05-03-2007 - Surfen, Nieuws

Dromen van Sumatra

Een Belgisch avontuur in ongerept Indonesië

Zomers, als Fuerteventura het domein is van dronken Engelsen en Duitsers en de golven het laten afweten, is het tijd voor de Belgische surfkolonie om het verder van huis te zoeken. Fotograaf Sébastien Peene en vrienden maakten de lange reis naar Sumatra voor een zoektocht naar goede golven zonder de crowds van het welbekende Bali. De missie ging niet altijd over rozen, maar ondanks wat hechtingen en gebroken boards vonden ze wat ze zochten.

Buiten is het koud, de regen valt met bakken uit de hemel en de golven zijn spoorloos. De woorden vloeien over mijn scherm. Ik zie mezelf staan in Sumatra, speurend over de horizon. Het geluid van de zee en het rumoer van de jungle achter mij zorgen voor een magisch moment. Opeens word ik terug gezogen naar de realiteit, starend naar mijn scherm word ik weer wakker. Even was ik terug in het paradijs. Hoewel ik al weer een tijdje thuis ben, kom ik nog vaak in Sumatra. De trip zit er op, wat rest zijn herinneringen. Sumatra voelt als een dagdroom die niet lijkt te eindigen. Hieronder een herhaling.

 

 

Een lange claustrofobische reis Met vier man vertrekken we vanuit Fuerteventura. Michael Deschotte, Wim Geirnaert, Pieter Delaleeuw en ik hadden een missie. We vlogen vanuit Fuerteventura naar Madrid om daar over te stappen naar Frankfurt voor een vlucht richting Jakarta. Vanuit Jakarta vlogen we verder richting Bandar Lampung op het Indonesische
eiland Sumatra. Bij de incheckbalie in Jakarta werden we geconfronteerd met het eerste obstakel van de reis. We merken op dat er nogal wat personeel voorbij loopt die met enige bezorgdheid onze enorme hoeveelheid boards bekijkt.
Een van die gasten loopt naar de dame aan de balie en fluistert haar iets in. Vijf minuten later krijgen we te horen dat de laadruimte van het propellervliegtuigje te klein is en we beter kunnen uitkijken naar een groter vliegtuig. Er ontstaat een hevige discussie waar niemand veel wijzer uit wordt. Engels verstaan ze niet of amper en wij spreken zeker geen Indonesisch. Het lijkt dan ook nutteloos hier verder op in te gaan, maar we volharden. We proberen uit te leggen dat we een taxi nodig hebben die ons naar het andere vliegveld kan brengen. Het lijkt erop dat ons verzoek begrepen wordt en er wordt iemand op uitgezonden om te zien of wij hier weg kunnen komen. Even later komt de man terug gewandeld met het bericht dat de chauffeur die ons zou kunnen vervoeren in zijn auto aan het slapen is. ‘Sleeping mister, sorry;’ we kunnen het haast niet geloven. De wereld lijkt hier stil te staan en even vrezen we hier nooit meer weg te komen. Plotseling lijken de kansen echter te keren. Het meisje van de balie komt naar buiten gelopen en zegt dat ze het toch een kans wil geven. 
Wim en Pieter gaan mee het vliegtuig laden en bij het opstijgen zitten we naast onze boards die gewoon in het vliegtuig op de zetels zijn vastgebonden. Iedereen is blij dat we de situatie ten gunste hebben gekeerd en terwijl we de breed lachende Indonesiërs achterlaten zijn we weer een stapje dichter bij ons einddoel. Na een halfuurtje vliegen staan we al in Bandar Lampung. Vanaf hier moeten we een taxi zien te vinden die ons in Krui kan droppen, zo’n tien uur verder. Na de gebruikelijke onderhandelingen hebben we een deal en springen we in het busje. Het laatste stuk blijkt ook nu weer het zwaarst te wegen. Al na twintig minuten springen er nog een paar Indonesiërs bij ons in het busje wat de resterende negen uur tot
een claustrofobische aangelegenheid maakt.

