Fietsen in Slovenië: Een onontdekt paradijs voor wielrenners

Iedereen kent Zwitserland, Oostenrijk en Italië als ‘de fietsvakantielanden’ in het voor ons wat zuidelijkere deel van Europa. Maar waar blijft Slovenië? Waarom staat dit land niet in het lijstje met ‘go to’ fietslanden? Er wordt al snel uitgeweken naar het echte zuiden, zoals Griekenland en Turkije, waar de notoire zonaanbidders heen trekken. En de sportieve vakantieganger die de fiets meeneemt blijft toch vaak op het wat bekendere terrein daarboven. Maar tussen de bovengenoemde landen ligt toch echt een prachtig stuk Europa dat vaak wordt vergeten. Waaronder dus Slovenië. Wij nemen je mee op reis naar jouw volgende fietsbestemming. Fietsen in Slovenië is een ervaring die je niet snel zult vergeten.

We komen aan in Ribno, iets ten zuidoosten van Lake Bled, onder druilerige weersomstandigheden. Het druppelt, zoals het eigenlijk al de hele zomer doet dit jaar. Maar de omgeving hier laat ons dat al snel vergeten, want wat is het hier prachtig. Niet alleen de natuur is hier waanzinnig, ook het hotel waar we verblijven is helemaal op fietsers ingericht. Afgesloten fietsenstalling, afspuitplaats, fietsenmaker en als klap op de vuurpijl is de lobby versierd met tal van wielershirts van alle grote Sloveense renners. Ga maar eens na, onder andere Mohoriç, Rogliç en Tourwinnaar Pogaçar komen allemaal uit Slovenië. Laatstgenoemde heeft dan ook een eigen ‘Pogi’ corner waar zijn gele trui mét handtekening prijkt. Dit bewijst hoe diep wielrennen geworteld is in Slovenië, en hoe perfect het land is voor een fietsavontuur. Fietsen in Slovenië betekent fietsen in een land waar de passie voor de sport voelbaar is. 

Nu het wat opgeklaard is kunnen we nog net een rondje voor het avondeten doen. Alhoewel, rondje… streepje. Het is lastig hier in de bergen een kort rondje te maken op de racefiets, aangezien er niet megaveel geasfalteerde wegen zijn. Dus een klein rondje om Lake Bled met een uitschieter naar het ‘Triglav National Park’ staat op de planning.  

Hooggebergte  

Slovenië is half zo groot als Nederland en telt slechts één nationaal park. Maar niet zomaar een nationaal park zoals wij die kennen, maar eentje van 838 vierkante kilometer, waar je precies in het midden de hoogste berg van het land vindt, de Triglav. Hieromheen liggen dan weer verschillende natuurgebieden, zoals Radovna Valley, welke langs de gelijknamige rivier de Radovna gelegen is. De natuur is hier groener dan groen en het water is turquoise van kleur. Fietsen in Slovenië betekent jezelf onderdompelen in een wereld van ongerepte natuur en spectaculaire vergezichten.

We rijden vandaag een kleine tien kilometer stroomopwaarts over een stille weg door de bossen, met uitzicht op het echte hooggebergte. Het valt op dat het hier enorm rustig is, slechts één andere wielrenner komen we tegen en het aantal auto’s hier is op twee handen te tellen. Deze rust en ruimte maken fietsen in Slovenië uniek en aantrekkelijk voor iedereen die even wil ontsnappen aan de drukte.

Voor morgen staat de bekendste en mooiste beklimming op het programma. Dit is niet de Triglav zelf, want deze 2.864 meter hoge berg is enkel te voet te bereiken. Mocht je hier wat langer verblijven, dan is dat zeker een aanrader! Wij gaan wel de Vršič-pas vanuit Kranjska Gora beklimmen. Een iconische beklimming met een historisch verhaal.  

