07-04-2011 - Skiën, Nieuws

De speeltuin van Sölden

Na Hinterglemm is Sölden de volgende Nederlandse kolonie die wij onder de loep hebben genomen. Sölden, het eerste skioord in Oostenrijk met drie bergtoppen boven de 3000 meter, met de authentieke uitstraling en de vele après-skibarretjes. Sölden, de speeltuin van veel Nederlanders, maar hoe is het gebied nu echt?

Woord: Wilko Mostert
Beeld: Ananda van Welij

De crew
Niels is een mooie kerel. Hij deed al backflips vanaf cliffs in het vhs-tijdperk, maar was altijd te bescheiden om een fotograaf mee te nemen. Mike is echt newschool met een ‘freestyle-in-de-poeder’ mindset. Youri en Jord zijn de snowboarders van de groep, goed voor extra sfeer en creatieve ideeën, terwijl Ananda mee is om alles op de gevoelige plaat vast te leggen. Bij aankomst wordt het meteen duidelijk dat wij anders zijn dan de gemiddelde toerist. De huisbazin van ons hoofdkwartier kijkt ons al raar aan als wij met een auto vol lege blikjes Red Bull, harde muziek en de meest exotische ski’s arriveren. En bij ons eerste welkomstbiertje in de kroeg gaat het ook al niet veel beter: blijkbaar vallen wij erg op, want de hele kroeg staat ons aan te gapen alsof we van een andere planeet komen. Misschien komt dit door de brakke hoofden van de reis, de grote jassen, of de baggy mutsen, of misschien wel juist de skinny jeans? Terwijl ik mij dit afvraag zie ik Mike door de mensenmassa heen rennen om als eerste bij de bar bier te kunnen bestellen, niet lettend op de mensen die hij in zijn sprint opzij moet duwen. In zijn kielzog probeer ik de vrede te bewaren door ons te excuseren tegenover de mix van Russische en Nederlandse toeristen en terwijl ik de boze gezichten achter mij laat zie ik naast mij Jord en Youri eenzelfde sprint trekken naar de bar. Het bier is blijkbaar erg in trek? Dit belooft wat voor de komende week!

Verkenning
De omstandigheden zijn op dag één niet ideaal. Geen recente dump die elke rots tot pillow heeft omgetoverd en geen dump in het vooruitzicht. Het maakt in Sölden niet heel veel uit. Met twee gletsjers, een dik funpark en een dorp dat hoog genoeg ligt om urban rails te kunnen zoeken moet dit wel goed komen. En om eerlijk te zijn, met deze groep bestaande uit goede rijders die overal stoked over zijn is het moeilijk om het niet naar je zin te hebben.

Wat een rij!’ De gondel naar de Gigijoch is groot, maar de rij die wij nu zien is echt bizar. Net als in de Efteling zigzagt een dunne rij mensen voor het gebouw langs. Een grote trechter van mensen staat aan het begin van de rij en iedereen probeert zichzelf als eerste door het eerste hekje te duwen [één tip: via de buitenkant gaat het sneller dan via het midden]. Er staan nog net geen bordjes met wachttijden. Wij nemen de kleine, erg oude éénpersoons stoeltjeslift in het dorp om de drukte te omzeilen en goed de omgeving te kunnen bekijken. Hoe schattig: met de ski’s in de hand moeten we het stoeltje in rennen, een kleine ketting zou er voor moeten zorgen dat we er niet uitvallen, terwijl we worden ingehaald door wandelaars die op het pad naast de lift omhooglopen. De lift is zelfs tussen de middag gesloten, omdat de liftbediende dan gaat lunchen! Drie kwartier later komen we half slapend boven en zien we dezelfde mensen die beneden in de rij van de gondel stonden hun eerste afdaling maken. Volgende keer pakken we wel gewoon de gondel…

Op het eerste gezicht zien de freeridemogelijkheden er serieus uit. Onder de boomgrens is het zo dichtbegroeid dat treeruns bijna niet mogelijk zijn, maar de bovenste liften bieden mogelijkheden om – met een beetje hiken – de vetste lijnen neer te zetten. Het park ziet er bizar goed uit. Sinds kort wordt het gebouwd door QParks, een bedrijf dat verschillende parken in Oostenrijk bouwt en daardoor een zekere kwaliteit garandeert [zie pagina 66]. Een gemakkelijke lijn van boxen en kleine schansjes vormt de basis van het park. Ideaal om warm te rijden, gemütlich te jibben en voor de beginners ideaal om hun eerste tricks te leren. Aan de rechterkant is de proline verstopt. Dit lijkt met opzet gedaan: op deze manier wordt de kans verkleind dat een gezinnetje op de landing aan het spelen is terwijl iemand anders de schans springt.

