Relaxed rollend het Zillertal door

Fietsen in de bergen heeft iets magisch. Maar niet iedereen zit te wachten op het bijbehorende klimwerk. Gelukkig kan fietsen in de bergen ook heel goed gepaard gaan met een route zonder al te veel hoogteverschillen. Zo is er in Tirol de dertig kilometer lange Zillertal Radweg. Langs deze route is veel te zien en te doen. Arjan Kruik neemt je mee op zijn tocht door het dal.  

Schrikt fietsen in de bergen je af? Daar kan ik me wat bij voorstellen. Tenminste, als het gaat om het overmeesteren van steile en hoge bergpassen. Maar fietsen in de bergen staat niet altijd gelijk aan afzien en transpireren. Zeker niet als je de route hoog laat beginnen en laag laat eindigen. Je rolt dan bij wijze van spreken vanzelf naar beneden. Zoals bij de Zillertal Radweg in het gelijknamige Tiroolse dal. Deze route start in de plaats Mayrhofen en eindigt aan het begin van het dal in het dorp Strass, ruim dertig kilometer verder en iets meer dan honderd meter lager. In Strass sluit de route overigens aan op de Inntal Radweg, die je helemaal naar het Duitse Passau voert, waar de Inn uitmondt in de Donau. En die rivier kun je over de Donau Radweg helemaal tot aan de Zwarte Zee volgen… 

Sneeuw en bloemen 

Gekkigheid natuurlijk, want niet veel fietsers zullen zo’n lange fietsreis beginnen in het Tiroolse Mayrhofen. Bovendien is deze route een leuk doel op zich, prima te doen in één dag. In de zomer, uiteraard, dan is alle sneeuw verdwenen. En dat de sneeuw nog tot diep in het voorjaar voor overlast kan zorgen, hebben we zelf ervaren, toen we afgelopen meimaand deze route wilden rijden en we ons bezoek hebben moeten afblazen wegens een dik pak sneeuw. Niet hoog in de bergen, maar gewoon in de straten van Mayrhofen, op slechts zo’n 600 meter hoogte.   

Maar een maand later, in juni, gaat het dan toch gebeuren. Samen met Laura, Rasmus en Sabrina ga ik de Zillertal Radweg rijden. Sabrina is een special guest. Ze werkt namelijk voor het toerismebureau van het Zillertal en weet langs de route alle leuke plekjes te vinden. Zo iemand erbij is altijd fijn, zeker als je er voor de eerste keer bent. Sinds mijn eerste mislukte poging de Zillertal Radweg te rijden, heeft de sneeuw zich teruggetrokken naar de toppen van de bergen. Het heeft in het dal plaatsgemaakt voor bloeiende weilanden en frisgroene bomen.

Al vroeg staan we klaar om te vertrekken voor de dertig kilometer lange rit naar Strass. Oké, eigenlijk zijn het er zestig, want we moeten ook nog terug. Maar we kunnen altijd een joker inzetten in de vorm van de Zillertalbahn. Deze trein neemt namelijk graag fietsers en hun fietsen mee terug naar Mayrhofen. Niet dat we dat gaan doen natuurlijk, want wie heeft er een trein nodig als er een klein motortje onder de fiets hangt? 

Geen skiërs maar fietsers 

Op ons gemak rollen we over het fietspad noordwaarts. Verkeerd rijden is uitgesloten. Niet alleen omdat je vanwege de bergen die het Zillertal omzomen toch geen andere kant op kunt – behalve dan de andere kant, naar het einde van het dal – maar ook omdat het tracé goed gemarkeerd is. Fijn dat de route vlak is, want er staat een flinke bries op kop. Ondanks dat we feitelijk naar beneden rollen, komt de elektrische trapondersteuning dus goed van pas.  

“Wanneer heb je de laatste fietser gezien?”, vraagt Sabrina. Mmm, dat is alweer een tijdje terug. We zijn vanmorgen vroeg vertrokken vanaf het dorpsplein in Mayrhofen, onze uitvalsbasis voor deze trip. De straten die ’s winters door skiërs en snowboarders worden bevolkt, zijn nu het domein van wandelaars en fietsers. Alleen dan zonder de massaliteit die het wintersporttoerisme kenmerkt. Bovendien toont het dorp zich nu van zijn beste, meest fleurige kant: de balkons van de oude huizen worden opgesierd door bloembakken vol bloeiende geraniums.  

