06-12-2022 - Wielrenblad, Leesvoer

Nauders, meren en gletsjers – Reisverhaal

Nauders, meren en gletsjers – Om eerlijk te zijn deed de naam Nauders bij weinigen van ons een belletje rinkelen. Een enkeling kende het van wintersport, want daar staat dit door hoge Alpentoppen omgeven Oostenrijkse grensplaatsje wel bekend om. Maar dat deze omgeving niet als fietsbestemming bekend staat, is alles behalve vreemd. De concurrentie in dit gebied is namelijk moordend. Vlakbij over de grens met Italië liggen namelijk de Stelvio en de Dolomieten, niet gek dat veel wielertoeristen vaak even een klein stukje doorrijden. Maar is dat wel nodig?

Het is voor ons vaste prik om vooraf op Komoot een beetje rond te neuzen naar de mogelijkheden, helemaal als we niet zo bekend zijn met een bestemming. Kunnen we er gravelen, welke fiets gaat er mee, wat zijn de opties? Als we Nauders onder de loep nemen valt ons meteen één ding op: een echt ‘rondje’ maken is hier lastig, je komt dan al snel uit op enorme afstanden met meerdere bergpassen. Nu hoeft dat geen ramp te zijn, maar de ervaring leert dat dat simpelweg niet haalbaar is in combinatie met de nodige fotostops. Tijd om de Nederlandse rondjes-mentaliteit uit ons hoofd te zetten en hulp in te roepen: samen met Harry, de eigenaar van het prachtige Alpen-Comfort-Hotel Central waar we verblijven, kijken we naar andere opties, waarbij we soms over dezelfde weg heen en terug moeten. Zo zetten we een paar mooie routes uit.

Kerktoren

We mogen de omgeving twee dagen verkennen en de eerste dag brengt ons meteen in Italië. Vanuit Nauders ben je met een paar kilometer al over de grens en bij de prachtige azuurblauwe Reschensee, waar de herkenbare kerktoren uit het water steekt. En hoewel het meer lijkt op kunst, was deze toren ooit van een daadwerkelijke kerk. Sterker nog: de toren stamt al uit de dertiende eeuw, net als het dorpje Graun, dat ooit om deze toren heen stond. De monumentale toren herinnert ons aan het tragische verhaal van dit dorp, dat verloren ging toen de sluizen van de stuwdam in 1950 dicht gingen en de vallei onder water liep.

Vanuit een ander dorpje aan het meer, Graun im Vinschgau, rijden we een doodlopende klim op. Hoewel dat betekent dat we dezelfde weg weer moeten afdalen, zorgt het er ook voor dat het qua verkeer heerlijk rustig is en we de weg vrijwel voor onszelf hebben. Bovenaan zien we reeds een glimp van de Kaunertaler Gletsjer: we hebben dan al besloten dat we die de volgende dag van dichterbij willen zien. De rest van de route bestaat uit fietspaden, rustige wegen en mooie kleine dorpjes.

Rondom het meer bestaan de fietspaden veelal uit hardpack gravel, maar als je een beetje oplet kan je hier meer dan prima met de racefiets overheen. Een razendsnelle afdaling richting het dorpje Mals jaagt onze snelheidsmeters bijna in de driedubbele cijfers en geeft ons een flinke shot adrenaline, maar gevaarlijk is deze overzichtelijke afdaling nergens. Als we weer bergop gaan, terug naar de Reschensee, maken we wel een fout: we besluiten halverwege de klim te stoppen voor een heerlijk stuk Apfelstrudel en een ijskoude cola. Hoewel we hier aanvankelijk allemaal flink aan toe waren blijkt het tweede gedeelte van de klim met een volle maag niet bepaald een aanrader.

Drie landen

Als we terug bij het hotel zijn besluiten we nog een extra lusje te fietsen. We duiken even snel Zwitserland in, wat ook op de figuurlijke steenworp afstand ligt van Nauders. Via de Norbertshöhe – een prachtige, goedlopende klim met elf haarspeldbochten – dalen we af naar Martina, een klein Zwitsers grensplaatsje. Ook hier moeten we weer via dezelfde weg terug, maar erg is dat niet. De klim blijkt heerlijk rustig en loopt aan fijne percentages omhoog, en omdat we ‘m al gezien hebben kunnen we de gashendel flink opendraaien en hard omhoog rijden. Toch niet zo erg, heen en terug over dezelfde weg.

Onbekend maakt onbemind

Bijna veertig kilometer lang, een kleine tweeduizend hoogtemeters en een top op maar liefst 2750 meter hoogte. Het zijn indrukwekkende statistieken en met deze cijfers zou je zeggen dat deze monster klim toch wel wat naamsbekendheid moet genieten. Maar niets is minder waar. Des te meer reden om de klim naar de Kaunertaler Gletsjer op te fietsen.

