21-02-2012 - Snowboarden, Nieuws

Nooit stressen met Joey van Essen

Wanneer verscheidene fotografen je hun mooiste shot toesturen met één en dezelfde rijder, dan begin je te vermoeden dat er iemand een goed seizoen heeft gehad. Wanneer dit vermoeden wordt bevestigd door videobeelden die je te zien krijgt, dan weet je dat het tijd is om die persoon te benaderen voor een interview. Wanneer die persoon behouden reageert (‘Oh, das leuk’), dan weet je dat je Joey van Essen aan de lijn hebt. Nooit zal er iemand stressen in de buurt van Joey van Essen…

Tekst: Mirte van Dijk. Foto’s: Matt Georges, Daniëlle van den Heerik & Michiel Rotgans

“Zo Joey, waarom verdien jij eigenlijk dit interview?” Op zijn vriendelijke gezicht zien we opeens een paar grote ogen verschijnen. “Eh…”, stamelt hij, in de hoop dat we deze vraag zonder zinnig antwoord voorbij kunnen laten gaan. We wachten rustig af en onderbreken bijna de stilte door om zijn geschrokken gezicht te lachen. Dan ineens verschijnt een grote glimlach: “Omdat ik een heel goed seizoen heb gehad, misschien wel mijn beste tot nu toe!”

“Ik hou van snowboarden.” Waarna hij fluistert: “…Maar dat weten de lezers toch wel?” Na een paar minuten merken we hoe timide hij eigenlijk is. “Ik ben blij dat jullie geen camera voor dit interview gebruiken, want als ik voor de camera iets moet zeggen dan komt er niks méér uit dan wat er van me gevraagd wordt.”

“Maar hoe zit dat dan als je tijdens het snowboarden een camera op je neus hebt? Je rijdt tegenwoordig nauwelijks zonder bewijsmateriaal?”, vragen we. “Daar heb ik helemaal geen moeite mee, zolang ik niets hoef te zeggen! Als ik iets leuks voor de camera vertel en het komt helemaal niet leuk over of het lijkt erop dat ik kapsones heb, dan vind ik dat best wel vervelend. Maar écht stressen doe ik nooit hoor. Natuurlijk ben ik wel eens zenuwachtig voor een wedstrijd, maar over het algemeen ben ik best laid-back. Zeker als ik onderweg ben om te filmen. We zijn als team aan het werk in een goede en ontspannen sfeer. Het is trouwens ook fijn als je na een dag hard zwoegen het resultaat terug kunt zien, dan ben ik juist blij met die camera’s.” Het team waar Joey het over heeft bestaat uit Gerben Verweij, Cees Wille en filmmaker Tim Schiphorst. Zij maakten afgelopen seizoen voornamelijk korte trips naar Zwitserland, Oostenrijk, Finland, Noorwegen, Italië en Duitsland om te filmen voor de nieuwe Nederlandse snowboardfilm Momentum. “Het fijne van die korte trips is dat Nederland echt een thuisbasis blijft. Ik denk dat het een soort heimwee is, want ik vind het toch wel prettig om niet te lang van huis weg te zijn. Misschien komt dat ook door het bord eten dat hier altijd voor me klaar staat. En op een gegeven moment wordt een bepaalde spot ook gewoontjes. Tijd nemen om bepaalde tricks te oefenen ging niet, we werden echt gedwongen om te presteren. En dat is toch een voordeel. Ook met slecht weer reden we gewoon door, in plaats van te denken: ‘Joh, dat komt morgen wel’. En dat leverde goede resultaten op!”

