24-09-2021 - Windsurfen, Nieuws, Leesvoer

Een trip naar Guadeloupe

Aan de vooravond van 2021 verruilt wereldkampioen slalom Pierre Mortefon thuisland Frankrijk voor een Franssprekend land in de Caribische Zee (Guadeloupe). Een eiland wel te verstaan: met bergen, lagunes en paradijselijke stranden, warm, helder water, een constante wind, en zo nu en dan masthoge golven.

Guadeloupe

Dit avontuur begint aan de vooravond van 2021. Thuis in Frankrijk zitten we inmiddels in de zoveelste lockdown, met een ‘couvre feu’ van zes uur ’s avonds tot zes uur ’s ochtends. Wie zich in die tijd zonder geldige reden op straat begeeft, riskeert een boete van 135 euro, en zelfs het uitlaten van een hond (max. 1 km van huis!) dient plaats te vinden met een ondertekend formulier van twee kantjes op zak. Niet precies het jaar dat ik me voorstelde na in 2019 eindelijk de wereldbeker omhoog te hebben gehouden!

‘Waarom kom je nieuwjaar niet bij mijn thuis in Guadeloupe vieren?!’, zegt mijn kameraad en topwindsurfer Tristan Algret op een dag. Ja, waarom ook niet? Omdat Guadeloupe Frans overzees territorium betreft is het voor Fransozen ook in coronatijd makkelijk te bereiken, en gecombineerd met het feit dat windsurfen mijn werk is en dus ‘noodzakelijk’, maakt het de keus af te reizen naar de Cariben vrij simpel. Een kwestie van inpakken en wegwezen: een negatieve coronatest voor vertrek, et on y va!

Guadeloupe

Als we de aankomsthal uitlopen op vliegveld Pointe-à-Pitre staat Tristan met een grote smile klaar om ons met al onze gear naar het oosten van ‘zijn’ eiland te brengen. De eerste week van onze trip is Saint François onze thuishaven, met een prachtige lagune voor de deur en een handvol wavespots die lonken in het noorden.

Door de tropische temperaturen en het leven dat zich vooral buiten afspeelt zijn de coronaregels op Guadeloupe een stuk soepeler dan in Europa. In de supermarkten wordt net als bij ons een mondkapje gedragen, maar de restaurants en bars zijn open en in de openbare gelegenheden hangt een ontspannen sfeer. Net als voor corona zijn de locals extreem vriendelijk, ze zijn geïnteresseerd en niet te beroerd voor een praatje. En omdat Guadeloupe een overzees departement van la douce France is, spreken ze ook gewoon mijn taal. En dat komt goed uit, want zo is er tenminste niemand die raar opkijkt als ik een kopje koffie of een croissant bestel.

Het is 31 december en Tristan is bijna net zo opgewonden als wij. Niet omdat we eindelijk afscheid kunnen nemen van dit horrorjaar; er is een enorme swell in aankomst die de noordkust in vuur en vlam zal zetten. We hebben nog net genoeg tijd om de jetlag van ons af te schudden en onze spullen in orde te maken, voordat Tristan en zijn maatje Mika ons met een rib richting het rif brengen, waar de golven al aardig aan de maat zijn. Een blik op de voorspellingen leert dat ze rond de tweeënhalve meter moeten zijn, maar vanuit de boot ziet het er een stuk hoger uit. Ik zie strakke lijnen die vanuit de verte aan komen rollen en krachtig breken over het scherpe koraalrif. Ik voel me nietig als we de boot voor anker leggen, maar eenmaal op het water ben ik volledig in mijn element. Met slechts vier man op het water rippen we de magische golven die soms tot wel masthoog breken; local Bruno doet met zijn wing en foil niet onder voor de windsurfactie. Dat noemen ze nou een warm welkom!

Guadeloupe

Twee dagen lang profiteren we van de golven, en als de swell verdwenen is pakken we naadloos door met slalomboards, foils en wings op de lagune van Saint François. Het water is helder en vlak; zo vlak dat we ter afwisseling af en toe even de open zee op surfen voor wat chop. Het is bepaald geen straf om hier in boardshorts te surfen wetende dat in Europa Koning Winter de scepter zwaait.

