24-09-2021 - Windsurfen, Nieuws, Leesvoer

Een interview met Lilian de Geus!

Eind april pakte Lilian de Geus (29) haar derde wereldtitel op de RS:X. In het Spaanse Cádiz wist ze in een zenuwslopende medal race de concurrentie voor te blijven en tankte ze zelfvertrouwen voor de allerlaatste krachtmeting op de RS:X, de Olympische Spelen van Tokio. ‘Goed dat ik dit heb mee kunnen pakken voor Japan, al hoop ik dat ik het daar minder spannend hoef te maken!’

Het is begin mei, Lilian is thuis in Scheveningen. Even op adem komen, een terrasje pakken met wat vrienden. Echt veel tijd om te genieten van haar derde wereldtitel is er helaas niet, de olympische vlam is aangestoken en de Spelen staan voor de deur. Nog een paar maanden om de puntjes op de i te zetten en naar topvorm toe te werken voor een laatste kunstje op de RS:X.

Een gouden plak op het laatste WK, een betere generale repetitie kan niet. ‘Ja, ik ben er heel blij mee! Het was een pittige week, het bleef spannend tot het laatste moment. Ik denk dat het nog nooit zo spannend is geweest in de medal race, met vier dames die nog goud konden pakken.’

Had je verwacht dat je nu al zo goed in vorm zou zijn? ‘We hadden gehoopt hier goed mee te kunnen doen, maar het WK was vooral een meetmoment. Ik heb ook niet het gevoel dat ik op mijn maximale piek zit nu, als we de laatste maanden de accenten goed leggen denk ik dat ik nog beter kan. Het WK was wel goed voor mijn zelfvertrouwen. Weer een ervaring rijker op het hoogste niveau, met zoveel druk en een spannende medal race. Goed dat ik dit heb mee kunnen pakken voor Japan, al hoop ik dat ik het daar minder spannend hoef te maken!’

De Spelen werden een jaar uitgesteld. Hoe heb je dat beleefd als topsporter? ‘Een jaar geleden was ik bang dat ze de Spelen helemaal zouden cancelen. Het was zo serieus en er gingen zoveel mensen dood, dan kun je echt geen Olympische Spelen organiseren. Inmiddels gaat het vrijwel zeker door, daar ben ik blij om. Maar de manier waarop is nog wel de vraag. Hoe lang van tevoren kunnen we erheen? Mogen we ons nog enigszins vrij bewegen of worden we overal naartoe begeleid? We weten nog niet hoe de Spelen eruit komen te zien.’

Hoe teleurgesteld was je toen je hoorde dat het werd uitgesteld? ‘Het is super jammer natuurlijk. We hadden een hele goeie setup, met eigen huizen, een kok, een mooie gymlocatie voor het hele team. Je kon lekker de stad in, even golfsurfen, echt een goed leven! Mijn hele familie zou komen, die hadden een huis gehuurd in het surfmekka van Japan. Echt balen. Maar ik ben allang blij dat het doorgaat.’

Hoe moeilijk was het om geen duidelijkheid te hebben? ‘Vooral in het begin vond ik het heel lastig. Ik was best wel in vorm, ik was klaar voor 2020. Na de Spelen zouden we de overstap maken naar de iQFoil, daar had ik veel zin in. Zeker in het begin was ik niet echt gemotiveerd om te varen op de RS:X; ook omdat we geen doelen hadden. Toen de Spelen waren uitgesteld heb ik de structuur van het topsportleven losgelaten. Ik ben wat fysiowerk gaan doen, gaan foilen, wat meer eropuit gegaan met vrienden. Het was lastig om mezelf te motiveren, daarom hebben we er toen ook voor gekozen om een soort combiprogramma te doen, met veel foilen erin. Daarnaast heb ik ook veel gewingd en gekitet, dat is wel goed geweest. Even iets nieuws, zodat ik mentaal fris kon blijven en ook zin had om daarna weer hard te trainen op de RS:X.’

Wat vind je leuk aan het racen op de RS:X? ‘Ik vind het spelletje supergaaf. Het tactisch-strategische spelletje om zo hard en slim mogelijk die baan rond te gaan. Je moet veel voelen en een hele goede techniek hebben om dat board hard te laten gaan. Ik heb de afgelopen maanden echt wel weer genoten van de trainingen. Trainen en uiteindelijk je doel bereiken, op olympisch niveau je wedstrijden kunnen varen tegen de andere concurrenten, dat vind ik gaaf.’