De reden dat deze klim wat minder bekend is, ligt waarschijnlijk ook deels aan het feit dat het geen bergpas is, maar een doodlopende weg. Gelukkig weten we al dat het niets afdoet aan het rijplezier. Integendeel, als je zo’n lange afdaling hebt, is het fijn om deze al enigszins te kennen. De klim bestaat eigenlijk uit twee delen, het eerste deel naar de Gepatsch Stausee, een stuwmeer op zo’n 1800 meter hoogte, verloopt over het algemeen aan relatief makkelijker percentages. Hier kom je ook al snel de tolpoort tegen: om naar de top te rijden met een gemotoriseerd voertuig moet je tol betalen. Met de fiets mag je gelukkig gratis verder!

Het voordeel van zo’n tolpoort is dat de weg relatief rustig is. Lang niet iedereen wil vijfentwintig euro betalen om naar boven te rijden, dus op wat touringbussen, lokaal verkeer en motorrijders na hebben we de klim voor onszelf, en hoe hoger we komen hoe rustiger het wordt. Als we bij het stuwmeer aankomen hebben we al dik twintig kilometer geklommen, maar het echte klauterwerk begint straks pas. We trappen de benen nog even goed los op de vlakke stukken langs het meer, want we weten dat de laatste tien kilometers loodzwaar worden.

Zuurstof

De eerste stukken vallen nog goed mee. Met relatief frisse benen gaan we soepel omhoog door de eerste haarspeldbochten waar de koeien van de lokale boer rustig langs de kant staan te grazen. Maar hoe hoger we komen, hoe zwaarder het wordt. Het is niet alleen de vermoeidheid, ook de hoogte gaat nu parten spelen. De welbekende grens van tweeduizend meter is bereikt en het zuurstofniveau in de lucht begint serieus te zakken. Het is altijd bijzonder om te zien hoe iedereen hierop reageert. De een gaat boven de tweeduizend meter meteen op standje harken, terwijl de ander er geen last van lijkt te hebben. Ook bij ons is dat zo, Andrea fietst ogenschijnlijk nog steeds fluitend omhoog. In het ondertussen kale rots landschap rijdt ze steeds verder bij ons weg, maar op karakter houden we haar nog in het zicht.

Niet alleen het zuurstofniveau daalt op deze hoogtes, ook de temperatuur is aangenaam fris. Dat maakt het klimmen een stuk dragelijker, al brandt de zon ook een stuk feller als deze er zo af en toe door komt. Maar zoals wij Nederlanders weten is niets veranderlijker dan het weer. Waar we het ene moment nog in de brandende zon rijden, zien we vlak voor de top donkere wolken vanuit het dal omhoog komen. Niet veel later voelen we de eerste druppels en al snel is het serieus aan het regenen. Op de top eten en drinken we snel wat in het restaurant, daarna gaat de regenjas aan.

Murmeltier

Onze voeten zijn zeiknat, we voelen onze handen niet meer, maar ondertussen zijn we al bijna terug bij het stuwmeer. Afdalen in de regen is al geen pretje, maar als het zes graden boven nul is en je in je zomerkit rijdt, is het moeilijk om niet van de fiets af te rillen. Het wegdek droogt hier alweer op en de temperatuur is beter, maar het duurt even voordat we zijn opgewarmd. Gelukkig is er hier plotseling genoeg afleiding: terwijl Patrick ons op en neer laten rijden voor wat mooie foto’s horen we opeens een schel gefluit en in de verte zien we een marmot in het gras staan. We hadden de waarschuwingsbordjes voor murmeltiere al langs de kant zien staan, maar om ze in het echt te zien is een leuke verrassing.

De rest van de afdaling ligt er droog bij, is overzichtelijk, en is perfect om lekker bij te trappen. Kop over kop knallen we omlaag en door tunnels, tot we voldaan in het dorpje bij de voet uitkomen. Hoewel het met de regen bij vlagen flink afzien was, zijn we blij dat we hier omhoog zijn gegaan. Want ondanks dat deze klim onbekend is, is het absoluut bucketlist-materiaal.

Verblijf in Nauders

Alpen-Comfort-Hotel Central was onze uitvalsbasis in Nauders. Dit mooie viersterrenhotel ligt midden in het dorpje en is voorzien van alles wat je nodig hebt. Mooie ruime kamers, een goed ontbijt en diner, een heerlijke spa en natuurlijk ook een plek waar je je fiets veilig kan opbergen en schoonmaken. Het is niet alleen de perfecte uitvalsbasis voor wielrennen, maar als je van gravelen of mountainbiken houdt ben je hier ook aan het juiste adres.

Tourismusverband Tiroler Oberland | Erlebnisraum Nauders – nauders.com
Alpen-Comfort-Hotel Central**** – hotel-central.at
Roadbike Holidays – roadbike-holidays.com

Tekst: Merlijn Spenkelink
Beeld: Patrick Dorré


Dit artikel komt uit het magazine Wielrenblad #4 2022. Dit magazine is nog steeds los te bestellen in onze webshop, klik hier voor de webshop. Wil je meer wielrennieuws, Tips & Tricks, leesvoer en de laatste magazines kijk op Ridersguide.nl. Wil je altijd up-to-date blijven? Klik dan nu hier en word abonnee van Wielrenblad en volg ons op Facebook en Instagram!

 van