Route: Noordzeeroute
Tijdens onze tocht over de Noordzeeroute zijn we overgeleverd aan de grillen van de weergoden. Die toveren ons om tot verzopen katten op gezandstraalde fietsen. Maar als de hemel opentrekt worden we rijkelijk voor ons afzien beloond.
Tekst en beeld: Bram de Vrind
De stormachtige wind blaast een gitzwarte wolkenpartij onze kant op. Boven het wassende zeewater hangen regensluiers en klinkt onheilspellend gedonder. Binnen de kortste keren moeten ook wij eraan geloven. De regen gaat al snel over in hagel. Die blaast recht in ons gezicht en priemt zich in het duinzand. Als het ook nog begint te bliksemen, zetten we onze fietsen in de berm om in de duinen te schuilen. Minutenlang zitten we ineengedoken tussen het helmgras, terwijl we dankzij de hagel veranderen in verzopen katten.
Aan het eind van onze tocht langs de Noordzeekust eist het weer nog maar eens zijn bepalende rol op. Het ene moment werden we gedragen door de wind, om later door onweer van de fiets te worden gedwongen. Zo zouden we een dag lang speelbal zijn van de weergoden.
Bejaarden met E-bikes
Die ochtend vertrekken we nog met droog pak in Den Haag voor een rit van 151 kilometer naar Den Helder. De weersvoorspelling is niet al te best: vanuit het noorden komt een pak regen onze kant op. Gelukkig blaast de krachtige zuidwesterwind in de juiste richting.
Onze tocht volgt het noordelijke deel van Noordzeeroute over de mooiste fietspaden langs dit deel van de kust. Wie denkt dat deze bordjesroute alleen geschikt is voor gezinnen of bejaarden met E-bikes, heeft het mis. Het leeuwendeel van de fietspaden is verhard en er kan lekker worden doorgetrapt omdat de route volledig is ‘uitgepijld’. Je volgt simpelweg de pijlen op de wit-groene bordjes met LF1B erop.
We zijn met een clubje van vier. Bas: type puncher met een studentikoze 2000 kilometer in de benen. Arjen: type veel talent dus maakt niet uit dat hij de laatste maanden nauwelijks heeft getraind. Ik: type klimmer, 4000 kilometer. En Sjoerd: type fanatieke cyclorijder die er dit jaar net zoveel kilometer op heeft zitten als wij drieën samen.
Wapperend rood regenjack
De strandboulevard ligt er verlaten bij als we door Scheveningen rijden. De terrassen zijn leeg, strandzand stuift over de promenade. De vlaggen op het Kurhaus staan strak en wijzen naar het noorden.
Bij de 19de eeuwse watertoren van Oostduinen haken we aan op de Noordzeeroute, om vervolgens natuurgebied Meijendel in te rijden. Dankzij de harde rugwind halen we met twee vingers in de neus 40 kilometer per uur op de klinkerweg. Tegenliggers hebben het zichtbaar zwaarder. Een mountainbiker met wapperend rood regenjack moet zwoegen om vooruit te komen. We moeten in de remmen als een groep zwaarbepakte fietsvakantiegangers door een windstoot uit balans raakt en over het fietspad zwiept.
We rollen over de strandboulevard Katwijk aan Zee binnen. Het luik van viskraam Kees Harteveld is gesloten; in dit hervormde dorp wordt de zondagsrust nog in ere gehouden. Het strand ligt overhoop omdat er gewerkt wordt aan kustversterking, die er inmiddels voor zorgt dat de Witte Kerk aan de boulevard niet langer buitendijks ligt.
We worden niet gehinderd door de eerste regen. De zeewind blaast ons in één zucht naar Noordwijk. “Ik heb het gevoel alsof ik nog niks heb gedaan”, merkt Arjen op als we bij het verzetsmonument op de Koningin Astrid Boulevard stoppen om regenjackjes aan te trekken.
Ristelende duindoorns en wuivend helmgras
Over de smalle duinreep van Hollands Duin vervolgen we onze weg. In de Amsterdamse Waterleidingduinen strekt het duingebied zich tot aan de horizon uit. Dat, terwijl we midden in de Randstad zitten. We rijden langs ristelende duindoorns en wuivend helmgras. In de verte hangen regensluiers. Bas wijst op een groepje reeën dat het fietspad oversteekt. Ze klauteren omhoog om ons vanaf een duintop te bekijken.