De eerste kilometers volgen we de Ziller, de rivier die het dal zijn naam heeft gegeven. We passeren klein dorpjes en buurtschappen waar de tijd stil is blijven staan en woorden als ‘hectiek’, ‘stress’ en ‘burn-out’ onbekend zijn. Het grasland staan vol in bloei. Klaver, madeliefjes, boterbloemen, gele morgenster, duizendblad, klaprozen… wat een verschil met de Hollandse weilanden, waar een saaie monocultuur van Engels raaigras het beeld bepaalt. Wat dat betreft hebben de koeien hier in Tirol een gevarieerder maal. 

Kaiserwetter  

“Laten we hier even stoppen”, vindt Sabrina. “Het is zonde om non-stop door te trappen. We hebben toch geen haast.” Gelijk heeft ze. We zijn bij het streekmuseum, even voor de plaats Zell am Ziller. Een ideale plek om even te pauzeren. Terwijl de zon langzaam maar zeker onderweg is naar z’n hoogste punt, zoeken wij in de fraaie museumtuin een plekje in de schaduw van de appelbomen. Het hoofdgebouw is een oude boerderij uit 1713. Generaties boeren hebben er hun kinderen en hun vee grootgebracht. Tenminste, in de boerderij.

Maar toen stond ie wel op een heel andere plek! De hoeve werd namelijk ooit gebouwd in het dorpje Schwendau, hogerop in het dal. Om de boerderij voor het nageslacht te bewaren werd deze in de jaren negentig minutieus gedemonteerd en in Zell even zorgvuldig weer opgebouwd. Nu niet meer als onderkomen voor mens en dier, maar als museum, omringd door verschillende – eveneens authentieke – bijgebouwen. De zogenaamde machkammer toont de gereedschappen en werktuigen die boeren in vorige eeuwen gebruikten. Daarnaast vind je op het terrein een kapel, een boerenbakoven, een put en een stookhut. 

In het zuiden zijn vanaf hier de toppen van de Zillertaler Alpen zichtbaar, de meeste nog bedekt met sneeuw. Als we willen, zouden we zelfs nog met ski’s of snowboard een paar bochtjes door de sneeuw kunnen draaien op de Hintertuxer Gletsjer, op dik 3000 meter hoogte. In theorie, want ik sta inmiddels helemaal in de zomerstand. Skiën, dat doe ik de komende winter wel weer. IJs in de zomer? Prima, maar dan in een hoorntje. En bij voorkeur met chocola en stracciatella. 

Konditorei

We rollen rustig verder in de richting van het centrum van Zell am Ziller. Vlak voor de brug over de Ziller spot Laura een konditorei, zo’n typisch Oostenrijkse banketbakkerij waar ook koffie geschonken wordt. Ja, ik weet het, we hebben net al lekker onder de oude appelbomen van het regionalmuseum zitten chillen, maar deze gelegenheid laten we toch echt niet aan ons voorbij gaan. En dus zitten we even later op een gezellig terras aan de rivier, achter een cappuccino en een lekker stuk kuchen

Tja, zo komen we de dag wel door. Heerlijk, met een strakblauwe lucht boven ons. “Kaiserwetter”, zegt Sabrina. Als ik niet-begrijpend kijk, legt ze uit dat deze in mijn ogen vreemde uitdrukking ontstaan is omdat het op de verjaardag van de Oostenrijkse keizer Franz Joseph, op 18 augustus, vrijwel altijd mooi weer was. Ken je die films over Sissi, met Romy Schneider? Die Franz Joseph dus.  

Bosnisch spoor 

Ik zit inmiddels volledig in de relax-stand. Maar omdat we nog een half dal te doen hebben, slaan we onze benen toch maar weer over het zadel van onze fietsen. Was tot dusver het ruisende water van de Ziller eigenlijk voortdurend hoor- maar niet zichtbaar, als we even voorbij Zell am Ziller de antieke spoorbrug oversteken, zien we dat het niet zo heel gek is dat de rivier nogal kabaal maakt. Het frisgroene water staat hoog in de bedding, allemaal gesmolten sneeuw uit de bergen – en dat was dit seizoen nogal wat – dat pas duizenden kilometers vanaf hier tot rust komt in de Zwarte Zee. Ach ja, rivieren maken me altijd een beetje filosofisch. En relativeren de dertig kilometer die wij vandaag afleggen tot nagenoeg niets. 

