09-12-2010 - Snowboarden, Nieuws

Freeride Tricktip

Freeride tricktip
Nu we toch allemaal in freeride sferen verkeren zijn hier een aantal tips om je voor te bereiden op je eerste poederrun. De meeste tricks, zoals rotaties, flips en slides, werken buiten de piste hetzelfde als in het park. Met natuurlijk het verschil dat je in het op terrein geen keurig geprepareerde kickers en rails tegenkomt, maar je afhankelijk bent van windlipjes, rotsen en omgevallen bomen. Pisterijders met een goede basistechniek zullen weinig moeite hebben met de omschakeling naar de poeder, toch vraagt de overstap naar de diepsneeuw een net iets andere techniek van de rijder.

Algemene tips
In de poeder moet je er altijd voor zorgen dat je voldoende snelheid houdt. Op de piste kun je zelfs vanuit stilstand een perfecte bocht uitvoeren, als je op de poeder op een niet al te steile berg staat, kun je dat vergeten. Rijden door de poeder voelt totaal anders dan rijden over de piste. Om het verschil te voelen kan je als beginnende freerider het beste een aantal keer een stukje rechtdoor over de poeder rijden op een stukje tussen twee pistes. Als het goed is ga je dan aanvoelen hoe het is om te ‘floaten’. Een goede poederbocht is eigenlijk niets anders dan een gedrifte bocht met diepontlasting, waarbij je net iets meer druk op je achterste been geeft.

Backside
De backsidebocht of backturn is het makkelijkst te leren. Je zoekt weer een stukje poeder tussen twee pistes van waar je makkelijk terug naar de piste komt. Eenmaal buiten de piste maak je met gebogen knien en een rechte rug snelheid in de vallijn. Om de bocht in te zetten geef je lichte druk op je hielen en draai je met je voorste schouder over je backside kant. Kijk goed in de richting waar je naar toe wilt draaien. Tijdens de bocht strek je je benen uit. In de poeder strek je tijdens het laaste gedeelte van de bocht net iets actiever uit dan normaal, waardoor je beter uitkomt voor de frontsidebocht.

Frontside
Voor je aan de frontturn begint, bouw je eerst de druk op door weer diep te gaan zitten. Dit doe je door je knien te buigen, je rug blijft recht. Op de frontside is het nog belangrijker dat je je board niet te sterk ‘opkant’. Dit betekent dat je lichte druk op je tenen geeft. Zodra je teveel druk geeft merk je het; je board graaft zich in en je duikt met je hoofd naar voren de sneeuw in. Je kijkt waar je heen wilt draaien, met je schouders zet je vervolgens de bocht in. Ook bij de frontsidebocht strek je je benen gedurende de bocht actief uit, zodat je aan het einde van de bocht voelt dat de druk even van je board af is. Bij de frontside is het belangrijk dat je de bocht goed sluitend maakt. Dit doe je door ervoor te zorgen dat je schouders aan het einde van de bocht weer parallel staan aan je board.

Let op!
In films zie je freeriders vaak door heupdiepe poeder op hellingen van zestig graden tussen de rotsen door slalommen, eigenlijk net zoals Dio op de foto’s van de frontturn. Dit is geen plek om poeder te leren rijden. Poederrijden leer je het makkelijkst op tien tot twintig centimeter verse sneeuw, op niet al te steile hellingen tussen twee pistes. Let op dat je niet meteen tussen de rotsen of bomen doorgaat. Sturen in de poeder kost veel meer kracht dan op de piste. Zorg dat je dit eerst goed beheerst voor je op gaat voor het echte werk. Krijg je die poederbochten maar niet onder de knie? Pas je materiaal er op aan, de nieuwe rocker- en fishboards maken poederrijden makkelijker dan ooit.

 van