IJsland: Vikingen, IJsschotsen en goede surf rond de poolcirkel
Bij het plannen van een surftrip zijn we snel geneigd onze blik naar het zuiden te richten. Warm water, een tropische bries, zon en goede surf zijn de standaardingrediënten die we zoeken. Toch heeft het hoge noorden ook het nodige te bieden. Soms heb je gewoon een goede aanleiding nodig om het buiten de gebaande paden te zoeken. José Meijboom had die aanleiding. Afgelopen najaar bracht ze een bezoek aan haar sponsor Nikita in IJsland. Bij IJsland denk je automatisch aan kou, ijsschotsen en geisers. Toch wordt er ook fanatiek gesurft in IJsland. Na dik een week surfen op een van de noordelijkst gelegen spots ter wereld weet José het zeker, IJsland is een toplocatie.
TEKST: JOSÉ MEIJBOOM FOTO’S: JOSÉ MEIJBOOM, GEORG EN ÓLIVER HILMARSSON
De eerste permanente bewoners van IJsland waren de vikingen. In 874 kreeg Reykjavik haar huidige naam. Het betekent letterlijk: rookbaai. Een naam die ze te danken heeft aan de eothermische rook die er constant hangt. In 930 kreeg het land een republikeinse overheid in Althingi. Na jaren onder Noors, Deens en daarna weer Noors bestuur, werd IJsland in 1944 volledig onafhankelijk. Visserij en toerisme vormen de belangrijkste inkomstenbronnen van het land. Ik ging naar IJsland om kennis te maken met de mensen van Nikita, maar hoopte natuurlijk vooral op een week goede golven. Want dat er in IJsland goede surf is, had ik al begrepen. Vanwege de kou is het beste surfseizoen de zomer en het najaar. Herfst betekent een constante aanvoer van dikke swell uit het zuiden en een watertemperatuur die nog goed te doen is. In de winter is het water niet warmer dan een graad of drie, maar in de zomer en herfst is het met een goede 4/3 prima uit te houden. Overdag wordt het niet warmer dan tussen de zes en elf graden en ’s avonds koelt het af tot rond het vriespunt. IJsland heeft 4.970 km kustlijn vol surfpotentie. De meeste spots die bekend zijn, liggen op het schiereiland net onder Reykjavik. Veel surfers zijn er niet: slechts een stuk of 25 om precies te zijn en allemaal even gastvrij. Bij het inchecken is mijn surfboard wat ongebruikelijk voor deze bestemming. De meeste mensen lopen in gore-tex jassen met stevige wandelschoenen. Mijn medepassagiers bestaan verder uit een IJslandse rockband met leren jassen en veel te witte hoofden. Ik vraag me af in hoeverre deze mensen representatief zijn voor het land. Ik laat mijn surfboard achter tussen de instrumenten op het oversized bagagekarretje en passeer de douane. In het vliegtuig beginnen de stewardessen met hun praatje in het IJslands, een te komisch taaltje.
Surfen in IJsland Vanuit het vliegtuig lijkt er niet veel swell te staan en ik baal al dat ik mijn fi sh niet bij me heb. Mijn eerste indruk van IJsland is ‘rotsachtig en mossig’. Eenmaal aangekomen ga ik op zoek naar accommodatie. Ik kom terecht in een mooi en betaalbaar hostel gelegen op een heuvel op tien minuten lopen van de stad. Helaas is het al donker en dus besluit ik naar het zwembad naast het hostel te gaan. Laugardalslaug, met vijftig meter binnen- en buitenbaden, sauna en buitenhotpots tot 44 graden Celsius, is geweldig. Super om na het surfen in te duiken en met een luchttemperatuur van vier graden is de stoom spectaculair. Zwembaden en sauna’s zijn populair in IJsland. Als de straten leeg zijn, is iedereen in het zwembad.
Het ontvangst op kantoor bij Nikita is warm. Direct worden de golven gecheckt en het werk gelaten voor wat het is. We gaan surfen! Even later rijden we over lavavlaktes naar een zwart zandstrand: Sandvik. Er zijn wat duinen en in de verte zie je allemaal stoom, niet van industrie, zoals mijn eerste gedachte was, maar geothermische energie. Het is even zoeken naar een goede plek in het water, het breekt best ver buiten en er is redelijk wat stroming. Hard paddelen tegen de offshore wind, helder water, mooie golven, mijn eerste IJslandse surfsessie! Als het tij te hoog wordt, breekt het niet goed meer en gaan we wat van de omgeving bekijken. Hier komen de Europese en Amerikaanse aardplaten uit de grond omhoog en vind je de ‘blue lagoon’, een geothermische heetwaterbron met witte klei die goed is voor je huid. Het is net of je in een 3D-aardrijkskundeboek loopt. Een fourwheeldrive is hier overigens geen overbodige luxe om over de duinen en lavarotsen heen te kunnen.
