het schakelen om de ketting over te brengen.

Eind jaren twintig, begin jaren dertig van de vorige eeuw had je twee systemen die populair waren op racefietsen: Super Champion van het merk Osgear en Vittoria Margherita. Door achteruit te trappen wisselde je van tandwiel op je achterwiel. Vervolgens kon je door middel van een hendel boven de bottom bracket een mechanische arm verstellen waarmee je de kettingspanning groter of kleiner kon maken.

In 1937 werden derailleurs pas voor het eerst in de Tour de France gebruikt. Er waren verschillende merken in de race, maar Osgear trok aan het kortste eind en Super Champion was het enige type dat als schakelsysteem op je fiets mocht zitten. Een jaar later werd ook Vittoria Margherita in de Tour toegestaan.

Moderne derailleurs

De grote verandering kwam echter pas na de Tweede Wereldoorlog. In 1949 bracht Campagnolo de Gran Sport-achterderailleur op de markt en een bijbehorende ‘gruppo’ (groepset). Door middel van twee hendels op de schuine framebuis kon je desgewenst de ketting van voorblad of achtertandwiel laten wisselen. Dit systeem werd in de jaren daarop doorontwikkeld en was decennialang het boegbeeld van schakelsystemen op de fiets.

Het duurde tot halverwege de jaren tachtig van de 20e eeuw voordat de volgende grote verandering doorgevoerd werd. Shimano bracht als eerste een systeem op de markt dat niet uitwisselbaar was met andere merken: Shimano Index System (SIS). Campagnolo zag er geen brood in, maar kreeg daar al snel spijt van. Het SIS-systeem schakelde aanzienlijk soepeler dan de tot dan toe andere bekende alternatieven en won aan populariteit. Aan de andere merken was het een zware taak om bij te blijven. Campagnolo hield het hoofd uiteindelijk prima boven water maar een ander bekend merk als SunTour kreeg het steeds moeilijker.

Schakelen met shifters op je stuur

In 1989 kwam Shimano met Rapidfire, een groep voor mountainbikes waarmee je kon schakelen (en remmen) op je stuur. Een jaar later volgde Shimano Total Integration (STI) voor de duurdere groepen op racefietsen, waarmee je zowel kon remmen en schakelen met dezelfde hendel. Dit systeem wordt dus nog steeds gebruikt. Binnen afzienbare tijd volgden ook de goedkope groepen en kwamen andere merken met eenzelfde soort systeem.

Elektronisch schakelen 

Hoewel de opmars van elektronisch schakelen pas de laatste jaren is begonnen, waren er begin jaren negentig al prototypes te vinden. Zo had SunTour als eerste fabrikant een elektronisch systeem (genaamd BEAST) voor op mountainbikes. Twee jaar later volgde Mavic met Zap voor racefietsen en zo volgde het ene na het andere merk. Af en toe werden er wedstrijden met nieuwe systemen gewonnen, maar meestal kwamen ze negatief in het nieuws door hun onbetrouwbaarheid en slechte kwaliteit.

In 2009 kwam Shimano met Di2 op de markt . De ontwikkeling van deze groep zit nog steeds flink in de lift. Campagnolo is bezig met de ontwikkeling van haar eigen groep (EPS) en ook SRAM heeft door dat de huidige elektronische schakelgroepen waarschijnlijk voor een definitief mainstream succes gaan zorgen.

Het grote voordeel van een elektrisch systeem is dat de kans dat je mis schakelt nihil is. Dat komt onder meer doordat er een automatische trimfunctie is ingebouwd en je geen kabels hebt die aan slijtage onderhevig zijn.

De toekomst

Dit artikel zoomt in op een kleine selectie van een lange geschiedenis. Zoals het er nu naar uitziet zullen de profs binnen enkele jaren allemaal overstappen op elektronisch schakelen. Er zijn slechts nog een handjevol renners die nog ouderwets schakelen. Voor ons als amateurrenner wordt het ook steeds beter betaalbaar. Wie tijdens een toertocht om zich heen kijkt heeft de afgelopen jaren wel een keer de in het oog springende battery packs gezien. Toch zitten er nog genoeg haken en ogen aan de elektronische systemen. Zo zijn de meeste vooralsnog iets zwaarder dan de niet-elektrische groepen. Daar komt nu verandering in. Er wordt er van alles aan gedaan om de batterijduur langer te maken en is er nog steeds geen groep die manueel bediend kan worden als de batterij op is.

Conclusie: De evolutie van het schakelsysteem is voorlopig dus nog in volle gang.

 

 van