Route: Tramin

De meeste mensen die in de richting van Italië over de Brennerpas rijden, blijven de Brennerautobahn door het Etschdal nog wel een tijdje volgen. Minstens tot voorbij Trento, richting het Gardameer bijvoorbeeld of ze nemen juist snel een afslag om de Dolomieten in te trekken. Het stuk Etschdal bij Tramin tussen Bolzano en Trento, voor sommigen slechts de berm van de Brennerautobahn, blijkt een met wijngaarden gelardeerd wielerparadijs te zijn.

Het Etschdal met de Brennerautobahn is de slagader van Zuid-Tirol en wordt in het Italiaans ook wel Alto Adige genoemd. De rivier Etsch heet in het Italiaans Adige. Meestal laten we de snelweg graag achter ons, maar ons hotel staat slechts twee kilometer van de afslag, een klein stukje de berghelling op die het Etschdal aan westelijke zijde begrensd. De officiële naam van het dorpje in kwestie is Tramin an der Weinstraße. Of, in het Italiaans, Termeno sulla Strada del Vino. Deze ‘wijnstraat’ is de Zuid-Tiroolse wijnstreek die maar liefst 4.250 hectare aan wijngaarden beslaat. Het is dus wijn wat de klok slaat, in Tramin. Er bevinden zich twaalf wijnmakerijen, op een bevolking van amper 3.000 man. Er is zelfs een druivensoort vernoemd naar dit kleine stadje: de Gewürztraminer. Ondanks het hooggebergte in de omgeving, is het klimaat in de vallei zonnig en zacht. Tramin ligt op slechts 276 meter hoogte, dus de temperatuur is aangenaam: ideaal voor wijnbouw én wielrennen. Als we aankomen bij ons hotel zijn we niet onmiddellijk onder de indruk. Het hotel is gebouwd in typische jaren zeventig-stijl, inclusief dik, donkerbruin hout. Er is sinds de bouw duidelijk geen grote renovatie gedaan. Meestal geen teken dat de zaken goed gaan. Dan komen we twee wielrenners van tegen de vijftig het terrein op rijden. Ze hebben zich duidelijk uitgeleefd en praten uitgelaten, terwijl ze hun fiets neerzetten. Een van beiden loopt meteen op ons af en steekt van wal over de fietsmogelijkheden in de omgeving en het weer van de komende dagen. Terwijl hij gaat zitten in de openstaande kofferbak van de auto van fotograaf Merijn, leren we dat we kennisgemaakt hebben met Arno, de eigenaar van Hotel Arndt in Tramin. Bij het diner blijkt Arno getransformeerd van een joviaal type in sportoutfit naar een serieus en vakbekwaam kelner. Dat hij vandaag 130 kilometer en vele hoogtemeters heeft gefietst, is op geen enkele manier aan hem af te zien. Hij serveert met aandacht en precisie, terwijl hij op beleefde en ingetogen toon eten en wijn toelicht. Niets zonder trots legt hij uit dat chef Angelo uit Ascea komt, een kustplaats ter hoogte van de enkel van de Italiaanse laars, en al twintig jaar met hetzelfde team de keuken bestiert. Het eten is een mix van mediterraans Italiaans en Tiroler specialiteiten. Niks vergane glorie; hier wordt vakwerk verricht en het eten smaakt verbluffend.