“Over goede resultaten gesproken, we zijn erg benieuwd naar de nieuwe Postland-film Momentum. Hoe zijn die opnames verlopen?” “Half december begonnen we in Zwitserland met het testen van al het materiaal dat je nodig hebt om filmopnames te maken, zoals een generator, bouwlampen en een winch (in dit geval een zelfgemaakte lier bestaande uit een oud motorblok en een stuk touw om op snelheid te komen). Daar komt eigenlijk best veel bij kijken. Normaal gesproken regelt Gerben bijna alles, maar deze keer hebben we veel samen gedaan en stonden we een kleine drie weken in zijn werkplaats te klussen om alles voor te bereiden. We waren een goed team, dat moet ook wel. Soms sta je met z’n drieën een paar uur sneeuw te scheppen, zodat één persoon wat tricks kan maken. Team-effort dus. Als je dat elkaar niet gunt, dan krijg je ongemakkelijke situaties. Ik ben uiteindelijk heel blij met mijn part, ik heb namelijk echt het seizoen gehad waar ik op hoopte. Het zit geloof ik bijna aan het einde van de film. Of ergens in het midden? Het is niet het laatste part, want Tim wilde ook een knaller halverwege. Zo blijft het tenminste leuk om naar te kijken.”

“Wie jou wel eens op YouTube heeft bekeken vraagt zichzelf misschien af hoe je het toch voor elkaar krijgt alles er zo eenvoudig uit te laten zien. Het lijkt haast alsof het bij jou vanzelf gaat, doe je eigenlijk wel je best?” “Ja hoor, ik heb geen idee waar die rustige stijl vandaan komt. Ik hoor het inderdaad wel vaker. Het is echt niet zo dat het me is aan komen waaien. De eerste keer dat ik op een snowboard stond ben ik na dertig minuten gestopt. Het ging voor geen meter. Diezelfde week probeerde ik het nog een keer met hulp van wat vrienden. Toen had ik het vrij snel te pakken. Ik kreeg op mijn verjaardag een eigen board en een dag later een jaarkaart voor de Uithof. Vanaf toen begon ik met het rijden van rails, want die lagen daar nu eenmaal. Ik snowboardde praktisch elke dag en dat heeft op rails zijn vruchten afgeworpen. Kickerspringen gaat me ook wel redelijk af, dat blijft toch altijd moeilijk oefenen in Nederland. Qua rails kan ik op een internationaal evenement altijd goed meekomen, maar op kickers heb ik nog genoeg te leren. Ik heb toch het idee dat je minimaal dubbele corks moet springen om iets teweeg te brengen op zo’n wedstrijd. Het zou eventueel haalbaar zijn, ik zou nog een hoop moeten oefenen, maar het is een andere discipline. Door de mensen met wie ik snowboard is mijn pad richting de straat gegaan en daar ben ik gelukkig mee. Ik beleef het snowboarden op die manier, ik hou van de variatie die de straat me te bieden heeft.”

“Als je het aantal uren dat jij op de indoorbaan hebt doorgebracht omrekent naar het aantal werkdagen, heb je er al een hele carrière opzitten. Hoe blijf je na al die tijd nog steeds gemotiveerd?” “Het heeft niet zozeer te maken met de tricks die anderen doen, ik hoef niet per se te kunnen wat Gerben of Cees doet. Het gaat erom dat ik zie dat zij steeds bezig zijn om nieuwe dingen te verzinnen, ze leggen de lat voor zichzelf hoger en dát motiveert mij. En soms moet je elkaar er doorheen slepen. Afgelopen winter, toen we in Noorwegen waren, was het overdag te warm en de sneeuw daardoor te ‘slush’ om er mee te bouwen. Het bouwen deden we dan aan het einde van de dag, zodat deze in de avond zou aanvriezen. Er ontstond echter een enorme ijsplaat. Omdat we toch bepaalde shots moesten schieten die nog nodig waren voor de film, kun je eigenlijk niet bij de pakken neerzitten. Als er één iemand is die dat wel doet, kan dat de gehele sfeer verpesten.”

