Mountainbiken in Zwitserland

Trans Helvetica

Mountainbiken in Zwitserland. Epische trails, kaas en zonneschijn. Met vijf man hebben we het plan een flink aantal buckettrails af te vinken. De resterende tijd willen we investeren in het zoeken van de pot met trail-goud aan het eind van de regenboog. Vanuit de camping in Visp staan er twee meerdaagse trips en een aantal dagtochten op het programma. Tijdens deze trips maken we zo efficiënt mogelijk gebruik van het sublieme openbaar vervoer in Zwitserland. We nemen je mee op de hoogte- en dieptepunten van onze trip afgelopen zomer.

Opschieten

In het pikkedonker en een aantal uur na sluitingstijd komen we aan op de camping in het Zwitserse Visp. In de regen. We zetten onze tent zo snel mogelijk op en kruipen in onze slaapzakken. Wanneer we ’s ochtends met slaap in de ogen onze tent opritsen staart een dicht wolkendek ons aan. Maar… het is droog. Doordat iedereen in onze equipe een druk bestaan heeft in Nederland, schort er nog een en ander aan de voorbereiding, wat zorgt voor stressvolle, maar o zo efficiënte handelingen deze ochtend: technische man Wouter loopt alle mountainbikes na, kok René legt de laatste hand aan een havermout-en-koffie-ontbijt, terwijl Neel ons wijst op de wegtikkende secondes: over zeven en halve minuut dienen we bepakt en bezakt klaar te staan op het station voor onze rit richting Fiesch- Zwitserland.

Neel is onze reisleider, bekend om onhaalbare tijdsschema’s om zo veel mogelijk terrein te verkennen, op zoek naar het trail-goud. Doordat onze groep al jaren in deze formatie mountainbike trips plant heeft iedereen zijn eigen rol in de groep, wat de haalbaarheid van dit soort last minute actie’s aanzienlijk vergroot.

Zaterdag: Aletsch Arena

Wanneer de schelle fluit klinkt en de deuren achter ons sluiten, kijken we elkaar aan: toch weer gehaald. Een korte check-up later weten we dat alle noodzakelijke spullen aanwezig zijn: een mountainbike, een helm, wat voedsel en zelfs een paar kniebeschermers. Tijd om te rollen. De trein volgt een grijs kleurende rivier richting onze eerste stop: de Telesiege naar de Fiescheralp. Hoogste tijd voor de eerste trail van onze trip naar Zwitserland. Hoewel de hellingsgraad aan de maat is, zorgen de mellow switchbacks voor een relaxte warming-up. Al snel staan we onderaan de lift samen met wat wandelaars. Nog maar een rondje dan. Na wat praatjes in de lift stappen we uit en klimmen we door de mist een traverse op, waar we stuiten op een net-iets-te-lange tunnel.

Waar zijn onze lampjes als we ze nodig hebben? O ja, in de tent… Met extra motivatie sprinten we door de tunnel, welke uitkomt op de Marjelen Gletsjerstube: tijd voor de lunch! Het toetje is een blik op de Aletschgletsjer. Deze gletsjer zal elke mountainbiker wel eens ergens voorbij hebben zien komen in de magazines: piepkleine fietsende figuurtjes tegen een achtergrond die veel wegheeft van de ring van Saturnus. De wandelaars geven ons een helder beeld van het gigantische formaat van deze gletsjer, wat een reus.

Na het uitzicht is het weer tijd voor wat trailgeweld en we starten met een waanzinnige ridgeline-trail die parallel aan de gletsjer loopt. Halverwege traversen we richting het Fiescherdal en stuiten we op de later tot Adventure Trail gedoopte trail, welke ons voor een aantal uitdagingen stelt. Allereerst is de trail amper begaanbaar. Wandelen is al een uitdaging, fietsen is gewoonweg geen optie.