Fietsen in Tramin Zuid-Tirol 4

Eigenheimers

De volgend ochtend loop ik iets te laat met mijn fiets het hotel uit. Behalve Arno en Stefano (Arno’s secondant van vandaag) staat een gemêleerde groep hotelgasten in vol wielerornaat op me te wachten. Ik ben duidelijk de laatste en Arno kijkt me niet zozeer geërgerd, als wel verbaasd aan. Ik sluit mijn schoenen en spring op mijn fiets. Arno fluit door zijn tanden en de groep vertrekt. We gaan rechtsaf bij Tramin de Strada del Vino op die dwars door het dorp loopt. Het is duidelijk dat Arno er zin in heeft: hij zet zich op kop en rijdt een strak tempo, in de wetenschap dat Stefano eventuele afvallers zal oprapen. We rijden noordwaarts door de relatief vlakke vallei met het Kalterer-meer aan onze linkerhand. Het uitzicht is prachtig: overal om ons heen golven de wijngaarden. Dan slaat Arno rechtsaf en neemt ons mee een kleine weg tussen de wijngaarden op. Deze weg is een stuk steiler. We zijn nu echt aan het klimmen. Er vallen flinke gaten in de groep, maar Arno zet eerder aan dan dat hij gas terug neemt. Hij heeft genoeg adem over om te vertellen dat we door het Frühlingstal fietsen. ‘Dat heet zo omdat er al vanaf half februari bloemen in bloei staan’, zegt hij zonder erbij te hijgen. We passeren het dorpje Kaltern en het ernaar vernoemde meer bovenlangs en komen dan aan bij Sankt Michael, waar de Passo Mendola zal beginnen (of: Mendelpass).

Het gebied is tweetalig, want hoewel we officieel in Italië zijn, zijn we toch vooral in Zuid-Tirol. In het Italiaans officieel Alto Adige geheten, maar in de praktijk ‘Sudtirolo’. Arno grijpt de gelegenheid aan om uit te leggen dat Zuid-Tirol door de Italiaanse grondwet is erkend als autonome regio met een speciale status. Tirol was onderdeel van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie. Het zuidelijke deel ervan werd in 1919 door Italië geannexeerd, maar is bestuurlijk nog steeds met het noordelijke (Oostenrijkse) deel verbonden, over de landsgrens heen. Meer dan de helft van de bevolking is Duitstalig, een kwart spreekt Italiaans en een klein gedeelte spreekt Ladinisch, een soort Reto-Romaans. Volgens Arno zijn het nogal eigenheimers, de Tirolers, en hebben ze met de rest van Italië weinig op. ‘Zo is het in Italië verboden om buiten de bebouwde kom naast elkaar te fietsen. Hoewel dat in de rest van Italië nergens wordt nageleefd, is dat hier wel degelijk het geval’, legt hij uit. ‘De Italianen maken de wet, maar wij leven naar de wet’. Netjes achter elkaar aan de berg op, dus.

Fietsen in Tramin Zuid-Tirol 2

Sportman

De Mendelpass is een serieuze klim, die gelukkig lekker loopt. Hij telt 1.000 hoogtemeters en dat is nooit een kleinigheid, nu ook niet. Met een gemiddeld stijgingspercentage van 5,7 procent is het 15 kilometer tot de pas, via even zoveel (genummerde) haarspeldbochten. Regelmatig worden we getrakteerd op indrukwekkende uitzichten over de Überetsch, de heuvelachtige vallei met glooiende wijngaarden en hier en daar een kasteel. Zo rijden we naar de voet van de pas. De kwaliteit van de weg doet eerder aan Zwitserland denken dan aan Italië. Dat geldt voor alle Tiroolse wegen. De haarspeldbochten zijn perfect aangelegd en maken de stijging zo gemakkelijk als mogelijk. Dat deze klim een afdaling om van te smullen is, staat vast. Boven stellen we vast dat de klim een slagveld heeft veroorzaakt in de groep. Als we al lang en breed aan onze lunch zitten is de groep nog steeds niet compleet. De Mendelpass is de geografische grens is tussen de provincies Trento en Zuid-Tirol, die samen de autonome regio Trentino-Zuid-Tirol vormen. Ook is het een taalgrens, want Trento is overwegend Italiaanstalig en Zuid-Tirol Duitstalig. Arno is met zijn Italiaanse achternaam een symbool van tweetaligheid. Dit feit zet hij kracht bij door in vlot Italiaans otto espresso te bestellen. Volgens hem was de Mendelpass aan het begin van de vorige eeuw een populaire vakantiebestemming voor de rijken der aarde. Dat blijkt onder meer uit de in 1903 aangelegde kabelspoorbaan naar de pas, die nog steeds in bedrijf is. Hoewel we onze onuitputtelijke bron van informatie niet graag verlaten, besluiten we Arno en de groep achter te laten en in ons eigen tempo door te rijden. Arno vindt het prima, maar er sijpelt wat jaloezie door in zijn reactie. Het is duidelijk dat hij, behalve gids, ook een serieuze sportman is. Helaas blijkt de Italiaanstalige afdaling minder spectaculair dan de Duitstalige klim deed vermoeden. Geen haarspeldbochten, wel ontspannen afdalen door groene naaldbossen over schitterend asfalt. We komen zodoende aan in de achter de pas gelegen Val di Non-vallei. De uitzichten over de golvende, door bergtoppen omringde vallei, en het daarin gelegen Lago di Santa Giustina, zijn adembenemend.

