Ontdek de magie van Waiatoto River in Nieuw-Zeeland
Op een perfecte winterdag ergens in 2020 stond ik op de top van Tititea, de ‘Matterhorn’ van het Zuiden. In het zuidoosten lag Wanaka, mijn thuis, onder een dikke laag mist. Naar het noorden zag ik de Waiatoto River richting de Tasmanzee stromen. Zou het mogelijk zijn om per ski en packraft vanaf de gletsjers van Tititea het smeltwater te volgen via de Waiatoto River tot aan de oceaan?
Drie jaar -en eindeloos veel research en routeplanning- later weet ik Charlie Murray en Jasper Gibson te verleiden me te vergezellen tijdens dit avontuur. Een aantal zaken heb ik bewust vaag gehouden; het idee dat ik verkocht bestond slechts uit hoofdlijnen. Dat we meer dan dertig kilo per persoon mee moesten zeulen, dat de route in het beste geval zeer moeilijk zou zijn en de doorgaans slechte weersomstandigheden, had ik verder onvermeld gelaten. Maar toch, drie jaar na die bewuste winterdag zijn we klaar voor vertrek.
Na een laatste materiaalcheck beginnen we aan onze eerste etappe richting de gletsjer. Nog geen uur later begint het te miezeren. Het is hard werken om vooruit te komen en we gaan dan ook langzamer dan gepland. Uitgeput bereiken we ons eerste bivak; het is inmiddels gaan sneeuwen.
De volgende ochtend ontwaken we in een serene rust in Nieuw-Zeeland. Een verse laag sneeuw werkt als een geluidsdemper. Ondanks de relatief goede condities sluipt de twijfel erin. We zijn nog geen 24 uur onderweg, maar iedereen is al naar de klote. Als we ons nu al zo afgedraaid voelen, hoe gaan we dan in godsnaam de volgende geplande zes dagen doorkomen?
Na een straffe bak koffie besluiten we de trip op te delen in etappes en niet verder te kijken dan de dag die voor ons ligt. We bepalen een einddoel voor de dag en zien wel verder als we dat bereikt hebben. Wanneer we tegen het vallen van de avond de volgende hut bereiken, is de voordeur al dusdanig ondergesneeuwd dat we moeten graven om binnen te komen. Met onheilspellende weersomstandigheden in het vooruitzicht besluiten we de volgende ochtend voor zonsopkomst te vertrekken. De ski’s worden vervangen door stijgijzers.
Na een paar uur klimmen met toenemende wind, sneeuw en steeds minder zicht stoppen we voor overleg. Zelfs in gunstige condities is onze route niet zonder gevaar; in deze omstandigheden doorbeuken voelt simpelweg te link.
Oorsprong
We besluiten terug te keren naar de hut. Eenmaal veilig binnen zijn we vooral opgelucht dat we omgedraaid zijn. De weergoden lijken het op ons voorzien te hebben. De gehele volgende dag spenderen we binnen, hopend dat de wind gaat liggen en het stopt met sneeuwen. Tot onze blijdschap vinden we in de hut nog wat proviand zodat we onze eigen, minimale voorraad niet hoeven aan te spreken. We rusten, wachten en speculeren over mogelijke alternatieve routes totdat de rust weerkeert en we een nieuwe poging kunnen wagen.
De volgende ochtend zijn de condities aanmerkelijk beter en wagen we het erop. Nu we dezelfde trip met goed zicht ondernemen, realiseren we ons eens te meer dat we er eerder goed aan deden de missie af te breken. Het terrein is meer dan uitdagend. Tijdens een lunchstop met uitzicht, voor zover het wolkendek onder ons dat toelaat, op de Volta gletsjer bespreken we de volgende stap. Charlie oppert parallel aan de bergkam af te dalen. Dicht op elkaar skiën we even later door de wolken naar beneden totdat we vrij zicht hebben. Vanaf daar wordt het een constante puzzel hoe de natuurlijke obstakels te overwinnen. Het terrein bestaat inmiddels uit een mix van sneeuw, brokken ijs en rotsen.