Bosnaspur

Op het vrij lange rechte stuk dat na de brug volgt, blijkt de wind niet bepaald afgenomen. Ondanks dat we niet hoeven te klimmen, is de motor onderin de fiets toch flink aan het zoemen. Verder gaat het, richting Aschau. Het fietspad loopt langs het spoor van de Zillertalbahn. Of beter: spoortje, want het is maar een heel smal dingetje, ongeveer half zo breed als een gewone spoorweg. “Bosnaspur”, legt Sabrina uit. En ook dat heeft weer te maken met de tijd, meer dan honderd jaar geleden, dat Oostenrijk nog een keizerrijk en heel veel groter was.

Naast Oostenrijk hoorden ook Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Kroatië en Bosnië bij dit kolossale land. En met name in afgelegen buitengebieden als Bosnië werden geen gewone spoorwegen aangelegd, maar half zo brede. Die kon je namelijk veel sneller en goedkoper bouwen. Vandaar de naam ‘Bosnaspur’, Bosnisch spoor. En toen aan het begin van de twintigste eeuw het Zillertal eveneens behoefte kreeg aan een spoorverbinding met de rest van het land, werd ook hier gekozen voor smalspoor. 

Als je het over de duvel hebt… achter ons horen we ineens een hoop herrie en voor we het in de gaten hebben komt er een trein voorbij zetten. Hij rijdt regelmatig heen en weer en je kunt, ook met fiets, op ieder moment instappen. Zo snel als ie aankwam, zo snel is ie ook weer weg, ik zie alleen nog maar een klein oranje stipje in de verte. Dat is, niet geheel toevallig, ook de kant die wij op moeten; vanaf hier loopt de route namelijk parallel aan het spoortracé. 

Herkauwers in de file 

We fietsen verder. Na bijna iedere bocht ligt wel een boerderij met koeien, schapen en kippen. Ja, toerisme is belangrijk voor het dal, maar het boerenbedrijf net zozeer. Nu mensen graag beter eten op hun bord willen dat bij voorkeur ook nog uit de eigen streek komt, kunnen deze kleine boerenbedrijven toch weer concurreren met de wereldmarkt. Niet op prijs, maar wel op kwaliteit. Althans, dat is het verhaal dat Sabrina vertelt. Bij een wirtshaus in Stumm neem ik met plezier de proef op de som. Met een lekker lokaal biertje erbij laten we de tijd verstrijken, genieten we van de plaatselijke specialiteiten en wisselen we verhalen en belevenissen uit.  

Hoe noordelijker en lager we komen, hoe meer het dal zich verbreedt. In de verte, aan de noordkant van de Inn, belicht de zon de zuidhellingen van de Brandenberger Alpen. Inmiddels zijn we niet de enigen meer op het fietspad. Ja, dat komt omdat momenteel meer fietsers noordwaarts rijden. Maar vooral omdat een boer en z’n koeien het fietspad gebruiken als toegangsweg naar het weiland. File dus, maar dan op z’n Zillertals. Rustig wachten we totdat de kudde bruinbonte herkauwers gepasseerd is. Sommige koeien likken nieuwsgierig aan mijn fiets. Of zouden het de zoutige resten van mijn transpiratievocht zijn die op het frame zijn beland? Hoe dan ook, als de koeien in de wei staan, kunnen wij verder. 

Tintelende kuiten 

Ondertussen is het kwik flink boven de twintig graden gestegen. We benutten de eerste de beste gelegenheid om aan de oever van de Ziller wat verkoeling te zoeken. Nou ja, verkoeling; zoals ik al zei is het ijskoud smeltwater. Zó koud, dat het bijna pijn doet. Maar lekker is het wel, zo aan het water. Een soort van natuurlijke airco, die rivier. Met nog natintelende kuiten fietsen we verder, langs Uderns en Fügen richting Schlitters. Daar weet Sabrina een mooie badesee, zeg maar natuurlijk zwemwater. Maar voordat we ons daarin kunnen onderdompelen, moeten we nog wel een paar kilometer wegtrappen.  

Het dal is hier op z’n breedst. Op de velden maaien boeren het gras om het te kunnen laten drogen tot hooi voor de koeien. Met name in de winter, als de koeien op stal staan, voorzien de gedroogde grassen, bloemen en kruiden de dieren van de broodnodige voedingsstoffen. 

