De Gouden Carolus Route – Mechelen

De Gouden Carolus Route Denk je aan Belgische steden, dan kom je al gauw bij Brussel, Antwerpen, Luik en Gent terecht. Prachtige steden, daar niet van. Maar er is nog een verborgen parel: Mechelen. Precies in het midden gelegen tussen Brussel en Antwerpen, blijkt deze stad een ware schatkamer aan prachtige, oude gebouwen. En ook een levendige bierbrouwerij met een opmerkelijke geschiedenis ontbreekt hier niet…

Dat Mechelen een prachtige stad is die niet onderdoet voor andere fraaie Belgische steden, was voor mij geen verrassing. Ik heb er tenslotte zeven jaar gewoond. In die tijd zag ik de stad een ware metamorfose ondergaan. Van een redelijk verloederde stad met vele, leegstaande fabriekspanden en verkrotte woningen, veranderde Mechelen langzaamaan in een plaats met vele in ere herstelde monumenten, gecombineerd met moderne architectuur. Dat heeft deze op vier na grootste stad van Vlaanderen enorm veel zelfvertrouwen gegeven. Nu ik er weer kom is het bijna voelbaar wat dat vertrouwen met een stad doet. Van een verborgen muurbloempje naar een uitbundig bloeiende roos, zo zou je de gedaanteverwisseling kort kunnen duiden. We kijken rond in de stad en gaan daarnaast een prachtige fietsroute rondom Mechelen doen: de Gouden Carolus route.

De stad en het bier

Vandaag staat e-biken op het programma. Maar eerst gaan we nog wat anders doen. De medebedenker van onze fietsroute, Charles Leclef, is namelijk de eigenaar van brouwerij Het Anker. Bij de brouwerij start ook de knooppuntenroute. Voor we op onze e-bikes stappen, krijgen we eerst nog een rondleiding door de oude brouwerij. Onze enthousiaste gids Marc de Win vertelt uitgebreid over hoe hier de Gouden Carolus, de Lucifer en de Maneblusser worden gebrouwen. En ondertussen steken we nog wat op van de geschiedenis van Mechelen. Want de naam van het Maneblussers-bier verwijst naar de bijnaam van de Mechelaars. In de middeleeuwen was er een inwoner die iets te diep in zijn bierpul had gekeken. Op weg naar huis liep hij langs de Sint Rombouts-kerk met zijn imposant hoge toren. En terwijl de man omhoog keek, meende hij te constateren dat de toren in brand stond. Zijn “Brand, brand!” bracht al gauw veel mensen op de been, die snel de toren beklommen met emmers water. Eenmaal boven gekomen zagen ze geen brand, maar wel een schitterend volle maan…

Onze rondleiding eindigt ook hoog boven op het dak van de brouwerij, van waaruit je een prachtig panoramisch uitzicht over het centrum van de stad hebt.

Rond het middaguur staan we weer beneden en willen we onze fietstocht beginnen. Maar daar is Marc het niet mee eens. “Eerst bier proeven”, meldt hij ons. En zo zitten we op een voor ons vroeg tijdstip aan een glas echt Maneblussers-bier. Maar we moeten toegeven: dat smaakt prima! Vol goesting – dat woord is afkomstig van ‘gisting’, hebben we tijdens de rondleiding geleerd – stappen we daarna op onze fietsen. Gelukkig bieden die elektrische ondersteuning…

Rivierlanden

Mechelen is niet alleen voor cultuurproevers en geschiedenisliefhebbers een fijne stad. Ook fietsers kunnen er hun hart ophalen. Rondom Mechelen ligt namelijk een woud aan prachtige fietspaden. Ook dat weet ik nog uit mijn tijd dat ik hier mocht wonen. En hoewel Mechelen best wel een drukke stad is met dito autoverkeer, is het leuk dat je zo de stad uit kunt fietsen en je binnen [CURSIEF]no-time[/CURSIEF] in de natuur zit. En die is buitengewoon fraai. Mechelen is omringd door diverse rivieren: de Zenne, de Roepel en vooral de Dijle zijn invloedrijke wateren. Daarbij komt dan nog het Leuvense Kanaal, dat uiteindelijk uitmondt in de Dijle. Langs deze wateren slingert onze Gouden Carolus-fietsroute. Van die route wijken we trouwens al gelijk (even) af. Ik zie namelijk een vrij drukke autoweg op de kaart staan en denk: dat kan beter. Achter de McDonald’s, schuin tegenover de brouwerij, ligt namelijk een mooi fietspad ‘verstopt’ dat gek genoeg op een aantal fietskaarten niet voorkomt. Neem je deze sluiproute, dan begeef je je meteen op de veelal autovrije paden van de route.

Nadat je onder de E19 van Antwerpen naar Brussel bent doorgereden en het noordelijke industrieterrein in dit geval rechts heb laten liggen, begint de echte tocht. Met aan de rechter kant de recreatieplas waar ‘s zomers volop gewaterskied wordt, maar waar nu de rust van de herfst zijn intrede heeft gedaan. Links ligt het Zennegat: de plek waar de Dijle, de Zennevaart en de Zenne gezamenlijk uitmonden. De paden die we vandaag fietsen gaan veelal langs de rivieren, over rivierdijken die hoog in het landschap liggen, waardoor je constant fraaie uitzichten hebt. We gaan richting Rumst.

