26-10-2018 - Snowboarden, Leesvoer

De Witte

De Witte. Een gegeven bijnaam die je als doorgewinterde snowboarder met eer kan dragen. De eer is aan Frederik van den Bossche, een Vlaamse bakkerszoon die eind jaren tachtig van zijn zuurverdiende zakgeld voor het eerst in een touringcar richting de Alpen stapte. Ruim vijfentwintig jaar later kijkt hij terug op een heuse snowboardcarrière.

Het jaar 1991. Ik had me ingeschreven voor een freestylecamp in Les deux Alpes. Ik snowboardde al drie jaar op een Burton Micro Graig Kelly en het was tijd om nieuwe tricks te leren. Volledig ingesteld op een weekje freestylen werd ik verrast door de hoeveelheid sneeuw die naar beneden kwam. Er was geen sprake meer van freestylen, het langverwachte freestylecamp werd omgedoopt tot freeridecamp. Mijn leraar, ik was de enige leerling, nam me mee buiten piste. Hij op een slalomboard en ik hem achterna, zonder lawinepieper, sonde of wat dan ook. Geen denken aan in die tijd, dat deed niemand! Het was mijn eerste ervaring met de poedersneeuw en het was liefde op het eerste gezicht. De diepe sneeuw, weg van de drukke piste en in de rauwe natuur… het had de drang om nog meer te gaan snowboarden alleen maar versterkt. Vanaf dat moment draaide mijn leven opeens om snowboarden en daarmee beëindigde ik per direct mijn jeugdige voetbalcarrière bij KV Mechelen.

De Witte

FLIRTEN MET DE POEDER

Mijn freestyle-aspiraties hingen nog niet aan de wilgen, ik wilde in de poeder kunnen springen! In 1994 ontdekte ik in Brussel de Yeti-skipiste, een borstelbaan vol bruine zeep waar je afwashandschoenen nodig had. Het ingezeepte stuk helling van 150 meter lang lag vol met jumps, tabletops en rails. Ze brachten me veel plezier en gekneusde lichaamsdelen. De volledige Belgische snowboardscene trainde het hele jaar door op de vijf pistes die beschikbaar waren. Na de vele overwinningen tijdens de gehouden wedstrijden, hadden ik en het Brussels snowboardteam diezelfde winter nog een plek in de Nations Cup in Avoriaz veroverd! Meer en meer wedstrijden volgden. Na het winnen van het BK Junior in 1996 kon ik zelfs deelnemen aan de World Championships Halfpipe in Japan. In Japan sneeuwde het echter zo hard dat ik er alleen maar naar uit keek om de poedersneeuw in te duiken, weg van de halfpipe. De trainingsdagen voor de pipe werden ingeruild voor powderjumps in de poedersneeuw, dát was voor mij weggelegd.De eerste generatie professionele rijders uit België liet ons zien dat alles draaide om zomer versus winter. Keihard werken en sparen in de zomer, snowboarden van je zuurverdiende geld (wat soms betekende: het opdrinken van het hele maandbudget in één avond en een dieet van baguette met Vache Qui Rit en ketchup daaropvolgend) in de winter. Dat wilde ik ook. Ik kocht de auto van mijn grootvader, wisselde Belgische Francs om voor de Franse en met nog wat Traveller-cheques op zak kon ik ervandoor! Ik was negentien jaar en begon aan de rit van mijn leven: op naar Frankrijk, op naar Les Arcs! Het saisonniersleven was begonnen!

Ik ging alles opschrijven en op den duur werden mijn foto’s en artikelen gepubliceerd in België en Nederland. Het afnemen van interviews vond ik zelf ook erg leuk. Menig pro zat naast me, onze gesprekken opgenomen op mijn trouwe dictafoon. Toen ik de minidiskrecorder ontdekte werd het interviewen praktischer en begon ik naast het snowboarden nog meer artikelen te schrijven. Het hielp mee met de start van SCS, een Belgisch snow- en skateboardmagazine.