Reünie in de jungle Eindelijk is ons einddoel in zicht: Andy’s surfhostel. Eenmaal aangekomen bij Andy stappen we als halve bejaarden uit de auto. Andy’s place is één van de enige surfhostels in het hele gebied. De Amerikaanse Andy en zijn Indonesische vrouw zijn reeds vijf jaar de trotse eigenaars van het hostel waar surfers binnen en buiten lopen. Het hostel ligt vlak aan de zee. Zodra we onze spullen gedropt hebben, is het tijd om de omgeving te verkennen. We gaan direct een kijkje nemen aan het strand om te zien of er golven staan. De golven zijn super en we zien slechts twee man in het water die serieus aan het rippen zijn. Tot onze verbazing zien we even later Niels Musschoot en Axe Debruycker het water uitkomen.
We wisten wel dat Niels en Axe in Bali verbleven, maar dat we ze juist hier in het midden van de jungle tegen het lijf lopen was een aangename verrassing. Onze lange tocht zit erop. ‘s Avonds is het tijd voor bier en er wordt druk bijgepraat.
De volgende morgen breekt de dichtstbijzijnde spot Karang Nyimbor te klein. Tijd dus voor wat exploreren. Niels had al opgevangen dat Andy nog een secret spot wist die weinig swell nodig heeft. Helaas wil Andy niets loslaten over de precieze locatie dus moeten we zelf onze weg zien te vinden. Het enige woord dat we kunnen gebruiken is pantaj wat zoveel als strand betekent. Na één uur verkeerd te hebben gelopen en op twintig stranden te hebben gestaan, denken we dat
we voor Andy’s secret spot genaamd Three Sisters staan. Het is een golf die breekt op drie rifplaten, wat de naam moet verklaren. Het laatste uur werden we constant gevolgd door een horde kinderen. Wanneer zij Niels zien vertrekken op zijn eerste golf beginnen ze spontaan te juichen. Volgens mij hebben ze nog nooit iemand zien surfen. Het is de eerste maal sinds Niels Fuerteventura verliet dat ik hem weer aan het werk zie. Bali heeft hem duidelijk goed gedaan. Met zijn airs, flips en vette carves maakt hij er een onemanshow van. Bij zijn airs blijft hij soms in de lucht hangen en draaien. Ook is hij bezig met zijn eigen uitvinding de ‘Mikroroll’, een air waarbij hij meteen na de lancering zich draait op zijn plank, een dubbele grab aanneemt om daarna een salto te maken. Alleen de landing nog wat bijwerken en volgend jaar zien we Niels
in de internationale magazines met zijn signature move. Door niet alleen in kleine golven goed te kunnen surfen, maar ook radicaal de Indo sets te berijden toont Niels dat hij ongetwijfeld de meest complete surfer uit de Benelux is. Na deze trip reist hij verder naar Australië en Frankrijk. Wegens de voorbereiding op de pro-junior toer kon de andere Mus, Lars, er jammer genoeg niet bij zijn.

Geen avontuur zonder tegenslag In de avond surfen we Karang Nyimbor; met zijn 300 meter de langste linkse golf van Sumatra. Karang Nyimbor wordt ook wel ‘Flying Coral’ genoemd. Deze lugubere naam heeft de spot te danken aan een paar grote stukken koraal die bij laag water gevaarlijk boven het water uitsteken. De golven zijn redelijk klein vandaag waardoor ze meer en meer in ondiep water breken. Wanneer ik vanuit mijn ooghoeken Michael een golf zie droppen voel ik de bui al hangen. Hij dropt op een plek waar ik even daarvoor in slechts heupdiep water stond. Als hij bovenkomt, weet ik dat mijn voorgevoel klopt. Ik hoor een harde schreeuw en ik zie Michael het water uitrennen. Ik zeg het je: een nieuw record voor de honderd meter sprint over koraal. In het hostel aangekomen blijkt hij al vertrokken naar Krui, het eerste echte dorp in de buurt. Daar aangekomen moet hij eerst nog even wachten op de islamitische dokter die juist was gaan bidden.
Uiteindelijk wordt hij onder het toeziend oog van de plaatselijke salamanders bewerkt met naald en draad. Later die dag komt hij terug met 27 hechtingen in zijn hoofdhuid. Bij de val was er een soort van putje ontstaan en door de kracht van het water was bijna de helft van zijn hoofd gescalpeerd. Michael besluit gewoon te blijven en twee weken later zit hij alweer op de piek. Karang Nyimbor brengt ons niet echt veel geluk. Na een maand ben ik zelf de klos en kom ik uit het water met anderhalve tand minder. Ik werd gespoeld door een set en bij het boven water komen schoot mijn plank als een speer uit het water recht tegen mijn tanden. Met een mooie glimlach maak ik de rest van deze trip vol.
In de Stormrider Guide hadden we iets gelezen over Way Jambu ook wel bekend onder de naam The Sumatran Pipeline. Een ware mastodont van een golf die bij de juiste swell een kopie is van Pipeline in Hawaï. Way Jambu is een klein vissersdorpje waar kinderen al spelend op het strand opgroeien. Jammer genoeg kunnen we dit moment niet meer delen met Niels en Axe die ons intussen hebben verlaten op zoek naar andere golven. De omgeving en het geluid van de golven die zwaar breken op het koraal creëren een magische sfeer. Zonder twijfel één van de mooiste plaatsjes hier in de buurt. Hier is het vooral Michael die zich volledig uitleeft. Geen golf ziet er te groot of te vuil uit of hij draait zijn board en peddelt er met alle overtuiging in. Ook Way Jambu eist zijn tol. Na een paar sessies zijn we een gebroken Salomon-board en een aantal hechtingen verder.