Tijdens een uitstapje naar Vieux-Fort in het zuiden – een van de windigste spots van het eiland – zien we in de verte de eilanden Marie Galante en Les Saintes liggen. Of het door het uitzicht komt of door de rijkelijk vloeiende Ti ‘Punch weet ik niet, maar ineens krijgen we het idee om een catamaran te huren en eropuit te trekken. Pourquoi pas?!

Guadeloupe

Een dag later kruisen we in een 40ft catamaran van Guadeloupe naar Marie Galante, op zoek naar avontuur. Naast kapitein Mika – niet alleen goed achter het stuur maar ook aan de grill, en als bonus ook nog fysiotherapeut én begenadigd windsurfer, bestaat de crew uit een bont gezelschap. Zo hebben we Bruno Kancel – professioneel dronepiloot en foilcrack – en Pierre Macquaert, een broekie uit Noord-Frankrijk die het mij op den duur nog knap lastig zal gaan maken rond de boeien. De foto’s die je ziet zijn van Robin Christol, de snelste cameraman die ik ken, eentje die zijn hand bovendien niet omdraait voor een zeevaart meer of minder – hij schoot onder meer non-stop solozeilwedstrijd Vendée Globe en de Volvo Ocean Race.

Onze eerste stop is Saint-Louis, een kleine commune aan de noordwestzijde van het eiland met pak ‘m beet 2.500 inwoners. We brengen de nacht door in de haven, om de volgende dag richting het noorden te trekken. De kust biedt een schitterend uitzicht, met golven die stukslaan op de kliffen en onder luid gesuis de grotten doorrazen.

We hebben een paar goede foilsessies, gevolgd door de cat waar we af en aan naar terugkeren voor wat drinken en een snack. De nacht brengen we door vlak bij een paradijselijk strand, we vissen, drinken en laten het ons welgevallen.

Guadeloupe

Na een korte ochtendsessie in turquoise water hakken we de knoop door: de wind is goed om de oversteek van 15 zeemijl naar Les Saintes te maken, downwind we go. Zij aan zij speren we fullspeed de horizon tegemoet op onze windsurfboardjes, tot de wind plots afneemt en er niets anders overblijft dan terug te keren naar de boot, alle zeilen te hijsen en dobberend de reis te vervolgen. Na de lunch en een korte siësta neemt de wind in de namiddag opnieuw toe tot een knoop of 15. Er staat een goede swell en we besluiten onze wings op te pompen. Wat een uitvinding; we sluiten de dag af in stilte, zwevend boven het water met een zonsondergang om u tegen te zeggen. Prachtige kleuren, prachtige foto’s en een onvergetelijk moment onder vrienden.

Als we aankomen bij Les Saintes is de avond al gevallen. Het is alle hens aan dek als we op zoek gaan naar een meerboei; nog geen makkie met de vele visnetten die hier in het water liggen. Terwijl we proosten op een geslaagde oversteek horen we vanuit het donker naast ons hoe een stel elkaar in de haren vliegt bij het vinden van een geschikte aanlegplek. De ruzie loopt hoog op; we hopen dat ze morgen nog bij elkaar zijn.

Guadeloupe

De volgende ochtend doen we het kalm aan. We pakken de rubberboot en tuffen naar het vasteland, waar Tristan nog wel een plekje kent voor een traditioneel ontbijt van viscrèpes. Hij loodst ons naar een klein standje in de hoofdstraat waar een omaatje druk in de weer is achter het fornuis. De crèpes stellen niet teleur: zoeter dan je zou verwachten van een vispannenkoek, en met een goede kop koffie en een kruidige creoolse ‘boudin’ kunnen we er weer tegenaan.