De winterseizoenen vlogen voorbij en mijn ervaring op big jumps, rails en in de poeder groeide. De eerste grote sponsor werd dan ook A-Snowboards, wat nu Apo heet. Voor ik het wist nam ik deel aan TTR-wedstrijden en de Quik Cup Pro in 2004, met Mathieu Crepel, Terje Haakonson en de toen nog heel jonge Shaun White tegenover me. De kwartfinale haalde ik niet. Naamsbekendheid en een plekje in het Vans-team wel. Met mijn snowboard onder mijn arm reisde ik de hele wereld af, steeds nieuwe avonturen tegemoet.

De Witte

JAAR IN, JAAR UIT

Na zeven jaar mijn thuisbasis te hebben gehad in Les Arcs, ruilde ik de Franse Alpen in voor het Oostenrijkse Vorarlberg: Montafon, waar de sneeuw met bakken uit de hemel viel.

Ik ging werken voor Snowboardschule Fun Camp, de allereerste Oostenrijkse snowboardschool, opgericht in 1986. Daarnaast shapete ik het funpark van het Kaunertal, het Stubaital en uiteraard het Nova Park in Montafon zelf. Ik herinner me die keer dat we ‘s nachts een quarterpipe moesten testen. We waren bijna achtentwintig uur aan een stuk door aan het werk ter voorbereiding op een grote slopestylewedstrijd. De quarter was het laatste obstakel dat nog geshaped moest worden. De pistebully’s verlichtten de quarter jump, maar de aanloop was in het pikkedonker. We waren net voor zonsopgang klaar en al zesendertig uur boven op de berg. De runs bij volle maan en tijdens zonsopgang zitten in mijn geheugen gegrift: dit is snowboarden. Jarenlang verkende ik elke vierkante meter van het dal en ik kwam op een gegeven moment op het idee om ervaren snowboarders tijdens hun vakantie te begeleiden.

Daaropvolgend organiseerde ik in 2005 mijn eerste snowcamp vanuit een chalet in de bergen. We waren omringd door poederhellingen waar iedereen tijdens de barbecue zijn freestyletricks aan het oefenen was. Ik realiseerde me dat dit was wat ik wilde blijven doen. Een groep snowboarders begeleiden, ver weg van de piste, is een leuke uitdaging voor hen en voor mij. Er zijn altijd intense momenten, zoals elke snowboarder ze heeft. Tijdens een hike op een richel kan de wind bijvoorbeeld erg sterk zijn. De inrun en landing moeten dan strategisch aangelegd worden, zodat je wordt opgevangen door een halve meter poedersneeuw als het fout gaat. Deze kennis en ervaring doorgeven aan nieuwe, enthousiaste rijders gaf mij de voldoening die ik zocht.

De Witte

LAST BUT NOT LEAST

Jaren vlogen voorbij en in 2014 kon ik mijn twintigste winterseizoen vieren. Samen met Pieter-Willem Ots, de eigenaar van Stoked, mocht ik een pro-model op de markt brengen. Het Belgische snowboardmerk komt uit Brussel, net zoals ik. Dat was de kroon op mijn carrière.

Een nieuwe uitdaging stond voor me, ik wilde in de zomerseizoenen naar Portugal om te leren surfen. Een waardige opvolger van mijn winterseizoenen in Montafon. Mijn trouwe Volkswagen-bus, die me meer dan 60.000 kilometer door de bergen had gebracht, voerde me nu vlotjes langs de Portugese kustlijn. Anno 2016 run ik samen met mijn vriendin het Roots Guesthouse Ericeira, een superleuk project waar we ons thuis voelen en de felbegeerde bergen minder hoeven te missen.


Meer lezen?

Dit artikel is afkomstig uit het Taste snowboard magazine nummer 1 van 2016. Deze kun je nabestellen in de webshop. Maar natuurlijk kun je het beste abonnee worden, zodat je geen snowboard verhaal meer hoeft te missen. Digitale uitgaven zijn ook altijd verkrijgbaar in onze Soul Kiosk App.

Tekst – Frederik van den Bossche    Beeld – Ken Kelchtermans

 van