Route: Zeeland

Theofiel Middelkamp heeft nog nooit een berg gezien als hij in 1936 met de eerste Nederlandse ploeg naar de Tour de France gaat. Maar wanneer het peloton door de Alpen trekt, blijkt de geboren Zeeuws-Vlaming te beschikken over een uitzonderlijk klimmerstalent. Hij wint nota bene de Koninginnerit, die over de Lautaret, Télégraphe en Galibier leidt. Theo Middelkamp is daarmee de eerste Nederlander ooit die een etappezege in de Tour pakt. ‘Een gedenkwaardiger rit als deze (…) etappe is niet denkbaar’, jubelt de krant Het Vaderland een dag later op de voorpagina. Middelkamp heeft ‘het meest vererende wapenfeit in de geschiedenis van het Nederlandsche wegrennen’ op zijn naam gebracht.

Bijna 80 jaar na zijn historische overwinning, is Theo Middelkamp één van de vier ‘Zeeuwse wielerhelden’ naar wie een wielerroute is vernoemd. De bordjesroute van 142 kilometer is uitgezet door VVV Zeeland en dit jaar geopend. De route voert over enkele van de mooiste wegen van Zeeuws-Vlaanderen. Het routeboek belooft een afwisseling van dijkjes, weidse polders, oude linies én kasseistroken. Als kers op de taart voert de route op het laatste deel buitendijks langs de Westerschelde. ‘Met de wind in de rug vlieg je hier over de dijk’, aldus de folder.

Onze belangstelling is gewekt. Met een groepje van vier – Arjen, Bas, Sjoerd en ik – reizen we af naar de geboortestreek van ‘den Fiel’ om de route te rijden. Als startpunt kiezen we Café Middelkamp aan de Dorpsstraat in Kieldrecht, vlak over de grens met België. Middelkamp werd op steenworp afstand van het Nederlandse Nieuw-Namen geboren. De kroeg die hij in 1951 na zijn wielerpensioen begon, wordt nog steeds uitgebaat volgens het VVV. Maar de rolluiken zijn dicht als we er voor de deur staan deze zonnige zomermorgen.

fietsroute zeeland

We slaan de koffie dus maar over en pikken aan op de route, die is gemarkeerd met rechthoekige rood-witte bordjes. Over de eerste kinderkopjes rijden we het dorp uit, en slaan een landweg door het open veld in. De akkers zijn net geploegd, het ruikt naar pas gerooide uien. In de verte roken de koeltorens van de kerncentrale van Doel. Binnen de kortste keren zijn we terug in Nederland. De route maakt nu een boog om Hulst, een vestingstadje waarover in de Tachtigjarige Oorlog hevig is gevochten. We fietsen door weidse polders met maisvelden en zien een kerktoren in de hemel priemen. Door het landschap lopen dijkjes met populieren die wuiven door de wind.

Relikwieën van de strijd

De dijken die willekeurig in het land lijken te liggen, zijn relikwieën van de eeuwenlange strijd van de Zeeuws-Vlamingen tegen het water. Het gebied bestond historisch uit drie ‘landjes’ – het landje van Cadzand, -Axel, en -Hulst – die van elkaar werden gescheiden door uitlopers van de zee. Pas met de laatste inpoldering in 1952 werd Zeeuws-Vlaanderen een geheel. We kijken raar op als de route bij Heikant rechtsaf een smal paadje langs zo’n dijk met populieren inslaat. Maar al snel wordt duidelijk waarom: kasseien! Ik leg mijn handen bovenop het stuur en schakel een tandje zwaarder om vaart te maken. Maar dan schiet er iets los onder mijn rechterschoen, waardoor ik mijn kracht niet goed meer kan overbrengen op de pedalen. Arjen en Sjoerd schieten langs me heen, Bas volgt. Als we zijn uitgeraasd, zetten we de fietsen langs de kant om de schade op te nemen onder belangstelling van een groep nieuwsgierige koeien. Al bij het uitklikken blijkt wat er mis is: ik zie de zool van de rechterschoen reddeloos onder mijn voet bungelen. De kasseien hebben mijn ouwertjes de definitieve nekslag gegeven.