Als we Tristan moeten geloven voelt Les Saintes als het Guadeloupe van vroeger. Vredig en kalm, met een speciale vibe die ons de tijd doet vergeten. Het weinige verkeer dat er is bestaat voor een groot deel uit elektrische auto’s en wat scooters, wat bijdraagt aan de relatieve stilte van het eiland. We struinen wat door de kleine straatjes en maken her en der een praatje met de lokale bevolking, tot de wind opsteekt, waarna we eerst met wing en later ook met onze racesetjes het water op kunnen. Het licht en de kleuren op het water rond Les Saintes is fenomenaal en aangevuurd door de camera en drone van Robin en Bruno blasten we in formatie tussen de eilanden door. Na een paar uur varen keren we een voor een uitgehongerd terug naar de boot. Jongeling Pierre Macquaert is niet van het water te slaan, hij vaart tot de zon onder is en de blaren op zijn handen staan.

Guadeloupe

Het einde van de trip breekt aan: de catamaran moet ingeleverd worden, en we staan vroeg op om het meeste van deze dag te maken. Na een stormachtige nacht is de wind inmiddels afgenomen tot een knoop of 15; het water zit nog vol energie en is alles behalve vlak. Op halve wind varen we in vier uur terug naar Guadeloupe, en dat is niet voor iedereen een pretje. De cat bonkt over het water als een klein optimistje, en naar binnen gaan is onmogelijk zonder alle kanten op gesmeten te worden. Tristan en Pierre M. gaan al snel van zongebruind naar groen en geel, en zijn dolblij als we aankomen bij de haven van Le Gosier in het zuiden van Guadeloupe. Zo zie je maar weer: zelfs de meest ruige zeebonken kunnen ten prooi vallen aan de woelige baren.

Nog één keer plonzen we het water in, om met een grote grijns vlak voor zonsondergang terug te varen naar de haven. Twee enorme dolfijnen begeleiden ons en verzegelen deze trip. Tristan heeft niet overdreven toen hij opschepte over zijn eiland. Vanaf dag 1 waren we bijna elke dag op het water, in de golven, op onze slalom- en foilboards, en dat op een moment dat het in Europa donker en grauw is. De perfecte start van het nieuwe jaar.

Guadeloupe

Guadeloupe

Guadeloupe is een Frans overzees departement in de Caribische Zee, ten noorden van Dominica en ten zuidoosten van Montserrat. Het bestaat uit een archipel van eilanden die tot de Kleine Antillen worden gerekend, aan de noordkant van de Bovenwindse Eilanden. Met Guadeloupe wordt vaak het hoofdeiland bedoeld dat eigenlijk uit twee door een smalle zeestraat gescheiden eilanden bestaat: Basse-Terre en Grande-Terre. Feitelijk bestaat Guadeloupe uit zes bewoonde eilanden, met naast Basse-Terre en Grande-Terre ook de Îles des Saintes en Marie-Galante, evenals vele onbewoonde eilanden en uitstulpingen. Guadeloupe is ongeveer tien keer zo groot als Texel en telt iets meer dan 400 duizend inwoners.

Als overzees departementen is Guadeloupe een integraal onderdeel van Frankrijk. Hierdoor valt het land binnen de eurozone en is de euro de officiële munteenheid. Elke burger van de Europese Unie is vrij om zich voor onbepaalde tijd op Guadeloupe te vestigen én er te werken – of te windsurfen.

Guadeloupe

Les Saintes

Tristan: ‘Als ik één plek zou moeten aanwijzen als mijn favoriete oord op deze wereld dan is het Les Saintes, even ten zuiden van Basse-Terre. Eigenlijk is er niet één ‘Les Saintes’, het is een groep van negen kleine, ongerepte eilandjes genaamd Îles des Saintes, waarvan twee bewoond. In totaal hebben ze een oppervlakte van zo’n 13 vierkante kilometer. Klein maar fijn, met rustige straatjes, locals die in hun luie stoel voor hun huis zitten; het is als het Guadeloupe van de jaren 90. Een paradijsje dus, en voor mij zo goed als thuis.

Voor meer Windsurf nieuws, windsurfen, Tips & Tricks, leesvoer en de laatste magazines kijk op Ridersguide.nl. Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu Windsurf magazine en word abonnee van Motion #1 en volg onop Facebook en Instagram!

 van