31-03-2011 - Windsurfen, Nieuws

Kaap Hoorn krijg je niet cadeau

Moedige poging om het zuidelijkste puntje van Zuid-Amerika te ronden.

Ruim een jaar geleden hoorde ik voor het eerst van het idee van avonturier Thomas Miklautsch om al windsurfend Kaap Hoorn te ronden: het meest zuidelijke puntje van Zuid-Amerika dat omgeven wordt door een van de meest gevaarlijke en onvoorspelbare wateren ter wereld. Hij vroeg me mee te gaan. Een riskant avontuur waar ik altijd al van gedroomd had.

Tekst: Tine Slabe
Foto’s: Anja Krois

Ik heb in mijn leven aardig wat tripjes gemaakt, soms ook echt wel tegenslag gekend, maar dit was van een andere orde. Thomas zocht nog een windsurfer om de crew te versterken, aangezien hij zelf naast surfen ook druk zou zijn met fotograferen en filmen. Na bijna twee maanden met Ben van der Steen op Maui te hebben doorgebracht wist ik dat hij de juiste man kon zijn, iemand die niet terugdeinst voor watertemperaturen van rond het vriespunt of snoeiharde wind. Na een korte mailwisseling was Ben aan boord en was het team compleet: Benny en ik op het water, Thomas als cameraman/windsurfer, Peter Stickler als cameraman en Anja Krois als fotograaf.

Wennen aan elkaar en de kou
De eerste bestemming is Santiago de Chile, ons meeting point. Vandaar trekken we door naar de kust. Dat geeft ons een paar dagen de tijd om aan elkaar te wennen en al het materiaal te testen. We scoren goede omstandigheden, maar omdat dit niet het doel is van onze trip moeten we al snel onze tassen weer pakken voor het koudere zuiden. Een tussenstop ten noorden van Punta Arenas geeft ons de kans om alvast te wennen aan de kou. We varen in ongerepte natuur, op kristalheldere meertjes met de bergtoppen en gletsjers van het Andesgebergte op de achtergrond. De ideale voorbereiding.

Op vrijdag 20 maart landen Ben en ik op het meest zuidelijke vliegveld van Zuid-Amerika: Ushuaia, Argentinië. Thomas en zijn vriendin en fotograaf Anja waren er al om wat dingen te organiseren, tweede cameraman Peter Stickler blijkt in hetzelfde vliegtuig als wij te hebben gezeten, hij herkent ons aan onze ongebruikelijk grote tassen, vrij zeldzaam in dit gedeelte van de wereld. Gezamenlijk vertrekken we naar de haven, klaar om als eerste windsurfers op moderne slalomboards de boze Kaap Hoorn te ronden. De eerste op moderne slalomboards, want in de jaren tachtig surfte hier al eens een Fransoos rond op een klassiek longboard, al rondde hij de Kaap niet.

De Santa Maria ligt al te wachten in het Ushuaia Marina Centre, dit 48 voet lange stalen jacht wordt onze homebase voor de komende twee weken, klaar om ons te ondersteunen in alle verschillende plekken rond de Tierra del Fuego. Nadat we onze spullen aan boord hebben geladen kunnen de trossen meteen los, Kaap Hoorn here we come! De eerste etappe gaat van Ushuaia over het Beagle kanaal naar het zuidelijk gelegen Chileense Puerto Williams. Alle eilanden zuidelijk van deze plek behoren toe aan Chili en passagiers moeten zich eerst registreren in het kustwachtstation van Pu-erto Williams. Daarnaast vindt hier een wisseling van de wacht plaats: onze kapitein maakt plaats voor schipper Wolf Kloss, de baas van de Santa Maria en de meest ervaren kapitein uit de regio. Met meer dan honderd Kaaprondingen onder zijn riem en daarnaast trips over de Atlantische Oceaan en naar Antarctica is Kloss precies de juiste persoon om ons te begeleiden op dit misschien toch wel gestoorde avontuur.

