Route: Fietsen in Brabant, dé wielerregio van Nederland

Het is maandag 6 juli wanneer we de start van de derde etappe van de Tour de France in Antwerpen bezoeken. Daarna fietsen we snel huiswaarts om de rit te volgen voor de buis. Zoals dat elk jaar gaat, flitsen er af en toe historische wielermomenten door onze koersgekke geest. Zo denken we even aan Wim van Est en Rini Wagtmans. Zullen we nog maar eens gaan fietsen in Brabant?

Tektst: YBRO Sports Writing / Foto’s: Irmo Keizer

Brabant is het fietscentrum van Nederland. Heel wat van onze landgenoten die het voortreffelijk hebben gedaan in de grootste rondekoers ter wereld hebben hier hun roots. Wim van Est bijvoorbeeld. Terwijl we zitten te staren naar een jagend peloton denken we terug aan de Tour van 1951. Zelf hebben we het nooit meegemaakt maar de geschiedenis laat ons niet los. Van Est won de twaalfde etappe van Agen naar Dax, pakte liefst negentien minuten op de leider en werd zo de eerste Nederlander ooit in le maillot jaune. We mijmeren nog verder terwijl we onze fiets al klaarzetten voor de volgende ochtend. Moeten we toch maar eens gezien hebben, dat standbeeld van IJzeren willem in de – jawel – Wim van Eststraat in Sint Willebrord. De tekst onder het beeld klinkt poëtisch, maar omschrijft ook hoe de tijd van toen was: ‘Vandaag op de kop af een halve eeuw geleden, is IJzeren Willem in een ravijn gereden. De maillot jaune droeg hij boven zijn dampende dijen – sapristie, wat kon die geweldenaar rijen. Zo werd opperste glorie tot diep malheur, verloren victorie voor een tomeloze coureur. Het land was in de greep van zijn tragische prestatie, even werd ‘t Heike de Hoofdstad der natie.’ We hadden het niet beter gekund, en dus nemen we deze kerkgemeenschap als startplaats voor ons rondje door Brabant, tussen Roosendaal en Breda. over liefde voor de fiets gesproken!

Fietsen in Brabant_leesvoer_Wielrenblad_Wielrenblad 2015 #3, wielrennen, fietsroute, it

Vliegmachine 

Om de hoek zeggen we meteen even gedag bij een goeie ouwe bekende: Rini Wagtmans, etappewinnaar in de Tour van ’71 en ’72. De man ook die geijverd heeft voor de herdenking aan zijn goeie vriend Van Est. Daarnaast het gezicht achter de Yellow Yersey Classic ook. Dat is een mooie toer door de Noord-Brabantse straten, elk jaar op de tweede zaterdag van september. Wat verderop in de Luienhoeksestraat – we fietsen dan al op grondgebied Sprundel – zien we wat beweging, een hand of twee vol opspringende meeuwen, kirrend van de pret. Om de hoek draaien twee paarden het hoofd, wat verderop graast een kudde schapen rustig voort. Een paar rotondes voort fietsen we op de Rijsbergseweg richting Rijsbergen. Aan de rechterkant wekt een standbeeld onze aandacht: het is een herdenking aan de eerste vluchten ‘per vliegmachine’ die van op het Nederlandse vasteland vertrokken. Een stukje N394 volgt door deze aardbeienstreek. Je zou vooraf niet aangeven dat het zo fijn fietsen kan zijn langs zo verbindingsweg. Maar het is wel zo! We maken aardig wat tempo, kijken af en toe rond ons heen, maar zitten bij momenten ook met het hoofd tussen de benen. Hardrijden noemen ze dat.  

Chaamse wielerhistorie 

In de Scholbergstraat werpen we een blik in een uitgestrekt landschap. Fietsers voor ons, fietsers achter ons. Populaire regio voor wielertoeristen, zoveel is duidelijk. We duiken een bos in, met aan de linkerkant de Galderse Meren, een recreatiegebied ten zuiden van het Mastbos in Breda. Tussen de bomen zien we het water, duikt ginds plots ene kopje boven. Een zwemmer, jandorie. En hij maakt tempo. Net als wij dat nu nog maar eens zullen doen. Een kleine demarrage. De baan leidt ons via de Galderseweg richting Ulvenhout. Kort voor begraafplaats De Bieberg draaien we weer zuidwaarts door Ulvenhout en springen we de Chaamseweg op. Die leidt, hoe kan het ook anders, naar Chaam [spreek uit: ‘Kaam’]. Een onbenullig plaatsje van pakweg vierduizend zielen. Geen haan die er naar zou kraaien, mocht hier niet jaarlijks de welbekende Acht van Chaam worden gereden. Landelijke bekendheid heeft de plaatselijke burgerij daardoor voorgoed verworven. ‘De Acht’ is een criterium dat volgens traditie de eerste woensdag na afloop van de Ronde van Frankrijk plaatsvindt. De eerste editie werd in 1933 gehouden. Een korte periode schopte de koers het zelfs tot officiële UCI-ploegenwedstrijd, meer bepaald tussen 1994 en 1997. Nadien degradeerde het weer tot een gewoon criterium.  

