Mountainbiken in de Franse bergen

Van de Hollandse Berg naar de Grote Kale Berg, geliefd bij de Vlamingen, een beetje wielerkenner zal meteen begrijpen om welke illustere bergen het gaat. Er is onlangs een meerdaagse allmountain-trip opgezet met deze bergen als begin- en eindpunt. We kregen een inkijkje bij de totstandkoming van dit parcours.

Vijf jaar geleden besloten Anne en Frédéric om hun drukke kantoorbaan in te wisselen voor een ongedwongener en stresslozer bestaan in de Franse Alpen. Ze richtten er twee bedrijfjes op: Chalet Auris en Legenduro. Het eerste biedt het jaar rond ‘catered chalet service’ aan in een pittoresk dorpje aan de voet van Alpe d’Huez. Het tweede richt zich – zoals je wellicht zelf al kon afleiden – hoofdzakelijk op het aanbieden van uitzonderlijk mooie endurotochten in de wijde omgeving van de thuisbasis in Auris-en-Oisans. ‘Enduro’ mag je in dit geval best breed interpreteren, het hoeven namelijk niet per se technische afdalingen te zijn. Om echter op de mooiste plekjes te komen kan je niet altijd met de uplift-bus naar boven, dus moet er zo nu en dan zelf geklommen worden.

Voor de mooiste plekjes moet je toch echt zelf naar boven klimmen
TRY-OUT

Twee jaar geleden had Frédéric het lumineuze idee om een groepje van vijf prettig gestoorde en ervaren bikers bijeen te zoeken voor de try-out van een zevendaags enduro-avontuur. Bij succes zou Legenduro dit avontuur het jaar erop onder de naam ‘Transiflette’ aanbieden. Het doel van deze testrun was om vanuit Auris-en-Oisans een grote lus te rijden over de Alpen en hierbij de meest extreme, nog net berijdbare, technische paden op te zoeken. Na het overwinnen van zo’n 8000 hoogtemeters en een slordige 24.000 daalmeters was iedereen meer dan enthousiast over deze fenomenale zevendaagse. De lat voor deelname lag echter eerder hoog. Door de gezonde mix van veel zelf te trappen hoogtemeters en nog veel meer uitdagende te dalen meters, moest je hiervoor zowel technisch als conditioneel uit het juiste hout gesneden zijn. De schitterende foto’s en straffe verhalen wakkerden een behoorlijke interesse aan in dit meerdaagse avontuur. Met het oog op een grotere doelgroep organiseerde Fré afgelopen najaar een nieuwe try-out, van een toegankelijker parcours. Een kort verslag.

HOE BEGIN JE?

Laten we beginnen met het bepalen van de doelgroep. Bij Legenduro wordt hoofdzakelijk de endurokaart getrokken, maar ook binnen deze discipline is het mogelijk om verschillende accenten te leggen. Met de nieuwe rit van Alpe d’Huez naar Ventoux is het de bedoeling om eerder de all-mountain kaart te trekken. Dit wil zeggen dat ook de avontuur zoekende crosscountry- en marathonrijder van de tocht kan genieten zonder in een constante modus van latente doodsangst te verkeren. Onmiddellijk bepaal je hiermee ook een beetje wat de balans tussen fysieke inspanning en shuttleservice zal worden. Mikpunt is een dagelijks hoogtemeterquotum van 1200 tot 1600 meter. Om in de endurogeest te blijven komt er uiteraard ook af en toe wat geshuttle aan te pas, zodat het aantal daalmeters op het einde van de dag beduidend groter is dan de hoeveelheid klimmeters. Het gebruik van een shuttle laat ook toe om minder boeiende stukken of passages waarop je niet mag rijden efficiënt over te slaan. Het uiteindelijke succes van dit soort avonturen hangt uiteraard ook af van nog heel wat andere factoren. Beginnen op de favoriete alp van koersgek Nederland (Alpe d’Huez) en eindigen op de lievelingsberg van wielerminnend Vlaanderen (Mont-Ventoux), het klinkt goed. Op deze trektocht naar het zuiden verandert ook elke dag je omgeving; van Alpenland over desolate heuvels naar mediterrane rotstuintjes. Uiteraard zijn er verschillende mogelijkheden om de twee klassiekers te verbinden en dat houdt het zowel boeiend als aanpasbaar; zo kan er een breed pallet aan tracks worden aangeboden.