Na sneeuw komt barbecue
Vanuit Puerto Williams gaan we zuidwaarts door het Murray kanaal, de snelste route naar het Wol-laston Islands archipel waar het eiland Hoorn gelegen is. Alleen boten die varen onder de Chileense vlag mogen hier varen, de eenzame Chileense ster wappert fier op onze achtersteven. Op de tweede dag valt het al op dat het behoorlijk waait. We zeilen met een goede twintig knopen wind tussen Navarino Island en Bertrand Island. Nou zouden twintig knopen geen probleem zijn, maar de kou en vlagerigheid wel. Nog dezelfde middag krijgen we de kans de omstandigheden aan den lijve te ondervinden, onze meest zuidelijke windsurfsessie ooit. Op het dek liggen vijf slalomboards uitgestald met zes zeilen en vier gieken voor ons drieën. Ben en ik kiezen voor een 6,4 en relatief groot board om niet weg te zinken als de wind even wat minder blaast, de iets lichtere Thomas neemt een 5,9 en een medium boardje. De boot gaat voor anker in een beschut baaitje achter Navarino Island en met een warm wetsuits aan – de watertemperatuur schommelt hier rond de zeven graden – gaan we voor het eerst het water op.

Met wind rond de twintig knopen en een bleek zonnetje is het een perfecte slalomsessie, de natuur om ons heen laat mijn mond openvallen, zo mooi. Alsof om ons er even aan te herinneren dat we hier met extreme omstandigheden te maken hebben komt er een grote wolk over die eerst een goede regen en daarna zelfs een sneeuwbui over ons uitstort. Het is gelukkig van korte duur en na de sessie genieten we op het dek in de zon van een welverdiend biertje. Daarna nodigt kapitein Wolf ons uit op het eiland, dat van hem blijkt te zijn, een eigen eiland, de man blijft ons verbazen. We stoken een vuurtje en genieten van een heerlijke barbecue en een mooie avond. Als we terugvaren naar de boot is de wind weer toegenomen, met 30 knopen tegenwind en een goede hoop kelp in het water lukt het maar net terug te varen om ons nest in te duiken.

The real deal
De volgende stap van de reis is het overvaren van de Bahia Nassau. Dit is een erg riskant gebied want het stuk water is niet meer beschermd door de bergen en alle weersystemen hebben vrij spel op dit stuk water. Voeg hieraan nog wat verraderlijke ondieptes toe en kapitein Wolf moest vol aan de bak. We hebben geluk, de wind is ons gunstig gezind op onze zuidoostelijke koers: het waait rond de twintig knopen en na negen uurtjes komen we aan in Puerto Maxwell, een kleine baai aan de oostkant van Isla Hermite, een van de twee mogelijke ankerplaatsen in het zuidelijke archipel. Het is bovendien onze laatste ankerplaats voor de ronding van Kaap Hoorn en het moge duidelijk zijn dat de spanning begint te stijgen. Voor het naar bed gaan hebben we een meeting met de kapitein om te weersvoorspelling te bekijken en te kijken of we er voor kunnen gaan de volgende dag. Het ziet er allemaal goed uit en we besluiten om er voor te gaan met een voorspelling van 15 to 20 knopen wind, die rond de Kaap neerkomen op 20 tot 30 knopen.

De volgende dag tuigen we op het dek onze setjes van een paar dagen eerder op, trekken onze warmste pakken aan en maken ons klaar het water op te gaan. Eerst is het zaak de beschut liggende baai uit te komen, wat nog vrij lastig blijkt omdat de baai zo beschut ligt dat het letterlijk nul knopen waait. Na een tijdje dobberen wordt de wind langzaam sterker en zien we het eiland Hoorn in al zijn glorie. De westenwind is nu al sterker dan voorspeld en donkere wolken staan aan de hemel. Met de koude wind en groeiende golven zeilen we steeds verder weg van Isla Hermite. De wil om in deze missie te slagen giert door ons lichaam, evenals de adrenaline. Na een kort overleg tussen mijzelf, Ben, Thomas en kaptein Wolf besluiten we ervoor te gaan; de voorspellingen voor de komende dagen zien er niet goed uit, het is nu of nooit. De boot maakt een draai naar upwind en deint mee op de drie tot vier meter hoge swell. Ik spring als eerste het water van de wilde Zuidzee in. Thomas geeft twee boards door en springt zelf het water in met het derde board. Ben gooit de zeilen overboord en springt er zelf achteraan, we zijn los.

