Downwindfoilen
Aangestoken door het enthousiasme van wingfoilmaatjes die tegenwoordig niets liever doen dan foilen zónder wing, besluiten Mart en Marcelino het downwindfoilen ook een kans te geven. Gaan ook zij voortaan wingloos door het leven?
Woord Marcelino Lopez, Mart Kuperij
Beeld Leerfoilen.nl
Al meer dan een half jaar hoor ik links en rechts van enkele fanatieke wingmaatjes dat downwindfoilen hélemaal je van het is. Het absolute summum van de foilsport. ‘Eindeloos deininggolven rijden zonder die irritante wing voor je. Beter wordt het niet.’ Het is met name Joep van Bakel die mij aanvankelijk enthousiasmeert.Deze supkampioen (Europees kampioen bij de 40+’ers) is een lokale held op mijn thuisplas het Uitgeestermeer en een van de eersten die wingen cool maakte. Het is duidelijk dat hij inmiddels een grotere passie heeft gevonden. ‘Het klopt dat je me minder ziet de laatste tijd. Ik doe bijna alleen nog maar dit. Ik wing alleen nog maar als er geen maatjes zijn om een downwinder mee te kunnen doen.’Toch ben ik niet overtuigd. ‘Het schijnt onwijs moeilijk te zijn om te leren, toch?’ ‘Ach’, verzucht Joep, ‘gewoon beginnen. Het is toch ook gewoon leuk om iets nieuws te leren. Doe het maar. Echt, het is fantastisch.’
Commitment
Samen met voormalig hoofdredacteur van dit blad Mart, besluit ik dat we dit misschien echt eens een kans moeten geven. Ook hij is geïnteresseerd, maar weet, net als ik, ook niet goed waar hij alle tijd en energie vandaan moet halen. Het lijkt ons heerlijk, eindeloos zweven zonder wing in handen. Maar tegelijkertijd ook best ingewikkeld. En niet alleen qua techniek: je moet het echt plannen, de route uitstippelen, je bent afhankelijk van anderen en je bent zo een uur of vier, vijf verder voor je weer terug bent. Maar goed, als het echt zo gaaf is, dan moeten we maar eens door deze zure appel heen bijten. Als we daarna ook zo’n brede glimlach als Joep op ons hoofd hebben is dat het meer dan waard. Om commitment te creëren voor onze potentieel nieuwe hobby besluiten we dat we er een verhaal van maken. Dan moeten we wel.Na een belletjes heeft Mart iets geregeld met zijn oude windsurfmaatje Niek van der Linde. Niek is allround waterman en eigenaar van surfschool Leerfoilen.nl aan het Amstelmeer, en sinds een tijdje ook helemaal into het downwindfoilen. Omdat het in de winternog wat fris is voor zijn studenten heeft hij tijd om een beginnetje met ons te maken.
Allermoeilijkste
Op een mooie winterochtend eind februari is het zover. We treffen elkaar op de parkeerplaats van een kleine recreatieplas boven Alkmaar. Niek staat te wachten bij zijn bus als we komen aanrijden. Naast hem op het gras liggen twee inflatable sups maatje L, binnenin de bus twee kleine downwindsups, een dockstartboardje en een verzameling foils. Als we de eerste plichtplegingen achter de rug hebben komt Niek resoluut ter zake.
‘Hoe graag willen jullie dit eigenlijk?’ Zijn vraag klinkt haast onheilspellend. ‘Ehm. Graag?’ We kijken elkaar aan. Dit wordt een leuk ochtendje downwindfoilen toch? Beetje pompen, peddelen. Misschien komen we zelfs wel uit het water voor een eerste sneak preview van deze nieuwe sport?‘Downwindfoilen is, naast het leukste, ook het allermoeilijkste wat ik ooit gedaan heb op het water’, verduidelijkt Niek zijn vraag. ‘Als je dit wilt laten slagen zul je er veel dingen voor op moeten geven.’ ‘Wat dan?’, willen we weten. ‘Onze relaties, vanaf nu echt niet meer naar kringverjaardagen?’