Kasseien bergop 

Vroeger bestond de volledige beklimming van 11,7 kilometer lang uit kasseien. Je kan het je bijna niet voorstellen, pak maar eens een kasseistrook uit Vlaanderen en leg deze omhoog met een gemiddeld stijgingspercentage van zo’n zeven procent en een maximaal van 13,2 procent. Voor veel mensen de twee zwaarste onderdelen op de fiets: kasseien en klimmen. Gelukkig bestaan tegenwoordig enkel nog de haarspeldbochten uit kleine, goed begaanbare kasseitjes. Fietsen in Slovenië brengt niet alleen prachtige natuur, maar ook een stuk geschiedenis tot leven. 

Deze weg is in de Eerste Wereldoorlog aangelegd door Russische gevangenen, en werd vanzelfsprekend gebruikt door het leger om sneller aan de andere kant van de pas te geraken. Onderweg kom je dan ook langs een klein kapelletje ter nagedachtenis aan de gesneuvelde Russen tijdens de oorlog. Wanneer je goed op het scherm van je navigatie kijkt, zie je dat deze weg de naam ‘Russian Road’ draagt. 

Niet alleen bij wielertoeristen is deze beklimming bekend, motorrijders en automobilisten kennen ‘m ook. Het is hier redelijk druk, zeker naarmate de dag vordert. Het is stralend mooi weer, dus geef ze eens ongelijk!  

De beklimming telt maar liefst 24 haarspeldbochten – met kasseien – en de afdaling 26. Dat brengt het totaal op vijftig haarspelden op deze bergpas. In de afdaling vind je overigens geen kasseien. Deze zitten enkel in de beklimming vanuit Kranjska Gora. De uitzichten tijdens de beklimming zijn echt bizar mooi. Na elke bocht zie je weer iets nieuws. Besneeuwde bergtoppen, een vergezicht met een gravelweg of een kudde grazende schapen. Ook hier valt het weer op dat alles zo intens groen is. Niet zo dor en droog als de Dolomieten, of eentonig als de Alpen. Maar mooie stukken bos afgewisseld met weides en links en rechts een waterval. Dit verveelt zeker niet!  

Bella Italia 

Zoals we al eerder aangaven is het lastig om een klein rondje te maken, gezien het lage aantal geasfalteerde wegen in dit gebied. We pakken daarom de prachtige afdaling richting Bovec om vervolgens via een mooie beklimming Italië in te rijden. De locals noemen dit rondje ook wel ‘de klassieker’. Je beklimt de mooiste pas van het land en mag ook nog een stukje Italië meepikken, wat wil een mens nog meer?! Boven op de beklimming rollen we langs de grenscontrole Italië in, en we zetten koers naar Tarvisio. Niet dat we veel keus hebben, want ook hier geldt dat het letterlijk de enige geasfalteerde weg is die je naar beneden leidt. Dat maakt het zeker niet minder mooi, want wat een weg is dit! Wederom een zalige afdaling met links een azuurblauw meer, bergwanden en asfalt zo glad als babybilletjes. Je weet overigens pas echt dat je in Italië bent wanneer je nog net niet uit elkaar vallende Fiat Panda’s 4×4 en de typische Piaggio’s ziet rondrijden.  

Bij het passeren van de grens boven op de laatste beklimming zit het echte werk er voor vandaag eigenlijk al op. Vanaf kilometer 71 tot aan de finish op 113 kilometer is het lichtjes bergaf. Een welkome beloning na al het klimmen van vandaag. We kunnen met recht zeggen dat Slovenië toch wel een beetje een onontdekt pareltje is. En dat terwijl het dus naast fietsland Italië ligt. Slovenië doet zeker niet onder voor zijn grote buur. We zien nu natuurlijk slechts een klein stukje, maar het is absoluut het mooiste deel als je het ons vraagt. 

Koers! 

Onderweg naar Slovenië kwamen we erachter dat de Tour of Slovenia plaatsvindt precies tijdens de dagen dat wij hier zijn. We hoeven niet lang na te denken of we gaan kijken naar de grote mannen. Etappe vier passeert niet ver van Ribno, en we kunnen dan makkelijk met de fiets richting de bergen waar de koers zal passeren. Vandaag is de zwaarste etappe van de week, dus gegarandeerd vuurwerk!  

