Op WK-verkenning in Leuven
Terwijl ik achter wederom een tandje lichter schakel probeer ik nog eens te gaan staan, maar tevergeefs. De weg met kasseien is hier simpelweg te slecht en met stijgingspercentages ver boven de tien procent is het een kwestie van zittend harken naar de top, ergens verborgen achter de bochten op deze fraaie, maar zware holle weg. Eenmaal boven op de beruchte Moskesstraat moeten we even bijkomen van de inspanning. En dan te bedenken dat de profs hier met reeds 200 kilometer in de benen nog overheen moeten.
Het decor van het wereldkampioenschap dit jaar is de prachtige oude stad Leuven en het glooiende landschap van Vlaams-Brabant, dat vol ligt met vervelende kuitenbijters en heerlijke Vlaamse kasseiklimmetjes. Op uitnodiging van Specialized, dat een pop-upstore in Leuven heeft neergezet, zijn we in de Belgische stad om het WK-parcours eens goed onder de loep te nemen. Uiteraard op de fiets.
Zwarte muur
Zodra we Leuven uit fietsen is al duidelijk dat het absoluut geen saai parcours is. Kleine klimmetjes worden afgewisseld met bochtige afdalingen door kleine dorpjes, en ondanks dat we op een grote weg rijden, is het hier geen meter vlak. Als we na een kilometer of vijftien de heuvelzone bereiken en linksaf slaan, zakt de moed ons meteen een beetje in de schoenen. We kijken plots tegen een zwarte muur op: de vers geasfalteerde Smeysberg. Ondanks dat deze klim niet lang is, liggen de stijgingspercentages boven de vijftien procent, terwijl de weg kaarsrecht omhoog loopt. Een angstaanjagend beeld.
In deze zone volgen de typisch Vlaamse kuitenbijters elkaar in rap tempo op. Na de Smeysberg volgt al snel de beruchte Moskesstraat, de eerste kasseiklim in het parcours. Vervolgens ga je dwars door het plaatsje Overijse, waar je met een paar mooie terugdraaiende bochten langs de kerk en alle terrasjes omhoog fietst. De oplettende lezer zal deze klimmetjes en plaatsnamen wellicht al kennen, want de Brabantse Pijl, een Belgische semi-klassieker, gaat door hetzelfde gebied en over veel van dezelfde klimmetjes.
Brabantse Ardennen
Het glooiende heuvelland van de Brabantse Ardennen is sowieso een prachtig fietsgebied. Er ligt een uitgebreid wegennetwerk met genoeg rustige landweggetjes, de klimmetjes zijn er talrijk en zo zwaar als je wil, en voor de echte Flandriens zijn er ook genoeg mooie kasseistroken te vinden. De pittoreske dorpjes waar je doorheen slingert en het afwisselende landschap, met zowel donkere bossen als open stukken en fraaie vergezichten, doen je soms bijna in Toscane wanen, zij het met een Vlaams tintje.
Op het parcours zelf is het tot onze verbazing weer dokkeren geblazen! De Bekestraat is een venijnig kasseiklimmetje waar de stenen zo ver uit elkaar liggen dat je van kassei naar kassei stuitert en totaal geen ritme kan vinden. Na de top lopen de kasseien nog even door in de afdaling. Het is hier echt zaak om goed op te blijven letten, dit zou straks wel eens een sleutelmoment in de wedstrijd kunnen blijken.
Als toetje gaat de Flandrien-lus, zoals de grote lus van het parcours heet, nog eens over de zwarte muur van de Smeysberg. Alsof het niet al zwaar genoeg was. Hierna is het weer koers richting Leuven, waar de stadslus van het parcours op ons wacht.
Snel uit zicht
Na een uitgebreide lunch en wat napraten over de Flandrien-lus verkennen we de lus door de stad, dat doen we voor de verandering op e-bikes! Het parcours is heel technisch en gaat dwars door het centrum, waardoor het niet praktisch is om er met de racefiets doorheen te knallen.
Deze lus is zo’n tien kilometer lang en telt zoveel bochten dat je er bijna duizelig van zou worden. Na een paar minuten zijn we dan ook al zo gedesoriënteerd dat we geen idee meer hebben waar we fietsen. Het parcours krioelt dwars door Leuven en ondertussen passeren we prachtige monumentale gebouwen, gaan we door woonwijken, en ook hier gaat het af en toe venijnig omhoog. Door de vele bochten ben je hier als vluchter snel uit het zicht van een achtervolgende groep. Met de finish in een achtbaan, zo mag je het centrum van Leuven wel omschrijven, zouden we wel eens een wereldkampioen kunnen krijgen die solo over de streep komt. Schrijven we Mathieu van der Poel alvast op?
Tekst door Merlijn Spenkelink
Foto’s door Joris Knapen
Deze review staat in het gepubliceerde magazine: Wielrenblad #3 2021. Deze kun je bestellen in de Soul Webshop. Ook is het blad beschikbaar in de Soul Kiosk App. Wil je voortaan geen nummer van je favoriete magazine meer missen? Word dan snel abonnee van Wielrenblad!