We vervolgen de tocht en hopen er het beste van met mijn schoen totdat we de kans krijgen om hem ergens op te lappen. Bij Zuiddorpe denderen we beschut onder de populieren over de kasseien van de Bonte Koe, terwijl een boer een akker inzaait met zijn tractor. Vervolgens rijden we langs een stoffig, net geploegd weiland met uitzicht op de watertoren van Axel. Als we een hoge dijk met ritselende bomen afrijden, moet ik even twee keer met de ogen knipperen. Voor ons wordt een zeeschip ter hoogte van een flatgebouw door de polder getrokken. We naderen het Kanaal van Gent naar Terneuzen, de vaart die de Westerschelde met de hoofdstad van Oost-Vlaanderen verbindt. We rijden voor het schip uit over de parallelweg langs het kanaal en bewonderen het nog eens als het de draaibrug bij Sas van Gent passeert. Bij de Albert Heijn in dat dorp maken we een pitstop om de bidons te vullen en ducttape te kopen voor de reparatie van mijn schoen. Die kan er weer tegenaan nadat ik hem op twee plekken met tape heb ingewikkeld. De tape is toevallig dezelfde kleur als de schoen, dus het valt niet eens erg op.

fietsroute zeeland

Snijvlak tussen Nederland en België

De route laveert op het snijvlak tussen Nederland en België nadat we over nog een kasseistrookje de grens zijn gepasseerd. We fietsen over een dijk met betonplaten en stroompalen aan de Belgische kant, duiken dan weer Nederland in, om via een landweg de grens opnieuw over te steken. Onderweg geven gietijzeren grenspalen de definitieve landsgrenzen van 1843 aan. In dit decor worden we door de parcoursbouwers van de Theo Middelkamproute serieus aan het werk gezet. Nu volgen de zwaarste kasseistroken!

Langs een rij blauwe en gele wegborden waarop achtereenvolgens het land België, het Vlaams Gewest en de Provincie Oost-Vlaanderen worden aangekondigd, stuiven we de Boekhouteweg op, een strook van 600 meter tussen een dijkje en het open veld. In volle vaart denderen we over de kinderkopjes. Arjen komt me voorbij en ik probeer tevergeefs in zijn wiel te kruipen. Met verzuurde benen draai ik vervolgens het fietspad op. Veel tijd om te herstellen is er niet, want een paar kilometer verderop volgt de zwaarste kasseistrook: de Smokkelweg bij IJzendijke, een boerenpad van 1,4 kilometer dwars door het open veld. Een zwerm kauwen stijgt op vanuit het geploegde land terwijl we met een stofwolk in het kielzog over de kasseien denderen. Arjen en Sjoerd gooien het tempo omhoog en Bas komt met zijn lichte tred voorbij door het karrenspoor aan de linkerkant van de weg.

Fietsroute Zeeland

Doorbijten

Ik schakel op en haal Bas en Sjoerd in om over de rug van de weg naar het wiel van Arjen te rijden. Ik kijk op mijn kilometerteller: 41 per uur! Mijn benen lopen vol als de T-splitsing aan het einde van de weg in zicht komt. ‘Nog even doorbijten en je bent er’, praat ik mezelf in. Maar niet is minder waar, want bij de splitsing volgt alweer de volgende strook: de Timmermansweg met nog eens 600 meter aan kinderkopjes. Ik probeer opnieuw op gang te komen, onder het kermende protest van mijn verzuurde benen en de beukende zijwind die ineens opsteekt. Mijn teller blijft nu steken op 30. Sjoerd vliegt me voorbij en hijgend bol ik uit op het dijkje aan het einde van de strook. Na een stukje België rijden we Nederland weer in over de volgende strook: de Kasseiweg, die met 600 meter aan donkerkleurige kinderkopjes leidt naar een asfaltweg met riant woonhuis waar fier de Zeeuws-Vlaamse vlag wappert. De kasseien van de Bolderweg, een strook van 900 meter tussen twee boerderijen bij Biervliet, maken het kwintet compleet. Met de wind op kop denderen we in volle vaart over de rug van de weg, waar het gras woekert tussen de stenen. Na het uitbollen praten we opgewonden na over de mini Parijs-Roubaix die we net hebben gereden. Zo’n uitdagende opeenvolging van kasseistroken in Nederland hadden we niet verwacht!

De wind blaast onafgebroken op kop als we met het zuur van het kasseienavontuur nog in de benen over een landweg fietsen die wordt geflankeerd door een eindeloze bomenrij. Aan de horizon wieken de molens met de koppen van ons weggedraaid. Mijn cadansmeter geeft 87 aan; ik ben aan het stoempen. Ik voel me slap, na bijna honderd kilometer zit ik op het dode punt. We stoppen bij het Wapen van Zeeland in Zaamslag voor een punt appelgebak en een koud colaatje. Met frisse moed stappen we weer op de fiets om parallel aan Terneuzen richting de Westerschelde te rijden.