‘Nee,’ lacht Niek, ‘dat niet direct, maar wel je andere sporten. Als je dit onder de knie wilt krijgen, zul je echt moeten oefenen. Je kunt niet zeggen: bij zuidwest 6 ga ik windsurfen, bij oost 5 wingen, en als het zuid is ga ik wel even ‘downwinden’. Nee: je moet die andere dagen opofferen, uren maken en zwoegen.’ Maar, zo besluit Niek zijn schot voor de boeg: ‘De beloning is er ook naar.’Als we onze wetsuits aan hebben, neemt Niek het plan van de dag met ons door. We gaan beginnen met het oefenen van de juiste peddelslag (enter de inflatable sups). Als dit goed gaat kunnen we met het downwindfoilboard en een grote foil een beginnetje maken met de ‘paddle-up’: het al peddelend op de foil komen. Om ons echt nog een stukje te laten vliegen heeft Niek ook nog een dockstartboard meegenomen, maar dat is voor later zorg. Eerst de basics!
Mart: Aangekomen bij de steiger aan de noordkant van de plas gaan we het water op met de sups. Lino is nog wat onwennig, ik sup regelmatig dus dit is gesneden koek. Tenminste, totdat de specifieke peddelslag aan bod komt die voor het downwindfoilen nodig is. Ver voorin insteken door eerst je knieën te buigen, en vervolgens explosief te strekken en je peddel naar je heupen te trekken –en dit alles zonder de armen te buigen. Dit is hoe we onszelf ook op de foil kunnen trekken straks. Niek legt uit dat je om zoveel mogelijk kracht uit je peddel te krijgen, hem ver voorin in het water moet steken om hem er bij je voeten weer uit te trekken. Klinkt logisch, want als je achter je benen peddelt (en dus eigenlijk water omhoog drukt) krijg je geen voorwaartse snelheid. Sterker nog: je duwt je board dan zelfs richting het water, precies wat we niet willen met de flatwater paddle-up.
Ik had mezelf nog voorgenomen om eerst een warming-up te doen, maar ram er toch gelijk in. Niet zo slim met mijn geschiedenis van schouderklachten, maar iets met aard en beestje. Niek ziet het vanaf de steiger aan en lacht als hij me naar mijn schouder ziet grijpen. ‘Ik had niet gezegd dat je dit explosief moest doen, toch? Het gaat vooral om de techniek, dit is iets wat je ook prima langzaam kunt oefenen.’ Hij heeft gelijk natuurlijk, maar ergens wilde ik gewoon even laten zien hoe goed ik kon suppen. Strebertje.
Marcelino:Ik heb één keer eerder zo’n peddel op een supter hand genomen en merk dat ik er tijd in zal moeten stoppen om net zo soepel te kunnen suppen als Mart. Niek is een goede, geduldige leraar en geeft ons stapsgewijs lastigere instructies. Eerst gewoon peddelen met de juiste suphouding en wennen aan het board. Daarna peddelen zodat je board recht op koers blijft. Daar peddelen in surfstance met korte explosieve slagen. In mijn hoofd maak ik een plan om een supvan een vriend te lenen om deze lente meters te maken als er geen wind is. Ook merk ik dat mijn ‘peddelspieren’ nu al vermoeid zijn.Als we dit erop hebben zitten gaan we terug naar de bus om het foilboard op te halen. We gebruiken de Duotone Downwinder SLS 7’2”, een sigaarvormig board van 218 x 53 cm bij 115 liter. Niet de beste keus als je je voor het eerst aan een paddle-up waagt, maar groter heeft Niek niet dus we doen het ermee. De foil is een prototype van Duotone, de AMP, met een oppervlakte van 1.750 cm2en vooral: een gigaspan van 143 cm, goed voor een aspect ratio van 11,7. Volgens Niek, die er de dag ervoor driekwartier mee heeft gedockstart en gepompt, is het er eentje waarmee je kunt blijven gaan, zelfs met ‘touch and go’.
