22-10-2021 - Wielrenblad, Nieuws, Leesvoer

Een kijkje achter de schermen van Komoot

De komst van fietsnavigatie heeft fietsen vele malen leuker gemaakt. Inmiddels hoef je voor een rit van A naar B niet meer de grote, bewegwijzerde wegen aan te houden, maar kun je over de prachtigste achterafweggetjes elk land doorkruisen. Komoot is daarbij een onmisbaar stuk gereedschap geworden. Je selecteert het type sport dat je wilt beoefenen en vervolgens is de route voor jou op maat gesneden. Maar welke afwegingen maakt zo’n app eigenlijk precies? Welke factoren bepalen of je linksom of rechtsom wordt gestuurd? We vroegen het aan het brein achter Komoots routebouw-algoritme, Rob Hermans. 

WRB: Je kunt in Komoot vijf sporten op twee wielen instellen: toerfietsen, mountainbiken, wielrennen, gravelbiken en enduro-mountainbiken. Welke invloed heeft die instelling op de route die ik krijg?

RH: Komoot maakt zijn keuzes op basis van de informatie in Open Street Maps (OSM). Daarin worden vier wegtypes onderscheiden. Allereerst de gewone weg, onderverdeeld in verschillende niveaus, dus kleinere en grotere wegen, maar wel allemaal verhard. Ten tweede de tracks, dat zijn meestal onverharde doubletracks. Daar kan nog wel een gemotoriseerd voertuig overheen, maar dat is meestal een offroad voertuig, zoals een trekker of een 4WD. Dan zijn er de fietspaden, die kunnen onderdeel zijn van een weg (zo’n gekleurde strook) of een vrijliggend fietspad. Tot slot zijn er de paden, deze zijn altijd singletrack. Soms zijn deze alleen geschikt om te wandelen, soms ook om op te fietsen. 

Vervolgens wil je bij het routeplannen van A naar B, en zijn er honderden opties. Iedere weg geven we daarom een gewicht, op basis van een aantal eigenschappen, bijvoorbeeld het type weg, de ondergrond, is er veel verkeer, is het überhaupt toegestaan om daar te fietsen? Per sport variëren we dan het gewicht van deze eigenschappen. Voor MTB bijvoorbeeld geven we veel positief gewicht aan ‘offroad’ en ‘singletrack’ en veel negatief gewicht aan ‘car traffic’. 

Het algoritme zoekt vervolgens op basis van die gewichten de kortste weg van A naar B. Een heel belangrijk gewicht is ook gewoon de daadwerkelijke afstand tussen A en B. Het is altijd balanceren tussen de beste wegen voor een specifiek sportprofiel en de route die de kortste afstand geeft. Je wil niet een enorme omweg maken voor een mooi stukje singletrack, maar je wil ook niet alle singletracks vermijden voor de kortste route. 

 WRB: Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen bijvoorbeeld de instellingen wielrennen en gravelbiken? 

RH: Bij wielrennen is eigenlijk het belangrijkste criterium: niet onverhard. Klinkers mag, maar kasseien geven we al een negatief gewicht. Verder proberen we bij wielrennen sommige vrijliggende fietspaden te vermijden, bijvoorbeeld een fietspad door het bos, zonder grotere weg ernaast. Een dergelijk pad kan op zondagmiddag voor een wielrenner feitelijk onbegaanbaar zijn, tussen het langzamere fietsverkeer. In dat geval rij je lekkerder door als je wat kleinere normale wegen aanhoudt, zeker als je met een groepje bent. 

WRB: Maakt het nog uit qua landschappelijke schoonheid?

RH: Nee, we zijn daar druk mee bezig, maar op dit moment wordt daar geen onderscheid in gemaakt. 

WRB: Neemt de instelling wielrennen altijd de kortste weg? 

RH: Nee, als dat zo zou zijn dan zou de route over elk type weg gaan, dus ook een onverhard grindpad als dat de korte weg is. Wielrennen geeft in het algemeen de kortste weg over asfalt, waarbij vrijliggende fietspaden enigszins worden vermeden, en gaat niet over paden waar ook wandelaars komen. Die twee groepen wil je liever niet mixen. Als de dimensie ‘car traffic’ heel hoog is, dan vermijden we die weg eveneens, dat is immers niet prettig voor wielrenners. Wat we bij wielrennen trouwens ook doen, dat zijn ‘turn penalties’: niet zigzaggen door een wijk heen, maar met zo min mogelijk bochten er omheen, zodat je lekker in de flow blijft. 