Terwijl we ons een weg banen blijkt deze trail nog meer in petto te hebben wanneer we de eerste Via Ferata (IJzeren Weg, routes waarbij stalen treden, handvatten en kabel aan de rotsen geklonken zijn) in de rotswand zien. Met de mountainbike in een hand en ons leven in de andere dalen we de technische en steile stukken af. Ons gevoel wordt samengevat door een lokale Zwitser, die ons voor gek verklaarde en iets mompelde als: “Zeker Hollanders…”, refererend aan ons gebruik om overal fietsen mee naar toe te nemen. Hij moest eens weten.

Maandag: Fluhalp Hutte

Nadat we een vlug ochtendritueel hebben gehad stappen we de trein uit in Zermatt, waar we op de eerste afdalingen door de enorme hoeveelheden Japanners worden aangezien voor een team van stuntmannen. Doordat we de route delen met wandelaars is het flink improviseren over de ruwe en puntige stenen, het niet altijd kunnen kiezen voor de meest ideale route biedt flink wat uitdagingen, maar smaakt er niet minder om. Een lange en diverse trail met heel veel moois en fijne lijnen.

Restaurant Furi verwelkomt ons voor de lunch en geeft ons een flinke bodem met Rösti en Apfelschorle. Hierna hebben we de rest van middag om richting de Fluhalp-hut te klimmen, waar we de nacht zullen doorbrengen. Hoewel het woord ‘hut’ niet helemaal van toepassing is op hetgeen we aantreffen: een chef verwelkomt ons met een driegangenmaaltijd, we genieten van een koud biertje en een warme douche. Niet helemaal het alleen-op-de-wereldgevoel wat we hadden verwacht, maar de vriendelijke service en het magnifieke uitzicht op de Matterhorn maakt dit meer dan goed.

Dinsdag: Zermatt

Geheel volgens de hut-traditie staan we vroeg op en nog voor zonsopkomst rijden we de eerst ridgeline-trail af. Terwijl we in een treintje over de kam blazen knijpt de aanvoerder abrupt beide remmen in: de vloeiende trail loopt zonder waarschuwing uit in een afgrond. Terwijl we de diepte inkijken besluiten we een andere route naar Zermatt te nemen, eentje met iets minder levensgevaar. Dit geeft ons tevens de kans slaapzak en toiletspullen te droppen bij het hotel in het dorp, zodat we de rest van de middag de trails rijden met frisse wind op de rug en het lichtere gewicht op onze pedalen.

Veel van het terrein bestaat uit technische alpine-ondergrond, waarbij een endo-bocht eerder regel dan uitzondering is om de krappe bochten door te komen. De in bijna elke bocht opstaande afwaterings-leistenen maken deze moves nog wat lastiger. De meeste trails hier zijn wandelpaden en af en toe afstappen op de onbegaanbare, trap-achtige stukken hoort erbij. Op dit moment schijnt de zon volop, de Matterhorn kijkt met zijn 4400 meters op ons neer en ziet dat het goed is. Wat minder goed blijkt, is dat reisleider Neel over-the-bars vliegt in een goed verstopte geul in het hoge gras. Een bezoek aan het ziekenhuis leidt tot de conclusie dat Neel voor de rest van de trip uit de running is. Balen, de man die het meeste voorwerk van de trip had gedaan moet nu werkloos toezien hoe wij ‘zijn’ trails verder verkennen.