van Alpenland over desolate heuvels naar mediterrane rotstuintjes
INKOMERTJE

Als opwarmer staat er een plaatselijk ritje in Frédérics achtertuin gepland. Met een gezond animo beginnen we ons fietsavontuur aan het skistation van Auris, deel van het Alpe d’Huez-domein. Een paar speelse switchbacks door het bos brengen ons op een flowy singletrack langs Chapelle St.- Giraud. Daarna bereiken we via een freeridepassage ‘Le Freney’. De kop is eraf! De tweede run van de dag begint met een steile klim naar de top van de skipiste in Auris. Goed verscholen in het bos ligt een nog maar net aangelegde afdaling op ons te wachten. In de krappe bochten van het eerste deel kan ieder zijn beste stuurtechniek bovenhalen. Het laatste stuk van deze afdaling is duidelijk nog niet echt vormgegeven, dus kiezen we elk onze eigen weg door het steile naaldbos. Na een verkwikkende lunch nabij Lac Besson, pikken we een stukje mee van het oude Megavalanche-parcours dat ons naar een pittige endurospecial leidt. Leuk en uitdagend, maar brute rotspartijen en talrijke drops in deze technische special doen ons achteraf besluiten dat dit stuk absoluut niet thuishoort in het voorgenomen type parcours. Ook al kent Frédéric deze streek door en door, toch is er nog steeds ruimte om nieuwe mogelijkheden uit te proberen. Een streepje freeride pur sang over de zuidflank van Col de Cluy, brengt ons naar Puy le Haut. Het zicht op het stuwmeer van Lac du Chambon links en Les Deux Alpes rechts in het vizier maken het alpenplaatje compleet. Afsluiten doen we met dé Legenduro-klassieker, ‘21 Lacets’. De 21 switchbacks op deze trail zijn steeds weer leuk om mee te pikken en eindigen met een koud biertje in de hand bij het chalet.

OP NAAR DE DÉVOLUY

Er zijn uiteraard zo van die typische passages die absoluut niet mogen ontbreken bij een dergelijk avontuur. De eerste klim van dag twee bijvoorbeeld. Vanaf Col de Parquetout ligt een adembenemend mooi pad tot aan de Col d’Hurtières. Dat ‘adembenemend’ mag je trouwens gerust letterlijk nemen, regelmatig lacht een gapende afgrond je grijnzend toe. De natuurlijke rotstunnels zijn dan weer zodanig prachtig dat elke eventuele vorm van hoogtevrees op slag vergeten is.

Net wanneer je denkt dat het allemaal niet veel desolater kan, doemt uit het niets het bedevaartsoord Sanctuaire de Notre Dame de la Salette op. De verwonderde blikken van de diepgelovige pelgrims krijg je er gratis en voor niets bij. Vanaf deze heilige plaats is het alweer tijd voor een, voor ons, compleet nieuwe track. Tientallen kort op elkaar volgende krappe switchbacks brengen ons in een mum van tijd een flink stuk omlaag. Pittig! Later op de dag discussiëren we nog over de moeilijkheidsgraad en het al dan niet voorzien van een alternatief voor dit stuk van de route. Een oude ezelsweg wat verderop lijkt wel de poort naar de zuiderse natuur en de zon lacht ons toe. Hoog tijd voor koffie! Gewoon even stoppen op een zonnig terrasje en rustig ontstressen. Er tikt tenslotte geen competitieklok en er zijn geen prijzen te winnen aan het einde van de dag. Na dit verkwikkende intermezzo brengt de shuttlebus ons naar ‘Col du Noyer’, de toegang tot de Dévoluy. Hier zoekt het water voornamelijk ondergronds zijn weg door de oude typische kalkgrond. Lang duurt het niet om aan de nieuwe ondergrond te wennen, want de volgende singletracks in dit bosrijke gebied gaan op hoge snelheid voor de bijl. De laatste shuttle van de dag dropt ons op ‘Col du Festre’. Van daaruit klimmen we nog even door tot de apotheose van de dag, een zes kilometer lange singletrack die je als in een trance van de ene naar de andere bocht doet zweven en pas stopt aan de deur van de gite voor die nacht.