Is er ook iets wat je haat aan die plank? (Lange pauze) ‘Ik heb niets wat ik er echt aan haat. Natuurlijk is het het gaafste als het waait, want dan kun je planeren en ga je lekker hard. Maar licht weer biedt weer andere uitdagingen. Ik vind die afwisseling heel erg leuk.

‘Het is een beetje hetzelfde als je werk: ik sta bijna fulltime op de RS:X, en als je iets fulltime doet wil je ook weleens andere leuke dingen doen. Ik denk dat als ik nu een campagne zou starten met de iQFoil en daar elke dag op sta, het hetzelfde verhaal is. Ik hou gewoon van variatie!’

Op de Spelen van Rio in 2016 miste Lilian op één punt het brons. In een bloedstollende pompwedstrijd naar de streep bleef ze in de medal race iedereen voor, maar helaas: de Russin Stefania Elfutina eindigde met haar zevende plek precies dicht genoeg achter Lilian om haar van het brons te houden.

Als je kijkt naar de ‘Lilian van Rio’, wat zie je dan? (Lacht) ‘Ik was best jong in Rio, ik vind mezelf nu een stuk volwassener. En ook beter. Ik heb het gevoel dat ik zoveel heb bijgeleerd sinds de Rio-periode. Ik gebruik bijvoorbeeld een andere pomptechniek, waardoor ik langer kan pompen met minder energie. Mentaal heb ik geleerd om rustiger te blijven. Vroeger werd ik nog weleens gefrustreerd en emotioneel na een slechte wedstrijd. En je vaart een hele serie, dus als je één slechte wedstrijd vaart, bijvoorbeeld de eerste van de dag, kun je de tweede en derde nog hartstikke goed varen en doe je nog mee voor de titel.

‘Ik merk ook dat ik in heel veel beslissingen volwassener ben geworden. Ik was vroeger best wel chaotisch, nu ben ik een stuk gestructureerder. Om een voorbeeld te geven: voor de Spelen van Rio mochten we één favoriete mast meenemen. Er stonden hoge golven in de baai en iedereen zei: je kunt beter via de haven het water in gaan. Dat deed ik niet. Ik ging via het strand en brak mijn mast in de shorebreak. Dat soort risico’s voor hele belangrijke momenten zou ik echt nooit, nooit meer nemen.

‘Daarnaast heb ik mijn lichaam ook een stuk beter leren kennen. Vroeger was ik altijd van het gaan, gaan, gaan. Ik was vaak te vermoeid bij een wedstrijd, de rust-arbeidsverhouding was niet in balans. Toewerken naar piekmomenten, daar ben ik heel erg in gegroeid.’

Je was zo dicht bij een podiumplek in Rio. Wat heeft dat met je gedaan? ‘Het gaf me vooral motivatie voor daarna. Een soort kracht en frustratie dat ik nooit meer vierde wil worden. Dat je tijdens de wedstrijden vecht voor ieder puntje. Als ik nu mijn wedstrijden vaar denk ik daar soms aan, dat je op één punt een medaille kunt verliezen. Het geeft me de motivatie om iedere windsurfer die voor me zit in te willen halen.’

Kun je tegen je verlies? (Lacht) ‘Nee, niet goed! Ik denk dat alle topsporters niet goed tegen hun verlies kunnen. Het ligt er ook aan op welke manier ik verlies. Maar ik kan mijn emoties tegenwoordig beter in bedwang houden. Als ik een slechte wedstrijd vaar dan weet mijn coach dat hij het beste even niets tegen me kan zeggen. Dan kan ik gefrustreerd zijn, en kunnen we daarna de race nabespreken, na vijf minuten.’

Wie zie jij als je grootste concurrenten voor Rio? ‘Allereerst de Chinese, Yunxiu Lu, de wereldkampioen van 2019. Zij is heel allround, waardoor ze grote wedstrijden kan winnen. Daarnaast natuurlijk de Française, Charline Picon. Europees kampioen, goud in Rio, zij is echt een ervaren rot. Dan heb je nog twee talenten, Katy Spychakov uit Israël, en de Engelse Emma Wilson. Jonge surfers die wel voor een verrassing zouden kunnen zorgen. Tenslotte heb je nog de Poolse, Zofia Noceti-Klepacka. Zij heeft brons gehaald in Londen en kan zeker voor gevaar zorgen als ze een goeie week heeft.’