Allemaal leuk en aardig, maar het is vooral het board dat ons zorgen baart. 115 liter lijkt redelijk, maar de verpakking (puntig, smal en dik) doet anders vermoeden. Valt wel mee, zegt Niek. Althans: zonder foil eronder zou je gelijk onderuit gaan, maar mét blijft het geheel redelijk stabiel in het water liggen.
Paddle-up
Meester Niek doet voor wat wij zo meteen moeten gaan proberen: vijf slagen rustig peddelen, vijf voor meer snelheid en vervolgens vijf slagen alles geven om proberen omhoog te komen. Hij zegt er gelijk bij dat dit ons waarschijnlijk niet gaat lukken en dat dit ook het doel niet hoeft te zijn. Gewoon proberen hoe ver je komt en ondergaan waarom dit volgens Niek het zwaarste element van het hele downwinden is.Niek peddelt het kleine poeltje in downwind van de steiger, waar het net even wat minder choppy is, en legt aan. Smooth zie je hem steeds iets hoger komen, ver voor zich uit grijpt zijn peddel het water in en trekt hij zich als het ware op aan het water. Indrukwekkend en op het oog extreem vermoeiend.
Mart: Dan is het mijn beurt. Ik verwacht gelijk een nat pak te halen, maar Niek heeft gelijk: de foil houdt het board als een soort anker stabiel in het water, uiteraard geholpen door mijn eigen gepeddel. Tijd voor actie: ik peddel eerst rustig om mijn koers te zetten, dan iets harder en vervolgens geef ik alles wat ik heb in de hoop los te komen. Ik voel inderdaad dat ik vóór iets los kom, maar los van het water ben ik zeker nog niet.Niek heeft een filmpje gemaakt zodat ik gelijk kan zien wat de verbeterpunten zijn. En dat zijn er nogal wat. Peddel verder naar voren het water in. Meer naar voren hangen. Lichter op de voeten. Om soepel op de foil te komen moeten al deze aspecten in perfecte harmonie met elkaar plaatsvinden, en dat is precies wat supfoilen zo moeilijk maakt.Terwijl ik uithijg –het lijkt niks, vijftien peddelslagenen dan pauze, maar je krijgt er goed het zuur van –bedenk ik me dat ik me dit keer ga focussen op het peddelen.Poging twee gaat iets beter, met iets meer ‘positieve’ peddelactie, maar omdat mijn voetenwerk niet helemaal meewerkt heb ik er geen profijt van. Poging drie richt ik me op mijn voeten (proberen jezelf gewichtloos te maken, zodat het board omhoog kan komen), maar blijkt op het filmpje naderhand dat ik de peddel bij mijn voeten het water in steek en dus eigenlijk vooral negatieve krachten doorgeef aan het board. Tijd voor een wissel.
Marcelino: Ik ben onder de indruk van Mart. Zelf heb ik er niet veel vertrouwen in als ik dat dunne, paarse boardje opstap, maar toch word ook ik positief verrast door de stabiliteit die de foil biedt.Ik plonst zo nu en dan in het water, maar in stance weet ik er toch wat rakjes uit te persen. Voor mij zal het een kwestie worden van vaker suppen en peddelen. Met mij evenwicht is weinig mis, maar ik mis duidelijk de juiste peddeltechniek.
Mart en ik wisselen elkaar nog een paar keer af, en leren telkens iets nieuws. Meer naar voren leunen. Onderste arm gestrekt houden. De peddel ver vóór in het water steken. Proberen te zweven. We komen niet in de buurt van echt foilen, maar door dat doel hebben we inmiddels allang een streep gezet. Voor vandaag tenminste.Hoewel, Niek heeft nog een laatste lesje op het programma staan: de dockstart. Iets waar ik een jaartje terug nog een bijna-doodervaring aan overgehouden heb, dus dat belooft wat.
