Keienstroken fietsen in Drenthe: De hel van het noorden
We fietsen linksaf de route in Drenthe op. De eerste dertig meter na de bocht is asfalt, maar daarachter zie je ze al liggen. Even is er nog de keuze om rechts het betonnen fietspad op te duiken en de ellende die voor ons ligt te ontvluchten, maar voor beton zijn we vandaag niet naar Drenthe gekomen. Al vanaf de eerste meters schudden de sturen wild in onze handen. Een gevoel dat we herkennen van het fietsen over kasseien zoals in Vlaanderen of tijdens Parijs–Roubaix. Maar het zijn niet de kubusvormige blokken graniet die we uit de voorjaarsklassiekers kennen. Dit zijn kleinere, veelal ronde – soms met hoeken eruit geslagen – ooit met precisie neergelegde keien. Drentse keien.
Duizenden jaren – sinds de laatste ijstijd – lagen ze verspreid door het Drentse landschap. Lastig voor boeren, maar een kans voor werkloze turfgravers. Want goed honderd jaar geleden schoten de werkgelegenheidsprojecten in Drenthe als paddenstoelen uit de grond en werden de keien uit de velden geplukt om ze voor bouwprojecten te gebruiken. De oplettende fietser ziet in menig Drents dorp dan ook pleinen en opritten vol met deze stenen. In diverse Drentse bossen en velden werden de stenen daarnaast gebruikt voor het aanleggen van complete wegenstelsels. Oorspronkelijk voor de snelle afvoer van hout uit de bosbouw, maar inmiddels al vele jaren in onbruik geraakt. Tegenwoordig liggen de keienwegen dan ook onderhoudsloos verstopt in de bossen.
Een winter lang hebben we ons moeten vermaken op hometrainers en sporadische ritten op de gravelbike, maar met februari – en daarmee Omloop het Nieuwsblad – in zicht begint het weer te jeuken. Het voorjaar, het geklapper van kettingen op kasseienwegen, het afzien. Het zijn dan ook precies de keienwegen – op z’n Drents veel mooier uitgesproken als flintenstraot of bolderstraot – waarvoor we vandaag naar Drenthe zijn afgereisd om ze te fietsen.
Naar Drenthe reizen is één, maar vervolgens de keienwegen vinden om ze te fietsen blijkt in eerste instantie moeilijker dan gedacht. Geen kaart, hoe gedetailleerd ook, laat precies zien waar deze wegen eigenlijk liggen en in welke staat ze verkeren. In onze zoektocht raken we al snel op het spoor van de Ronde van Drenthe. Een bij de heren wat ondergewaardeerde voorjaarskoers, maar bij de dames worden de keienstroken inmiddels op waarde geschat en is de wedstrijd zelfs onderdeel van de UCI Women’s Worldtour. Maar zelfs voor de profs blijkt een heel aantal van de Drentse keienstroke te bont om te fietsen. Ze zijn doodlopend of simpelweg te ver vergaan of overwoekerd om nog veilig over te kunnen koersen, maar voor avontuurlijke fietsers als wij smaakt dat juist naar meer. Met wat hulp van boswachter Aaldrik van Staatsbosbeheer krijgen we steeds meer zicht op de nog bestaande en vaak inmiddels vergane keienstroken. Lang puzzelen is het hierna niet meer, voor we uiteindelijk komen tot onze ultieme keienroute. Onze eigen ‘hel van het noorden’, in Drenthe, is er klaar voor om gefietst te worden.
Stuiterend carbon
Op een frisse ochtend verzamelen we met z’n zessen in bluesdorp Grolloo en rollen we binnen enkele kilometers al over de eerste keienwegen in de lokale boswachterij. Hier hebben de keienstroken nog ontsnappingsmogelijkheden. Dikwijls ligt er namelijk een betonnen fietspad naast de weg, voor wie niet houdt van een stuiterende (carbon) fiets op de flinten. Het duurt echter niet lang voordat we Boswachterij Grolloo hebben verlaten en onder Schoonloo in de bossen de derde en vierde keienstrook van de dag tegenkomen. Ditmaal zonder ontsnappingsmogelijkheden. De prachtige ‘Tweelingen’-strook is een van de eerste met een slagboom ervoor. Niet de laatste slagboom van de dag blijkt later. Je fietst dan ook niet overal met volle snelheid de keien op, maar het prachtige Drentse landschap erachter maakt dat meer dan goed. Tweelingen boort zich dwars door een nat stuk heide en we begeven ons al snel – voor zover dat in Nederland mogelijk is – in the middle of nowhere. Halverwege de strook stoppen we voor een plaspauze en we grijpen de gelegenheid aan om lucht uit onze banden te laten. Vijf bar is hier meer dan genoeg.
Genieten van het Drentse landschap is niet voor iedereen weggelegd. Op diverse stroken liggen de keien plaatselijk erg slecht en concentratie op de weg is belangrijk tijdens het fietsen. Parallellen met het mountainbiken zijn hier makkelijk te trekken. De juiste lijn kiezen kan het verschil betekenen tussen soepel fietsen of juist lek rijden. Achter de bomen zien we alweer de akkers. We fietsen nog geen twintig kilometer door Drenthe en hebben al bijna acht kilometer aan keien mogen vreten.