Rumst: een brug te ver

En daar hebben we de eerste kink in de kabel. Op het punt waar we nu staan moeten we de oversteek over de brede rivier de Nete maken om aan de kant van het plaatsje Rumst te geraken. Helaas is de fietsbrug die dat mogelijk moet maken wegens groot onderhoud afgesloten. We kunnen nu een heel eind omfietsen, om ons doel (Rumst en de overkant) te bereiken. Maar dan gaan we weer richting de lawaaierige E19 en dat past niet bij deze route, vinden we. We besluiten de fietsbrug ervoor te nemen: die leidt ons over de Dijle. Zo belanden we even verderop aan de andere kant van de Rupel en loopt onze route parallel aan de officiële. Die fietsbruggen zijn trouwens wel een opvallend dingetje hier. Met hun lichtblauwe kleur en een lengte van vele tientallen meters vormen ze een belangrijk visueel baken in het landschap. Ze stellen de fietsers in staat op een gemakkelijke en snelle manier verschillende streken aan te doen.

Wij gaan verder langs het meanderende pad richting het volgende plaatsje, Klein-Willebroek. De Rupel – die overigens weer uitmondt in de Schelde – lijkt alsmaar bredere vormen aan te nemen. Hoewel de oorspronkelijke route ons weer aan deze kant van de rivier zou brengen en we zo dan verder kunnen gaan, willen wij toch ook nog even naar de overkant. Ons oog is namelijk gevallen op een bijzonder aantrekkelijk uitziende eet-etablissement aan het water. En een pontje ligt al klaar. Schipper mag ik overvaren? “Natuurlijk, geen probleem.”

De daaropvolgende koffie doet het erg goed na het bier van voor de start. Na bestudering van de routekaart blijkt dat we via een vaste brug iets verderop weer terug kunnen aansluiten op de route. Via ‘stad aan de rivier’ Boom bereiken we zo weer Klein-Willebroek.

Say whisky

Langs de Willebroekse Vaart volgen we vandaag voorlopig even het laatste stuk vaarwater en duiken we meer de landerijen en bossen in. Aan de rechterzijde ligt domeinbos Het Broek, een bonte verzameling van bossen en vijvers in de oude Vallei van de Rupel. Het pad slingert momenteel zo door het landschap dat we totaal ons richtingsgevoel kwijtraken. Waren daar eerst de hoge dijken langs de rivieren, nu zijn het smalle paden die voortdurend een andere richting kiezen. Gelukkig zijn daar de bordjes met knooppuntvermelding die ons gidsen.

Uiteindelijk bereiken we het tweede deel op deze tocht waarbij alcohol een rol speelt. In het dorp Blaasveld zit namelijk whiskystokerij De Molenberg. Sinds 2010 distilleert brouwerij Het Anker hier in een 17de-eeuwse familiehoeve whisky uit het moutbeslag van de Gouden Carolus Tripel. Het eindproduct wordt vervolgens in houten vaten weer naar Mechelen gebracht, waar het in de brouwerij verder rijpt. Oké, bier op een vroeg tijdstip, dat kunnen we nog wel aan. Maar om nu uitgebreid whisky te gaan drinken: die beker laten we even aan ons voorbij gaan. 

Aanvaarding der terugweg

Hoewel de routekaart ons verder wil sturen, besluiten wij een stukje terug te gaan en een stuk af te snijden van de route – die in zijn geheel trouwens zo’n 58 kilometer bedraagt. We willen op tijd terug zijn in Mechelen, omdat we daar ook nog het een en ander willen bekijken. En het tijdstip van het jaar, midden oktober, impliceert dat het alweer vroeg donker wordt. Het mooie van de Gouden Carolus-route is dat je vrij gemakkelijk delen kunt afsnijden. Andersom kan trouwens ook: met een goede knooppuntenkaart bij je kun je er zonder probleem een lusje aan toevoegen.

In plaats van Kapelle op den Bos zetten wij ons kompas op Heffen en Leest. Het landschap verandert, met meer weilanden en agrarisch gebied en weldra doemt ook Mechelen weer in de verte op. Wie dacht dat je in België niet kan schaatsen moet toch eens in Leest gaan kijken. Want daar zit een heuse ijsvereniging met een kleine, overdekte ijsbaan. Er bestaan zelfs plannen voor een grotere ijspiste, in Mechelen zelf. Maar op glad ijs gaan we ons niet wagen, wij koersen met onze e-bikes verder, door de buitenwijken van Mechelen. Voor we er erg in hebben belanden we in het fraaie Vrijbroekpark aan de rand van de stad, een park met meer dan vijftig hectare grond. Ik herinner me nog dat het hier op een zondag een drukte van jewelste kon zijn met wandelaars, joggers en vaak vele jonge gezinnen. Het park is zeker een bezoek waard als je tijd hebt, al was het maar om de prachtige collectie rozen die je hier kunt vinden.

