Mountainbiken in de De Drei Zinnen: Trails, Gravel & Hoogtemeters
Wie de video van Kilian Bron ooit gezien heeft, weet precies waarom wij naar de Drei Zinnen of Tre Cime di Lavaredo wilden afreizen. Mocht je het gemist hebben, Kilian rijdt daar hoog over de puntige rotsformaties op zeer uitdagend terrein met de herkenbare Dolomieten-vibe. Hoewel de titel al aangaf dat de beste man over een via ferrata (een klimroute waarbij je continu aan een stalen kabel vastzit) fietste, waren wij toch hoopvol dat er voor ons mindere goden toch ook wel wat interessants te halen zou zijn.

Elf uur rijden vanaf Utrecht bevindt zich Dobiacco, of Toblach, afhankelijk van welke taal je wilt aanhouden in dit noordelijke Italië. We bevinden ons hier vlak bij de Oostenrijkse grens en het dorp ligt in een rechte lijn boven Venetië. De tweetaligheid is alom aanwezig, op de borden, menukaarten en ook de meeste bewoners lijken beide talen te spreken. Ons hotel bevindt zich in Toblach en is centraal gelegen aan de spoorlijn die je desgewenst direct naar verschillende startpunten in het dal brengt, zodat je eventueel een groter gebied kunt fietsen. Er zijn online diverse routes te vinden die op het eerste gezicht meer richting gravelpaden gaan dan dat het specifieke singletrails zijn. Zo bevindt zich hier ook de 120 kilometer lange Stoneman-route, in de Dolomieten
We ontmoeten onze 63-jarige gids in de vroege ochtend en nemen met hem de mogelijkheden voor onze twee dagen door. Helaas begint dit met een teleurstelling, de route die ons geïnspireerd heeft, is niet toegankelijk voor fietsers. Hoe Kilian het hier geflikt heeft krijgen we niet te horen, maar het zij zo. Lachend laat hij ook weten dat we daar niet zouden willen fietsen, het is steil en gevaarlijk terrein, niet voor niets hang je er met een wandeling in een klimtuigje aan de kabel vast. In plaats daarvan heeft de gids een rondje gepland van ongeveer 50 kilometer en 1.250 hoogtemeters. Wij blijven, helaas voor ons, iets meer op de gravelwegen, aangezien de meer uitdagende trails hoger op de berg allemaal nog bedekt liggen onder een dikke laag sneeuw, die door het slechte weer in het voorjaar pas nu in juni een beetje begint te smelten.

Ontelbare e-bikes
We stellen onze verwachtingen bij en gaan vol goede moed, en in XC-modus op pad. Vanuit het dorp rijden we langs de Toblacher See, een meer met een fantastisch uitzicht op de erachter gelegen bergen. Gedurende zo’n vijftien kilometer rijden we zowel over de drukke asfaltweg door het dal als door de kleinere, vlakke singletracks links en rechts naast deze dalweg. We delen de weg met zowel automobilisten als racefietsers en ontelbare tourfietsers op e-bikes. Bij het volgende meer, Lago di Landro, krijgen we, samen met de zestig toerfietsers die er een pauze nemen, uitleg over wat er hier gebeurd is tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. We worden wel ietwat nerveus na de lange tijd over het asfalt en staan te trappelen om de trails op te gaan. Dat duurt gelukkig niet lang meer, want tien minuten later slaan we rechtsaf omhoog een gravelweg op. De gids raadt ons aan hier de bidons in de waterbak te vullen, het is een warme dagen de klim staat op het punt van beginnen.
“The next bit is very steep”, vertelt de gids. “Okay”, reageren wij. “No, not okay”, lacht hij en we komen er al snel achter wat hij bedoelt. Want de trail loopt inderdaad steil omhoog, waardoor we in no-time op het grootste kransje omhoog knarsen. De bomen links en recht geven om beurten schaduw, we zwieren van links naar rechts om maar zo veel mogelijk uit de hete zon te blijven, hierbij de wilde koeien ontwijkend. We worden regelmatig door zoemende e-tourfietsen gepasseerd, die ons ploeteren met een weemoedig gezicht aanzien. Een tweede waterbak halverwege biedt gelukkig wat verkoeling. Zo’n 600 hoogtemeters later rijden we in wat meer alpiene terrein en biedt de gravelweg weer wat uitzicht. De meeste e-bikers houden het hier voor gezien en zitten uitgebreid te lunchen en te drinken bij de hut op het plateau, waar je een prachtig uitzicht hebt over de Dolomieten. Wij gaan nog wat verder omhoog, naar de 2.309 meter hoge Strudelkopf, waarbij de trail alsmaar steiler en steiler wordt. Hoewel de trail even breed blijft, wordt de ondergrond wel steeds rotsiger, wat het uiterste vraagt om naar het kruis op de top te fietsen. De wat sportievere toeristen achten het op dit punt tijd voor een pauze om te genieten van de bergen rondom.

