04-03-2025 - Wielrenblad, Nieuws, Leesvoer

Mijn avontuur in het tijdrijden: van regionale races tot het NK

Allemaal leuk en aardig, die snelle fiets, aerodynamisch geoptimaliseerde bikefit, alle andere marginal gains, en een goed trainingsplan: maar je moet het wel ergens voor doen. Je moet een doel hebben. Gelukkig is tijdrijden bij uitstek een sport waarbij een goede aanloop een zichtbare invloed heeft op je prestaties, je bent immers alleen afhankelijk van jezelf.

En dat maakt een doel stellen een stuk makkelijker. Al bij het voorbereiden van dit project zat het in mijn hoofd: het officieuze NK tijdrijden voor amateurs, op 6 juli in Nijeveen. Een mooidoel, en een nationaal kampioenschap heeft altijd iets magisch: er is namelijk een trui te verdienen.

Het NK is het hoofddoel. Maar zodra je je een beetje verdiept in het tijdritwereldje kom je erachter dat er best wat tijdritten te vinden zijn in Nederland, waarvan veel op regionaal niveau. Dit maakt het makkelijk om kleine tussendoelen te stellen, en om te kijken hoe het met de vorm gaat. Een groter tussendoel is het regiokampioenschap tijdrijden, een belangrijker meetmoment een maand voor het NK tijdrijden.

Regionaal tijdrijden

De eerste van die regionale tijdritten is al eind april. Op een koude natte ochtend organiseert TWC’T Verzetje uit Bemmel een korte tijdrit van zeven kilometer op steenworp afstand, een mooie plek voor een eerste krachtmeting. Die middag is tevens het NK wielrennen voor Journalisten, dus ik ben goed uitgerust en neem mezelf voor om tijdens de tijdrit niet te diepte gaan. Dat lukt, ik rij voor m’n gevoel op zo’n 90 procent rond, en wordt zevende op slechts tien seconden van het podium. Daar had meer in gezeten, helemaal omdat ik op dat moment nog niet met een volledig dicht achterwiel rij. Op het NK voor journalisten-geen tijdrit-pak ik gelukkig wel het podium mee met een mooie tweede plek, dus het is hoe dan ook een geslaagde dag.

Ook mijn eigen club R&TC Groenewoud–uit Nijmegen-organiseert tijdritten, en dat geeft samen met de Limburg Cycling Chrono Trofee competitie een mooie basis aan tijdritten. Naast dat het goede meetmomenten zijn is het mentaal fijn om het op regelmatige basis te kunnen doen, want de strijd tegen jezelf is wat mij betreft het zwaarste gedeelte van het tijdrijden.

Na eenaantal gevoelsmatig prima uitslagen in de regionale tijdritten is het tijd voor het eerste grote doel: het regiokampioenschap. Met een parcours van dik 20 kilometer en slechts 7 bochten is het wel wat buiten m’n comfort zone; zo’n lange tijdrit heb ik niet eerder gedaan. Ik neem mezelf voor om een negatieve split te rijden: de eerste helft ietsje rustiger zodat je de tweede helft kan versnellen. Hoewel dat niet optimaal is met de wind vind ik het belangrijk om te zien hoe goed ik kan doseren op zo’n tijdrit. En dat lukt goed; ik rij een mooie negatieve split met een gemiddeld wattage van net boven de 300, wat goed is voor mijn doen. Meteen tijd van 28:13 rij ik gemiddeld dik 43 kilometer per uur, en ik ben tevreden met mijn prestatie. En op papier klinkt mijn vijfde plek mooi, maar met slechts vijf deelnemers ben ik daar het minst tevreden over. De simpele conclusie is dat het niveau bij de amateurs in Nederland hoog ligt; de winnaar is dik twee minuten sneller dan mij.

Het NK

Daarnaast merk ik dat mijn kracht niet ligt bij de rechttoe-rechtaan parcoursen met weinig bochten. Hoewel mijn wattages zeker niet slecht zijn rij ik beter als het meer een over-under inspanning is. Meer bochten, viaducten over, dat soort werk. De generale repetitie voor het NK is precies zo’n tijdrit: relatief kort, glooiend terrein met veel bochten: hier word ik vijfde in een vrij sterk en groot deelnemersveld. Het vertrouwen zit het nu wel snor richting het NK tijdrijden.