Dan maakt deze rustieke oase plaats voor een betonnen jungle. We rijden achterlangs bij de strandboulevard van Zandvoort, die volgens een recente peiling de lelijkste van Nederland is. De boulevard veranderde ingrijpend toen de Duitsers de oorspronkelijke bebouwing lieten afbreken wegens de aanleg van de Atlantikwall in de Tweede Wereldoorlog (zie kader). Er kwamen na de oorlog flatgebouwen met als klapstuk het 70 meter hoge Palace Hotel (1969) voor terug.
Als het nog harder gaat regenen dalen we af naar het strand voor een pitstop bij Woodstock 69 in Bloemendaal aan Zee. De ‘Beste strandtent van Nederland’ (volgens Nieuwe Revue) ligt er troosteloos bij deze druilerige middag. Het terras met oude loungebanken doet denken een verregende rommelmarkt. Afgaande op de snelheid van de bediening heerst bij het personeel een brakke zondagsfeer. Maar de goede espresso en een heerlijk luxe broodje oude kaas maken een hoop goed.
Kopje van Bloemendaal
Op de terugweg naar de route worden we compleet gezandstraald. Dat geldt ook voor onze fietsen, waarvan de remmen en kettingen zijn bedekt met een dikke laag strandzand als we de parkeerplaats aan de strandboulevard bereiken. Met sportdrank probeer ik mijn fiets nog enigszins schoon te spoelen.
Op de Zeeweg richting Overveen wijken we af van de route. We rijden binnendoor om het onverharde fietspad door de duinen te omzeilen én het roemruchte Kopje van Bloemendaal mee te pakken; een 1,5 kilometer lange klinkerweg die te midden van de villa’s naar een duintop van ruim 40 meter leidt. Het veelbeschreven klimmetje is geliefd onder wielerprofs als Niki Terpstra, die hem ooit met 40 gemiddeld opreed.
Wegens mijn ontbrekend talent voor korte, felle klimmetjes, besluit ik de helling van kop af te bestormen. Na de eerste bocht voel ik mijn benen vollopen en ga ik uit het zadel. Sjoerd en Arjen schieten me over de kletsnatte klinkers voorbij. Terwijl ik op het vlakke stuk op adem kom, suist ook Bas langs me heen. Ik kan nog net aanhaken om hijgend in zijn wiel naar de top te klimmen.
In IJmuiden kunnen we zo de pont oprijden die ons naar de overkant van het Noordzeekanaal brengt. Aan de overkant van het water liggen de hoogovens en gascentrales van Velsen-Noord. Een indringende zwavelgeur heeft de frisse duinlucht verdrongen. We rijden met wind tegen door de regen naar de kust.
In de Kennemerduinen klaart het eindelijk op. Eentonig grijs maakt plaats voor uitbundige Hollandse luchten. De regenjackjes kunnen uit. Maar als we onder een strelend zonnetje verder dokkeren door de duinen, voel ik me slap en lusteloos. Ik kom er achter dat ik een klassieke fout heb gemaakt: ik heb vanwege de regen veel te weinig gedronken. We zijn inmiddels 85 kilometer onderweg en ik heb pas één bidon leeg. Arjen heeft hetzelfde probleem. We stoppen in Egmond bij een pompstation om even bij te tanken. Een energiegelletje en een halve bidon later zijn Arjen en ik er weer enigszins bovenop.
Dan verslechtert het weer in rap tempo en krijgen we opnieuw een regensalvo over ons heen. De stormachtige wind is naar het westen gedraaid en blaast de regen recht in mijn gezicht. Op sommige stukken op het klinkerpad door de duinen val ik volledig stil. Ik proef het duinzand tussen mijn tanden en zweet dat smaakt naar zeewater.
Knallen langs de Hondsbossche Zeewering
De slagregens zijn overgegaan in miezer als we de Hondsbossche Zeewering naderen. De kilometerslange dijk is vernoemd naar het dorpje Hondsbos dat hier ooit in de golven verdween (zie kader). Als we het kaarsrechte fietspad langs de dijk inslaan, kunnen we het niet laten om de gashendel open te draaien. We knallen met 45 kilometer per uur over het fietspad, maar door de harde zijwind moeten we al gauw een toontje lager zingen. De laatste kilometer naar het dorpje Petten hang ik grimassend onderin de beugels, terwijl Arjen en Sjoerd kop over kop rijden.
