21-05-2007 - Surfen, Nieuws

Het Panama verhaal

Tekst: Coen Zwezerijnen
Beeld: Coen had slechts vakantiekiekjes van zijn reis door Panama. Omdat we je de ware schoonheid van de Panamese surf niet wilden onthouden, hebben we beeldmateriaal verkregen van Philippe Demarsan die in Panama gevestigd is. Met dank aan:
WWW.PANAMASURFTOURS.COM

Panama staat vooral bekend om Noriega en een kanaal, maar juist daarvoor ga je er niet naar toe. Er zijn heel wat meer esthetische dingen te ontdekken dan die lelijke dictator en dat bruine transportwater.

 

Kanalen hebben we zat in Nederland en Noriega zit bovendien in de bak in Miami. In Panama is ook de eerste keer dat een gevecht uit de Amerikaanse krijgsgeschiedenis geleid werd door een vrouwelijke Amerikaanse militair. Misschien was dit feit van invloed op de keuze van een president, want het is een vrouw, Mireya Moscoso. Een echte dealmaker die zich lachend laat fotograferen met Amerikaanse generaals. Welkom in een wijlen bananenrepubliek. Panama behoort nog steeds tot de achtertuin van de VS. Jonge Amerikanen die een slordige 10 tot 20 duizend dollar hebben gespaard met hun krantenwijk proberen nu land op te kopen aan de eindeloos lijkende Pacifische kusten. Want Panama blijft in trek bij de VS, net zoals de Spaanse costas voor Nederlanders. Door de gunstige ligging is Panama nog steeds een goede economische en militaire uitvalsbasis. Nu nog vormt het land de deksel op de poederdoos Colombia waar de VS een ongemeen harde oorlog uitvecht tegen de cocateelt.

 

DE CARIBEN
Als je verder kijkt dan de politieke ellende, herken je in Panama al snel een natuurlijk paradijs. Panama bruist en heeft een van de beste surfspots ter wereld. Alles is mogelijk; snel, goedkoop en met een glimlach. Een Panamees ontdooit gemakkelijk met een paar woorden Spaans. natuurlijk, het is waar dat ze geld nodig hebben en daarop gefocust zijn. Maar geef ze ‘s ongelijk. Ik ken geen land waar je zo gemakkelijk per bus, boot of vliegtuig kan reizen, waar de surf zo goed is en het eten zo uitstekend smaakt. Neem nou de kustlijn langs de Cariben bijvoorbeeld. Het ligt daar tjokvol eilandjes waar je zo naar toe kunt per boot of met een vliegtuigje. Voor een weekje ontstressen bijvoorbeeld of een romantisch samenzijn in een houten hut. Of… voor te gekke surf.

Bocas del Toro
In de Caribe is Bocas del Toro misschien wel de populairste plek. En niet alleen voor het surfen. En zuidwaarts in het Caribisch gebied vind je tientallen secret spots waar je je hart kan ophalen. ‘Bocas’ is eenvoudig te bereiken met de nachtbus vanuit Panamastad voor een kleine 25 dollar. ‘s Ochtends pak je daar de speedboat naar het grote eiland voor drie dollar. De bootreis alleen is de trip helemaal waard, want je sjeest in 30 minuten bij opgaande zon langs alle mangrovebossen over smaragdgroen water naar de overkant van de baai. Vandaar regel je een slaapplaats. Het doet Antilliaans aan; koloniale houten huizen, palmen. Heel ontspannen dus. Alles is daar op loopafstand en je hebt veel keus bij het vinden van onderdak. Heb je na aankomst nog energie? Pak je boardje, ren terug naar de haven voor een vroege surfsessie. Daar varen watertaxi’s je zo naar spots als Caranero, Punch, Bluff of Silverbacks. Kom je op de spot aan dan spring je overboord en dat alleen is al een bizarre ervaring. Prachtige kleuren, warm helder water, rust, supermooie kustlijnen met palmen en witte stranden. En er is weinig stroming. Na een uurtje of wat komen ze je op afspraak weer halen in een holle boom met buitenboordmotor. Tip: spreek vooraf een prijs af. Vier dollar voor halen en brengen is gangbaar. Hoe groter de groep, des te lager de prijs. Betaal wel op de terugreis.