Ter hoogte van De Kiel blijken de voorgaande keien slechts opwarmers te zijn geweest. Wat begint als een slecht fietsende strook, verandert al snel in een stuiterend bospad vol willekeurige gaten. Natuur neemt het hier over van cultuur in Drenthe en we vragen ons bij tijd en wijle af of we hier met de racefiets nog wel goed zitten. Hoewel een gravelbike inmiddels een meer geschikte fietskeuze lijkt, genieten we van deze plekken in de route stiekem het meest. Plekken als deze, verstopt tussen de Drentse vennetjes en bossen, voelen als vergeten terrein. Ook op de strook na De Kiel lijken we meer op een zandweg dan een keienstrook te rijden en op diverse plekken groeit er zelfs gras over de weg, waardoor de keien soms nog amper zichtbaar zijn. Enkel de grotere keien aan de zijkant van de weg geven hier en daar de bevestiging dat er onder de aarde inderdaad nog een flintenweg verstopt ligt. Stroken als deze bieden helaas een grauwe blik op de toekomst van keienwegen in Drenthe. Wie weet hoe lang we hier nog kunnen spreken van keienweg, in plaats van bospad.
Schots en scheef fietsen in Drenthe
Na een kort intermezzo langs het Oranjekanaal duiken we al snel de keienstrook bij Wezup op. Deze is bekend van de Ronde van Drenthe en blijkt daarom een stuk beter onderhouden en beter zichtbaar dan de stroken in het bos, ten noorden van het kanaal. Een keienweg optima forma. Maar beter zichtbaar betekent in Drenthe zeker niet beter te fietsen. De schots en scheef neergelegde keien schudden onze fietsen dusdanig heen en weer, dat het dikwijls lastig is je handen los op het stuur te leggen zonder dat hij wegschiet. Langzaam vermoeien de stroken niet alleen onze benen, maar ook de spieren in onze armen en handen. Het optimistische voorjaarsgevoel wordt inmiddels ook gedrukt door een plotse hagel- en sneeuwbui. Stukje bij beetje verandert onze fietstocht dan ook daadwerkelijk in een kleine – maar prachtige – hel van het noorden.
De Drentse fietsroute vordert gestaag, maar kent, tussen het geweld in de bossen door, steeds meer rustige kilometers. Tussen Wezup en Weerdinge liggen de keienstroken wat verder uit elkaar, zodat we een welverdiende adempauze kunnen inlassen en de armen goed los kunnen schudden, alvorens we voorbij Valthe in Drenten weer de ene na de andere kilometerslange keienstrook op fietsen. Een laatste pauze pakken we nadat onze fietsen nog eens goed heen en weer zijn geschud op de 3,6 kilometer lange keienstrook Voorbosweg. Wederom een prachtige, in een bos verstopte weg, die een van onze zadels zelfs fataal wordt. Zadelbreuk, dat hadden we nog niet meegemaakt. Het geeft een stukje extra comfort waar we eigenlijk niet naar op zoek waren. De Drentse kilometers beginnen inmiddels te tellen en het zijn deze langere stroken die sommigen in de groep doen verlangen naar de finish van de fietsrit, stiekem wetende dat het ergste nog moet komen.
Gruwel
De hunebedden links van de weg net na Drouwen laten zien dat er met keien ooit ook andere bouwwerken zijn gemaakt dan enkel de slechte wegen waar we ons al de hele dag op begeven. De afleiding van het fietsen die deze grote Drentse stenen ons geven is echter van korte duur. Luttele honderden meters verder klapperen onze fietsen de rood-grijze keien van de Steenhopenweg in Drenthe op en weten we dat we aan de finale zijn begonnen. Er ligt in het laatste bos van de dag nog bijna tien kilometer aan keien op ons te wachten, waaronder de langste van de dag en tevens van heel Drenthe: Staatsbos.
Staatsbos fietsen staat gelijk aan zes kilometer lang onafgebroken keien rijden, dwars door boswachterij Gieten-Borger in Drenthe. Ook deze weg is door slecht onderhoud op sommige plekken verwaarloosd geraakt. Het is soms zoeken naar de juiste lijn om te fietsen, vooral bij de overgangen tussen steen, zand en mos. De keien liggen er door de sneeuwbui van eerder vandaag nat bij en er is hier geen uitwijkmogelijkheid naar een betonnen fietspad. Om ons heen is niets dan bos en het geluid van fietsen klapperend op stenen, gecombineerd met het gehijg van vermoeide fietsers. Staatsbos is een gruwel, maar wel een prachtige gruwel.
De laatste kilometers van de tocht fietsen we over asfalt en klinkerwegen terug naar Grolloo in Drenthe, wetende dat we meer keien hebben gereden dan misschien wenselijk. We verlangen naar het lokale café en die verdiende pint aan de meet. De benen zijn moe en de fietsen zijn vies. De Drentse keien en het bijpassende weer tonen zich vandaag inderdaad een ware ‘hel van het noorden’. Prachtig treffend zijn dan ook de woorden van wijlen Gerrie Knetemann. ‘De hel van het noorden is hier, want wij zitten hoger dan Parijs-Roubaix.’
Komoot
De routes in Drenthe vind je hier onder. Nog geen lid van Komoot? Opgeven is heel eenvoudig:
- Klik hier om naar de pagina van Komoot te gaan.
- Maak een account aan en volg de stappen in beeld of log in met je gegevens
- In beeld zie je een balk waar je de code WIELRENBLAD2020 in kunt vullen
- BONUS: Als je de code ingevuld hebt kun je één regiobundel gratis downloaden.
De nieuwste uitgave van Wielrenblad kun je bestellen in de Soul Webshop. Losse exemplaren zijn ook weer verkrijgbaar in de betere boekhandels. Ook is Wielrenblad #2 2020 beschikbaar in de Soul Kiosk App. Wil je voortaan geen nummer van je favoriete magazine meer missen? Word dan snel abonnee van Wielrenblad. Dan ontvang alle nummers als eerste in je brievenbus en profiteer je van alle voordelen voor onze trouwe abonnees. Bovendien houd je ook meer tijd over voor je volgende tocht!