No te preocupes… of de Peruaanse way of life
In 1963 viel de Amerikaan Chuck Shipman bijna van zijn vliegtuigstoel toen hij boven Peru uit het raam keek en eindeloos brekende lijnen zag lopen. Eenmaal geland ging hij gelijk op zoek naar deze magische golf, die hij vond bij het kleine stadje Chicama. Een golf die – als de omstandigheden het toelaten en de secties op elkaar aansluiten – tot wel 4 kilometer lang kan zijn. Vijftig jaar later ondernemen worldcupsurfer Camille Juban en zijn broertje Tom een poging om een rit op deze ‘langste golf ter wereld’ in het Guiness Book of Records te krijgen. Fotojournaliste Ludivine Carreres doet verslag.
Woord: Ludivine carreres
Beeld: Ludivine Photo ploofvideo
Na jaren van dromen en voorbereiden is de tijd die over het water uitkijkt oplopen, ontdekken we El Cape, daar. Samen met een crew bestaand uit onder meer vader Jean Paul, familievriend Yves en een cameraman trekken we vanuit Guadeloupe naar het buureiland Sint Maarten, waar we de nacht doorbrengen. Het internati- onale vliegveld Prinses Juliana biedt ons de mogelijkheid de volgende dag door te vliegen naar Panama, vanwaar we doorvliegen naar de hoofdstad van Peru: Lima. Eenmaal geland rest ons nog een binnenlandse vlucht naar Trujillo, waar we midden in de nacht aankomen.
Geen tijd nog om te ontspannen, er wachten ons nog enige kilometers asfalt. Gelukkig zijn alle boardbags aangeko- men, we laden ze gelijk op onze 4X4 voor het laatste stuk route op de Pan American Highway. Deze snelweg bestaat uit een netwerk van wegen die in totaal niet minder dan 48 duizend kilometer lang zijn. Afgezien van een kleine regen- woud-break van ongeveer 100 kilometergenaamd Darién Gap, linkt deze Ruta Panamericana bijna alle landen van de Americas; hij staat dan ook bekend als ’s werelds langste weg voor motorvoer- tuigen. De weg is niet alleen lang, hij is ook behoorlijk gevaarlijk. Op het asfalt voeren vrachtwagens, bussen, auto’s en motors een onophoudelijke dans; we zijn moe maar het is onmogelijk in slaap te vallen met het constante slalommen van inhalen, vaart minderen, versnellen, en dat soms zelfs zonder enig zicht.
Rond middernacht komen we aan bij het Chicama Surf Resort. Het is koud maar de eerste blik op de door de maan ver- lichte line-up vlak voor het hotel maakt dat we het gelijk weer warm hebben. Het hotel is echt waanzinnig. De kamers zijn ruim, voorzien van grote badkamer en zelfs wifi en het hotel beschikt ook nog over een fitness- ruimte, sauna en bubbelbad. De jonge en dynamische eige- naar Miguel – bekend in het hele dorp mede doordat hij veel mensen werk verschaft – is bovendien zeer gemotiveerd ons waar nodig bij te staan in het vestigen van een wereldrecord op zijn home spot.
Chicama
Als we de volgende ochtend wakker worden is het nog steeds koud. De golven zijn niet groot maar zo glassy en mooi gesorteerd dat het er nu al magisch uitziet. Als we de heuvel die over het water uitkijkt oplopen, ontdekken we El Cape,het vertrekpunt van deze ‘langste golf ter wereld’, zoals de locals hem noemen. Net als ontdekker Chuck en zijn surf- buddies 50 jaar geleden, kunnen de broertjes Juban de roep van de golven ook niet weerstaan; een kleine golfsurfsessie om het eerste zout te proeven. De peak is zover verwijderd van het strand dat het hotel zijn gasten een kleine boot ter beschikking stelt om ze naar de peak te brengen – en vooral ze er weer heen te brengen na elke bereden golf. Geen over- bodige luxe met de combi van koud water en de lengte van de rides, merken ook Tom en Camille.
Huanchaco
De volgende dag spreken we af met José Mario, die ik in 2011 ontmoette in Guadeloupe tijdens de Pan Amerikaanse Surfkampioenschappen. Hij hield niet op vol trots te praten over zijn land, en de belofte dat we altijd welkom waren in Peru was genoeg voor ons om een ticket te boeken en de recordpoging aan te gaan. José Mario is naast surfer gerespecteerd advocaat in Lima. Het feit dat hij aan het hoofd van de landelijke surforganisatie staat en alle riders per- soonlijk kent – evenals de hoteliers en iedereen die belangrijk is in het dorp – helpt een boel bij de organisatie van onze poging. José Mario geeft ons een tour van de omgeving en neemt ons mee naar Huanchaco, een dorpje bekend in heel Peru om zijn fameuze caballito de totora. Dit handgemaakte schuitje van stro wordt gebruikt als vissersboot en heeft daarnaast een controversiële geschiedenis: de Peruanen beweren de eersten te zijn geweest die met de moeilijk te manoeuvreren bootjes de golven gesurft hebben.
Dit is precies de uitdaging van de broertjes deze morgen: erin slagen om met een caballito de totora (rieten paardje) de kleine golfjes van Huanchaco te surfen. Gedurende twee uur proberen ze uit alle macht de golven te berijden: zit- tend, staand, liggend… zonder al teveel succes. Het is vrij- wel onmogelijk om de boot goed te sturen. Tenminste, dit is wat de jongens denken, totdat local hero Joel een kleine demonstratie komt geven. Uitgerust met een iets kleinere caballito neemt hij de golven staand met een kleine ped- del die uit niet meer bestaat dan een kleine bamboestok. Hij surft naar links en rechts, zonder wetsuit en met een grote smile op zijn gezicht. Op het strand genieten we van het spektakel met José Mario en de rest van de crew, we eten kleine maïshapjes in bananenbladeren en de bewoners vergezellen ons, blij en verbaasd om twee toeristen in de line-up te zien met hun nationale boot.
Benieuwd naar de rest van het verhaal? Dit is een artikel uit Motion windsurf magazine 2014 #2. Mocht je dit magazine gemist hebben dan kun je deze bestellen in onze webshop of word voor het gemak meteen abonnee zodat je geen nummer meer hoeft te missen!