50 knopen en toenemend
Zonder al te veel moeite weten we de zeilen op de boards te bevestigen en in no time windsurfen we naar het meest zuidelijke puntjes van het Zuid Amerikaanse continent, het meest gevreesde stukje zee ter wereld. De omstandigheden zijn zwaar, de golven stijl en ongeordend en de wind neemt nog steeds toe. Toch zetten we door, gevolgd door de Santa Maria, waar ook camera Pete en Anja nog aan boord zijn. Om het veilig te houden blijven we in de buurt van de boot, omdat we veel sneller gaan cirkelen we eromheen. Nog steeds neemt de wind toe, we zitten op 35 knopen met een goede vijf meter swell en het eind lijkt nog niet in zicht. Op een kleine twee mijl van het meest zuidelijke punt is het tijd om vol downwind te gaan, maar niet voordat we nog even een kort overleg hebben met onze ervaren kapitein. Tot ons groot verdriet raadt hij ons aan de ronding af te breken: we kun-nen nog wel windsurfen, maar in deze harde wind en onstuimige zee wordt het voor de boot haast onmogelijk ons op te pikken mocht er wat fout gaan. Eén gebroken touwtje, giek of mast en de boot zou een stuk sneller driften dan wij en zomaar wat ronddrijven rond Kaap Hoorn lijkt zowel mij als beresterke Benny niet zo’n heel goed plan. We zetten koers voor een relatief rustig baaitje, relatief want hoewel we enigszins kunnen schuilen voor de swell is het door de valwinden van 50 knopen toch nog vrij link om aan boord te klimmen met ons windsurfmateriaal.

Het blijkt wel dat kapitein Wolf zijn zeeën kent: de wind wordt alleen nog maar harder, we komen zelfs niet meer upwind naar Puerto Maxwell en moeten voor anker in Martial Bay ten oosten van Herschel Island. De wind waarin wij surfen blijkt slechts het begin van een dik lagedrukgebied, ’s avonds meten we 50 knopen wind met vlagen tot 65, een goede windkracht 12 dus. De boot schud en rolt en trekt aan het 80 meter lange ankertouw. Precies als we vermoeden dat er iets niet pluis is gaat het GPS alarm af, een alarm dat je instelt op het moment dat je voor anker gaat en in de gaten houdt of je nog wel op dezelfde plek blijft. Niet dus: in de striemende regen en vrieskou moeten we het dek op om een extra anker uit te gooien om ervoor te zorgen dat we enigszins rustig kunnen slapen. Volgens Wolf zijn er vlagen van minstens 70 knopen nodig voordat zijn Santa Maria gaat driften, lekker…

Waterstarten onmogelijk
De volgende ochtend staan we op met een fikse bries en we nemen contact op met de basis in Kaap Hoorn. De meeste eilanden in dit gebied hebben een basis waar een Chileense marinier een jaar woont met zijn familie om ondersteuning te bieden aan de boten in dat gebied, en we vragen de marinier naar de omstandigheden van de afgelopen nacht op Kaap Hoorn. De goede man vertelt ons dat het die nacht tot 120 knopen gewaaid heeft en dat de harde wind de hele dag nog aanblijft, misschien zelfs langer. Met de 65 knopen die er nu nog staan is het te gevaarlijk om uit te varen met de Santa Maria, in plaats daarvan besluiten we wat windsurfpics te schieten en wat te filmen. Niet dat dit mak-kelijk is: de wind is offshore en vlaag als een dolle en met 6,3 en 5,9 zijn onze kleine windsurfspullen toch nog wel aan de maat voor 45 tot 65 knopen. We twijfelen, want met een voeltemperatuur van -3 graden en zonder reddingsmogelijkheden is het niet echt veilig. Maar goed, we wilden avontuur, geen tijd om nu af te haken! Met een dinghy varen we naar de kant om op te tuigen en even later schieten we over het water. In de vlagen is het onmogelijk te varen, we worden letterlijk van ons board geblazen en krijgen niet eens de kans te waterstarten totdat de vlaag weer voorbij is. Na 20 minuten varen zijn we compleet buiten adem door de kou en het vechten met de spullen. Na een break met koek en zopie gaan we voor een tweede sessie. Na een minuut of tien op het water krijgen we een monstervlaag die twee minuten aanhoudt. We zien niets door de spray in de lucht en als de vlaag eindelijk voorbij is is het linea recta terug naar het eiland, genoeg voor vandaag. We pakken onze spullen en varen terug naar de boot waar we genieten van een lekker warm soepje alvorens onze heftig schuddende kooi in te duiken.