Het klaart eindelijk op als we bij Callantsoog de duinen inrijden. We hebben uitzicht op werkende windmolens en bollenvelden onder een blauwe hemel. In de verte doemt een rood-witte vuurtoren op. De Lange Jaap van Den Helder!? Zijn we er al? Euforisch gooit Arjen alvast het tempo omhoog om in stijl naar het eindpunt te rijden.
Maar al snel blijkt dat we te vroeg hebben gejuicht. Want aan de horizon doemt een nog veel grotere rood-witte vuurtoren op. We hebben de Groote Kaap bij Julianadorp aangezien voor de gietijzeren Lange Jaap kilometers verderop.
Ik besluit alsnog het tempo op te voeren. Ver kan het nu niet meer zijn. Verschillende keren vallen we aan in de stille duinen die inmiddels onder een onheilspellende wolkenlucht liggen. De fiets van Arjen maakt een zagend geluid vanwege al het strandzand op de ketting.
Dramatisch zeepanorama
Dan stuurt een wegwijzer van de LF1B ons plotseling richting het strand, waar een dramatisch zeepanorama ontluikt. We kunnen er maar kort van genieten, want binnen de kortste keren volgt de hagel- en onweersbui die ons minutenlang doet schuilen in het helmgras. Als de regen luwt, vervolgen we als verzopen katten onze weg over de promenade.
Maar dan trekt de hemel open en worden we rijkelijk door de weergoden beloond. In de verte baden Texel en Noorderhaaks gebroederlijk naast elkaar in de zon. Het natte asfalt glinstert in het felle licht. Aan de hemel verschijnt een dubbele regenboog. Maar we laten de pot met goud voor wat hij is. Aan het einde van de promenade wacht ons een heerlijk koud glas Texels Skuumkoppe.
Wil je graag de route van de Noordzeeroute fietsen? Download dan hier het GPX-bestand
Meer Info: Noordzeeroute
De Noordzeeroute is de oudste Landelijke Fietsroute (LF) van Nederland. Het volledige Nederlandse traject loopt over 330 kilometer van het Zeeuwse Sluis naar Den Helder. De route wordt bewegwijzerd door witte borden met groene opdruk LF1A (tracé noord-zuid) of LF1B (zuid-noord). De route is onderdeel van de internationale North Sea Cycle Route, die over 6000 kilometer door acht landen loopt. Tijdens het fietsen van het traject Den Haag – Den Helder zijn we twee keer van de route afgeweken om onverharde paden te omzeilen (na Bloemendaal aan Zee en Bergen aan Zee).
Meer info: www.nederlandfietsland.nl/landelijke-fietsroutes
Meer Info: Atlantikwall
De aanleg van de Atlantikwall door de Duitse bezetters in de Tweede Wereldoorlog heeft Nederlandse badplaatsen ingrijpend veranderd. Voor de verdedigingslinie van in totaal 2685 kilometer moest veel bebouwing aan de kust wijken. Zo werden plaatsen als Den Helder, Petten, Zandvoort, Noordwijk en Katwijk ingrijpend veranderd. Soms leidde de gedwongen afbraak van gebouwen tot stil verzet. Toen de Ortskommandant de opdracht gaf tot afbraak van de Witte Kerk (1640) in Katwijk, bedacht een slimme aannemer een list. Hij sloopte alleen de toren tot dakhoogte en beschouwde de klus als geklaard. Zo werd het gebouw gered van de sloophamer.
Meer Info: Gevecht tegen het water
Aan de Noordzeeroute herinneren verschillende plaatsen aan de eeuwenlange strijd van de bewoners tegen het water. Zoals de naam al doet vermoeden was Callantsoog ooit een eiland. Het dorpje moest wegens de afkalvende kust verschillende keren herbouwd worden en werd pas in de 16de en 17de eeuw definitief verbonden met het vasteland. Ook Huisduinen bij Den Helder kwam in de 17de eeuw pas definitief op het vasteland te liggen. De versterking van de kust gaat nog steeds door. Zwakke schakels als de Hondsbossche- en Pettemer Zeewering en Katwijk worden momenteel aangepakt.