Het gebied
Bij de volledige verkenning wordt het pas duidelijk hoe jammer het is dat de sneeuw niet meewerkt. Je hebt hier echt heel veel mogelijkheden! Weliswaar zijn de meeste hellingen redelijk lawinegevaarlijk, maar juist daardoor zijn ze nog onverspoord. Vanaf de Rotkochjog zien we beneden ons één grote hang, terwijl we boven ons de Schwarzkogl zien met heel veel indropopties. Wat een mogelijkheden! De poeder is veranderd in verwaaide opgevroren plakken sneeuw waardoor we gedwongen zijn de lagere gedeelten op te zoeken. Jammer, ik had wel zin om serieuze sporen neer te zetten.

Jibbing
Is het toeval dat de eerste mooie spot van Sölden vlak onder een après-skibar ligt? Tientallen toeristen die [’s ochtends] al aan het bier zitten en ons [!] raar aankijken terwijl wij een afzetje aan het scheppen zijn voor de eerste spot. Wij dachten bijna dat de boer die dit huisje heeft gebouwd expres een landing had gemaakt zodat wij hem kunnen droppen. De landing lijkt wel té perfect. We laten Jord de eerste keer springen. ‘Kchraaach!!’ Die ‘perfecte’ landing blijkt een schuin stenen muurtje te zijn dat graag ons belag opeet. ‘Geen probleem!’, zeggen Mike en Niels. ‘Dan gaan we toch gewoon wat harder? De landing is vast zacht genoeg om hem te kunnen missen.’ Zo gezegd, zo gediggiedaan. Twee meter verder komt Niels neer, hij rijdt switch door en
komt tot stilstand in een klein beekje, vlak voor het prikkeldraad van boer Gunther. ‘Top!’ En de sessie kan los.

De toer-/alcoholisten hebben de tijd van hun leven: onze inrun begint boven de bar en terwijl wij via de piste iedereen moeten ontwijken en onze snelheid moeten behouden komen we onder aan de bar bij luid gejuich in onze speeltuin uit. Crashes vinden ze natuurlijk veel leuker dan een goede sprong, helemaal wanneer we heel dicht bij het prikkeldraad uitkomen. Op een gegeven moment beginnen zelfs een paar Russen het verkeer voor ons te regelen zodat wij ongestoord kunnen springen. Zo slecht zijn die Russen nog niet eens!

Park
De volgende dag zijn het ideale omstandigheden om in het park te gaan spelen. De proline is net geshaped en staat op ons te wachten. Twee leuke jumps die op zich niet eens heel groot zijn, maar wel een bizarre aanloop hebben. Mike en ik denken dat als we vlak onder de bocht beginnen we wel genoeg snelheid zullen hebben. De snowboarders zijn het alleen niet met ons eens. Na een flinke discussie zien we een local helemaal boven aan het park staan, schreeuwend of wij aan de kant kunnen gaan. ‘Waarom? Zou je echt zo hard moeten gaan?’, zeggen wij nog tegen elkaar, terwijl hij met mach drie de bocht om komt zetten. ‘Ja dus.’ Hij komt precies goed uit. Ondanks de rare bocht in de aanloop – die je vol carvend moet nemen om je snelheid te behouden – zijn de jumps perfect. De relatief hoge landingen zijn heel veilig: we kunnen te kort komen en op de tafel landen, maar door de lang doorlopende landingen is ook te ver springen niet erg.