Komen en gaan van vrachtschepen

We klimmen de dijk over om onze route langs de zeearm te vervolgen. Daar is het een komen en gaan van vrachtschepen die tussen de Noordzee en de havens van Vlissingen, Terneuzen en Antwerpen varen. Het is eb. Op het wad staat een groep vissers in kaplaarzen pieren te steken. De zon werpt een glinstering op het brakke water. Als de wind eenmaal in de rug blaast, zal het laatste deel van de route ongetwijfeld als een beloning voelen. Maar met de aflandige wind van vandaag is het vooralsnog stoempen geblazen. Ik werk een bananenreep naar binnen, terwijl ik strandgangers op hun badhanddoek zie zonnebaden. Ik zou graag ruilen met ze. Als de route bij Kruisdorp binnendijks draait, gaat onze tocht de finale in. Het is vanaf hier nog maar 18 kilometer naar de meet. Aan de horizon is de centrale van Doel alweer te zien. Met de wind pal in het gezicht, gaan we kop over kop rijden om de vaart erin te houden. Moet lukken, zou je denken met een goed getraind clubje met gezamenlijk ruim 30.000 kilometer (januari tot augustus) in de benen. Maar op de kaarsrechte weg langs de zeedijk fietsen we nog geen deuk in een pakje boter. We rijden volle bak, maar blijven steken rond de 32 per uur. Ik neem mezelf voor om een aflossing te doen tot de boom voor een boerderij in de verte. Maar de boom komt maar niet dichterbij en ik moet voortijdig afgeven.

Zeeland fietsen vrachtschip

Als we het dorpje Paal passeren, zitten de toeristen al aan de mosselen. Aan de overkant van de dijk ligt het Verdronken Land van Saeftinghe, een voormalige polder met vier dorpjes die na de Allerheiligenvloed van 1570 bijna geheel onder water kwam te staan. Volgens een volkslegende gebeurde dat als straf voor de ijdelheid en hoogmoed van de inwoners. Thans is het beschermd natuurgebied en het grootste brakwaterschor van Europa. Langs de Hedwigepolder, die onder het mom van natuurcompensatie hetzelfde lot als Saeftinghe lijkt beschoren, draaien we terug het binnenland in. De wind blaast ons nu door de polder richting Nieuw-Namen, waar de wieg van Middelkamp stond. Daar piepen we de grens over naar Kieldrecht, terwijl we ons alvast verheugen op een trappist in café Middelkamp. Maar eenmaal daar aangekomen zijn de rolluiken nog altijd naar beneden. We besluiten dan maar in de naastgelegen kroeg ons welverdiende biertje te drinken.

Stilgezwegen

Na wat speurwerk kom ik later in contact met Reggie Middelkamp, ‘de zoon van’ en eigenaar van het café. Hij vertelt dat de kroeg gesloten is voor een grote verbouwing, ‘zodat het terug een prachtige café wordt’. Vanaf oktober zijn fietsers er weer welkom voor koffie of pint. Zijn vader werd bij leven altijd ‘een beetje stilgezwegen’, zegt Reggie. ‘De KNWU was nooit zo op hem gezind. Toen het WK bijvoorbeeld in Nederland werd georganiseerd, kreeg hij alleen een uitnodiging voor de wedstrijd van de vrouwen. Hoe dat kwam? Mijn vader was gene makkelijke, mijnheer. Die vertelde mensen direct de waarheid. Hij zei altijd: ‘Als het niet klinkt, dan botst het maar’. Hollandse directheid, ja!’ Reggie vindt het dan ook ‘prachtig’ dat er postuum een wielerroute naar zijn vader is vernoemd. “Ik vind dat heel goed. Mijn vader mag weleens vernoemd worden, hé. Hij krijgt nu eindelijk de erkenning die hij verdient.”

Wil je graag deze route zelf fietsen? Download dan hier het GPX bestand.*

Route Zeeland komt uit  Wielrenblad #4 2015 . Voor meer tips, reviews, en reisverslagen kijk dan even op verder op onze website van Wielrenblad. Ook staan hier nog meer routes. Wil je op de hoogte blijven van het laatste wielernieuws en wil je graag het magazine op de deurmat ontvangen? Abonneer je dan op Wielrenblad magazine en volg ons op Facebook en Instagram!