Kitesurfen in Kalpitiya

Hoe je als kitesurfer in Kalpitiya het regenseizoen overleeft 

Dit is het verhaal van twee overgemotiveerde kitemaatjes – een beginner en een geoefende wavekiter – die net iets te graag last minute aan een windstille Hollandse herfst wilden ontsnappen. Een kitesurfcentrum op een prachtige tropische locatie kon de PR goed gebruiken en opende haar deuren voor deze twee kitesurfjournalisten. Het regenseizoen had daar echter geen enkele boodschap aan.

Kitesurfen in Sri Lanka

Eind september, Amsterdam. ‘Lino, wat dacht je van Sri Lanka? Tien dagen, 30 graden, een lagune met warm, glad water, verderop de zee met mooie golven… je hoeft alleen maar in het vliegtuig te stappen.’ Het was een no-brainer. Hoewel… misschien was het beter geweest eerst even te kijken of het windseizoen nog aan was.

Na een reis van pakweg 14 uur landen we begin oktober in Colombo, de luchthaven aan de westkust van Sri Lanka. Eenmaal buiten worden we onthaald door chauffeur ‘Lucky’, die trots zijn glimmend zwarte bus (getooid met een sticker van een ritssluiting over de neus en achterkant) voorrijdt en onze tassen inlaadt. Niet veel later laveert hij ons door de ontwakende stad, één hand op de claxon en de andere op zijn telefoon. Op de achtergrond draait Shaa FM, een radiozender waarbij spirituele volksliedjes afgewisseld worden met heel veel geratel in het Singalees, of Tamil, wat precies zo klinkt als het geschreven wordt: geen touw aan vast te knopen. Het leidt wel lekker af van de reuzenslalom rond aanstormende riksja’s en vrachtwagens – waarvan we maar weinig meekrijgen omdat we onze ogen nauwelijks open kunnen houden van de jetlag.

Via de westkust gaat het verder over steeds kleiner wordende straten, zo nu en dan toeterend naar een collega-chauffeur of riksja die het wel heel erg bont maakt. Binnen blaast de airco en is het een graad of 18, buiten fietsen en wandelen kinderen in korte broek naar school, sloffen mannen en vrouwen naar hun werk en worden de luiken van marktkraampjes opengeslagen voor een nieuwe dag. Halverwege de reis stopt Lucky (die, zo horen we later, om zijn krullenmat ook Rudi genoemd wordt, naar de Duitse voetballer Rudi Völler) om zijn eer te betonen aan een Mariabeeld, de beschermheilige voor taxichauffeurs. Een paar weesgegroetjes later rijden we verder. Via een zandweg met enorme kuilen hobbelen we richting onze eindbestemming Kalpitiya, waar we hartelijk begroet worden door gastvrouw Monika.

Kitesurfen in Sri Lanka

Geen toerisme

Monika praat ons bij over ons hotel en het dorpje waar we zitten. Kalpitiya, zo legt ze uit, ligt in het district Puttalam, de noordwestelijke provincie van Sri Lanka. Het is een vissersplaats met aan westzijde de zee en aan oostzijde de Putallam Lagune. Een heerlijke plek als je jouw vakantieoord met weinig toeristen wilt delen. Het dorp heeft geen bars, restaurants, boulevards of verkopers, dus hier heerst nog echt rust. Belangrijkste attracties van Kalpitiya zijn kitesurfen (sinds een paar jaar) en de walvis- en dolfijnexcursies. De beste tijd voor het zien van walvissen is maart/april en in mindere mate november/december – die kunnen we dus alvast op onze buik schrijven, maar dat is ook niet waar we voor gekomen zijn. Tot zover WikiMonika. Lino duikt na de afsluitende rondleiding gelijk zijn bed in, ik ben vastberaden me door deze dag heen te slaan en pas na het avondeten te gaan slapen. Ik sluit me aan bij het ontbijt, waar een klein groepje gasten en crew aan een lange tafel de pannenkoekjes en de omeletten laten smaken. Het is warm en vochtig, en belangrijker: het waait niet. Als de Duitse hoofdinstructeur Stefan het ongeloof op mijn gezicht ziet bij de roerloze palmen in de tuin, probeert hij wat moed in te praten. Althans… ‘Tot wanneer blijven jullie? 12 oktober? Hmm… Ach, ik denk dat jullie nog wel het water opkomen!’ Stefan legt uit dat we net in de wisseling naar het regenseizoen zitten en dat die dit jaar eerder is begonnen dan normaal. ‘Misschien door de klimaatcrisis.’ Een week geleden waaide het dagelijks tussen 20-30 knopen, minstens een maand lang achter elkaar. Niet wat je wilt horen aan het begin van een kitetrip.