Kantje boord
Als je surfen op koraalrif niet zo tof vind lees dan verder. Surfen op rif vergt techniek en beheersing. Ook geoefende surfers kunnen hier echt door de rasp gaan. Op een ochtend zijn de golven te hoog en het rif eronder te ondiep… althans voor mij. Voor me duikt een reusachtige golf. 2,5 meter (van de achterkant dan, he?). Het oogt dreigend. Ik kijk zenuwachtig naar links en zie al iemand in de barrel zitten. Ik duck zo diep mogelijk en het wordt stil in mijn hoofd. Ik open mijn ogen onder water en kijk. Prachtig, ik zie onder me sliertjes wier die als mos meedeinen door de zuiging van de golf. Ik drijf vlak boven dood rif. Ik kijk omhoog en zie dan dat boven mij de golf breekt. Ik word naar boven gezogen. Het wordt wat donkerder. Ik trek mijn rug nog holler, conisch gevormde belletjes trekken aan mijn gezicht voorbij. Ik voel dat de zuiging toeneemt en likt aan mijn voeten. Ineens snap ik het… ik zit niet diep genoeg, maar dieper kon ook helemaal niet. Oh shit! Paniek slaat toe. De zuigkracht gaat steeds sneller en dan in een zwiep word ik naar achteren getrokken totdat ik rugwaarts naar beneden klap. ‘Over the falls’ heet dat. Ik probeer in elkaar te kruipen voor de impact op het rif. Het lukt me niet om de middelpuntvliedende kracht te overwinnen en me klein te maken. Ik wacht op de pijn, maar die komt niet omdat ik achter het rif wordt geworpen. Ik heb geluk.

 

 

Bloederige sessie
Met slappe knietjes en de schrik nog in mijn lijf, zit ik de sessie uit, genietend van de omgeving. Ik blijf lekker achter de branding en als tandeloze Alejandro, een ouwe visser die daar de riffen op zijn duimpje kent, me komt halen klim ik opgelucht aan boord. Gevolgd door nog zo’n Amerikaan die ik niet had besteld. Dus ik vraag wat de bedoeling is en hij draait zijn rug naar me toe. Zijn rug is één grote schaafwond met diepe sneeën op zijn bil en in zijn nek. De vellen hangen erbij en mijn adem stokt. Alejandro heeft ogen als schoteltjes. Dit is geen grap, maar een serieuze verwonding. Wondjes van rif zijn ontstekingsgevoelig heb ik mogen ervaren in Sri Lanka. Maar dat ging nergens over; een sneetje op mijn duim die uitgroeide tot een pussend gat van formaat. Big deal vergeleken met dit. Die yank krijgt een lift dus. Alejandro geeft vol gas en de boot spuit weg naar een eiland verderop waar onze passagier in een eenvoudige hut zonder airco zijn tampatje heeft. En waar hij met dit soort serieuze verwondingen zo gangreen zal krijgen. Arme yank, einde vakantie voor hem. Hij gaat een vliegtuig in waar hij niet zal kunnen zitten van de pijn. We helpen de gewonde uit de boot en kijken hem na. Bloed drupt van zijn shorty op de steiger terwijl hij weg strompelt. Ik schep wat ontdaan het bloed uit de kano. Van haaien heb je overigens geen last hier. Die zijn weggevist. Als je nu over bovenstaande voorval denkt: waar zijn de helikopters, de baywatch chicks en de reddingsbrigades? Die bestaan daar niet en dat maakt het reizen in Panama zo spannend en leuk. Want je moet op je tellen passen. Koppie gebruiken en scherp zijn. En gewoon niet altijd de held willen uithangen. Tip: reis in Bocas naar surfspots per boot en draag reeffbooties. Altijd. Meet je niet af aan freaks die je zonder schoentjes ziet surfen want die jongens zetten ‘s avonds huilend de voetjes in een bak met jodium.

 

 

DE PACIFIC
Met deze ervaring in het achterhoofd vraag ik mij af waar ik een lekker zandbankje kan vinden voor die ene herkenbare golf. In Panama zijn er genoeg. Echt, het kan niet op. Reis vanuit Panamastad naar de Pacifische kust. Trek noordwaarts. Dat gaat prima per bus of per huurauto, dat werkt beter; het is niet duur en je kunt al ‘swell-checkend’ de kust af stropen naar mooie plekjes met lege line-ups. Weet wel dat dichter bij de bewoonde wereld meer mensen in zee liggen. Zoek je lange open lijnen of mooie pointbreaks, reis dan naar het Azuero schiereiland. Dit deel van Panama is door haar zuidwestelijke ligging goed te surfen voor de
gemiddelde surfer. En ook voor die freaks die hun aerials willen doornemen.