 

 

Ontdekkingreis De ligging van Andy’s hostel is perfect. In een omtrek van drie uur met de auto liggen tientallen breaks. Klein, groot, barrels, beach- of reefbreaks; er is voor elk wat wils. Op een dag beslissen we om het gebied rond Bekunqut te gaan verkennen, ongeveer drie uur ten zuiden van het hostel. Naar het schijnt zou er met grotere swell een lange, linkse golf moeten lopen. Een dergelijke ontdekkingstocht is in deze contreien lastiger dan je zou denken. We zijn aangewezen op het lokale openbaar vervoer om onze bestemming te bereiken en bovendien weten we niet exact waar we precies heen moeten. Een missie dus die vraagt om een dosis geluk en toeval. En dat hebben we. Met een bemo, een soort taxibusje, bereiken we het dorpje Bekungut. Terwijl ik achter op de bumper van de bemo het dorp binnenrijd, worden we gepasseerd door een kerel in een roze polo op een brommer. Hij vraagt waar we heen gaan en biedt spontaan aan ons te brengen in zijn Nissan Patrol. Onze nieuwe vriend wil ons graag tonen dat geen terrein te onbegaanbaar is met zijn wagen, maar helaas.
We lopen hopeloos vast in een veld en even lijkt het gedaan met deze expeditie. Gelukkig blijkt er een enorme Caterpillar in de buurt aan het werk te zijn en even later geeft die ons het bevrijdende duwtje. Eenmaal aan zee laten we ons meevoeren door de lokale kinderen. Eindelijk zien we door de bomen de golf waar het ons om te doen is. Het is een lange linkse golf van zeker meer dan 300 meter. Het eerste stuk breekt rap om vervolgens als een mooie wand af te lopen naar het einde. Bij de break staat een oude zendmast waar vanaf je een adembenemend uitzicht hebt. We dopen de spot: Tower Point.
Ongeveer een halfuurtje ten noorden van Karang Nyimbor tref je de spots Drew’s Right en Jimmy’s Right & Left aan. We logeren hier op Drew’s in een ander huis van Andy. Vanuit mijn kamer kijk ik recht op de piek. Drew’s is een gematigd golfje die breekt in redelijk veel water en niet zo lang loopt. De spot heeft echter maar weinig swell nodig en voor de mindere surfer
is het een paradijs. Zeker een plek die de moeite van het bezoeken waard is. Iets verderop de kust vind je de gebroeders Jimmy’s Right & Left. Twee golven van wereldklasse waar zelfs pro’s zich volledig op kunnen uitleven. Voor ons zijn deze breaks echter te veel van het goede en we laten ze dan ook maar voor wat ze zijn.

Harde realiteit De laatste drie dagen van onze trip besluiten we door te brengen in Jakarta, de hoofdstad van Indonesië. We weten niet wat ons te wachten staat. Er zijn al wat Australiërs in het hostel gepasseerd die spreken over verschrikkingen. Tijd om zelf polshoogte te nemen. Jakarta is een stad waar officieel negen miljoen mensen wonen. Doe daar nog eens twaalf miljoen niet-officiële bewoners bij en je hebt tweeënhalf keer de inwoners van België in één stad. Het leven daar is dan ook niet meer menselijk, de buitenwijken zijn gewoon één grote vuilstort. De weg die door de stad loopt is net als een autosnelweg bij ons maar dan met duizenden brommertjes die manoeuvreren tussen bussen, taxi’s en auto’s. Beeld je dan nog eens in dat er bij elk manoeuvre een claxon signaal klinkt en je ziet een ware hel aan je voorbij razen. Het zien van de straatkinderen heeft mij ongetwijfeld het meest geraakt. Je ziet de ellende natuurlijk al jaren op de televisie, maar je staat er toch nooit echt bij stil. Totdat je in de ogen kijkt van een jongetje dat bedelend aan je shirt hangt. Op dat moment dringt de realiteit tot je door. Dat zijn de momenten waarop je je afvraagt waar wij toch mee bezig zijn. Wij proberen ons op te sluiten in ons westerse wereldje terwijl er op tien uur vliegen mensen liggen te bedelen op de hoek van de straat. Deze reis was een fantastisch avontuur, maar ook een confrontatie met de harde realiteit. Reizen doet iets met je. De wereld is groot, maar tegelijk ook zo klein. Trek er op uit, doe ervaringen op deel en die met anderen.

 

Tekst en beeld: Sébastien Peene (enjoyproductions.com)

 

 

 

 


© 6 surf mag. 2007


 

 

 van