Karpathos

Een groep surfvrienden die zichzelf de Killer Dudes noemen. Veel sportiviteit. Eén gezamenlijke, heel grote wens: veel wind om hun surfjubileum te vieren. Dit is een verhaal over vriendschap, vergankelijkheid en de never ending stoke van het windsurfen, zelfs als je nog maar twee keer per jaar op de plank staat.

Woord: Martijn Wind // Beeld: Joris van Vliet, Bram Birkhoff, Martijn Wind, karpathosadventure.com, archief

Maar jongens, waarom maken we van het surf weekend niet een keer een surfweek’ oppert Joris bij de Chinees tussen gerecht nr. 23 en 58 – met extra sambal – door. ‘Over twee jaar vieren we ons 30-jarig jubileum, dat is een mooie aanleiding.’ Briljant idee, vindt ook de rest van de groep, nu alleen het thuisfront hier nog warm voor zien te krijgen. ‘Jij mag geen week weg van je vrouw’, grapt Joris tegen Jeroen, die à la minute het tegendeel bewijst en na een appje permissie heeft van zijn wederhelft: ‘Ik kan, nu jullie nog!’. Gelijk wordt er door iedereen druk gespeculeerd over de bestemming. Terugdenkend aan een geweldige surfvakantie in 1994 op Karpathos heb ik de mijne al in mijn hoofd. Nu nog de rest zien te overtuigen.

Karpathos

Flashback

Naar beneden turend door het kleine raampje vang ik af en toe een glimp op van hagelwitte schuimkoppen die schitteren in het zonlicht van de turquoise gekleurde zee. Met schokkende remmen komt het vliegtuig tot stilstand op de ultra korte landingsbaan. De passagiers klappen er lustig op los en komen rustig op adem. Mijn hart klopt juist sneller bij het zien van de baai pal naast de landingsbaan. Surfers met kleine zeiltjes knallen heen en weer over het door de aflandige wind als een tapijt gladgestreken water. ‘Welkom op Karpathos. Nogmaals: past u bij het uitstappen op voor de harde wind’, zegt de stewardess vlak voordat de deuren open gaan. Woehoe, dit is wat ik wilde horen! In de twee weken die volgen word ik getrakteerd op wind die 24/7 door hamert. In de slaapkamer giert de wind onder de deur door, bij het ontbijt waait het eten van m’n bord, op m’n gehuurde scooter moet ik me schrap zetten. De omgeving is dor, stoffig en nauwelijks begroeid – de vegetatie die nog enigszins overeind staat wordt hier geshapet door de Meltemi-wind. Komend vanuit het noordwesten buigt de wind alle begroeiing één kant op. Hoeveel wind kan je, zelfs als windsurfer bent, bolwerken? Best veel, blijkt. Van tevoren had me een doel gesteld: beter kunnen gijpen. Ik kon ze 9 van de 10 keer blijven staan, maar niet altijd doorplanerend. Na dag in dag uit op het water oefenen lukken ze met m’n ogen dicht en perfectioneer ik tot in het oneindige. Wat een progressie; missie geslaagd. Karpathos: ik kom ooit terug, met nieuwe doelen.

Karpathos

Ooit wordt september 2017

Ik heb mijn mede Killer Dudes weten te overtuigen, Karpathos is het windrijke doel geworden. Doordat de wind op de surfspot aflandig is zijn er geen golven, niet te radicaal voor deze oude mannen! Hartje winter 2017 en de voorbereidingen voor onze trip zijn in volle gang. We praten allemaal, net als vroeger, nog steeds over de meest radicale moves als air flaka-shakas, push-forwards, al zijn onze eigen wensenlijstjes een stuk bescheidener. Nog harder gijpen, een snelheidsrecord pakken en in mijn geval wat basis freestylemoves die ik ook met harde wind hoop te kunnen staan. We willen zo fit mogelijk aan de start verschijnen. Ik houd het vol om een half jaar elke dag een paar oefeningen te doen. De gebroeders Van Rooijen slaan aan het hardlopen, Jeroen ontwikkelt zijn eigen armtraining-rekstok en Jan gaat zelfs drie keer in de week bodypumpen. Geweldig om dat fanatisme te zien.