Woensdag: Zermatt – Visp

Vrijwel naadloos neemt Dons de rol van Neel over als gps-nerd en timekeeper van de groep. Pro-tip: neem altijd voldoende reserve gps-nerds mee op biketrips, voor je-weet-maar-nooit. Met een uitgedunde groep rijden we vanuit Zermatt terug naar onze basis in Visp. Een ritje met de Telesiege brengt ons in Blauherd en met Dons aan het roer scoren we direct een lange en flowy trail vol goed rijdbare switchbacks, wat resulteert in dikke smiles op onze gezichten. Deze smiles verdwijnen als sneeuw voor de zon wanneer we de resterende dertien kilometer naar de lift in St. Niklaus binnen twintig minuten moeten afleggen. De reden hiervan is dat deze lift slechts eenmaal per uur draait, deze missen zou zorgen voor een uur minder trails. Demper en vork gaan op lock-out en kop-over-kop racen we over het asfalt. Wanneer we het parkeerterrein op rollen zijn we net op tijd om de gondel achter de bomen te zien verdwijnen. Gelukkig blijkt de liftbediende bereid ons tegen een geringe eigen bijdrage nogmaals in twee keer naar boven te brengen. Tweemaal: de lift is zo klein dat er slechts twee mensen tegelijk in passen. Terwijl we op de terugkeer van de gondel wachten hoort Dons de lokale bejaarden uit over Matterhorn-beklimmingen van weleer en doen wij ons tegoed aan de meegesmokkelde broodjes van het ontbijtbuffet: onze lowbudget-stijl krijg je er niet zomaar uit, ook in Zwitserland niet.

Terwijl de gondel stijgt over een zeer steile helling met puntige kliffen, vragen we ons af waar we strak in hemelsnaam naar beneden moeten. We stappen uit in een pittoresk dorpje, dat voor de bewoners enkel te bereiken is met deze mini-gondel, of een pittige wandeling. We droppen in op de trail welke direct van start gaat met pittige switchbacks die al onze concentratie opsnoepen. De trail vervolgt zijn weg langs de steile wand en uiteindelijk komen we via het bos beneden uit, waar we de Postbus naar Grächen pakken en vervolgens de trail naar Stalden. En die begint goed!

Steile technische secties wisselen snelle stukken rechtuit af, met genoeg lijnen om te kiezen. Helaas blijkt dit moois van korte duur en sluiten we de dag af met een gravelweg terug naar Visp en een duik in het lokale zwembad. Ook is het hoog tijd voor serieus onderhoud aan de mountainbikes en experimenteel koken met de ingrediënten die al twee dagen liggen te broeien in de tent. Vanavond geen hotel of hut: slaap lekker.

Donderdag – St. Luc

De wekker gaat al vroeg op de startdag van onze driedaagse Epic. De reeds ingepakte rugtassen worden opgehangen en na een razendsnel ontbijt pakken we de trein richting het westen. Vandaag wordt een van de langste dagen, nog steeds zonder Neel. In Sierre moeten we overstappen op de Postbus, waar blijkt dat er nog maar twee plekjes op de achterkant van de bus beschikbaar zijn voor onze bikes. Slecht nieuws, aangezien het twee uur wachten is op de volgende bus. Blijkbaar zijn we met de trein een taalgrens overgestoken, want onder het gemompel “Toutes les personnes qui a non-réservé” komt de buschauffeur aan met een heuse biketrailer die hij achter de bus koppelt. Een puik stukje Zwitserse organisatie.

Snel de bus in en op naar St. Luc, waarvandaan we een klein stuk klimmen naar de stoeltjeslift Tignousa. Vanuit daar volgen we een gravelpad dat zich onder onze banden steeds verder transformeert tot de beloofde trails langs de Illhorn. De trail is lekker afwisselend en we duiken steeds verder de vallei in. Wanneer we de boomgrens bereiken verandert de trail plotsklaps in een extreem steil en technisch pad… voor wandelaars. Op bepaalde secties wensen we dat we een touw bij ons hebben.

Na dertig minuten klimmen, klauteren en niet proberen te vallen begint de trail langzaam weer zijn oude vorm terug te krijgen en blazen we als vanouds over flowende paden met makkelijke lijnen die zonder al te veel concentratie onder ons door schieten. Alsof we ons in een avonturenspelletje bevinden ligt de volgende uitdaging al weer op de loer: een vijf (ja, vijf) meter hoge barrière, opgetrokken uit enorme boomstammen dicht op elkaar, vormt een enorm hekwerk zover het oog reikt.