Wanneer we op een halfbevroren meer stuiten, is het tijd om de drysuits en packrafts in stelling te brengen. Hoewel we ons in een prachtige omgeving bevinden, hebben we weinig oog voor de schoonheid. Ietwat gespannen navigeren we ons een weg tussen de drijvende ijsbrokken naar de overkant. Eenmaal veilig aan wal is er even een moment van ontspanning. We bevinden ons bij de oorsprong van de rivier. Vanaf hier hoeven we die alleen nog maar te volgen, stroomafwaarts, richting de oceaan.
Lawines
Maar dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan. De ‘rivier’ is hier niet meer dan een samenkomst van stroompjes, halfdroge beddingen en watervallen. Vallend ijs en steen vormen een constante bedreiging terwijl we, met enige haast vanwege de naderende zonsondergang, proberen de pas erin te houden.
Net als we het volgende meer bereiken, worden we opgeschrikt door een luide knal. In een wolk van sneeuw en gruis zien we slechts een paar honderd meter verderop een lawine van brokken ijs en rotsen het meer in storten. Het meer dat wij over moeten om onze weg te vervolgen. In stilte, enigszins gespannen en met een schuin oog op de bergkam boven ons, hijsen we ons in de drysuits en laten we de rafts te water. Zonder noemenswaardige problemen bereiken we de overkant.
Grillig in Nieuw-Zeeland
In het laatste daglicht scannen we de omgeving voor een goede plek om ons kamp op te slaan. Na enig zoeken vinden we een min of meer vlak stukje om de nacht door te brengen. Na vijftien uur bikkelen is het vooral zaak snel iets te eten en onze slaapzakken in te kruipen. Gedurende de nacht schrikken we meermaals wakker van brokken ijs en rots die even verderop onder luid geraas het meer in storten.
Wanneer de zon opkomt, breken we ons kamp af en vervolgen we onze weg. We bevinden ons inmiddels tussen steeds dichter wordende begroeiing, wat het tempo nog verder drukt dan voorzien. Klimmend, klauterend en worstelend met ski’s die telkens blijven hangen tussen de takken, komen we nog maar een paar honderd meter per uur vooruit. Onder ons horen we de Waiatoto River aan kracht en omvang winnen, maar op dit punt is raften nog geen optie.
Moeizaam klimmen we verder langs de rotswand op zoek naar een plek om de rafts veilig te water te laten. Veel later dan gepland bereiken we dan eindelijk een plek waar de Waiatoto River dusdanig tot rust gekomen is dat we de rafts weer kunnen inzetten. Invallende duisternis doet ons echter besluiten het een dag te noemen en ons kamp op te slaan. Het vooruitzicht de rest van de trip te peddelen in plaats van klimmen en klauteren zorgt voor een boost in moraal.
De realiteit blijkt weerbarstiger. De Waiatoto River kent een grillig verloop en baant zich een weg door rotspartijen en los gesteente. Als gevolg van aardverschuivingen, lawines en smeltwater wisselen stroomversnellingen, in uiteenlopende gradaties, zich snel na elkaar af. Het kost de nodige peddelpower, teamwork en slepen met rafts en rugzakken om stroomafwaarts te geraken. Na weer een lange en uitputtende dag in, naast en op de rivier, bereiken we uiteindelijk onze laatste campspot van de trip.
Voldaan in de Waiatoto River
De volgende ochtend worden we wakker in dikke mist en aanhoudende miezerregen. De koude wind helpt ook niet. Met slechts nog een paar mueslirepen als ontbijt willen we zo snel mogelijk verder. Na nog een paar stroomversnellingen maakt de Waiatoto River een scherpe bocht richting de oceaan.
De wind, die hier meestal pal aanlandig is, is ons gunstig gezind als we de laatste paar kilometer in steeds toenemende regen de riviermonding in peddelen. Niet veel later staan we tot onze enkels in de oceaan. Moe, nat, koud, maar bovenal voldaan.
Dit artikel komt uit SOUL Magazine #1 van 2024. Je kunt deze uitgave hier bestellen! Volg ons ook op Instagram en Facebook, en lees onze blogberichten om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws!
Tekst: Nick Pascoe
Beeld: Jasper Gibson