How to knie start
Het moment van de waarheid is aangebroken. Klim op je board en ga op je knieën zitten. Hierbij leunt je gewicht naar achter op je platte voeten. De kunst van de kniestart is om het balanspunt op je board te vinden; bij de meeste boards vind je hiervoor een markering op de grappa. Deze streep is een houvast voor de plaatsing van je knieën. Belangrijk voor een stabiele houding op je board is een gemiddelde spreiding van je knieën/bovenbenen, met je billen op je voeten en met je knieën in de richting van de neus van het board.
Neem een paar seconden om in balans te komen. Mocht je de wing nog niet vasthebben aan de handle, haal hem dan via de leash naar je toe. Voor een rustige start controleer je de wing eerst in de ‘pre-flight modus’ via de handle op de leadingedge; in deze positie heeft de wing geen power aangezien de wind over en onder de wing door waait. Je achterste hand blijft aan de pre-flight handle, met je voorste hand grijp je de eerste handle op de strut (of de giek). Zorg hierbij dat de wing in een vlakke positie boven je hoofd hangt.
Bij voldoende wind begint je board nu al wat te versnellen, verplaats je handen één voor één verder naar achteren op de strut of de giek. De wing begint nu steeds meer kracht te generen. Terwijl jij jezelf in balans houdt, draai je in kniezit 45 graden met je knieën richting de downwind rail van het board. Deze positie geeft je de ruimte om je voorste been (dat straks de vaar richting aangeeft) op te tillen.
Om tot staan te komen benut je de liftkracht van de wing. Dit doe je door de wing boven je hoofd te houden; bij voldoende kracht kun je je lichtjes optrekken aan de wing. Belangrijk tijdens het opstaan is om je blik naar voren gericht te houden; hierdoor kun je zowel de wing als het board in de gaten houden. Voor een optimale balans hou je je voorste voet rond de centrale markering, je achterste voet boven de foil. Gefeliciteerd, je staat!
Draaien
Omdat je nou eenmaal niet eeuwig één kant op kunt blijven varen, zul je uiteindelijk toch moeten omdraaien. Pak hiervoor de wing weer vast aan de LE-handle en stuur tegelijkertijd de neus van je board met de wind mee. Terwijl je met de wind mee blijft sturen tot dat je board in tegengestelde richting wijst wissel je je voeten, en pak je met je nieuwe voorste hand de eerste handle op de strut vast. Pak nu ook met je nieuwe achterste hand de handle op de strut vast, trek je wing dicht en vaar weer door. Makkie toch?
Nu je rechtop staat is het nog maar een kleine stap tot de eerste echte vliegmeters. Het evenwichtsspelletje dat wingfoilen is kan nu echt beginnen. Voor een betere balans zak je licht door je knieën, zet je je voorste voet iets meer naar de heelside rail en je achterste voet naar de toeside rail. Om te zorgen dat je voor het in foillift komen niet te veel hoogte verliest, leun je licht op de heelside rail. Hierdoor stuurt het board van voor de wind naar halve wind. Met de wing in een vaarpositie op halve wind heeft hij meer druk, dit zorgt ervoor dat je makkelijker op de foil komt. Door de achterste hand lichtjes aan te trekken kantelt de wing van een vlakke positie boven je hoofd naar een positie meer voor je. Hiermee switcht de wing van liftkracht naar voorwaartse kracht.
Het board begint nu te versnellen, verschuif je achterste voet naar het tailblock achterop de grippad. Snelheid is je vriend, dit zorgt voor stabiliteit en voorkomt een te explosieve take-off van de foil. Door tijdens het versnellen je gewicht te verplaatsen van je achterste been naar je voorste been kun je de foil omhoog hoppen, vergelijkbaar met een ollie bij het skateboarden, of een chop hop met windsurfen. De neus van je board komt nu omhoog, dit compenseer je door voorover te leunen. Een soepele, relaxte houding in de armen en benen is essentieel om balansverstoring van de wing, foil en/of het board op te vangen. Probeer in evenwicht te blijven recht boven de foil door je knieën te buigen in lijn met de mast en je lichaamszwaartepunt laag te houden. De gewichtsverdeling is 50/50 over beide benen, beter nog is het om net iets meer gewicht op je voorste been te houden zodat je geen ‘wheelie’ doet. Je eerste vliegmeters zijn een feit, de kunst is nu om de foil onderwater te houden. Kies allereerst een punt recht vooruit om een koers aan te houden. Omdat de foil weinig weerstand heeft, zal hij in ‘vliegpositie’ blijven versnellen. Door te wisselen met meer of minder druk op je voorste of achterste voet kun je het board gecontroleerd hoger of lager boven het water laten vliegen. Komt de neus omhoog, dan geef je voorzichtig meer druk op je voorste been. Zak je terug richting het water, dan verleg je je gewicht juist weer wat naar achteren. Deze subtiele pompbeweging stelt je in staat te blijven zweven. Sta je eenmaal stabiel op de foil stop dan met pompen, trek je je wing wat naar je toe voor extra power en snelheid en geniet van je vlucht.
Voor meer Wingfoil nieuws, wingsurfen, Tips & Tricks, leesvoer en de laatste magazines kijk op Ridersguide.nl. Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu hier en word abonnee van Wingfoil magazine #1 en volg ons op Facebook en Instagram!