Het eerste wat iedereen denkt is: wat moet dit in godsnaam tegenhouden…? En de tweede vraag rijst direct hierna: hoe komen we hier doorheen? Het hekwerk van stammen, die slechts tien centimeter van elkaar af staan, bieden geen doorgang. We ontdekken een passage waar een (slank) persoon net doorheen past, alleen krijgen we onze bikes er niet doorheen. Tot we per toeval stuiten op een onzichtbaar doorgezaagde stam met een pin, die als een pendel opzij geduwd kan worden. Hierdoor kunnen we met fiets en al door het hekwerk. Indiana Jones is er niks bij.

Zowel het hekwerk als de trail staan niet op onze gps en we volgen deze dan ook op goed geluk. En alsof het zo heeft moeten zijn ontpopt deze trail zich tot het trail-goud waar we naar op zoek waren: exact de juiste hellingshoek om lekker vaart te houden, eindeloos lange worteltapijtjes, technische, maar rijdbare secties vol switchbacks waar geen eind aan lijkt te komen, natuurlijke kickers en afgeronde stenen om vanaf te rollen of te droppen. En al dit moois zodanig gecombineerd, waardoor er een overdaad aan lijnen is. Met duidelijk de beste trail van de trip achter de kiezen is het na de Postbus tijd voor de klim naar St. Luc, waar we op de granny-ring naar boven knarsen richting het idyllisch gelegen hotel Weisshorn.

Vrijdag – Zinal

Het spookachtige karakter van Hotel Weisshorn doet goed, we hebben allemaal geslapen als baby’s. De eerste trail van de dag bestaat uit een eindeloze traverse langs verschillende bergwanden richting Zinal. Eenmaal daar stappen we in de Telesiege Sorebois, waar we een mooie weidetrail volgen die ons bij Grimentz brengt voor de lunch. Vanuit daar pakken we de gondel naar het La Vouarda-station. Een korte, doch steile klim wacht ons op richting de top van de Corne de Sorebois. Dit laatste stukje klimmen in de hitte van de namiddag blijkt een felle, maar we worden beloond met een uitzicht op het Lac de Moiry-stuwmeer.

De afdaling richting de dam is te gek, slingerende singletracks door een weidelandschap met veel mogelijkheden om eigen lijnen te zetten en tegelijkertijd je maten af te snijden in een poging als eerste beneden aan te komen. Vanaf de dam loopt de rivier richting Griments, de trail loopt parallel aan het water. Echter, helaas voor ons is het pad amper te rijden en lopen we het overgrote deel. Vanuit Griments gaan we weer omhoog met de Telesiege Bendolla. Terwijl de klok vijf uur ’s middags aangeeft beginnen we aan het laatste deel van de klim naar onze hut, die zich op de 3000 meter hoge Becs de Bosson bevindt.

Zo eenvoudig als de te beklimmen 900 hoogtemeters beginnen, zo zwaar zijn de laatste meters, waarin we lange passages met sneeuw moeten doorploegen. Na zweten, zwoegen een beetje binnensmonds vloeken, bereiken we de Cabane Becs de Bosson, net op tijd voor de zonsondergang. De hut is er een zoals hoort, geen elektra of stromende water en 20-persoons stapelbedden. Met een intens gevoel van alleen-op-de-wereld turen we naar de verduisterde maan met een kop warme thee.

Zaterdag – Oost West

Wakker worden op 3000 meter blijft bijzonder. Het uitzicht op de vroege ochtend is mogelijk nog fraaier dan de avond ervoor en na het ontbijt staat de legendarische Argentinië-trail op het menu. Deze gaat rotsachtig van start met ruwe en onbehouwen bochten alvorens deze uitloopt in het bos. Ook deze trail gaat de top drie van de week halen, mede vanwege de extreem hoge fun en het flowy karakter.

Hopende dat de week nog een laatste uitspatting laat zien gaan we op weg naar de Brazilië-trail. Naar verluid is deze nog beter dan zijn Argentijnse broer. We pakken de lift van Chalais naar Vercorin, waar een jazzfestival de regen helaas niet tegen weet te houden. We besluiten de gondel naar de Cret du Midi te nemen en hopen met een vroege lunch de regen te kunnen overbruggen. Het plan is om daarna de 500 hoogtemeters te klimmen op weg naar hopelijk de beste trail van de week. Na de derde espresso is het weer inmiddels van kwaad tot erger veranderd. De bar waar we schuilen zich vult met verzopen wandelaars en aangeschoten locals.