Kitesurfen in Sri Lanka

Regen, geen wind

Om toch wat te doen, suppen we ’s middags van de lodge naar het hutje aan de lagune waar KiteWorldWide overdag zijn basiskamp opslaat. De truck met kites is present, de instructeurs ook, maar de wind komt niet opdagen. We vermaken ons aan de zeekant in de golven, klooien wat met de SUP’s en zijn net op tijd terug voor de thee met lokale snacks. Om zeven uur ’s avonds komt iedereen samen voor het diner, waar de – vooral Duitstalige – gasten hoopvol vooruitblikken op de volgende dag. In mijn achterhoofd gaat maar één gedachte: het zal toch niet weer zo’n trip worden waarbij precies als ik er ben de wind zich niet laat zien? De volgende dag begint hoopvol. Stefan legt uit dat hoewel we inmiddels aan het eind van het seizoen zijn – het verklaart de regen van eerder die ochtend – we waarschijnlijk wel wat wind krijgen vandaag. We gaan opnieuw per SUP naar de spot, een goede warming up van een minuut of 25, en als de wind wat toeneemt kunnen we inderdaad kiten. Of in mijn geval: aan de vlieger hangen. Door een tweetal schouderoperaties is het alweer bijna drie jaar geleden dat ik voor het laatst heb gekitet, ik bodydrag met een 15 om het gevoel weer een beetje terug te krijgen. Ik moet eigenlijk weer opnieuw beginnen. De wind is te licht om echt veel controle te hebben, en met het naderende onweer – karakteristiek voor het regenseizoen – besluit ik het voor gezien te houden. Lino laat nog even zien hoe het moet, met wat moves die waarschijnlijk vrij basic zijn, maar voor mij nog next level. Ook voor hem is het echt op het randje. In de regen suppen we terug naar het kamp; thee en een koekje en bidden voor wind.

Kitesurfen in Sri Lanka

Een luipaard

Omdat er voor de komende dagen geen wind voorspeld is besluiten we de kite-oogkleppen af te doen en ons op wat echte toeristenactiviteiten te richten. Het nabijgelegen natuurpark Willapattu staat bekend om zijn olifanten, apen, krokodillen en zelfs luipaarden. Bij zonsopkomst brengt een bootje ons richting het park. Met een open truck rijden we het park in, en vrijwel gelijk bij binnenkomst trapt de chauffeur opgewonden op de rem. ‘Daar! Onder die boom! Wow!’ Het kan zijn dat ik nog niet helemaal fris ben door de jetlag, maar ik zie helemaal niks. Rupert uit Oostenrijk richt zijn telelens op de boom, en verrek: een luipaard. Met alleen een iPhone voelt het een beetje zoals bij een concert op de achterste rij: je weet dat de band keihard staat te spelen, maar je had ze net zo goed op tv kunnen zien. Anders is het als we even later bijna van de weg worden gelopen door een olifant. Het dier lijkt zich weinig aan te trekken van de truck vol toeristen; in het zonnetje steekt hij langzaam de weg over, om aan de andere kant te verdwijnen tussen de bomen. Toch echt een stuk gaver dan National Geographic.

De dagen gaan voorbij als een voorspelbaar ritueel. Opstaan om acht uur; regen en onweer; halfnegen ontbijt aan de lange tafel; windcheck; teleurstelling… een alternatief plan bedenken. Dat plan bestaat meestal uit suppen, zwemmen, werken achter de laptop met een tropisch drankje onder de druipende luifel van de bar en een yogalesje volgen bij Monika. Af en toe geven de voorspellingen hoop, maar meestal blijkt het een dooie mus. Het regenseizoen verstikt de wind.

Kitesurfen in Sri Lanka

Buitenspelen

Op zaterdag gaan we al vroeg naar de hut. Wind staat er nog niet, maar er kan wel buiten gespeeld worden. Er staat wat swell. Na wat miniritjes in de dumpende shorebreak gaan we per truck een stuk upwind naar Donkey Point, zodat we met de wind in de rug terug kunnen peddelen. De inflatable SUP’s met plastic peddels lenen zich niet echt om golven te pakken: telkens als je echt hard peddelt buigen de bladen mee. Toch rijden we zo nu en dan een golfje, om vervolgens downwind langs de kust richting de hut te gaan. Het enige probleem: waar is die hut eigenlijk? Van deze kant hadden we de baai nog niet gezien. Het landschap verraadt weinig: hier en daar wat visnetten, in de verte een paar trucks. Hoewel we een telefoon hebben gekregen is het mijn eer te na om me halverwege te laten ophalen. Na anderhalf uur peddelen komen we uitgeput aan bij de spot. Ik lift mee op de shorebreak en ga gelijk naar de hut. Ik gedraag me als een beest: ik eet afwisselend papaja, banaan, rijst en curry en prop het naar binnen als een wildeman.