D-Day

Het is eind augustus en over een week vertrekken we.Via de groepsapp vliegen de windvoorspellingen onafgebroken over het scherm.Wel wind, geen wind, een paar dagen wind… Ook al geven de statistieken aan dat het hier in september 75 procent van de tijd poeiert, het zal dit jaar toch geen uitzondering op de regel worden? Even verlang ik terug naar het internetloze tijdperk.Voorpret maakt zich plaats voor een zekere onrust die in m’n hoofd blijft rondspoken. Ik wil zo graag vertrekken en wel nu! Het is twaalf uur ‘s nachts en na een feestje heb ik nog een uurtje om te tukken voordat John mij ophaalt: een kansloze slaapmissie, zeker met de adrenaline die door mijn lijf giert. Om half twee staat John voor de deur, met een grote smile op zijn gezicht. ‘Man, ik moest halverwege terug, ik was de kinderzitjes vergeten eruit te halen!’ lacht hij. Met het idee dat we over pak ’m beet twaalf uur op het water kunnen staan zijn alle dudes helemaal hyper. Dit blijkt ook als we in een overvolle transferbus vanaf de parkeerplaats naar de luchthaven worden gebracht. Waar de overige passagiers als zombies voor zich uitkijken vliegen bij ons de grappen vliegen over een weer. Eenmaal geland op het vliegveld van Karpathos verwelkomt een harde zwoele wind ons. Dag vriend, ik heb je gemist! De huurauto’s zijn snel geregeld en met slechts 20 duizend km op de tellers is het vreemd dat deze vehikels aan alle kanten rammelen en piepen, en deuken vertonen alsof er een extra nul achter de kilometerstrand zou moeten staan. Gelukkig hebben we supercover; don’t be gentle, it’s a…

Karpathos

Oud, maar (nog lang) niet versleten

We besluiten de hotel check-in te bewaren we voor het einde van de dag en rijden gelijk naar de surfspot Paradise Bay.Wat een machtig gevoel om na zoveel jaar weer op deze spot te staan. Na een snelle lunch bij een lokale taverne is het eindelijk zover: we gaan het water op! Het verhuurcentrum in de baai biedt het nieuwste materiaal, en na een korte toelichting van de spot komen de Killer Dudes dan eindelijk in actie. Al die voorbereiding, hardloopsessies en bodypumpklasjes blijken het waard te zijn geweest. Op het water betrap ik mezelf erop dat ik hardop aan het zingen ben, wat is dit mooi. Ook de rest zie ik met volle teugen genieten. Vreugdesprongetjes worden gemaakt, big smiles als men elkaar tegenkomt. Ik zie Jan zijn eerste gijppoging wagen, John gaat weer eens voor z’n favoriete duck jibe en Jeroen zet een snelheidsrecord. En dat alles onder een strakblauwe hemel, met kristalhelder water en een heerlijke temperatuur. Na anderhalf uur en drie keer wisselen van zeil en board is het over met de wind. Aan de kant genieten we van een Grieks Mythos-biertje en nemen we de eerste (sterke) verhalen met elkaar door.We ontmoeten Joop, die hier jaarlijkse vasteklant op het eiland is en op z’n scootertje naar de verschillende spots tuft. Met zijn wel heel erg sterke verhalen, helm en winterpak is het een bijzondere gast, maar nog mooier: met z’n 75 jaar draait hij nog altijd z’n gijpjes fraai planerend rond. Respect! Joop vertelt ons over de mythe dat als je proost op de Griekse ‘windbewaarder’ Aeolus je hem gunstig stemt en het de volgende dag gaat waaien. Samen heffen we ons biertje: ‘Yamas op Aeolus!’

Karpathos

Geluksmomenten

Na een welverdiend avondmaal en een uur of 40 zonder slaap is het lastig om m’n ogen open te houden. Gelukkig ben ik niet enige. Het hotel lonkt. We beschikken over zes volwaardige bedden, drie van ons moeten slapen op een stretcher. Deze is anderhalve meter lang, van het type ‘gevangenis anno 1816’ met hierop een matras van enkele centimeters. Omdat ik ’s nachts complete bossen omzaag slaap ik op het balkon. Midden in de nacht word ik letterlijk wakker geschud. Bomen zwiepen heen en weer en het dunne laken waaronder ik lig kiest bijna het luchtruim.Wow, dit belooft wat. Ik dommel wat verder, maar zodra het licht wordt ben ik niet meer te houden, ik moet het water op! Ik ben niet te enige. Met z’n allen staan we, de slaap uit onze ogen wrijvend, al vroeg bij de spot. De vlaggen staan strak, de zee is bezaaid met schuimkoppen en… er is nog niemand op het water!