We rijden nu oostwaarts het binnenland in. Hier zijn de beklimmingen een stuk korter, maar wel iets steiler. Groene heuvels met de typische boerderijen en houten hutjes, en een kapel aan de overkant van de klim waar een bruiloft plaatsvindt. Hier krijg je het Sloveense leven mee en zie en spreek je meer mensen. Ook treffen we hier steeds meer wielrenners. 

Dat het wielrennen leeft in Slovenië is goed te merken. We rijden de voorlaatste klim op en passeren huizen waar de nationale vlag met trots wappert, spandoeken aan de balkons hangen en families langs de weg zitten op campingstoeltjes. Honderden wielerfans staan langs de kant om de renners aan te moedigen. De een in fietskleding en een halve liter bier in de hand, de ander zwaaiend met een Sloveense vlag.  

Op papier leek dit een makkelijke klim, maar wanneer we op ons scherm het klimprofiel van oranje, rood naar donkerrood zien veranderen krijgen we het toch een beetje zwaar. De aanmoedigingen zijn dan ook een welkome toevoeging. Wanneer de renners passeren wordt langzaam weer even duidelijk dat het verschil tussen ons als normale sterveling en de professionele wielrenner toch best groot is. Waar wij met al onze krachten op het lichtste verzetje omhoog harken, rijden de mannen op hun buitenblad omhoog. Daarom staan wij hier, en fietsen zij daar.  

It’s Slovenia. Enjoy! 

Het kwik is vandaag tot over de 30 graden gestegen, een heerlijke zomerdag dus. We rijden op de terugweg langs een lokaal café, waar we met een schuin oog een tv aan zien staan met de koers op. We parkeren onze fietsen bij het terras en al snel wordt er luid geroepen: “Friends, come sit with us!” 

De mensen in dit land zijn bijzonder vriendelijk en het lijkt wel alsof ze allemaal vrolijk zijn. We drinken een groot glas cola en kijken de finale van de koers met onze nieuwe beste vriend waarvan we de naam niet helemaal meegekregen hebben. Zou kunnen liggen aan de grote pul bier die hij zo nu en dan aan zijn mond zet. Maar hij is vrolijk, vertelt over de mooie omgeving en hoe iedereen elkaar hier kent en helpt. Hij besluit zijn verhaal met de woorden: “It’s Slovenia. Enjoy!” En hij heeft gelijk, want what’s not to love?! 

Fietsen in Slovenië heeft eigenlijk alles wat een wielrenner nodig heeft. Aan de ene kant duik je de bergen in, rij je door de bossen en langs de rivieren en aan de andere kant kun je het wat vlakkere en rollende landschap opzoeken richting de dorpen en steden. Gek eigenlijk dat dit nog zo onbekend is bij het grote publiek. Anderzijds is dat misschien ook wel weer het mooie aan deze omgeving. Het is ongerept en een stuk ruiger dan wat we kennen van een Italië of Oostenrijk en is ook een stuk rustiger. Je waant je echt in een andere wereld.  

Ribno Alpine Resort 

Zoals aangegeven verbleven we in Ribno. In het Ribno Alpine Resort, om precies te zijn. En een resort is het zeker. Naast het hotel kun je ook verblijven in luxe boomhutten of glampingblokhutten welke allemaal een eigen jacuzzi hebben. Deze liggen rondom een mooie weide met natuurzwembad en een café, aan de rand van het bos. Na een dag vol inspanning biedt fietsen in Slovenië ook de perfecte mogelijkheden om heerlijk te ontspannen en tot rust te komen.

Het dorp Bled ligt op een kleine drie kilometer afstand, prima te wandelen ook. Het is met het prachtige meer, Lake Bled, ook zeker een aanrader om te bezoeken. In het midden zul je een klein eilandje zien met daarop een bijzondere witte kerk. Dit is een toeristische trekpleister waar je dan ook met een bootje naartoe kan varen. Leuke afwisseling voor op een rustdag!  


Wil je meer van dit soort artikelen lezen en altijd up-to-date blijven? Abonneer je dan op SOUL Cycling Magazine! Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws rondom wielrenfietsen? Volg ons op Instagram en Facebook. Ontdek hier meer interessante blogs vol inspiratie en tips! Wil je de gehele Wielrenblad #4 2024 bestellen klik hier!

 van