6 juli 2024. Het waait hard. Gelukkig is het NK tijdrijden vroeg op de dag, waarbij de wind met beaufort drie tot vier nog relatief rustig is. Later op de dag wordt vijf a zes voorspeld; daar wil je niet in tijdrijden. Ik kom ruim op tijd aan. Zo heb ik alle tijd om nog rustig om te kleden, te verkennen, en voor een goede warming-up. Maar als ik mijn fiets uit de auto pak voel ik iets in m’n rug. Shit, dit is niet goed. Ik doe een paar rek-en strekoefeningen en merk dat mijn rug langzaam vast gaat zitten, het lijkt erop dat ik een spiertje heb verrekt. Ik smeer nog snel wat spierbalsem op m’n rug in de hoop het uit te stellen en spring op de fiets: ik kan nu maar beter blijven bewegen. Gelukkig kan ik aardig pijnvrij in de tijdrithouding blijven, maar er is wel een hap uit mijn zelfvertrouwen.

Tijdens het verkennen voel ik me gelukkig niet slecht, maar ik maak een cruciale fout. Ik besluit de ronde voor een tweede keer te rijden, en dat is qua tijd krapper dan ik had verwacht. Ik weet m’n starttijd, en zie halverwege dat het kantje boord wordt. Ik versnel wat, hoewel dat niet volgens de warming-up is, wat betekent dat ik veel energie moet verbruiken om nog op tijd te zijn.

Ik kom uiteindelijk nog geen dertig seconden voor mijn start aan. De organisatie denkt al half dat ik er niet ben terwijl ik het startpodium op kom rennen, mijn jasje snel uit gooi en probeer in te klikken. Tot overmaat van ramp valt m’n ketting ook nog eens op het binnenblad en kom ik niet goed ingeklikt, terwijl het startschot al klinkt. Langzaam rol ik weg terwijl ik uiteindelijk in klik, wat snelheid maak en naar het buitenblad schakel. Ik zit er totaal niet meer in en baal als een stekker, dit had ik me absoluut niet voorgesteld.

Als ik eenmaal in m’n ritme kom voel ik me gelukkig niet slecht, maar het blijft door m’n hoofd spoken. Ik merk dat ik moeite heb met mijn normale wattages, en trap zo’n 10 tot 20 watt minder. Goed focussen op de houding nu, en snelheid vasthouden.Ik roleen kleine dertig minuten later uitgeput over de finish en m’n rug zit ondertussen zo vast dat van de fiets afstappen pijnlijk is. Maar met zo’n 44 gemiddeld over 22 kilometer ben ik niet ontevreden, naar omstandigheden heb ik niet slecht gereden. Het levert me uiteindelijk een 12e plaats op, waarbij ik zonder alle malaise misschien wel de top tien had kunnen halen.

Zoet na het zuur

In retrospectief kan ik mijn prestaties goed plaatsen, maar op het moment zelf kan het zuur zijn, vooral bij het NK met alle nodige pech. Gelukkig was er na een periode van wat de compressie de kans voor sportieve revanche, in de vorm van een ploegentijdrit. Met een sterke gemengde ploeg van R&TC Groenewoud wonnen we de ploegentijdrit van de Wielerronde van Zuidland; fijn om het tijdritavontuur op zo’n manier af te sluiten.

Leerzaam

Een avontuur was het zeker, en bovendien heel leerzaam. Niet alleen op het gebied van training en aerodynamica, maar tevens over mezelf. Wat mij betreft is tijdrijden de mentaal zwaarste discipline binnen de wielersport. Het gevecht met jezelf, om met Tom Dumoulins woorden te spreken ‘je vinger zo lang mogelijk tussen de deur houden’,is loodzwaar. Je benen lopen vol, alles doet pijn, maar je wéét dat je dit kan volhouden. Een goede tijdrit rijden is nooit leuk, al blijft het toch bijna verslavend om met zo’n hoge snelheid over de weg te vliegen. Één ding weet ik zeker: ik wil dit blijven doen.


Wil je meer van dit soort artikelen lezen en altijd up-to-date blijven? Abonneer je dan op Wielrenblad! Wil je op de hoogte blijven van het laatste nieuws rondom wielrenfietsen? Volg ons op Instagram en Facebook. Ontdek hier meer interessante blogs vol inspiratie en tips! Klik hier! Wil je de gehele Up/Down #5 2024 bestellen.

 van