Hoe te dockstarten? Men renne met het board vlak langs een steiger in het water, met lichte druk op de achterste hand (één vinger is genoeg!) en tegendruk gevend op de voorste hand. Als er geen steiger meer is zette men eerst de achterste voet op het board, gelijk gevolgd door de voorste. Vanaf dan is het een kwestie van pompen en vliegen.
Tenminste, dat is zoals je zou willen dat het gaat. Gelukkig breekt Niek het op in delen, en is ook hier de verwachting laag: opstappen is al heel wat. Rustig op het water landen en het board niet als een raket weg laten schieten is het doel voor vandaag.Helaas is er voor goofy footers geen geschikte steiger, dus voor mij is het einde oefening. Mart zet zijn helm op en trekt een impact vest aan; mocht er dan toch vuurwerk komen is hij tenminste goed beschermd.
Mart: Ook bij dockstarten moet je weer veel verschillende dingen tegelijk doen om soepeltjes boven het water te zweven. Het gevolg is –in mijn geval –dat je soms gewoon maar wat doet. De eerste paar pogingen is van een echte pompbeweging nauwelijks sprake, maar na een paar keer lukt het me wel het board te laten landen –om hem vervolgens alsnog af te schieten, maar wel zonder kleerscheuren. Nieks advies: snelheid is stabiliteit. ‘Dit geldt voor het downwindfoilboard en ook hier: hoe harder je erin gaat, hoe stabieler je rit.’ Een ander belangrijk punt is de plaatsing van de voeten. ‘Dit moet bij dockstarten in een keer goed zijn, er is geen ruimte om je voet nog even te verplaatsten als je eenmaal aan het pompen bent.
’Als ik de filmpjes terugkijk zie ik dat ik werkelijk als een slak over de steiger loop. Board vasthouden, voorste hand omlaag duwen, welk been gaat ook alweer eerst, glij ik niet uit over die meeuwenpoep? Maar het begin is gemaakt, er is een basis om uit te bouwen.Als afsluiter doet Niek nog even voor hoe het echt werkt. Met zijn armenafwisselend omhoog en omlaag draait hij twee lange ronden; het ziet er zo simpel uit als je het kan. Ik doe nog een laatste poging, maar het is meer voor de sier dan dat ik echt verder kom. De energie is op, het water koud en we besluiten het een dag te noemen.
Oefenen, oefenen, oefenen
Bij de bus legt komt Niek nog even terug op zijn openingsvraag. ‘Hoe graag willen jullie dit? Het is nu vooral aan jullie. Ga de komende maanden trainen. Met suppen, tien minuten de ene peddeltechniek, dan tien minuten de andere, et cetera. Ook het wingen kun je gebruiken als training, door de wing te flaggenen alvast af te tasten hoe je golfjes kunt rijden. Dat kan op zee, maar ook gewoon op vlakwater.’ Om zijn verhaal te illustreren maakt hij een tekening om te laten zien hoe je golven moet lezen. ‘Zodra je denkt: deze is maximaal steil, moet je eigenlijk alweer de golf erachter hebben. Je zijwaarts en terug laten zakken. Blijf in de bovenste 30 procent van de peak, daar zit de meeste energie!
’Het duizelt ons van de informatie, maar we weten wat ons te doen staat. Oefenen, oefenen, oefenen. De volgende keer dat we Niek zien hopen we wat verder te zijn.
Marcelino: In de auto naar huis maak ik een plannetje voor de lente en zomer.Ik vraag mijn maatje Robbert of ik zijn supbij mijn stacaravanaan het Uitgeestermeer mag leggen. Dan ga ik uren maken als de wind gaat liggen. Mijn andere wingbuddy Marc heeft pas een downwindsup gekocht en aangeboden dat ik af en toe met hem mee mag om flatwaterpaddle-upsteoefenen of in de Noordzee wat golfjes te pakken. Daarna ga ik mijn dockstart-board (een omgebouwd wakeboard waar een foil onder kan) weer tevoorschijn toveren. Vlak bij mijn stacaravan ligt een kunststof vlot dat ik als startpunt kan gebruiken. Daar kan ik stiekem oefenen tot ik een ons weeg. Kortom: I am a man with a plan!
