12-02-2013 - Snowboarden, Nieuws

Pro, producent schrijver en student multi-talent David Benedek

Kennen jullie ze nog, de Robotfood-films? Afterbang, Lame en Afterlame? Een trilogie van snowboardfilms om nooit meer te vergeten. In 2002, 2003 en 2004 kwamen ze uit. Snowboarden werd hierin op een nieuwe, creatieve en vooral leukere manier neergezet. De boodschap was niet zozeer hoe ‘yo-yo’ de rijders waren, maar hoeveel plezier ze hadden in het snowboarden. Ik, en met mij vele anderen, hebben ze ‘grijs gedraaid’. Eén van de meest steady rijders van de trilogie was David Benedek, die elke film weer met een creatief en technisch part kwam. Niet alleen was het snowboarden van een ongekend niveau, de hele benadering van zijn segmenten was anders. Zo had hij in Afterbang een part waarin hij steeds dezelfde trick zowel normaal als switch deed. Of bedacht hij aan de lopende band nieuwe tricks en voerde hij ze zelf ook uit. Toen ik eenmaal hoorde dat hij niet alleen op zijn snowboard innovatief bezig was, maar ook één van de creatieve geesten achter de films bleek te zijn, verbaasde me dat niets. Inmiddels zijn we acht jaar verder sinds de trilogie en heb ik nog meer tricks, films en zelfs een boek van hem voorbij zien komen. Vooral dat laatste trok mijn aandacht. Ik was benieuwd naar een persoon die in zoveel dingen tegelijkertijd goed kan zijn. Ik belde hem op.

Tekst: Michiel Rotgans

Ben je naast al je zijprojecten nog pro-snowboarder, je staat nog op de site van Salomon als teamrijder?
Echt? haha, oké. dan moet ik eens gaan praten met een paar mensen. Ik sta nog op hele goede voet met het merk en ben nog steeds een soort van familielid. Maar ik heb niet meer de verantwoordelijkheden van een professioneel teamrijder.

Vertel eens iets over je snowboardcarrière?
Een groot gedeelte van mijn leven was ik dag en nacht bezig met snowboarden, dat moet ook wel als je op het hoogste niveau wil komen. Het was een obsessie, het nam bijna autistische vormen aan. De hele dag door dacht ik aan bestaande en nieuwe tricks. Er is niet echt één moment te noemen waarop ik doorbrak. Ik reed altijd op dezelfde wedstrijden als Gigi Rüf en als je me daarmee vergelijkt, die was er ineens, ‘from zero to hero’. Bij mij ging het meer geleidelijk, in stapjes. Ik deed het goed op een wedstrijd in Zweden, sprak een filmer van ‘Standard Films’ en het jaar daarna had ik wat footage in TB9. Ken je die nog? Ze zitten inmiddels bij hun eenentwintigste film. In TB10 had ik een volledig part, de opener. Met een groepje mensen van ‘Standard’ begonnen we Robotfood en na Afterbang ging het los. Ik won ‘Rider of te Year’, ‘Videopart of the Year’ en samen wonnen we ook nog eens de ‘Best Film of the Year’. Toen stond ik op de kaart.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat was je rol bij Robotfood?
Naast het zijn van één van de rijders bemoeide ik me met de art-direction van de film. We waren met een core-groepje van vijf mensen en wij werkten er fulltime aan. Ik besliste mee over de ‘look and feel’ en maakte de posters, verpakkingen, advertenties en ging na een tijdje ook bonusfeatures editten.

Waarom waren de Robotfood-films zo succesvol?
Ik denk dat we in een tijd kwamen dat mensen er op zaten te wachten. Mack Dawg had er een handje van om snowboarden er heel gnarly en gevaarlijk uit te laten zien. Wij lieten vooral de leuke kant van het snowboarden zien. Als je nu naar één van onze films van toen kijkt, lijkt het niet eens zo speciaal, omdat eigenlijk alle films sindsdien leuker zijn geworden. We hielpen mensen er aan te herinneren waarom ze ook alweer aan het snowboarden waren.

Waarom stopten jullie er weer mee?
Snowboarden is seizoensgebonden en daardoor herhaalt het zich steeds weer. Na drie jaar met een klein groepje samengewerkt te hebben hadden we allemaal wat frisse lucht nodig. Er waren geen ‘hard feelings’, de creatieve energie was simpelweg op. Pierre Wikberg ging verder met het maken van de DC-films en ik had ook mijn eigen ideeën voor een film. Het was geen harde scheiding, het ging op een natuurlijke manier. In eerste instantie dachten we nog wel na een paar seizoenen weer verder te gaan, maar dat is nooit gebeurd.