Zonder stoppen
Vanaf hier is het enkel bergafwaarts, weet de gids, tot ons grote genoegen. Wel verdampt de hoop op een mooie trail naar beneden, we rijden hetzelfde pad omlaag tot aan de berghut die we eerder al passeerden. Vanaf daar begint een traverse over ingesleten paden door de weides, die deels vlak, omhoog en omlaag lopen. De trek begint intussen toe te nemen en we hopen na elke korte, felle klim onze lunchplek tegen te komen. Tot onze frustratie rijden we langs drie berghutten met uitnodigende terrassen vol smullende mensen… zonder te stoppen. Pas na een bijna onrijdbare korte klim komen we aan bij het restaurant waar we kunnen stoppen voor diverse lokale gerechten en drankjes. We zijn trouwens zeer onder de indruk van de gids, die zowel omhoog als omlaag in vlot tempo rijdt, zo willen wij ook wel 63 worden. We geven het gebrek van ‘echte’ singletrails aan bij hem en hij geeft ruiterlijk toe dat deze regio met name in de smaak valt bij rijders die het klimmen over gravelpaden een genot vinden, en dat het hier in mindere mate in trek is bij trail-en endurorijders. Maar hij heeft in elk geval nog wat in de aanbieding voor de afdaling, zo belooft hij.
Ook dit blijkt een farce helaas, hoewel de trail leuk start aan de zijkant van een helling, met hier en daar uitdagende stukjes, is de pret al snel voorbij en bevinden we ons wederom op een gravelpad dat in rap tempo korte metten maakt met onze zuurverdiende hoogtemeters. Voor we er erg in hebben rijden we dan ook weer nabij de valleivloer over vlakke singletrails afgewisseld met stukken over de weg. Deze singletracks zouden zich zomaar in Nederland kunnen bevinden qua ondergrond. We slikken onze frustratie een beetje weg en proberen te genieten van de uitdaging die de dag ons bood. Aangezien we continu naast een ijskoude rivier rijden, vraagt de gids lachend of we even af willen koelen, waar we tot zijn verbazing maar wat graag gebruik van willen maken. Het koude smeltwater limiteert onze duik tot slechts enkele seconden, maar met een frisse blik stappen we weer op de fiets, om de dag uiteindelijk af te sluiten met een ijskoude Italiaanse ijsco.

Kundige rijders
De tweede dag heeft de gids zijn best gedaan om iets uitdagender terrein voor ons uit te zoeken. Het initiële plan was om een groot deel asfalt over te slaan door de trein in het dal te nemen, echter besluit hij last minute dat we toch fietsend starten. Onze warming-up bestaat uit ongeveer tien kilometer over het fietspad door het dal, maar het gaat licht bergaf, zodat we slechts af en toe hoeven bij te trappen. We komen aan bij Obervierschach, waar we een skilift omhoog kunnen pakken naar Monte Elmo. Hiermee slaan we een flinke klim over, maar er staan ons nog 400 hoogtemeters te wachten. Ook hier weer een breed gravelpad dat naarmate we hoger en hoger komen steeds uitdagender wordt, zowel qua ondergrond als hellingsgraad. Na een laatste stuk duwen komen we aan op de Gipfelkreuz Helm op 2.405 meter. Hier rijden we een technisch uitdagend wandelpad naar beneden dat enkel voorde kundige rijders te doen is, waarvan onze gids er duidelijk een is. We doen gelukkig niet onder voor hem, maar komen tot onze verbazing wel weer op hetzelfde gravelpad uit als waar we een uurtje geleden ook al over reden; de trip naar de hut bleek een extra rondje te zijn van onze gids. Vanuit hier vervolgen we onze weg over het gravelpad en stoppen we bijtijds bij een berghut voor een overheerlijke lunch. Onderweg delen wij het pad trouwens continu met wandelaars, die over het algemeen vol indruk reageren op het feit dat we hier fietsen.