Het leven is wat gebeurt terwijl je plannen maakt
‘Hee boys, het is al een tijdje stil. Hoe is het met alle wilde plannen?’ Ik kijk een paar keer naar het appjevan Niek. Het is inmiddels hartje zomer en ik voel me betrapt. God ja, wat is er eigenlijk gebeurd met al die wilde plannen? Het werken aan mijn peddelskills? Ik heb maar liefst één keer een half uurtje op het supboard gestaan. Die explosieve peddelkrachtlaat dus nog even op zich wachten. Dockstarten? Eh, oh ja, waar ligt dat wakeboard ook alweer? Waarschijnlijk op zolder ergens. Flatwaterpaddle-upsoefenen met Marc? Misschien moet ik die jongen maar weer eens appen…De realiteit is dat ik, elke keer dat het waaide, heel comfortabel met heel veel plezier toch maar ben gaan wingen. En hoe! Ik heb veel bijgeleerd. Elke windstilte heb ik daarbij gebruikt om mijn verloren werkuren in te halen. En mijn vriendin is best relaxt, maar die verwacht tussendoor ook wat aandacht. Een betere winger ben ik wel geworden, maar ben ik ook een stap dichterbij mijn eerste downwindsupfoilvlucht? Nee, geen reet. Ook Mart is niet veel verder gekomen. Een oude schouderblessure, een mooie windsurfdag, deadlines met werk. Kortom: het leven.Toch steekt het appje van Niek me wel.We begonnen écht enthousiast. Na een dosis semi-eerlijke excuses (werkstress, campervakantie in de bergen, ik was de flaka aan het oefenen) antwoord ik Niek: ‘… Maar het seizoen is nog hartstikke lang. Ik geef het niet op!’
Wingloos?
Weer een paar maanden later in de herfst kom ik Joep weer eens tegen op onze lokale plas. Hij gaat zijn zoontje leren wingen, maar anders was hij nu wingloos met zijn buddy’s het IJsselmeer aan het foilen. ‘Hee Lopez, lang niet gezien. Ben je nog wat verder gekomen met je downwindfoilavontuur?’ Weer dat betrapte gevoel. Ik kijk hem schuldbewust aan en zoek naar woorden. Hij schudt zijn hoofd. ‘Ah jongen, jij bent gewoon een wingfoiler jij. Dat is toch helemaal oké?’
Eerste keer
Oefenen met downwindfoilen hoeft echt niet met een speciale downwindfoil, of een specialistisch board. Een grote foil (1.500+ cm2) en je normale foilboardjeis een prima start. Het is wel slim om steeds met dezelfde gear te gaan, zodat je daar echt aan went en kunt voelen waar je vooruitgang boekt. Niek raadt het IJsselmeer aan (langzame golfjes), waar je zelfs meer hebt aan een relatief langzame foil dan eensnelle high aspectvarianten. ‘Zodra je 4 km fetch hebt komen de golfjes opzetten, daar kun je prima op downwinden. Maar het allerbelangrijkste: stop met praten over welke omstandigheden, gear, shims, rakes of foils… gewoon gaan!’
Leerfoilen.nl
Niek van der Linde (46) uit Alkmaar is windsurfer en supper van het eerste uur. Na vele jaren wedstrijdvaren –hij is onder meer houder van het 24-uurs supwereldrecord –en lesgeven in beide sporten, richt hij zich sinds 2021 ook op (wing)foilen, met zijn surfschool Leerfoilen.nl op het Lutjestrand aan het Amstelmeer. Je kunt bij hem terecht voor alle soorten les, en ook een setje huren voor een dagje op het water.
Wil je meer van dit soort artikelen lezen en altijd up-to-date blijven? Abonneer je dan op WINGFOIL magazine! Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws rondom wingfoilen? Volg ons op Instagram en Facebook. Ontdek hier meer interessante blogs vol inspiratie en tips! Of koop hier je losse editie!