 

 

Playa Venao
De spot waar je elke dag wakker wordt met smaragdgroene lijnen voor de deur is Playa Venao. Dit hoefijzervormige strand heeft een reputatie; elk jaar worden hier de nationale surfkampioenschappen van Panama gehouden. En dat is niet voor niets. Door het constante karakter van de golven is er geen zorg meer of er golven staan. Er is altijd surf, die alleen met forse zuidwesterswell en offshore-wind hol wordt. Playa Venao is goed bereikbaar vanaf Santiago per bus. Er staan vier heel simpele bungalows naast een restaurantje. Neem wel een muskietennet mee want de insecten in die bungalows hebben zo hun eigen regime. Verder is er variatie op het menu: drie keer per dag rijst, vis met bruine bonen met koolsla. En het bier is er altijd ijskoud. Het restaurant heeft een grote overkapping waar je kunt schuilen tegen de zon, waar je kan lezen en kaarten of in de hangmat je middagmeurtje kan pakken. In het achterland vindt je kleine dorpjes die zijn gericht op landbouw en veeteelt. Dat is het land van de cowboys die te paard, stofwolken achterlatend, de koeien zo van de weg jagen. Stap ‘s een keer een ijzerwinkel binnen en je waant je in het wilde westen. Lasso’s koop je zo van de rol. Sporen, zadels, leervet, brandmerktangen en de andere noodzakelijkheden liggen daar klaar voor het dagelijkse bestaan van een veedrijver. Na een dag bikkelen is het niet zo vreemd dat die jongens in de namiddagzon graag de hitte uit hun lijf surfen. Happy trails!

Santa Catalina
Nog meer noordwaarts vind je Santa Catalina. Deze spot mag je niet missen als je wilt groeien op surfgebied. In de Stormrider guide staat deze spot vermeld bij de 20 klassieke spots wereldwijd. Spots: ga vanuit het dorp naar Casa Blanca waar Ponkhi een wit huis op een rotspunt heeft laten bouwen en een heerlijk resort. Niet duur. Ponkhi is een zeldzaam aardige en slimme man. Neem de tijd voor hem en hij zal je veel laten zien over de surfhistorie van Santa Catalina. Vanuit Casa Blanca heb je een goede blik op de ‘Punta’ en weet je hoe je moet paddelen over het rotsplateau bij opkomend tij. The Surfer’s Journal schreef erover en het is meer dan de moeite waard. Een lange holle rechtse en een korte linkse. Rechts van deze spot op een half uurt lopen ten noorden van het dorp ligt ‘Punta Brava’. Dit is een ‘bowl’. Er surft nooit iemand. Beetje spooky, ga daar niet alleen heen. Ten zuiden van de Punta ligt ‘Punta Roca’, voorbij Playa Grande en Resort Oasis. Overigens is het daar ook te gek om te logeren. Bij zuidwesterswells kan je daar helemaal te keer gaan op een waanzinnige beachbreak. In ieder geval is Punta Roca alleen voor pro’s. En dat heb ik van de locals, dus ga maar na. Die eikelen niet over een paar sneetjes in je voet. Er is daar één pizzeria op loopafstand, gerund door een sympathiek Italiaans stel. Je vraagt je af hoe zoiets moois aangelegd kan worden in ‘The Boonies’. Een koude pils, frisse salades en de knapperigste pizza’s. En als je ‘s avonds terugloopt en het is volle maan dan waan je je in Afrika; metershoog ruisend gras, in kalm blauwig licht, veel koeien die je snuivend aanstaren terwijl je over bestofte wegen naar je hut wandelt. Neem wel een zaklampje mee tegen de slangen, zeker tijdens of net na de regentijd. Die liggen willen ‘s nachts nog wel eens op de weg liggen.

 

 

Tips
Op de Bocas del Torro vind je vrij gemakkelijk een geschikte slaapplaats. Bij Santa Catalina is Casa Blanca of Camp Oasis een absolute aanrader. Voor de budgetreiziger heeft Rollo (gelegen in het dorpje) altijd wel een slaapplek. Eten is in de Bocas ook geen probleem. Dankzij het toerisme is er inmiddels een aardige hoeveelheid restaurantjes die een alternatief bieden op de rijst met bonen. Bij Santa Catalina is er natuurlijk de authentiek Italiaanse pizzeria. Nieuwe boards, occasions of zelfs een dingrepair zijn in Panama bijna niet te vinden. Neem zelf je reparatiesetje mee en liefst ook een back-up board. Er wordt volop drugs aangeboden in Panama, maar wees op je hoede. De straffen zijn onwaarschijnlijk zwaar. Bovendien kom je in de VS op een zwarte lijst te staan wat vervelend kan zijn wanneer je door de douane moet. (full cavity search!)

 

Om 6 surf mag. #1 2005 te bestellen klik hier

 


© 6 surf mag. 2007


 

 van