Fietsen in Bregenzerwald: Alpenavontuur op de fiets
Groene alpenweides, velden vol kleurige bloemen, het geluid van koebellen, besneeuwde bergtoppen op de achtergrond. Als je rondfietst in het Bregenzerwald krijg je het gevoel in de wereld van Heidi te zijn gestapt. De omgeving maakt hier regelmatig een filmische indruk en is simpelweg een genot om doorheen te fietsen. Fietsen in Bregenzerwald is een ervaring die je niet snel zult vergeten. Er was niet veel voor nodig om ons te overtuigen weer af te reizen naar deze streek in Oostenrijk.

De oplettende lezer weet namelijk dat wij dik twee jaar geleden deze streek ook al eens hebben bezocht, en dat beviel ons dermate goed dat we het niet konden laten om hier weer neer te strijken voor een paar dagen. En hoewel we dit keer in Schoppernau nog dichter bij de besneeuwde Alpentoppen verblijven laten we die links liggen en gaan we verder op ontdekkingstocht in het noordelijker gelegen groene heuvellandschap. Fietsen in Bregenzerwald betekent genieten van elke kilometer.
Daarvoor beginnen we stroomafwaarts langs de Bregenzer Ach, het lokale bergriviertje. Na een goede tien kilometer vals plat omlaag stuiten we op de eerste hoogtemeters: een Ardennenachtige klim van nog geen twee kilometer, maar met grote stukken in de dubbele cijfers een serieuze opwarmer. Na dit eerste obstakel blijven we weer een heel stuk langs het riviertje heerlijk omlaag bollen, om vervolgens na het kleine dorpje Andelsbuch op een prachtig fietspad terecht te komen.

Want ja, in dit deel van Oostenrijk zijn er gelukkig meer dan genoeg fietspaden. Langs de grotere wegen en het riviertje liggen er prima paden, soms afgewisseld met boerenweggetjes, maar overal heerlijk rustig. Het fietspad na Andelsbuch is wel van een ander niveau: dwars door een groene Alpenweide slingeren we omlaag, terwijl het in de zon ondertussen heerlijk warm wordt. Daar waar er geen fietspaden zijn, hebben we weinig last van het verkeer. Hoewel het zo nu en dan relatief druk is – het is immers Pinksteren als we er zijn – rijdt iedereen hier netjes, houdt men genoeg afstand en heeft niemand een probleem met het delen van de weg. Dat maakt het fietsen hier heerlijk ontspannen.
Hoogtepunt
Halverwege de route draaien we rustigere weggetjes op en krijgen we de langste klim van de dag voorgeschoteld. Hoewel het hier de hele tijd op en af gaat zijn er een paar hogere punten, zoals het dorpje Sulzberg vlakbij de Duitse grens. Via de 6,5 kilometer lange klim rijden we rustig omhoog, genietend van het prachtige Alpenpanorama dat zich voor ons ontvouwt. Groene heuvels met her en der huisjes en boerderijen, dromerig voor zich uit kijkende koeien, en op de achtergrond telkens weer die machtige besneeuwde bergtoppen. Bovenop in Sulzberg is er meer dan genoeg ruimte om rustig van het uitzicht te genieten, en wat ons betreft is dit de perfecte plek voor een stukje taart of een uitgebreide lunch. Fietsen in Bregenzerwald betekent ook genieten van prachtige uitzichten.

Sulzberg is over de verharde weg van vier kanten te bereiken, wat betekent dat er vier klimmen en evenzoveel afdalingen liggen. Het lijkt erop dat we voor zowel de klim als de afdaling de beste variant hebben gekozen, want het is heerlijk afdalen. Op twee overzichtelijke haarspeldbochten na zijn scherpe bochten afwezig, en over goed asfalt dalen we met vertrouwen en op ons gemak af, terug naar het groene glooiende heuvellandschap. Daar belanden we al snel op allerlei kleine boerenweggetjes waar praktisch geen verkeer is. Voor we het door hebben duikt de Bregenzer Ach alweer op, wat betekent dat we nog zo’n 25 kilometer stroomopwaarts moeten. En hoewel iedere wielrenner het laatste uur het liefst met de wind mee en bergaf gaat, is het vals plat richting het hotel nauwelijks merkbaar. En dat komt niet in de laatste plaats door de prachtige omgeving.
Noorderburen
Hoewel de grote bergpassen in de buurt lonken, besluiten we het de tweede dag over een andere boeg te gooien. Via het toerismebureau horen we dat het letterlijk grensoverschrijdende Natuurpark Nagelfluhkette zeer de moeite waard is en dat er een prachtige weg doorheen loopt die ook nog eens autovrij is. Meer hoeven we niet te weten en vanuit Lingenau vertrekken we richting de Duitse grens. De eerste acht kilometer gaan direct in stijgende lijn en na een korte afdaling duiken we een vallei in waar de omgeving totaal anders is. Het is er ruiger, met meer bos en bijna geen bebouwing. De inmiddels autovrije weg slingert zich prachtig door het landschap met wederom de besneeuwde rotsen op de achtergrond. Zonder dat we het doorhebben zijn we al in Duitsland beland.

