Do’s en dont’s van wildkamperen

Dit jaar is de vakantie anders dan anders door de coronacrisis. Sommige landen kun je beter helemaal vermijden en op andere plekken is de kans groot dat winkels en horeca van het een op het andere moment gesloten worden. Juist daarom zou je het dit jaar eens helemaal anders kunnen doen, door te gaan wildkamperen. Je tent en kampeerspullen in een rugzak en kijken waar je aan het eind van de middag uitkomt: bij een boerderij in de boomgaard, een plek in het bos of ergens op een dijk. Maar mag dat zomaar? En als het mag, wat heb je nodig?

Wildkamperen mag lang niet overal. En als je denkt de regels in een land eindelijk door te hebben, en je je tent hebt opgezet, kan het ook zomaar zijn dat je weer moet inpakken. Over het algemeen mag je overal in Europa bij mensen in de tuin kamperen als zij daar toestemming voor geven. Vaak stellen landen een maximum aan het aantal tenten. Het is natuurlijk niet de bedoeling om een illegale camping te starten. Ook vinden veel landen het goed als je ergens je tentje opzet bij zonsondergang, gaat slapen, en bij zonsopgang meteen weer vertrekt.

Maar er zijn opvallende uitzonderingen. Ben je van plan om ooit naar Santiago de Compostella te lopen? Dan is het goed om te weten dat je op de laatste honderd kilometer van je einddoel naast de weg mag wildkamperen. Een ander voorbeeld: in Zwitserland is wildkamperen verboden, behalve boven de boomgrens van ongeveer 2.000 meter. Daar mag je maximaal één nacht je tentje opzetten.

Scandinavië is voor de wildkampeerder de place to be. Hier zijn de regels het soepelst en mag je op heel veel plekken zonder problemen je tent opzetten.

In Nederland is wildkamperen niet toegestaan. Je kon tot voor kort op een paar plekken in ons land nog terecht bij palen die Staatsbosbeheer in bossen had neergezet. Dit paalkamperen werd zo populair dat het weer is afgeschaft. Mensen gingen vuurtjes stoken, lieten troep achter en bleven langer dan de voorgeschreven 72 uur kamperen. Je mag in Nederland overigens wel bij iemand in de tuin kamperen als je toestemming hebt van de eigenaar. Of je gaat naar een natuurkampeerterrein. Dat komt het dichtst in de buurt van wildkamperen want je hebt er alleen een paar basisvoorzieningen.

Waar moet je zoal op letten als je gaat wildkamperen?

• Vraag goed rond wat wel en niet mag. Zo zijn de regels in landen als Zweden, Noorwegen en Finland heel ruim, maar mag je bijvoorbeeld niet zomaar in een nationaal park je tent opzetten.
• Kijk goed naar je kampeeruitrusting. Die moet opgaan in de omgeving. Dat betekent bijvoorbeeld geen felle kleuren en geen reflectoren. En neem een infraroodzaklamp mee. Dan verstoor je de natuur niet ’s nachts.
• Vermijd woon- en industriegebieden. De kans is groot dat je weggestuurd wordt. 
• Oefen een paar keer thuis met het opzetten van je tent in het donker. Dat scheelt een hoop frustratie als je echt onderweg bent en pas laat een plek hebt kunnen vinden.
• Het is een open deur, maar we vermelden het toch: laat niks achter. Ruim alles goed op zodat er geen enkel spoor van je achterblijft.
• Bereid je voor en kijk op de website van Vaude voor de meest onmisbare gear.
• Neem je surfboard mee voor de volgende sessie!