“Ergens heb je dus een bepaalde verantwoordelijkheid om elkaar te blijven motiveren. Hoe gaat dat dan bij wedstrijden? Dan is het toch ieder voor zich?” “De meeste mensen in het indoorcircuit kennen elkaar goed. De kwalificatierondes zijn vaak gezellige jamsessies met je vrienden. Iedereen pusht elkaar om beter te gaan rijden waardoor er vaak een goede sfeer hangt. Tussen de kwalificaties en de finale zit vaak een lange pauze waardoor je weer inkakt. Vaak rijd je in de finalerun de tricks die je tijdens de kwalificatie al gedaan hebt, maar het ‘momentum’ is dan voorbij, je moet jezelf echt weer even wakker schudden. Ik vind het heel moeilijk om mezelf op dat moment opnieuw te motiveren, vooral omdat de rijders die de finale niet gehaald hebben zitten te mokken. Ik snowboard nu eenmaal het beste als er een goede sfeer heerst onder alle mensen.”

“Ik neem aan dat die sfeer bij je nieuwe sponsor DC prima in orde is?” “Ja! Ik was altijd een enorme fan van DC, dat had ik nooit zo bij andere merken. Via mijn andere sponsor, de webshop Shaped Snowboarding, werd ik wat geholpen door Remco Smith. Hij had contact met DC en heeft een balletje opgegooid. Hij is op de eerste plaats een echte zakenman van wie ik veel advies gekregen heb en hij heeft me geholpen met de onderhandelingen, daar ben ik namelijk niet zo goed in. Dat ik uiteindelijk voor hun ‘full-package’ mocht rijden was voor mij dan ook wel het hoogst haalbare van mijn verlanglijstje.”

“Welke trick miste er nog in jouw segment in Momentum?” “270’s op een rail! Helaas staat hij nog steeds op mijn verlanglijst. Ik heb wel mijn best gedaan hoor! De rails op straat zijn vaak hoger en langer dan die van een indoorbaan. Ik kan het best lang volhouden: proberen, vallen, opstaan, proberen, weer vallen, opnieuw opstaan. Maar op een gegeven moment houdt het op. Dan denk ik: ‘Dat komt volgende week wel weer’. Vaak blijkt dan dat die ene rail toch de beste was voor die ene trick. En dan baal ik dus dat ik het op dat moment niet langer geprobeerd heb.”

“Is het ook zo met je studie gegaan? Dat heb je immers ook geprobeerd…” “Ik heb een opleiding boekhouden gedaan, maar dat was niet echt mijn ding! Het eerste halfjaar lukte alles met twee vingers in mijn neus. Toen besloot mijn beste vriend met zijn studie te stoppen en zat ik opgescheept met al zijn mooie snowboardverhalen. Ik liet me overhalen langzaam maar zeker het studeren in te ruilen voor het snowboarden. Er was geen enkele docent die opmerkte dat ik steeds minder vaak kwam opdagen. Twee maanden later volgde ik helemaal geen lessen meer, waarop ik besloot het toch maar aan mijn vader te vertellen. Een goed gesprek kwam er wel, maar de tweede helft van mijn studie niet.”

“Dus je hebt het precies tot aan de beste periode, de winter, volgehouden? Wat een timing!” “Tja, vanaf dat moment wist ik honderd procent zeker dat ik fulltime wilde snowboarden.”

“En nu? Is je fulltime job alweer begonnen? Wat staat er op de planning?” “Geen idee. Als het haalbaar was om afgelopen winter te overtreffen dan zou ik daar vol voor gaan. Dat is echter niet eenvoudig, want we hebben zo ontzettend veel gedaan. Ik zou graag naar een land willen waar ik nog geen streetrail gereden heb, Polen bijvoorbeeld. Of misschien toch nog een keer naar Amerika, daar zijn de parken veel fijner dan in Europa. Op de een of andere manier klopt het allemaal beter, je hebt meer tijd voor je sprongen en tricks. Die tijd heb ik wel nodig.”

“En vergeet die 270-boardslides niet!” “O ja, misschien moet ik dan toch echt een keer gaan trainen…”

 van