23-04-2021 - Nieuws, Leesvoer

Oermensen op de Savanne

De filosofie van de duursport

Op de fiets ontstaan de beste gesprekken, vindt Joost-Jan Kool. Hij rijdt dan ook graag samen op met uiteenlopende mensen. Zijn aandacht werd getrokken door een artikel van de hand van filosoof Ron Welters, die onderzoek doet naar de relatie tussen duursport en duurzaamheid. Onlangs filosofeerden ze online een stukje samen op. 

Ron Welters

Joost-Jan Kool schrijft een berg, maar is geen klimgeit, eerder een stoemper op lineaalrechte polderwegen. Hij schrijft graag fictieve wielerverhalen, over een gevoel dat niet te verzinnen valt.

Het voelde niet goed om nu te gaan fietsen met iemand die ik helemaal niet ken. Daarom sprak ik Ron Welters digitaal. Ron Welters is sportfilosoof en veelfietser. Per jaar fietst hij maar liefst 15.000 kilometer. Daarnaast werkt hij ook nog eens 2.000 hardloopkilometers weg. Dat fietsen houdt overigens ook verband met het feit dat Ron geen rijbewijs heeft. ‘Vroeger, in Eys, vlak bij de Eyserbosweg, waar ik opgroeide, haalde iedere jonge gast op zijn achttiende zijn rijbewijs. Daar werd ik een beetje dwars van, die wetmatigheid.’  Voor wie de behoefte voelt een sportief etiket op Ron te plakken: hij doet aan duatlon. Ofwel: lopen, fietsen lopen. Een combinatie van twee werelden. Om het even zwart-wit neer te zetten: de hardloper als de zwijgende asceet versus de gezellig kletsende wielrenner. Ron: ‘Wielrenners zijn praatjesmakers.’  Verder, om het beeld van Ron de sporter te vervolmaken: Ron fiets het liefst solo. Aan jakkerende groepjes waagt hij zich niet. Hij jakkert liever alleen. 

Acedia 

Dan Ron de filosoof. In zijn opiniestuk in de Volkskrant pleit Ron voor het doorbreken van de dagelijkse sleur van altijd maar thuis zijn via een stevig portie fysieke activatie. Het stuk is een boeiende combinatie van liefde en passie voor de sport en een verrassend filosofische visie op het evenwicht tussen lichaam en geest. Twee grootheden die volgens Ron niet los van elkaar kunnen worden gezien. Ze hebben een wisselwerking met elkaar. 

Nadat Ron op uitnodiging van mij antwoord gaf op de vraag waar hij mij mee naar toe zou hebben genomen op de fiets – de stuwwal van Nijmegen (Rons woonplaats), langs de Waal richting Beneden-Leeuwen, de brug over en dan terug via Dodewaard, kriskras door de Ooijpolder of misschien de grens over, het Reichswald in – nam hij mij mee naar de aanleiding van zijn opiniestuk. Hij sloeg aan op een artikel van collega-filosoof en Denker des Vaderlands Daan Roovers. Zij schreef over de lusteloosheid die haar regelmatig overviel in deze coronatijd. ‘Een vreemde combinatie van lusteloosheid, ongerichte angst, desinteresse, verveling en het onvermogen je te kunnen concentreren, ofwel acedia.’ Een uitstapje voor bijvoorbeeld een lezing voelde als een soort bevrijding uit die toestand. Ron zijn reactie daarop was, kort gezegd, dat niemand verplicht is om altijd maar binnen te blijven. Even lekker sporten op het midden van de dag, het moment waarop de sleur en verveling bijna tastbaar kunnen zijn (‘het loden middaguur’, schrijft Ron) is de perfecte remedie tegen die, zoals Ron in zijn artikel stelt, parallelle acediapandemie. 

Ommetje 

Een uitstapje: wanneer ik gewoon, zonder morele belemmeringen te ervaren, met Ron was gaan fietsen en wanneer de regelmatig door Ron aangehaalde Duitse filosoof Peter Sloterdijk zich bij ons had aangesloten (volgens Ron had dat zeker gekund; Sloterdijk houdt immers van fietsen), had er puur hypothetisch gezien een prachtig gesprek op de fiets kunnen ontstaan. In zijn werk ‘Je moet je leven veranderen’ pleit Sloterdijk voor een terugkeer naar het in vergetelheid geraakte lichaam. Het lichaam dat, volgens Ron en Sloterdijk, niet los van de geest kan worden gezien. 

Ron zegt dat de moderne mens nog maar heel beperkt bekend is met zijn of haar lijf. We verstaan het niet meer. Daarbij heeft hij moeite met de focus op maakbaarheid. Als voorbeeld noemt hij een app als Ommetje van de Hersenstichting. Op zich een goed initiatief, het zet veel mensen aan tot de fysieke beweging waarvoor hij zelf pleit. Maar het zijn de cijfers die het gedrag dicteren. Zoveel stappen per dag betekent dit of dat. Het zet mensen gevangen in de gedachte dat je alles in de hand kunt hebben, ook je gezondheid. Daar komt bij dat op die manier bewegen niet uitdaagt tot het echt verleggen van grenzen. Sterker, in deze coronatijd zou de bandbreedte waarin sporten gezond en dus verantwoord is erg smal zijn. Te weinig beweging maakt je dik en ongezond, maar teveel sporten vormt een aanslag op het immuunsysteem. 