De erelijst oogt indrukwekkend. Heel wat jongens die ooit het geel droegen in de Tour wonnen ook de Acht van Chaam. Wim van Est bijvoorbeeld, maar ook Wout en RIni Wagtmans. Gerben Karstens en Joop Zoetemelk. Gerrie Knetemann en Jan Raas. Johan van der Velden ook, Henk Lubberding en Jacques Hanegraaf. Adrie van der Poel en Erik Breukink. Recenter nog meer toppers uit het wielerpeloton: Blijlevens, Boogerd, Knaven en vorig jaar nog Niki Terpstra. Bau en Lau, Mollema en Ten Dam wonnen ook al eens. Het zegt iets over de naam en faam die ‘De Acht’ met zich meedraagt. Al deze geschiedenis kan opgerakeld worden in het museum. Dat ligt op onze route, pal in het centrum van Chaam, Dorpsstraat 44, op de linkerkant van de versmalde weg. Het ‘Chaamse Wapen’ is een ordinair cafeetje, het museum een achterafkamertje dat wielerpassie ademt. Als je een keer wil stoppen op deze route, dan moet het echt hier wel. Mag je niet missen. Je kan er foto’s en shirts bewonderen, alsook tv-beelden bekijken van recente en minder recente edities. Bijzonder is tevens de collectie steendrukken van affiches uit de zestiger jaren.   

Sergeant Kirlin 

Een lange baan met bomen, hier en daar een opgeknapte villa, boerderijen alom, een maïsveld links en rechts. Meer is deze streek rond de grens met België niet rijk. Fietsen kan hier zonder veel rekening te houden met gemotoriseerd verkeer. Heerlijk is dat, een verademing in vergelijking met andere stukken Nederlands territorium. Wind op kop kan het hier wel eens tegenzitten, maar ach, dat hoort er bij. Stoempen dan maar, zoals de echte Flandriens dat deden. Nog voor Baarle-Hertog, net over de grens, komen we in een ander uithoekje van ons land, met name Baarle-Nassau. Voor het dorpje snijden we rechtsaf, de Hoogstratense baan in. Wind op kop, hardrijders alom. Enkele tijdritfanaten snellen ons voorbij. Dik tien kilometer lang fietsen we rechtdoor, zo vlak als maar kan zijn. Geen verkeer te bespeuren, op die ene boer met rokende tractorpijp na. Aan de rechtse kant breekt een klein monumentje de groentoon. Memorial aan Technical Sergeant William Kirlin, radio-operator van de B24 Liberator ‘Baggy Maggy’ 409 Sq. 93BG, die hier op 18 september 1944 een noodlanding maakte. Van de tien bemanningsleden was Kirlin de enige die het niet redden kon. 

We slalommen richting Achtmaal. Een grote open vlakte, graslanden verdord, brengt ons dichter bij de Essense Duinen. Gedwee volgen we de Buntweg. Een kasseiwegje stuurt ons door Horendonk. Voor kinderkopjeshaters, er is langs weerszijden een pad van macadam. Aan u de keuze, maar wij genieten van het heen en weer botsen van ons stalen ros, nou ja, van carbon. Vervolgens laten we de Rucphense Bossen rechts liggen. Spectaculair is het hier niet, maar de rust doet wonderen. De bossen hier zijn onderdeel van een omvangrijk natuurgebied van zo’n 2200 hectare. Waar nu bossen staan, lag vroeger naar het schijnt stuifzand. Een bejaarde voorbijganger vertelt het ons wanneer we net een pitstop staan te houden en ons laatste energiereepje binnenwerken. Op de overgebleven stuifduinen staan eenzame vliegdennen, weet hij nog te vertellen. Het opeengepakte dennenbos wordt nu afgewisseld met loofbos, grasland en heide. ‘En’, vraagt ie, ‘of we al eens een grote toer hebben gemaakt door dit bosje?’ Nog niet, grijnzen we. Moeten we misschien maar eens plannen, wat rondjes in dit groene gebied. We schudden de beentjes los, klaar voor de laatste kilometers. Via het dorp van Rucphen gaat het naar het einde van onze tocht. De Bremstraat brengt ons terug bij IJzeren Willem, en dus leven de herinneringen weer op. Was nog eens een mooie toer, daar in het Brabantse.