Karpathos

Ik ga voor een 86 liter boardje en kies een 3,4 meter zeil. Het moment dat ik mijn board opstap, inhaak, in de voetbanden schiet en wegplaneer stroomt de adrenaline door m’n lijf. Weg vermoeidheid. Wat een zaligheid om slechts met boardshorts aan de heldere zee onder je door te zien schieten. Terugvarend richting strand is het water extreem vlak onder de kant en ondanks de slordige 35 knopen probeer ik met een bonzend hart een donkey jibe in te zetten. Ik kijk nog snel over m’n schouder of er niet een harde vlaag aankomt en ga er vol voor. Thuis had ik de move een aantal malen weten te volbrengen, maar met deze wind… BAM! Ik word achterover gelanceerd. Maar erin vallen is hier een feestje en na nog na veel verwoede pogingen lukt-ie. Waaaahhh!Wat een machtig en euforisch gevoel geeft dit.

Later die ochtend begint de harde, vlagerige wind z’n tol te eisen. Tijdens een pauze op het strand valt me op dat ik Bram niet op de kant of het water zie. Even later zien we de reddingsboot van het surfcentrum met grote snelheid uitvaren, om terug te komen met Bram. Met het schaamrood op z’n kaken stapt hij het strand op. Niks aan het handje, gewoon iets teveel van het goede: de kracht om te waterstarten ontbrak. Dat krijg je als je van twee vaardagen per jaar naar twee sessies per dag gaat.

Karpathos

De dagen erna worden de omstandigheden alleen maar beter. De wind wordt constanter, de spieren warmen sneller op en iedereen gaat met sprongen vooruit. Onze kantoorhandjes zitten onder de blaren, gelukkig hebben we surfhandschoentjes mee zodat we onbezorgd verder kunnen surfen. Jeroen kan inmiddels bijna een duck jibe en breekt z’n speedrecords, Rob doet verwoede pogingen die cheese roll te staan en Jan slaagt er steeds beter in om z’n gijpjes rond te krijgen. Grappig ook om te zien hoe bij iedereen de zeilcontrole verbetert na meerdere dagen langdurig op het water te hebben gestaan. Ook bij mij, als ‘oude rot in het vak’.

Dit blijkt als ik op een moment weer eens een donkey jibe inzet en wanneer hij niet lukt, ik spontaan een andere move doe waarvan ik achteraf niet eens meer wat ik deed en hoe dit is gelukt. Na een super ochtendsessie van een paar uur waarbij ik niet wil stoppen staan een paar maten aan de kant driftig naar me te zwaaien. Oké dude, ik snap het, ook ik stop nu voor de welbekende middagstop bij ‘onze’ taverne. Na een fijne surfsessie onder een strakblauwe hemel met een zwoele wind lunchen met je surfmaten is natuurlijk top. En al helemaal als je veel lol met elkaar hebt. Zoals clichés altijd maar weer worden bevestigd: geluk zit in de kleine dingen. En vaak korte momenten. Het toilet van ons favoriete restaurant is een goed voorbeeld. Het heeft geen raam, maar een houten luik wat open staat waardoor je een heen en weer zwiepende olijfboom ziet staan. Het enige wat je hoort is het gieren van de wind die een klein gevelrooster doet fluiten alsof een ketel water kookt, en een gammele houten deur die klappert alsof hier een boze geest rondwaart. Jeroen komt terug van het toilet en zegt: ‘Zo, ik heb zojuist een geluksmoment gehad.’ ‘Je haalt de woorden uit m’n mond!’ antwoorden we één voor één bevestigend.

In het laatste uur die middag pers ik er alles uit wat erin zit. Doorgaan, doorgaan, doorgaan denk ik alleen maar. Aan het einde van de dag vloeien de krachten uit m’n lijf alsof er iemand heel langzaamaan steeds harder aan m’n armen staat te trekken. Met een grote glimlach en voldaan gevoel komen we naar de kant. Missie geslaagd, wat een fantastisch geslaagde week met elkaar! Yamas op Aeolus en op Karpathos!


Meer lezen?

Dit artikel is afkomstig uit de Motion #2 van 2017. Dit nummer kunt u hier bestellen. Wil je niks meer missen op het gebied van windsurfen word dan abonnee!