En dat idee voor die eigen film?
Ik dacht: misschien moeten we er eens een ander soort film van maken. Een film waarin filmmaken net zo belangrijk is als het niveau van het snowboarden. Uiteindelijk werd het een documentaire over de verschillende vormen van snowboarden met dikke actie erin, dit werd ‘91 Words For Snow’. Eskimo’s hebben éénennegentig verschillende benamingen voor sneeuw, snap je hem?

Hoe zit het met de doublecork-rage die je ontketend hebt?
Ik krijg deze vraag wel vaker maar ik ben niet degene die de eerste doublecork gedaan heeft. Je had een paar rijders die bezig waren met dubbele salto’s, zoals Jim Rippey, Mike Michalchuck en daarna had je JP Walker met zijn doublecork900. Het probleem met die van JP was dat die er een beetje per ongeluk uitzag, niet dat je die telkens kon herhalen. Toen in 2004 had je die frontside-doublecork1080 van Travis Rice op de Chad’s Gap in Absinthe’s Pop. Dat was een hele andere doublecork en zag er uit alsof hij keer op keer te herhalen was. Travis draaide 1080, en daardoor kwam hij weer goed op zijn voeten terecht. Een jaar na Travis deed ik hem voor het eerst op een parkjump, dat is te zien in 91 Words For Snow. Die van JP was zeker de eerste legitieme, maar heeft niet de hype in beweging gebracht, die van Travis was in mijn ogen het schoolvoorbeeld voor alle andere die volgden.

Hoe ging die rage dan verder?
Weer een jaar later had ik hem goed onder de knie. Om te bewijzen dat je een truc ook echt goed kan, moet je hem onder druk op een wedstrijd kunnen doen, dat had nog niemand gedaan. Op de Nokia Air & Style in 2006 was het zo ver. Een afgeladen stadion met duizenden schreeuwende fans en honderdvijftigduizend euro prijzengeld. In de kwalificatie stompte Travis een doublecork1080 en ik een  doublecork1260. In de finale ging ik op mijn bek bij nog een nieuwe poging, Travis won met een double-backflip-late180. Ondanks dat waren het de doublecorks die de show steelden.

Was je toen een wedstrijdrijder, filmmaker of videopart-snowboarder?
Eigenlijk alledrie, maar na 91 Words was ik wel een beetje op. Ik was ook nog de graphics van een lijn Salomon-boards aan het ontwerpen. Die twee jaar erna gebeurde er eigenlijk niet zoveel. Wel deed ik nog wat commercieel werk en reed ik wat wedstrijden. En o ja, de Red Bull Gap Sessions, dat evenement met bijbehorende filmproductie, dat was ook een project van ons.

Wie is ‘ons’?
Dat zijn mijn broer en ik, we werken onder de naam ‘Blank Paper Studio’.

Hoe ben je op het idee gekomen om een boek te schrijven?
Ik had het idee al een lange tijd, er is gewoon iets met het fysieke karakter van een boek, wat je bijvoorbeeld bij een film mist. Je kan het vasthouden en gebruiken zonder dat je daar elektronica voor nodig hebt, dat intrigeerde me. Ik had alleen nooit een onderwerp wat ik goed genoeg vond om een boek over te schrijven. Aan het eind van mijn carrière als snowboardpro had ik zoiets van: verandert de sport om mij heen of word ik gewoon ouder? En dit gedachtegoed werd uiteindelijk het thema van mijn boek. Hoe staat snowboarden er vandaag de dag voor? Snowboarden is vrij klein als je het vergelijkt met andere branches. Ik bedacht me: laat ik gewoon eens gaan praten met al die inspirerende mensen in de verschillende uithoeken van de sport die normaal niet met elkaar praten. Zo kom ik er wel achter wat de staat van het snowboarden vandaag de dag is.

Wie heb je allemaal geïnterviewd?
Even kijken, Jake Burton, Richard Woolcott (Volcom CEO), Terje, Drew Stevenson (TTR-oprichter), Pat Bridges (hoofdredacteur Snowboarder Mag), Blue Montgomery (Capita-oprichter), Mikey LeBlanc… Er zijn ook nog een aantal kids die ik van de straat geplukt heb die een onderzoek hebben ingevuld: Shaun Palmer, Scotty Wittlake, Whitey (redacteur Blunt Mag), Ken Block, Nicolas Müller, Mike Basich, Jed Anderson, Peter Line, JP Walker, Travis Rice, Jeremy Jones de freerider, Wolle Nyvelt, Marc Frank Montoya, Danny Davis en Jesse Burtner.