BUËCH ROEPT

De volgende ochtend horen we de rivier Buëch in de verte onze namen reeds roepen. Met de zon vol in het gezicht zetten we de reis naar Veynes in. Enkele héél steile klimstukken pompen de bovenbenen vol bloed. Vechtend tegen de zwaartekracht, snakkend naar adem, hopend dat de afdaling die volgt de inspanning meer dan waard zal zijn, worden onze hoogste wattages weggetrapt. Niet iedereen is even enthousiast over de daaropvolgende snelle, met losse keien bezaaide passages: sommigen vinden het een absolute topper, anderen vinden het te veel van het goede. Tja, over kleur, smaak en fietsroutes… Ergens op de hoogste noordelijke toppen van Veynes ligt dan weer de verborgen ingang naar een rollercoaster waar menig pretpark terecht jaloers op zou zijn. Een prachtig wandelpad dat in het begin nog even een pure crosscountrytrack lijkt, ontpopt zich al snel tot een opeenvolging van een breed spectrum aan mogelijke terreinen waarvan de gemiddelde endurobiker al eens vrolijk durft te worden. Switchbacks, drops, een ridgeline, wallrides, wortelpassages, off-camber stukken, deze afdaling heeft het allemaal. Wat de trail extra goed maakt is dat hij door zo goed als elke mountainbiker gereden kan worden. Later op de dag brengt een fabelachtige klim ons van Saix naar Les Oustaux en een uitzonderlijk technische afdaling. Deze vormt ongetwijfeld een van de hoogtepunten van de reis, maar het is niet vanzelfsprekend om dit steile, met grote stenen en drops bezaaide wandelpad zonder kleerscheuren af te dalen. Ook deze sectie zullen we later als ‘te moeilijk’ beoordelen in het grote feedbackboek. Kristof, onze time-manager van dienst, wijst er ons nadien op dat we niet te lang mogen treuzelen, want het dreigt een lange dag te worden. Binnen ons groepje van rijders zie je trouwens al snel dat we elk een verschillende taak op ons nemen. Fré is uiteraard de leider van het pak. Hij kent de weg, heeft op voorhand de route verkend en is dus de uitgelezen ‘Mercator’ van dienst. Ook de rol van de fotograaf is al voor aanvang overduidelijk: constant de omgeving scannen en op tijd wat actie of omgeving vastleggen op de lichtgevoelige plaat. De meest ervaren bikers heb je dan weer op kop nodig op het moment dat er passages komen waarvan je nog niet weet of ze überhaupt te rijden zijn. Sfeermakers hebben we gelukkig in overvloed, dus saai kon het vooraf onder geen beding worden. Ook het soort fiets nodig voor deze trip wordt getest. Buiten de doorsnee endurobak is er daarom ook een dappere tester met een trailfiets. Hierdoor kunnen we op het einde van elke technische passage inschatten hoe haalbaar deze is op een fiets met gelimiteerde veerweg.