Oermensen 

Terug naar onze hypothetische fietstocht. Ik stel mij voor dat we Peter Sloterdijk na een onderhoudend gesprek op een mooi plekje achter zouden laten. Sloterdijk omschreef wielrenners eens als oermensen op de Savanne, vertelde Ron mij. Urenlang op zoek naar een prooi met een concentratie die vreemd is voor de moderne mens. Die vergelijking streelde mij, de brave huisvader die zich zo heel graag een beetje heroïsch wil voelen (wellicht ligt hier ook de oorzaak van het probleem van al die andere-weggebruikers-de stuipen-op-het lijf-jagende wielercoureurs). Toch zouden we verder fietsen, zwijgend, Ron en ik, twee solitair georiënteerde renners, met maar heel beperkt, bewust, oog voor de omgeving, langzaam wegzinkend in de bewustzijnsversmalling die bij fietsen, in tegenstelling tot hardlopen, pas na een langere tijd en bij een fikse inspanning ontstaat. Een versmalling van het bewustzijn die louterend kan zijn, omdat het rust geeft aan het door allerhande prikkels geteisterde brein. Alleen de fiets en het lichaam, stug doortrappend vervloeiend in een perfect mechanisme. Een lichaam dat het aandurft om de grenzen van de menselijke maat op te zoeken, daar ook overheen durft te gaan, omdat het bekend is met de kracht van het eigen herstel. Kennis die de moderne mens lijkt te zijn verloren, omdat alles wat we willen weten in cijfers is verpakt.  

Soms, in perioden dat ik heel veel fiets, heb ik de neiging te blijven hangen in die versmalling. Eenmaal van de fiets blijf ik fietsen. Ik word ijdel en heb een enorm grote focus op de conditie van mijn lijf. Ik voel mij sterk en val iedereen in mijn omgeving lastig met een welhaast sportieve obsessie. Meestal houdt die toestand een paar weken aan, weken waarin de wereld en alles wat daarop gebeurt als water van mijn schouders glijdt. Een toestand waarin ik gelukkig ben. 

City Slickers 

Kijkend naar zijn indrukwekkende aantal jaarlijkse fietskilometers en de passie waarmee hij over het fietsen praat, denk ik dat Ron die toestand maar al te goed herkent. Of misschien verlangt hij vooral naar die toestand, zoals ik dat ook kan doen in tijden dat het leven als een aandachtsgeile octopus aan mijn schouders kleeft. Het zou ook goed kunnen dat ik alleen maar denk dat een eenzijdige focus mij echt gelukkig maakt, maar dat ik in werkelijkheid die veelvoud aan prikkels nodig heb. In het verlengde daarvan vertelde Ron over de Amerikaanse film City Slickers. Een stel stedelingen trekt naar New Mexico, waar ze met jaloezie kijken naar het eenvoudige leven van een of andere cowboy. Ze nemen zich voor op eenzelfde manier te gaan leven. De cowboy zegt: ‘One thing.’ Een ding, enkel de koeien en verder helemaal niets. Hij gelooft niet dat ze dat kunnen. Ron zei dat het hem dat fascineert. Mensen die, zonder dat daar een financiële vergoeding tegenover staat, zich vol overgave richten op hun sport. Een overgave die veel verder gaat dan een keer in de week gezellig een rondje fietsen. Een overgave die een leven bepaalt, die mensen grenzen laat verleggen. 


Ron vertelde nog meer, en ik ook. We putten allebei uit onze ervaring. Ron pakte boeken uit de boekenkast in zijn hoofd en citeerde voor dit onderwerp wezenlijke passages. In de metafoor van de fietstocht trapten we voordat we afscheid zouden nemen de benen nog wat los. Geen kleffe handdruk, maar een rode knop op een scherm als afscheid. Ik bedacht dat we op eenzelfde manier onze sport benaderen. Niet enkel een beetje bewegen, veilig tussen de regels, maar fietsen als een way of life, een manier om het lichaam uit te dagen en te stalen. Net voordat we digitaal af zouden slaan, zei Ron: ‘Vaak wordt fietsen als metafoor gebruikt. Maar dat is het niet. Fietsen is de werkelijkheid.’ 


Normaal gesproken volgt er op een gesprek als dit een reis naar huis. Het liefst op de fiets, maar soms ook met de auto. Een mooi moment om in alle rust het voorgaande de revue te laten passeren. Nu verbrak ik de verbinding en werd ik meteen weer opgeslokt door het leven van alledag. Een brute overgang die mij verhinderde het verhaal alvast een beetje in de steigers te plaatsen. Dat deed ik later op de fiets, tijdens een heerlijke solotocht waarin lichaam en geest de handen ineensloegen, op een manier zoals Ron beschreven had in zijn betoog. 

Tekst: Joost-Jan Kool | Beeld: Gijs Ferkranus


Deze editie ‘Samen Op’ staat in het laatst gepubliceerde magazine: Wielrenblad #1 2021. Deze kun je bestellen in de Soul Webshop. Ook is het blad beschikbaar in de Soul Kiosk App. Wil je voortaan geen nummer van je favoriete magazine meer missen? Word dan snel abonnee van Wielrenblad!

 van