Het is verbazingwekkend hoe goed de sfeer kan worden door een goed geshaped park. Als kleine kinderen staan we – letterlijk – te springen om onze tricks bij te schaven. ‘Zag je mijn vijfje?!?’ ‘De inrun is echt terror!’ Die bocht in de inrun geeft je het gevoel van een skicross, maar dan met trucjes. Helemaal wanneer wij aan het einde van elke run samen naar beneden knallen en elkaar proberen te sprayen om als eerste aan te komen. Mike is aan het experimenteren met excentrieke grabs, Niels is lekker aan het spinnen, ik probeer mijn 9’s te stylen en de snowboarders gaan lekker cork. Na elke run is het racen naar de lift om zo snel mogelijk weer boven te zijn, slalommend door de verzamelplaats van de skischool en de wirwar van skiklasjes. Met grote smiles op onze gezichten en erg veel energie in ons lichaam staan we te stuiteren bij de stoeltjeslift. Skiën is echt een excuus om te mogen spelen en het funpark is vandaag onze speeltuin.

Step-up/wallride
De volgende dag willen we toch nog iets heel vets zoeken. Een spot waarover we de hele terugreis nog kunnen praten en waar we thuis met trots op terug kunnen kijken.

‘Vette afzet, maar wat is het?’ ‘Een step-up jongen!’ ‘Maar hij staat raar schuin ten opzichte van de landing?’ ‘Nou ja, de locals zullen het wel weten… Toch?’ Een groep locals had de vorige dag tussen de Rotkogeljoch en de gletsjer een bizarre afzet gebouwd die min of meer naar een hoger gelegen piste wees. We waren er nog steeds niet over uit wat het precies was, maar we wilden hem wel heel graag springen. Het is eigenlijk een grove fout om iets te hitten wat je niet zelf gebouwd hebt, want misschien willen ze er nog een sessie op houden en zouden wij de landing verpesten.

Gelukkig kende Jord de locals hier en na één telefoontje konden we los. Tenminste, dat was het plan. Maar ken je dat gevoel? Dat je een jump wilt doen, maar wanneer je bij de jump staat de moed je in de schoenen zinkt? Dingen zien er op foto’s altijd heel wat kleiner uit dan dat ze in werkelijkheid zijn. Stel je voor, een afzet van twee meter hoog met heel veel pop, gericht op een muur van stenen met een klein stukje losse sneeuw aan de bovenkant, vlak naast de piste dat de landing moest voorstellen. Niemand had een idee welke de juiste snelheid zou zijn. Te weinig snelheid en je knalt tegen de stenen muur, te veel snelheid en je landt op de piste. Daar stonden we dan. Vijf – stoere? – gesponsorde rijders die hem geen van allen wilden guinnypiggen.

Terwijl Mike een testrun maakt zie ik hem op de sketchy inrun bijna onderuit gaan. Youri probeert het ook, komt wheeliënd en totaal out of control naar beneden en knalt bijna tegen de afzet aan. No way dat ik dit ga doen! Met een camera in mijn hand benoem ik mijzelf tot reservefotograaf. De eerste afvaller van de groep. Na een uur discussiëren over de juiste snelheid, angst, de steile afzet en dat rotsen toch wel heel hard kunnen aanvoelen, is het letterlijk ‘now or never’. Als niemand hem nu springt, dan is het een verloren zaak en kunnen we net zo goed verder gaan. Terwijl we dit onbewust allemaal realiseren begint Mike zonder vooraankondiging omhoog te lopen. Hij klikt zijn ski’s onder, seint naar de fotograaf en knalt hem naar beneden. Om zeker te zijn dat hij niet te langzaam gaat is hij extra hoog begonnen; hij blijft door de hoge snelheid met moeite staan op de inrun, wordt in elkaar gedrukt door de afzet, komt los, en terwijl de tijd lijkt stil te staan houdt iedereen zijn adem in… Hij komt net boven de rotsen uit, maar knalt vol tegen de bovenste sneeuwrand aan. Het is bijna grappig hoe hij sneeuw probeert te pakken om zo niet naar beneden te vallen, maar als een schildpad valt hij de zes meter naar de grond, plat op zijn rug met zijn voeten omhoog.

‘Yo Mike!! Gaat het?’ Iedereen is geschrokken, van deze hoogte moet je wel iets breken. ‘Bijna!!’ Ik moet gewoon niet door mijn benen zakken op de afzet!! Haha!’