Dat is een aardig lijstje!
Ja, dat zijn wel een aantal interessante figuren bij elkaar. Misschien zijn er mensen die zich gepasseerd voelen omdat ze een betere staat van dienst of zoiets zouden hebben, maar deze mensen hebben allemaal een eigen kijk en een eigen mening vanuit verschillende hoeken en daarom staan zij er in.

Wat is je meest favoriete interview?
Voor mij? Hmm, ik denk Scotty Wittlake, een voormalige pro van Lib-Tech. Zijn standpunten liggen zo ver weg bij die van de anderen vandaan. Hij is een overtuigde anarchist en weigerde om onderdeel te worden van een marketingmachine.

Heb je ze allemaal persoonlijk gesproken?
Ja. Ik ben in zes weken tijd langs de westkust van Amerika gereisd en heb vijfentwintig interviews gedaan.

Hoe lang ben je met het boek bezig geweest?
Ik denk dat ik er een jaar of vier geleden mentaal mee ben begonnen. Ik had een vaag idee en het heeft me zes maanden gekost om dat vorm te geven. In 2009 begonnen de eerste interviews. In februari 2012 waren er tweeduizend stuks.

Vertel eens iets over de fysieke verschijning van het boekwerk?
Het zijn eigenlijk twee boeken waarvan de backcovers aan elkaar zitten. Je haalt ze uit de box, klapt ze open en legt ze op tafel. Al vrij snel gaat het bovenste boek over in de core van het snowboarden en het onderste boek in de vercommercialisering van onze sport. Dit zet lekker de toon. Verderop bevat het bovenste boek voornamelijk foto’s en het onderste boek de interviews. Het is super tof als alle vier de pagina’s met elkaar te maken hebben, zoals het geval is bij de interviews. Doordat tekst en beeld niet door elkaar lopen zitten ze elkaar ook niet in de weg. Bij het éne interview zitten ook meer platen dan bij het andere, in zo’n constructie is daar ruimte voor. Ik heb tevens gespeeld met verschillende soorten papier en uitklappagina’s. Hierdoor heeft het boek echt segmenten. Door de ingewikkelde constructie is het niet het meest lucratieve boek aller tijden, het drukken kost een godsvermogen. Ze zijn slechts in beperkte oplage te koop via een website die heet: almostanything.com.
 Is het moeilijk om een exemplaar te pakken te krijgen, er zijn er slechts tweeduizend en de helft was al weg op voororder?

Dat kan, maar er zijn er nog wel een paar, iets minder dan driehonderd heb ik er nog. Je kan er maximaal twee per keer bestellen. Ik wilde niet dat mensen een voorraad gingen aanleggen. Hij is € 89,- en dat is best veel voor een stukje papier. Ik denk alleen niet dat iemand die het werk in zijn handen heeft liggen zijn bedenkingen heeft over de prijs. Het is € 45,- per boek, als je het zo ziet valt het wel mee. Ik wilde iets maken waar ik als snowboarder trots op kon zijn. Er gebeuren zoveel toffe dingen in onze wereld en die wilde ik verzamelen in dit boek. Maar zonder al te veel nostalgie, want snowboarden is niet ouderwets en is nog steeds alive and kicking!

Ik kan me niet herinneren dat ik van een stuk non-elektronische media zo heb genoten, best slecht eigenlijk.
In medialand zijn er zeker dingen aan het veranderen, maar dat is niet iets nieuws. Als je het aantal ‘cuts’ van een film van vijftig jaar geleden vergelijkt met die van nu dan is dat vertienvoudigd. Ik weet zeker dat media er over tien jaar anders uit ziet Dan nu maar of er dan van elk magazine een iPad-versie is? Daar geloof ik niet in. Ik denk wel dat mensen behoefte hebben aan een stuk informatie met een begin en een eind, zoals bij een film bijvoorbeeld, en tussen dat begin en einde is het lineair. Niet alles hoeft interactief te worden.

Na wat doorbladeren realiseerde ik me hoe complex dit boek in elkaar steekt. Hoe kan je dit überhaupt geprint krijgen voor € 89,-?
Ik heb er niets op verdiend, de drukker ook niet. We wilden gewoon samen wat moois maken. Ik had het in China voor de helft kunnen laten maken, maar dan was het zeker minder mooi geworden. Je wil niet weten hoeveel testrondes de drukker heeft moeten draaien, er staat echt een container aan weggegooid papier. Voor de drukker is het ook een aardig portfoliostuk. Zij hebben er een award voor het drukwerk mee gewonnen en ik voor het design. Dit project betaalt ons hoe dan ook wel terug. Het horlogemerk Swatch heeft de boel gefinancierd. Zonder inspraak te hoeven hebben op de inhoud en dat is uniek. Ze hebben een releaseshow gehouden en zo hun publiciteitsvruchten er uit weten te plukken.