Terwijl de aanwezige band hits uit de jaren ‘70 en ‘80 ten gehore brengt, besluiten we dat het mooi is geweest. Onder klaagzang van The Cure hullen we ons in regenkleding en stappen we de stortbui in. Trails zoeken en vinden is sowieso al een uitdaging, met dichte mist en regen wordt dit al snel gevaarlijk. Met een gevoel van weemoed stappen we in de gondel naar beneden, terug naar de camping. We hullen ons in stilte in de cabine, maar allemaal met de mondhoeken mysterieus omhoog: wat een week…

Routes

01. STOCKALPERWEG NORD

13km / +250hm / -1500hm / 2,5u

De Stockalperweg is al meer dan 400 jaar een handelsroutes tussen Italië en Zwitserland. Al die handel heeft gezorgd voor een fantastische singletrail tussen deze landen. Dit is de noordelijke variant, vanaf de Simplon Pass naar Brig. Uitzichten, flow en technische uitdaging, de Stockalperweg biedt alles wat het hart van een mountainbiker sneller doet kloppen.

De Zwitserse Postbus neemt vanaf Brig Bahnhof mountainbikers mee omhoog naar de Simplon Pass. De bus rijdt zes keer per dag en doet er veertig minuten over. Het kan druk zijn, dus reserveren via postbus.ch is aan te raden.

02. 36’ER

4,5km / -800hm / 0,5min

36’er, de naam staat voor het aantal switchbacks in de trail, allemaal erg goed te rijden, met een mooie flow. Niets is te moeilijk in deze trail, alles is leuk. Daar komt bij dat de Luftseilbahn Rosswald je iedere dertig minuten omhoog kan brengen.

3. GORNERGRAT – RIFFELALP – ZERMATT

12km / -1400hm / 1,5u

Dit is de klassieker van Zermatt, zowel voor mountainbikers als wandelaars. Bovendien is toegang tot de trail eenvoudig, met behulp van de Gornergratbahn die je in veertig minuten van Zermatt naar de top van de Gornergrat brengt. Dat betekent drukte op de trail en rustig aan doen voor wandelaars. Maar de Gornergratbahn rijdt tot half acht ‘s avonds. Dat is het moment dat de wandelaars aan het diner gaan en de trail vrij is voor mtb’ers.

Een rustige Gornergrat is een racebaan, maar vergeet niet zo nu en dan om te kijken naar de Matterhorn!

04. TROCKENER STEG – FURI

6,5km / +50hm / -1000hm / 1u

De Trockener Steg is met ruim 2900 meter tijdens een ‘sneeuwrijke’ zomer
het laagste punt van het zomerskigebied. Je kunt de Trockener Steg bereiken met de Matterhorn Express vanuit Furi. Maar let op, alleen het eerste deel is officieel toegankelijk voor mtb’ers. Het tweede deel (dat je naar de Trockener Steg brengt) is alleen voor skiërs en wandelaars. Desondanks, als je op een rustig moment gaat (dat is na een uur ‘s middags) en vrolijk lacht naar de liftbediende, dan mag je waarschijnlijk blijven zitten tot de Trockener Steg.

Eenmaal boven bevind je je in een maanlandschap bestaande uit grote stenen, kleine stenen en normale stenen. Het uitzicht is wederom geweldig, net als de trail voor je. Alles is hier te rijden, maar desondanks is de singletrail soms wat zoeken en een portie techniek kunnen toepassen is wel fijn.

 

Dit artikel komt uit Up/Down #1 van 2019 .  Op de hoogte blijven van al het mountainbike nieuws? Abonneer je dan snel op Up/Down en volg ons op Facebook en Instagram!