Waar maak jij het verschil met deze dames? ‘Ik denk dat ik mentaal op de momenten dat het echt moet gebeuren heel rustig kan blijven. En ook technisch ben ik een van de betere windsurfers. Ik heb een goed boardgevoel, waardoor ik het materiaal snel kan laten gaan. En fysiek ben ik heel explosief. Op de startlijn kan ik heel snel wegpompen van de rest waardoor ik bijna iedere start wel goed wegkom.’

Kun je ons eens meenemen naar zo’n wedstrijd, hoe bereid je je voor? ‘Eerst maak je je materiaal klaar. Ik vind het wel fijn om dan nog even te praten, met de jongens, de mensen met wie we close zijn. Vlak voor ik het water op ga vind ik het wel lekker om een beetje tot mezelf te komen, soms zet ik dan wat muziek op. David Guetta, Armin van Buuren, wat actievere nummers. Als ze de vlag hijsen mag je het water op, dan hebben we meestal nog drie kwartier tot de start. Op het water hebben we een routine die ik doorloop. Ik check vaak waar de boeien liggen, daar ga ik omheen. Ik zoek een ijkpunt op de kant, waarop je kan zien wat de richting is en welke hoek je vaart ten opzichte van de kant en de golven – dan weet je ook als de wind draait. Dan check ik de startlijn. Jacco checkt of er stroming is, en vaak ook nog de wind. Daarna doe ik mijn warming-up, vaak met wat pompintervallen. We spreken op de boot de wind door, ik eet en drink nog wat en als de oranje vlag omhoog gaat bereid ik me voor op de start.’

Ben je fired up? Zenuwachtig? ‘Ik ben zeker zenuwachtig voor de start, dan heb ik zo’n naar onderbuikgevoel. Maar ik merk ook dat het goed is, dat brengt me wel op scherpte. Als ik eenmaal gestart ben gaat de adrenaline door mijn lichaam. Dan merk ik echt niks meer en heb ik totale focus. Soms ben ik zelfs té gefocust, dan kunnen dingen me ontglippen. Daar sleutelen we nog aan, haha.’

Wat is het plan tussen nu en de Spelen? ‘We hebben nog een paar leuke evenementen voor de boeg. We gaan een toertje door Friesland doen samen met de jongens en wat buitenlanders die we hebben uitgenodigd, dat is altijd heel leuk. Begin juni hebben we de Allianz Regatta, en zoals het er nu naar uitziet gaan we half juli naar Japan. Het hangt er ook vanaf wat we daar mogen. We hebben liever nog een goed blok in Europa dan dat we al vroeg in Japan zitten, niks mogen en dan helemaal gek worden omdat we de hele dag binnen moeten zitten.’

Je bent drievoudig wereldkampioen. Een open deur misschien, maar wat zijn je ambities voor de Spelen? ‘Ik kan wel zeggen: ik ga alleen voor goud, maar dat is lastig want daar heb je geen houvast aan. Het doel is een medaille, en ik hoop dat alle punten waar we de afgelopen tijd hard aan gewerkt hebben heel goed gaan. Dat ik perfecte races kan neerzetten, dan komt het resultaat als het goed is vanzelf. Maar ik droom natuurlijk van goud.’

Lilian de Geus (1991) groeide op in Almere met twee oudere broers en tweelingzus Esther. Sport speelde een belangrijke rol in het gezin De Geus. Als klein meisje was Lilian altijd samen met Esther te vinden op het voetbalveld; ze is zelfs nog even jeugdinternational geweest, maar uiteindelijk was de liefde voor het water toch groter. In 2012 werd Lilian geselecteerd voor het olympische traject op de RS:X, waarvoor ze sinds 2014 samenwerkt met haar coach Jacco Koops. Ze deed mee aan de Spelen van Rio in 2016 (4de) en werd één keer Europees en drie keer wereldkampioen. Lilian is afgestudeerd als fysiotherapeut en woont met haar vriend in Scheveningen.

Voor meer Windsurf nieuws, windsurfen, Tips & Tricks, leesvoer en de laatste magazines kijk op Ridersguide.nl. Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu Windsurf magazine en word abonnee van Motion #1 en volg onop Facebook en Instagram!

 van