Het is niet echt een fotoboek, maar ook niet echt een leesboek, hoe zie jij de balans?
Zo heb ik er nog niet over nagedacht, ik denk iets van fiftyfifty. Het tekstuele

gedeelde dirigeerde echter wel de fotografie en de opmaak. Vergelijk het met een documentaire die je pas gaat schieten als je alle tekst hebt opgenomen. Woorden waren de basis, daarna is de visuele laag eraan toegevoegd.

Hoezo kan je alle interviews ook nog eens in het Japans lezen?
Vanaf het begin was er al meteen interesse vanuit Japan, vandaar.

Loopt de verkoop hard?
In het begin ging het hard, in de zomer maar iets van één per dag, nu pakt het weer op met een stuk of vijf per dag.

Als het op is, krijgen we dan een tweede druk?`
Dat zal niet gaan, de drukkosten zijn daar echt te hoog voor, dan moet ik er minstens duizend afnemen en dat kan ik niet betalen. Misschien dat ik ooit nog eens een eBook uitbreng met alle content, een groot gedeelte gaat dan natuurlijk wel verloren. Ik denk dat ik hem dan belachelijk laag prijs, iets van € 2,99 of zo. Maa dat is toekomstmuziek.

Zat Jake Burton niet teveel een marketingpraatje te houden?
Nee, dat denk ik niet. Hij vertelde ook echt dingen die je als pr-persoon nooit zou vertellen.

Waar ben je nu mee bezig?
Ik studeer weer, ik ga naar de Film Academie in München. Een opleiding, dat is weer eens iets anders. Het duurt vier jaar en dat is als je alles in één keer haalt. Ik wilde een creatieve studie doen, dat is iets wat ik nog nooit gedaan had. Ik wil graag omgeven zijn door mensen die graag mooie dingen willen maken die geen geld hoeven op te leveren. En dat is in de ‘echte’ wereld knap lastig.

Snowboard je nog steeds?
Jawel, maar snowboarden als in snowboarden, niet snowboarden als in videoparts filmen.

Tricks die David heeft uitgevonden:
2003 – Switch-back-rodeo900
2004 – Cab900-shifty
2005 – First doublecork-in-transition
2006 – Doublecork1260
2008 – Switch-backside-rodeo1260

Wiki
David Benedek, (geboren op 3 juni 1980) is voormalig professioneel snowboarder en is momenteel grafisch ontwerper en filmmaker. Zijn creatieve werk heeft verschillende onderscheidingen gekregen, waaronder die van de Art Directors Club of Europe, de Red Dot en de IF Design Award. Neon Magazine gaf hem het predikaat ‘Eén van de meest invloedrijke jonge Duitsers’. David staat op het moment veel in de spotlights voor zijn onlangs verschenen boek: The Current State of Snowboarding. Een 450 pagina dik boekwerk, dat hij zelf produceerde, schreef en heeft ontworpen.

Snowboardresultaten:
Best Trick Award, Red Bull Gap Session, 2006 & 2008
Transworld Readers Poll 2006 Standout of the Year
Snowboarder Magazine Rider of the Year 2004
Snowboarder Magazine Best Video Part of the Year 2004
Snowboarder Magazine Rider of the Year 2003
Snowboarder Magazine Best Video Part of the Year 2003
Burton European Open Winner 2003
1st, Nokia Air & Style 2002

Snowboardfilms:
2007 In Short
2006 Red Bull Gap Session 2006
2005 91 Words For Snow
2004 Afterlame
2003 Lame
2002 Afterbang
2001 TB10
000 TB9

Creatieve onderscheidingen:
Reddot Design Awards 2012: Grand Prix
DDC Award Winner 2012
Bayerischer Print und Medienpreis 2012
Nominee by the Art Directors Club of Europe 2012
Art Directors Club Deutschland Winner 2012
IF Packaging Design Awards 2008

Tricks die David heeft uitgevonden:
2003 – Switch-back-rodeo900
2004 – Cab900-shifty
2005 – First doublecork-in-transition
2006 – Doublecork1260
2008 – Switch-backside-rodeo1260

Wil je het boek ook bestellen? Voor € 89,- heb je een exemplaar. Je kan ook een paar maanden wachten tot de prijs vervijfvoudigd is op eBay.

www.almostanything.com

 van