Beneden Mechelen

We fietsen nog iets door en bereiken dan – na het oversteken van het Leuvense Kanaal en het passeren van de monumentale Brusselse Poort, de enige overgebleven stadspoort van Mechelen – het oude centrum van de stad. Hier eindigen wij. De fietskaart laat nog een verlenging van de tocht zien. Als je die neemt kun je ook een deel van het onderste stuk van Mechelen meepikken. Dan krijg je een glimp te zien van provinciaal sport- en recreatiecentrum De Nekker. In de zomer zeker aan te bevelen, maar nu iets te fris. Verder kun je dan nog een bezoek brengen aan dierentuin Planckendael, een dierentuin dat je het gevoel geeft in een natuurlijke omgeving rond te wandelen. Via het kleine dorp Muizen ga je vervolgens rechtsaf, waarna je weer bij het Leuvens Kanaal uitkomt. Dan kun je in een rechte lijn weer naar Mechelen fietsen.

Het bier en het meisje

Wij gaan zo aan het eind van de dag nog even sfeerproeven in het gezellige oude centrum van de stad. Ook een dag e-biken zorgt voor dorst en we zoeken een gezellig cafeetje op. Keus genoeg hier en onder het genot van een pintje raken we aan de praat over hoe we vanochtend begonnen. Hoe zit dat nou met dat bier en het meisje in de kop van dit verhaal? Voor de mannelijke lezers volgen nu misschien enkele schokkende onthullingen. Enkele grote biermerken willen ons doen geloven dat bier echt iets voor mannen is. Maar is bier wel zo’n mannenzaak? Vanochtend tijdens onze rondleiding bij de bierbrouwerij hebben we gehoord dat dit toch echt iets anders zit. In het begin van de vijftiende eeuw was het begijnhof sterk aanwezig.

Op het hoogtepunt werd het hof bewoond door meer dan negenhonderd begijnen, alleenstaande vrouwen die samen in een rooms-katholieke gemeenschap leefden. Deze begijnen brouwden het bier in brouwerij Het Anker. Ook in andere delen van de stad hadden vrouwen de leiding bij bierbrouwerijen, zo is naderhand ontdekt. De stad Mechelen heeft inmiddels een heel programma opgezet rond het thema ‘Bier in vrouwenhanden’. Er is zelfs een workshop met de titel ‘Bier: vrouwen weten waarom’. Wij drinken er nog een op. Terwijl de avond allang gevallen is, lopen we nog even door het pittoreske centrum. Eens kijken of we nog maneblussers tegenkomen…

Must-sees in Mechelen

Ooit, einde vijftiende, begin zestiende eeuw, werden de Nederlanden vanuit Mechelen bestuurd. Nu is het de op vier na grootste stad van Vlaanderen en maakt het deel uit van de provincie Antwerpen. Het oude karakter van de stad wordt duidelijk als je weet dat Mechelen na Gent de meeste monumentale panden van België herbergt: maar liefst 336! Er zijn zoveel fraaie monumenten te zien, dat je ‘gewoon’ een stadswandeling door het centrum moet gaan maken: je loopt dan vanzelf van de ene naar de andere verrassing. Vooruit, dan toch een top vijf van must-sees:

Sint Rombouts-kerk: Beeldbepalend in het centrum en verreweg de grootste van de vele fraaie kerken in Mechelen.

Brouwerij Lamot: Jarenlang heeft de andere brouwerij van Mechelen, brouwerij Lamot, symbool gestaan voor de verloedering van de stad. Zo’n tien jaar gelden besloot de stad de verpauperde brouwerijpanden deels te renoveren en deels af te breken. Nu staat er een combinatie van hotel, congrescentrum en tentoonstellingsruimte. Een ware metamorfose!

Stadhuis: Ook niet te missen als je door het centrum wandelt en je de Grote Markt oversteekt. Het stadhuis bestaat uit drie delen, elk met een eigen bouwstijl: het Paleis van de Grote Raad, het Belfort en de Lakenhal. Tezamen vormen zij sinds 1914 het stadhuis.

Kazerne Dossin: Dit is een gevoelige plek van herdenking in België. De barakken van Dossin, tegenwoordig museum, waren tijdens de Tweede Wereldoorlog een voorportaal van de dood voor meer dan 25.000 joden en zigeuners uit België en Noord-Frankrijk.

Het Klein en het Groot Begijnhof: waarvan de laatste UNESCO- werelderfgoed is.

De Gouden Carolus Route

Tekst: Menno Bonnema
Foto’s: Hadske Vochteloo


Wil jij op de hoogte blijven van al het nieuws omtrent elektrische fietsen? Houd dan de nieuwspagina van Electrified in de gaten! Benieuwd naar routes, tips & tricks en nog meer leesvoer? Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu hier en word abonnee van Electrified E-Bike Magazine en volg ons op Facebook en Instagram!

 van