WRB: Geeft gravelbiken altijd de voorkeur aan onverhard?

RH: Ja, gravel zoekt altijd zo veel mogelijk de onverharde tracks en paths op, maar alleen die met een lage moeilijkheidsgraad. Open Street Maps en Komoot waarderen de moeilijkheidsgraad van een pad of track met behulp van de Singletrack Scale (STS) van nul tot vijf, waarbij vijf staat voor drops van twee meter, zeg maar. Bij gravelbiken worden paden met score 0 en 1 toegevoegd, bij MTB gooien we het gewicht van de hogere moeilijkheidsgraden flink omhoog. Een ander verschil is dat de instelling gravelbiken naar doubletrack neigt en MTB naar de paden, dus singletrack. 

WRB: En hoe verhoudt toerfietsen zich tot wielrennen en gravelbiken? Ik heb soms de indruk dat die instelling de mooiste routes oplevert!

RH: Toerfietsen zit een beetje tussen gravel en wielrennen in. Bij toerfietsen geven we juist wel meer gewicht aan die vrijliggende fietspaden en ook bestaande fietsroutes, zoals de knooppuntennetwerken, de LF-routes en de Eurovelo-routes door heel Europa. Als we weten dat er ergens zo’n route loopt dan wordt onze route als een magneet naar die bestaande route getrokken. En toerfietsen is ook minder strikt qua asfalt, daar mogen best gravel- en schelpenpaadjes tussen zitten. [CURSIEF2X] Smooth surface noemen we dat in OSM-taal. 

WRB: Vermijd gravel net als road die vaak drukke vrijliggende fietspaden?

RH: Gravel pakt die nog steeds wel, het zijn vaak de mooiste routes natuurlijk. Je kunt ook nooit zeggen dat iets honderd procent vermeden wordt, dat gebeurt alleen als het verboden is. Dus als de kortste weg van A naar B via een drukker fietspad loopt, dan zal dat niet per se worden vermeden als er geen beter alternatief is zonder een grote omweg. 

WRB: Laatst maakte ik een gravelroute en kreeg ik het leukste resultaat toen ik de instelling enduro-mountainbiking koos…

RH: Gravel is op dit moment nog wat conservatief, als je hem op enduro zet neigt de route meer naar de singletracks en ruwere ondergronden. In Nederland is dat prima, want hoe extreem kun je hier gaan? In de Alpen stuurt hij je dan de zwarte piste af! 

WRB: Komen er nog interessante vernieuwingen aan?

RH: We willen routes met veel stoplichten negatief gewicht gaan geven, en zo zijn we op vele punten bezig de navigatie steeds plezieriger te maken. We zijn ook bezig te kijken hoe we de geanonimiseerde data van onze gebruikers kunnen toepassen om het route algoritme nog beter te maken. Die zetten we al in voor de ‘aanbevolen tours’, in de Inspiratie-functie. Als we zien dat er bij jou in de buurt veel gravelrijders een specifiek rondje doen, dan snijden we alle aanrijdroutes eraf, zodat het eigenlijke rondje overblijft. Dan geven we jou een route vanaf je locatie daarnaartoe, zodat je altijd het mooiste rondje in je omgeving kunt rijden. Waarbij we de route zonodig volgens de eerdergenoemde regels aanpassen aan jouw sport. Het is een hele kunst, dat routebouwen! 


Rob Hermans

Rob Hermans brengt zowat al zijn vrije tijd door op de fiets. Voorheen in verre buitenlanden, tegenwoordig in de woeste binnenlanden van het prachtige Nederland. Bij Komoot geeft hij leiding aan het team dat verantwoordelijk is voor de kaart en voor het algoritme dat de routes berekent. Bouw je een route met Komoot, dan zit Rob in de machinekamer en draait hij aan de knoppen. 


Dit interview staat in het gepubliceerde magazine: Wielrenblad #3 2021. Deze kun je bestellen in de Soul Webshop. Ook is het blad beschikbaar in de Soul Kiosk App. Wil je voortaan geen nummer van je favoriete magazine meer missen? Word dan snel abonnee van Wielrenblad!

 van