Het is inmiddels twee uur en iedereen gaat terug naar de lodge. Maar ik ben nog niet uitgespeeld, en Stefan heeft nog wel een foil liggen die we onder een kiteboard kunnen schroeven voor achter de boot. Met de iets te zwakke motor is het lastig uit het water komen, maar als ik sta trap ik de foil gelijk op z’n staart. Het lukt aardig, maar ik maak gelijk een bocht. Ik val en kus de foil nog net geen gedag. Na een aantal korte ritjes noemen we het een dag. Een paar baantjes in het zwembad, chillen en lezen en het is alweer tijd voor thee en een soort kokosmakroon, gestoomd in een plantenblad. Als het ook nog waaide zou ik er wel aan kunnen wennen.

Omdat het nog steeds niet waait rijdt Lucky ons de volgende dag naar een Hele Belangrijke Rots Die Je Beklommen Moet Hebben. Precies als we – zonder schoenen want heilig – de eerste trappen betreden, begint het te regenen. Het houdt niet op. Langs de rotswanden komen eerst wat druppels, dan stroompjes en even later hele watervallen naar beneden zetten. We lopen door, om ons heel nog vooral veel jonge locals, die soms op hun mooie mocassins naar boven gaan. Het moet gezegd: bovenop de berg is het uitzicht echt mooi; de nevel en mist die rond de tegenoverliggende (duurder om te beklimmen) berg hangen maken het juist nog wat mystieker.

Kitesurfen in Sri Lanka

Wind!

Na een paar dagen van schrijven, yogasessies, zwemmen en theedrinken is het dan eindelijk zover: wind! Geen harde wind, maar het begin is er. Eenmaal bij de hut is iedereen in rep en roer. Lino is al op het water, ik pak een trainerkite om even lekker op het gemak te oefenen zonder gelijk alle kanten op te vliegen. Ik krijg er al snel handigheid in, en door de geringe kracht ga ik gelijk voor wat loops en tank ik zelfvertrouwen. Na de lunch is het tijd voor het echte werk. Met een 15 cruise ik over de lagune, waarbij ik bij de kantenwissel telkens even het water in ga. Het water is heerlijk warm en met de uitzondering van onze lodge-genoten helemaal leeg. De wind is lekker constant, het water is glad en ik voel dat ik die kite steeds beter onder de knie krijg. Lino is enthousiast over mijn vooruitgang. Voor hem is deze trip zijn kennismaking met de foilkite. Na een uurtje klooien is hij gewend en oefent hij zijn standaard riedeltje trucs, maar dan met een veel langere airtime en een grotere draaicirkel tijdens zijn kiteloops dan normaal. Ook al is er morgen ook wat wind voorspeld: we kiten alsof het de allerlaatste keer is en gaan door totdat de zon ondergaat.

Kitesurfen in Sri Lanka

Eenmaal terug is de sfeer in de lodge gelijk een stuk beter. Roodverbrande koppies en smiles van oor tot oor. Gek wat een beetje wind kan doen. Omdat we de volgende dag alweer richting de Nederlandse herfst vliegen, pakken we die avond alvast onze tas in. Hoe meer tijd we morgen hebben om nog het water op te gaan, hoe beter. En ja hoor. Een fijne laatste sessie is ons gelukkig ook gegund.

‘We got lucky in the end’, zeg ik tegen Lucky als hij ons na de lunch komt ophalen voor het vliegveld. ‘Ah lucky, lucky, lucky!’ roept hij in zijn gebrekkige Engels. ‘You come back Sri Lanka? Rain season no good. Come back before. I will pray for wind.’ Om het volle potentieel van deze plek te leren kennen willen we graag nog eens terugkomen. In het windseizoen. Hopelijk kan Lucky ons dan weer komen ophalen.

Kitesurfen in Sri Lanka

KiteWorldWide

Kalpitiya staat bij een groeiende groep kiters bekend om de fantastische freestyle-mogelijkheden in de lagune. Ook een killer als Ruben Lenten heeft hier wel eens zijn trainingcamp opgeslagen. Voor beginnende en lerende kiters is het dankzij het vlakke water en de aangename temperaturen ook een perfecte plek. De lodge van KiteWorldWide ligt direct aan de lagune en heeft behalve fijne, comfortabele kamers een zwembad, bar en chillplek. In het windseizoen (mei tot oktober) heb je doorgaans een strakblauwe lucht en 20-30 knopen wind. Na de heftigste regen begint er eind december een vrij windrijke periode die tot ongeveer maart duurt. Voor meer informatie, alle statistieken en boekingen kun je kijken op kiteworldwide.com.

Tekst: Mart Kuperij & Marcelino Lopez

Beeld: Kiteworldwide.com, Marcelino Lopez & Mart Kuperij