MTB-trail
Met gevulde bidons en magen beginnen we aan de afdaling, die eerst nog door de weides meandert over kronkelende, diep uitgesleten wandelpaden. Ook hier vraagt de trail om kunde, we hoppen meer van steen naar steen dan dat we echt aan het rijden zijn. Het wordt op de lagergelegen trails steeds iets beter, maar het blijft wat aan de grove kant.
Onderaan komen we aan bij het bergstation van de Stiergarten-lift, waar een aangelegde MTB-trail start. Nouja, eigenlijk start hij flink wat hoogtemeters lager, want hoewel we direct bij de lift door een mooi startpoortje rijden, rijden we de eerste paar honderd meter over wederom een gravelweg. Maar dan begint de trail ook, en warempel, het blijkt een vlotte, natuurlijke trail met hier een daar kleine features. Deze trail kronkelt continu onder de skilift en vormt absoluut een leuk contrast met de paden van de ochtend. Hij stopt redelijk abrupt, waarna we weer een stuk gravelpad krijgen, maar het wordt gelukkig afgerond met een steiler staartje.

Pininfarina
Vanuit het dalstation vervolgen we de hoofdweg door het dal naar een lift die ons weer omhoog brengt naar de Monte Elmo, hetzelfde station waar we eerder vandaag al waren, maar dan met een andere lift. Ontworpen door Pininfarina zelfs. Vanuit hier lijken er ook enkel maar gravelwegen te traversen naar het dalstation waar we vanochtend waren begonnen, tot we ineens steile trails zien liggen naast de weg. Volgens de gids zijn dit motorcrosspaden, illegale paden waarop crossmotoren uitdagend steil terrein omhoog rijden. We hoeven elkaar niet heel lang aan te kijken om te weten dat we allemaal wel zin hadden om te kijken of dit ook omlaag te rijden valt. Wat volgt is een soort speurtocht door het bos, steeds op zoek naar het volgende segment van de motorcrossbaan, die bijzonder tof en uitdagend is om te rijden. De gids geeft aan dater meerdere van dit soort trails in de regio liggen, maar dat ze vanwege de sneeuw tijdens ons bezoek simpelweg niet te rijden zijn. We zullen dus nog eens terug moeten komen…
Onderaan de berg is het nog even afzien, de tien kilometer die we vanochtend zo ontspannen omlaag suisden over het asfalt moeten nu omhoog getrapt worden tegen de stevige valleiwind in. We trappen ons laatste beetje energie eruit om terug te kunnen keren naar het hotel, iets waar de gids trouwens nul problemen mee lijkt te hebben. Wij hebben het er nog even over tijdens de terugrit en twijfelen of we zo eerst een koud biertje nemen of een koud ijsje. Het blijkt achteraf prima te combineren.
De regio ligt zoals gezegd vol met mountainbike-mogelijkheden, maar niet per se singletrails zoals waar we meestal verslag van doen. Houd je echter van alpiene tochten met flink wat klimmen, rijden door verschillende valleien en een bijzonder uitzicht, dan is hier genoeg te vinden. Zoek je specifiek naar smalle singletrails, dan dien je vooraf te informeren of de hogergelegen trails rijdbaar zijn, maar over het algemeen is het karakter van de regio een mix tussen bredere gravelpaden en alpiene wandeltrails.

Hotels
Regio
Destination 3 Zinnen Dolomites–Sexten, Innichen, Toblach, Niederdorf, Pragsertal
Meer Hotels en Regio’s
- Mountain Bike Holidays
- bike-holidays.com
- signature-trails.com
- #myPlace2Bike
Wil je op de hoogte blijven van leuke nieuwtjes? Abonneer je dan op UP/DOWN Mountainbike Magazine. Volg ons op Instagram en Facebook. Benieuwd naar vette blogberichten uit het Up/Down Mountainbike Magazine? Klik hier! Wil je de gehele Up/Down #5 2024 bestellen? Klik dan hier!