Er zijn weinig surfers in IJsland. Mijn gidsen voor de week zijn de broers Georg en Óliver. Zij kennen alle gesurfte spots, hebben er veel zelf ontdekt en hebben nog een aantal veelbelovende spots op het oog die ze nog niet gereden hebben. We checken verschillende spots en ondanks de rommel door de wind zien de riffen er veelbelovend uit. De lavakust is bezaaid met scheepswrakken en we passeren tal van vissersdorpjes met golfplaten huizen in alle kleuren. We komen aan op Grindavik, een spot met een ondergrond van ronde stenen wat het in- en uitgaan lastig maakt. Even verderop ligt een spot die ‘rolling stones’ heet. De setjes die binnen komen, breken hol, krachtig, behoorlijk snel en naar rechts, backside voor mij. Mijn eerste golf is niet zo lang want de sectie voor me breekt. De tweede golf is een lange. Te gek. Hier ben ik voor gekomen. De derde golf is een stuk hoger. Ik val bij mijn take-off, wordt flink gespoeld en ben gelijk mijn cap kwijt. Na deze koude douche kom ik in mijn ritme. Het is een mooie sessie en we surfen tot het donker. Het was een drukke middag, wel twaalf surfers in het water.
Op onderzoek Wanneer het een ochtend hard waait en iedereen weer aan het werk gaat, huur ik een auto om langs wat plekken te crossen die je gezien moet hebben. Je bent in een half uurtje al de stad uit en midden in grootse landschappen. Na elke bocht wil je stoppen om een foto te maken. Als verantwoord en informatief uitje sneak ik met een groep Nederlandse docenten mee een powerplant in. Als het me te lang duurt, rij ik verder om de beroemde geisers te bezoeken. Aangekomen bij een enorme waterval waait het enorm hard. Zelfs op de parkeerplaats voel je het water. Toch maar even Óli bellen voor een surfreport: aan zee schijnt de wind mee te vallen en er kan gesurft worden. Het kratermeer komt een andere keer wel en ik race terug naar Reykjavik.
De volgende morgen gaat mijn telefoon om zes uur. Nu opstaan en spullen pakken, we gaan surfen! Mijn kamergenoten die er een wat ander ritme op na houden zijn wat minder blij. In het donker rijden we met de reusachtige pickup naar Grindavik, het is één graad buiten. Eenmaal aangekomen ziet het er niet zo goed uit. We nemen de gok en rijden door naar Þorlákshöfn, nog een uur rijden over een deels nieuwe en verder onverharde weg. Als we daar aankomen, blijkt het de rit meer dan waard geweest. Golven rollen om de point, niemand in het water, de zon schijnt door de golven heen en een vulkaan prijkt aan de overkant van de baai. Geen tijd verder om te staren, maar snel omkleden en het water in. Nog meer rechtse golven, maar Thorli is wat langzamer dan Grindavik. Het surfen gaat lekker en als je na een golf een setje over je hoofd krijgt is het wel fris, maar goed uit te houden. Deze pointbreak heeft als voordeel dat je langs de golven naar buiten kunt peddelen wat een hoop koude duckdives scheelt. Geen wonder dat ze in de winter vooral hier surfen. We pakken nog een tweede sessie mee op een wat kleiner Grindavik met cleane omstandigheden en een lekker zonnetje. Bij Nikita maak ik nog een onverstaanbare, maar komische vergadering mee met corona en pizza, wat er goed in gaat.
Tijdens het eten zie ik de artikelen die over surfen in IJsland geschreven zijn. Ze geven een beeld dat niet echt overeen komt met de werkelijkheid. Veel in scène gezette situaties met mensen in wetsuit langs een waterval of bij geisers die niet eens aan de kust zijn. De locals kunnen er wel om lachen, maar hopelijk kan ik een wat realistischer beeld overbrengen. Al hoor ik wel gelijk dat mijn week met iedere dag golven en best lekker weer ook niet bepaald standaard is. ’s Avonds pak ik nog een heuse stapavond mee. De IJslandse band ‘The Brain Police’ treedt op in Café Amsterdam. Het zit vol met bikers en als de band begint te spelen gaat het helemaal los. Een klassieke avond met teveel bier, maar volop gezelligheid.
Te kort Het is alweer de laatste dag, maar ik wil nog niet naar huis. De swell leek bijna weg te zijn en niemand verwachtte meer iets. Ik had geen idee wat te verwachten van deze trip, maar ik heb iedere dag kunnen surfen en heb veel gastvrije mensen ontmoet met wie het zo ontspannen en goed was dat het na een week al moeilijk was van de stad te maken gaat gelukkig weer de telefoon: er zijn toch golven. Inladen en snel naar Þorlákshöfn. Het is wat lager dan de dag ervoor, maar toch nog headhigh met lange ritten en af en toe een lekkere linkse richting de rotsen. Ik wil eigenlijk wel weer de krachtige holle golven van Grindavik, maar dat zit er niet meer in. Wel nog een gezellig IJslands etentje en een duik in het zwembad als mooie afsluiter. De volgende ochtend 4.30 uur zit ik in de bus naar het vliegveld. Het vliegveld is afgeladen met mensen en het lijkt even spannend of het inchecken wel op tijd gaat lukken. Gelukkig hoef ik op de terugweg niet bij te betalen voor mijn surfboard. We vliegen over wat kratermeren terug richting Nederland. IJsland was een succes en ik kom hier zeker terug. De watertemperatuur viel mee, geen ijsschotsen die door de line-up drijven, maar wel iedere dag golven en minstens één sessie per dag. Eenmaal terug in Nederland krijg ik een mailtje. Er zijn weer twee nieuwe spots ontdekt. Volgende keer blijf ik langer en wil ik wat IJslands leren brabbelen.
MET DANK AAN IEDEREEN VAN NIKITA, GEORG EN ÓLIVER HILMARSSON, ARANA EN ALLE ANDERE SURFERS VOOR HET GASTVRIJE ONTVANGST. ]
Om de 6 met dit artikel te betellen klik hier
© 6 Surf mag. 2007