De storm neemt af, het gevaar niet
De volgende dag blijven de ruige condities aan dus we proberen zo goed als het gaat wat te ontspannen aan boord. De dag erna wordt de wind zwakker en gaat de temperatuur omhoog. We tuigen onze grote setjes op en hebben een ontspannen surfsessie op compleet vlak water. Voor het eerst kunnen we ook genieten van de mooie natuur om ons heen: regenbogen, besneeuwde bergtoppen, grote zeevogels… Dit alles neemt natuurlijk niet weg dat we stiekem nog hopen dat we de Kaap kunnen ronden. Omdat de Santa Maria maar voor een beperkte tijd door ons gecharterd is wordt het tijdraam voor de tocht steeds krapper. Een voorspelling van vijftien tot twintig knopen wind uit het westen biedt ons de volgende en misschien wel laatste kans onze missie te voltooien. Thomas besluit dat alleen Ben en ik ervoor moeten gaan, zodat hij Peter kan helpen filmen. We zeilen door de kanalen van Puerto Maxwell en Ben en ik hebben er wel zin in, maar als we de windschaduw van het kanaal verlaten kijkt kapitein Wolf een beetje moeilijk. Hij is er niet gerust op en wil de omstandigheden eerst analyseren. Wij zijn bereid meer te riskeren dit keer, we kennen de omstandigheden en zijn zeer gemotiveerd, maar omdat kapiteins woord wet is, blijven de boardjes nog even op het dek. Langzaam naderen we het punt waar we de vorige keer om moesten keren. De golven zijn groter en zelfs de wind lijkt al sterker. Een aantal mensen aan boord worden zeeziek en het tijd om een beslissing te nemen. Ik overleg met Wolf en het komt hierop neer: als jullie willen gaan hou ik je niet tegen, maar besef je dat je er alleen voorstaat. Ik kijk naar Ben en Thomas, we willen zo graag, maar om ons leven te geven voor een ronding van Kaap Hoorn… met pijn in ons hart besluiten we niet te gaan.

Ziek en teleurgesteld
Net als de eerste keer blijkt het een goed besluit: het weer slaat om en de wind wordt harder en de zee nog onstuimiger. Op de boot is de stemming down: mensen hangen over de railing van zeeziekte en anderen zijn gewoon teleurgesteld, omdat dit waarschijnlijk onze laatste kans is geweest. In 40 knopen wind met golven van zes meter komen we later op de dag aan bij Martial Bay. Omdat de motoren zijn uitgevallen moeten we buiten de baai wachten. Tot overmaat van ramp lukt het niet het zeil neer te halen, in de ijskoude wind met hier en daar een hagel- en sneeuwbui moet kapitein Wolf de mast in, iets wat hij vaker lijkt te hebben gedaan want zonder kleerscheuren fikst hij zijn boot en kunnen we voor anker in de baai. En dan te bedenken dat Wolf twee weken terug de Kaap heeft gerond met vrijwel spiegelglad water! We bedenken ons wat er allemaal had kunnen gebeuren als we toch waren gaan windsurfen en troosten ons met de gedachte dat dit toch echt de juiste beslissing was.

De volgende dagen zeilen we terug naar de haven, met zuidoostelijk briesje gaat het ons letterlijk en fi guurlijk voor de wind, we varen terug langs de noordoost route over de Bahia Nassau richting het eiland Lennox waar we overnachten. De volgende dag kruip ik achter het stuur van de boot en zeil mijn frustratie weg. Na vijf uur varen begin ik te shaken, ik blijk heftig onderkoeld, en word binnen in dekens gewikkeld om bij te komen. Zeeziek en omhuld door drie dekens val ik uiteindelijk in slaap om de volgende ochtend wakker te worden bij een mooi zonnetje en een rustige zee. We komen aan in de Beagle. Eindelijk weer vaste grond onder de voeten. Ik voel me alweer een stuk beter en een warme douche werkt verkwikkend. We zeggen kapitein Wolf en zijn bemanning gedag en vliegen ieder weer terug naar ons eigen land.

Kaap Hoorn was echt een avontuur en iets wat we niet snel zullen vergeten. We hebben de ongerepte natuur gezien in een van de meest extreme hoeken van onze planeet, een deel van de aarde dat de meeste mensen nooit zullen zien maar door dit verhaal wel een beetje zullen begrijpen. We leerden dat je soms beter nee kan zeggen dan ja. En misschien krijgen we de kans nog eens terug te gaan en onze missie te laten slagen, maar of ik het zou doen, ik weet het niet. Zoals kapitein Wolf zei op de weg terug naar Puerto Williams: Kaap Hoorn krijg je niet cadeau!

 van