Mike rent omhoog, terwijl hij ons beduusd achterlaat. Hij heeft laten zien dat het mogelijk is, maar moeten wij nu ook? Props voor Mike dat hij zijn rationaliteit en angst overboord kon zetten, maar nu staat de druk op ons. Youri vertrekt van hetzelfde punt, maar houdt het halverwege de aanloop voor gezien. ‘Ik haal die afzet niet eens! Hier moet je echt skiër voor zijn!’ Dat klopt ook wel, je ziet op zo’n moeilijke inrun een groot verschil tussen de stabiliteit die twee ski’s kunnen bieden ten opzichte van één snowboard, ook al behoren deze boarders tot de top van Nederland. Zij houden het voor gezien. Niels probeert het één keer en ik was maar al te blij met mijn camera in mijn handen. Mike had de vibe echter te pakken en wist er uiteindelijk zelfs nog een 180 uit te persen. Respect voor Mike!

Nachtjibs
De laatste avond is het dan toch echt tijd om ons laatste doel te vervullen. In onze achtertuin wenkt al dagenlang een cliff of we hem toch niet eens zouden hitten. In de afgelopen dagen is het er steeds niet van gekomen. Of we waren te dronken, of we waren te moe. Maar vanavond is onze laatste kans en ik probeer de boys te overtuigen: ‘Je weet dat we er spijt van krijgen als we hem niet eens proberen! En hoe vet is het om wat nachtshots te schieten?’ Jord ben ik al kwijt, hij is met zijn snowboardkleding in slaap gevallen op zijn bed. Maar de rest komt mee en heeft er nog zin in ook!

‘Vinden jullie die landing er ook niet een beetje vlak uitzien?’ ‘Nee joh, en er ligt poeder, toch?’ Nu we al zo ver zijn gekomen zullen we hem proberen ook. Mike heeft zijn strepen al verdiend en het lijkt wel alsof Niels voor zichzelf genoegdoening zoekt. Na een eerste hit landt hij veel te ver op een veel te vlakke landing, met als gevolg dat zijn ski’s in de sneeuw blijven staan en hij voorover valt. ‘En?’ ‘Ja, kan wel!’

Vol twijfel loopt de rest omhoog. ‘Het zag er niet echt chill uit.’ De rest heeft ook veel moeite met de landing en eigenlijk heeft niemand er echt meer zin in. Behalve Niels. Hij rent omhoog, ‘Ik ga hem frontflippen!’ ‘Weet je het zeker?’ Maar hij was al boven. Niels is zelfs zo enthousiast dat Jord er wakker van wordt. Met half open ogen komt hij in zijn snowboardgear boven. ‘Is het vet?’ ‘Nee, niet echt, maar Niels wilt hem flippen.’ Vol enthousiasme komt Niels aanzetten, gooit zijn frontflip en komt met een grote knal half op zijn benen, half op zijn rug terecht. Terwijl hij opstaat van een knal die ons zeker een blessure zou opleveren kijkt hij vragend naar Ananda: ‘Had je hem?’ ‘Jup!’

Top! De foto’s zijn genomen, de rijders zijn moe en voldaan: tijd voor bier en oorlogsverhalen. We zijn immers in Sölden. Het gebied biedt echt veel ruimte voor creatieve rijders: van leuke rotsen, huisjes om van af te springen tot aan hele leuke spots voor jumps. Maar als er echte sneeuw had gelegen hadden die dingen niet eens op mijn lijstje gestaan. Ik zou dan de Schwarzkogel en Hainbachjoch hebben verkend, steeds een beetje verder hiken om nieuwe sporen te zetten. En er zouden maar weinig mensen zijn die mijn freshies zouden stelen. Wanneer de poeder niet meer ideaal zou zijn zou ik kijken of we op de Gaislachkogl mooie jumps kunnen bouwen, en als de sneeuw dan echt niets meer is zou ik onze jibs opzoeken. En als ik weer met deze groep zou zijn? Dan zou ik zeker weer met de groep gaan toeristenslalommen op de dalafdaling. Tot de laatste gondel is gegaan. Sölden? Tot volgend jaar!

Wil je meer informatie? Kijk dan op www.soelden.com

 van