Bloemen en kruiden zijn sowieso wel een ding in Tirol. Bijna pal aan het fietspad hebben plaatselijke bloemen- en plantenliefhebbers een kräutergarten, een kruidentuin ingericht met louter inheemse soorten. Iedere zaterdag is er ook een markt, maar vandaag hebben we er het rijk alleen. Wie botanische interesses heeft, kan hier een kruidenrondleiding boeken. En ook als je meer wilt weten van de bomen en struiken in het dal kun je hier terecht.  

doel bereikt

En dan zijn we er ineens: de Schlitterer See. Vanaf hier is er nog maar een paar honderd meter Zillertal ‘over’, daarna is het echt schluß en begint het Inntal. Oftewel: doel bereikt. Ontspannen laten we de voetjes in het frislauwe water bungelen. En straks even een lekkere duik, want het is inmiddels dik dertig graden. Rest nog de vraag hoe we teruggaan naar Mayrhofen. Fietsend of toch met de trein? Ik hoef er, op deze prettige plek, geen seconde over na te denken. Natuurlijk pakken we de trein terug! Kunnen wij hier nog een aantal relaxte uren in en aan het water doorbrengen… 


Reisinformatie

PRAKTISCH 

Het is ongeveer 900 kilometer met de auto van Utrecht naar Mayrhofen. Er is ook een prima low-cost vliegverbinding van meerdere luchthavens in Nederland naar Innsbruck. Je kunt vanaf daar met de trein verder naar je bestemming in het Zillertal. Meer informatie vind je op de website van het Zillertal. 

zillertal.at

SLAPEN 

Het Zillertal ligt natuurlijk vol met accommodaties, van eenvoudige pensions tot luxe veelsterrenhotels. Ga je voor maximale luxe en comfort, dan is Hotel Edenlehen (edenlehen.com) een aanrader, met name vanwege het mooie buitenzwembad en de wellness-faciliteiten. Ook in Huber´s Boutiquehotel (hbhotel.at/hubers) is het prettig toeven. Kleiner, maar ook wat hipper.

Hoeft het allemaal niet zo chique, dan is Hotel Garni Larcherhof, vooral vanwege z’n familiaire sfeer. Zelf bepalen waar je ’s avonds eet, maar wel behoefte aan een ontbijtje ’s ochtends?  Kijk dan eens bij ontbijtpension Mittenfeld (urlaub-mayrhofen.at). En als je helemaal op eigen benen wilt staan, dan is Herzblut Appartements (erzblut.tirol) een goede optie. Informatie over andere onderkomens vind je op de website van het Zillertal. 

zillertal.at 

HUURFIETSEN 

Door het hele Zillertal vindt je verhuurstations voor trekkingfietsen en (e-)mtb’s. Ze staan allemaal op de Nederlandstalige website van het Zillertal onder het kopje ‘Fietsverhuur’. 

zillertal.at 

TREIN  

De Zillertalbahn rijdt meerdere keren per dag van Schlitters naar Mayrhofen en weer terug. Fietsen kunnen altijd mee. En je kunt op de stations van Fügen, Zell am Ziller en Mayrhofen vanaf een tientje ook fietsen huren. Tip: neem de nostalgische stoomtrein, die het retourtje Zillertal één keer per dag maakt.  

zillertalbahn.at  

AANSLUITINGEN 

De Zillertal Radweg sluit aan op de Inntal Radweg. Superleuke dagbestemming op iets meer dan 30 kilometer vanaf Schlitters is de zeer fraaie Middeleeuwse handels- en vestingstad Hall, even ten oosten van Innsbruck. De Tiroolse hoofdstad zelf is natuurlijk ook de moeite waard, als je nog eens 10 kilometer extra trappen in de benen hebt. Gewoon doen, want je kunt altijd weer met de trein terug naar het Zillertal. 

visittirol.nl


Deze Travel rubriek staat in het laatst gepubliceerde magazine: Electrified E-Bike Magazine #1 2021. Deze kun je bestellen in de Soul Webshop. Ook is het blad beschikbaar in de Soul Kiosk App. Wil je voortaan geen nummer van je favoriete magazine meer missen? Word dan snel abonnee van Electrified E-Bike Magazine!

 van