RUSTIG RICHTING ORPIERRE

Op dag vier voorziet de definitieve versie van de trip eigenlijk een ‘relatieve’ rustdag. Even een wat kortere dag op de fiets en iets meer tijd om op adem te komen en te genieten van de omgeving. Tijdens een try-out laat deze dag ons toe om extra paadjes en alternatieven uit te testen. Zo liggen er in de buurt van Eyguians enkele ‘black earth’ heuvels: die willen we absoluut checken. De afdalingen op deze spitse heuvelruggen van asgrijze grond zijn absoluut niet moeilijk om te rijden, maar het is wel leuk en compleet iets anders. Ook qua natuurpracht loont de extra uitstap de moeite. In de voormiddag worden we nog een paar keer op Le Chabre gedropt om een maximum aan trails te verkennen. De kleine losse stenen en massa’s dennenappels maken deze afdaling bij momenten erg interessant, hier laat je stuurkunst je beter niet in de steek. De lange middagpauze aan de Pont Médiéval over de Méouge doet ons wél aan een rustdag denken. Dit betoverend stukje natuur is meer dan de moeite waard om te ontdekken.

De kleine losse stenen en massa’s dennenappels maken deze afdaling bij momenten erg interessant, hier laat je stuurkunst je beter niet in de steek
JONGENS OF MANNEN

Weer op pad. Als we vooraf hadden geweten welke col van de buitencategorie op ons lag te wachten, dan hadden we misschien wat langer genoten van de rustgevende omgeving. De Col de la Crousette onderscheidt de jongens van de mannen. Vermoedelijk is alles net te fietsen, maar niemand van ons slaagt daarin. Bovenop deze col wijst onze gids Fré ons op een heel boeiend fenomeen: de vegetatie aan de zuidkant van de berg verschilt duidelijk van deze aan de noordflank. De kleine aromatische planten op de zuidflank maken plaats voor grote beukenbossen. Voor we van ons welverdiend biertje onder de grote plataan op het dorpsplein van Orpierre kunnen genieten, pikken we nog een stuk mee van de plaatselijk uitgestippelde mountainbikeroutes. Wat is het leuk om te zien dat sommige streken ruimte en middelen geven aan echte bikers.

VERKENNING VAN LES BARONNIES

Aan het tracé van de voorlaatste dag moet nog wat gesleuteld worden. Hij begint nochtans veelbelovend met een stukje hike-a-bike tot op Col de Perty. De track die erop volgt is echter eigenlijk net te verwilderd om vlot te kunnen fietsen. De daaropvolgende klim naar La Nible daarentegen, is dan wel weer één van de mooiste van de week. Onder toeziend oog van de machtige Mont-Ventoux duiken we de afdaling in. Een eindeloze singletrack met 800 daalmeters leidt ons met een grote glimlach naar het charmante dorpje van Buis- les-Baronnies. Niettegenstaande liet Fré ons vooraf al weten dat hij wellicht een compleet andere route zou gaan testen voor die dag. Ook dit is natuurlijk deel van een try-out: routes uitproberen. Als ze achteraf niet blijken te voldoen aan de verwachtingen worden ze geschrapt en vervangen.

FEEST OP DE KALE BERG

Als afsluiter staan er zeven verschillende smaken Mont-Ventoux op het menu. Voor al wie deze protagonist uit de Tour de France niet kent; je ziet de Cote d’Azur vanaf zijn top en hij ligt bezaaid met meer keien dan er schapen zijn op Texel in het voorjaar. Bovendien ligt er buiten de drie asfaltwegen ook een hele rist aan mtb- en wandelpaadjes op de flanken. Als cadeautje, omdat we het einde van de week hebben gehaald, worden we vandaag de hele dag naar boven gereden! Uiteindelijk rijden we vijf van de zeven mogelijke specials op de planning. We verzamelen meer dan 5.400 daalmeters en elke centimeter hiervan is de moeite waard. Eindigen in absolute schoonheid heet zoiets!

Woord: Gert de Geeter & Simon Cauwenbergh
Beeld: Noseforphotography

Dit artikel komt uit UP/DOWN #1 van 2018Op de hoogte blijven van al het mountainbikenieuws? Abonneer je dan snel op UP/DOWN en volg ons op Facebook.