Goed en wel in Duitsland komen we weer enigszins in de bewoonde wereld, en via een rustige, glooiende weg passeren we een flink aantal van die typische Duitse slaperige dorpjes. Lelijk willen we ze niet noemen, maar in vergelijking met de prachtige houtarchitectuur in het Bregenzerwald is het absoluut even wennen. Met het Natuurpark Nagelfluhkette links en de nog witte Allgäuer Hochalpen rechts fietsen we over steeds vlakker wordende wegen richting de Grosser Alpsee. Hoewel het rondom dit meer flink druk is hebben we er weinig last van en we belanden al snel op boerenweggetjes richting Oberstaufen. Hoewel het op de kaart vlak oogt rolt het wegdek hier continu een beetje, op een lekkere manier. Omhoog trek je ‘m lekker door op het grote blad, waardoor je je snelheid omlaag makkelijk meeneemt. Bij vlagen voelt het aan als een bobsleebaan voor de fiets, helemaal als we na Oberstaufen op een smal maar goed asfaltweggetje door een bos terechtkomen; dít zijn de weggetjes waar we het voor doen. Aan het eind duiken we plots op een klein stukje gravel, gevolgd door een smal bruggetje en een betonnen paadje van goed dertig centimeter breed; het blijkt een sneaky paadje terug naar Oostenrijk.

In Oostenrijk wachten ons wel wat hoogtemeters. Via een bredere weg gaan we het eerste stuk relaxed omhoog, maar als we linksaf slaan op een smallere weg wacht ons een paar honderd meter aan dubbele percentages. Die doen even goed pijn. Eenmaal boven gaan we verder over een glooiende weg langs een klein stuwmeertje terug naar Lingenau, terwijl de besneeuwde Alpentoppen op de achtergrond nimmer uit het zicht verdwijnen.
Het Bregenzerwald heeft ons weer verbaasd. Het blijft een prachtige plek om te fietsen, getuige de hoeveelheid fietsers in alle soorten en maten die we zijn tegengekomen. Het is een goede uitvalsbasis; je kan hier zowel de bergen in, de heuvels in, en je kan relatief vlak fietsen langs de rivieren of de Bodensee. Duitsland bereik je zo, maar Zwitserland en Liechtenstein liggen eveneens om de hoek. Eigenlijk is twee dagen fietsen hier te kort om de hele omgeving te ontdekken. Kijk niet gek op als we hier nog eens terugkomen. Fietsen in Bregenzerwald is iets wat we zeker vaker willen doen.

Wij verbleven in het karakteristieke Hotel & Wirtshaus Gämsle, een echt familiehotel dat wordt gerund door Isabella Felder, zelf een fanatiek fietser. Het is een knus en klein hotel in een mooi typisch Oostenrijks houten pand waar je je meteen thuis voelt. De sfeer is gemoedelijk, het eten meer dan in orde en je fiets heeft vanzelfsprekend een veilige plek om te staan. De regio staat in de zomer bekend als echt outdoorgebied, wat betekent dat er genoeg te doen is. Naast wielrennen kan je er prachtig gravelen en je kan je hier ongetwijfeld uitleven op de mountainbike. Maar zonder twee wielen is het hier ook mooi: veel liften gaan in de zomer omhoog en het gebied leent zich uitstekend om te hiken. Fietsen in Bregenzerwald blijft een absolute aanrader.
Wil je meer van dit soort artikelen lezen en altijd up-to-date blijven? Abonneer je dan op SOUL Cycling Magazine! Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws rondom wielrenfietsen? Volg ons op Instagram en Facebook. Ontdek hier meer interessante blogs vol inspiratie en tips! Wil je de gehele Wielrenblad #4 2024 bestellen klik hier!