Fietsen in Tramin Zuid-Tirol

Red Bull downhill

We passeren in de vallei gelegen dorpjes, die naarmate we de Mendelpass verder achter ons laten, steeds minder Duits worden. Als we in het plaatsje Romeno aankomen, voelen we ons daadwerkelijk in Italië. Ook valt ons nu op wat er hier anders is dan in de Etschvallei: in plaats van wijngaarden, is deze vallei voorzien van oneindig lijkende appelboomgaarden. Een op de drie in Italië gegeten appels is dan ook afkomstig uit deze ene vallei. We slaan linksaf richting de Passo Predaia, een klim van nog eens 700 hoogtemeters die ons over een rustige, kleine weg door lieflijke dorpjes en lege naaldwouden voert en ons daarna bij het plaatsje Mollaro weer afzet bij de grote weg. We bereiden ons voor op een saai stuk provinciale weg, maar worden verrast door een spectaculair fietspad, dat ons de autoweg laat ontwijken. Het is als een racebaan op de berghelling aangelegd en laat ons via een reeks haarspeldbochten, de autoweg en spoorbaan onder- en bovenlangs passerend, de laatste hoogtemeters naar het dal afwerken. Een Red Bull downhill-wedstrijd zou hier niet misstaan! Dat Zuid-Tirol het fietsers naar de zin wil maken is duidelijk. De terugweg naar Tramin rijden we aan de voet van de Mendelkam, met rechts het uitzicht over het Etschdal. Het gaat slechts licht op en neer en dat is maar goed ook, want met zo’n 2500 hoogtemeters in de benen voelen die als lood aan. Als je wil kan je op deze manier helemaal naar het Gardameer fietsen: 160 kilometer met slechts 300 meter hoogteverschil. Wij zijn nu vooral blij dat Tramin niet halverwege een bergpas ligt. Het Etschdal is op de meeste plaatsen enkele kilometers breed en biedt volop afwisseling, zonder een berg te hoeven beklimmen. Wil je toch een klim doen? Dan zijn er qua duur en steilheid mogelijkheden te over. Beroemde passen als de Sella, Pordoi en Gardena zijn binnen bereik als je tot het uiterste wil gaan. De gevarieerde routemogelijkheden, omvangrijke wijncultuur en het aangename klimaat maken de dit stukje Zuid-Tirol bij Tramin een feest voor hen die het weten te vinden.

Fietsen in Tramin Zuid-Tirol 3

Hotels:

Hotel Arndt, Strada del Vino 42, 39040 Tramin an der Weinstraße
hotelarndt.it
Hotel Teutschhaus, Piazza San Martino 7, 39040 Kurtinig an der Weinstraße
teutschhaus.it

Reisaanbieder:

In samenwerking met ‘Roadbike Holidays’ maken wij de mooiste verhalen. Meer informatie over Roadbike Holidays vind je op de website roadbike-holidays.com

Informatie:

Südtiroler Weinstraße – Tramin/Kalterer See tramin.com
VVV Südtiroler Unterland suedtiroler-unterland.it

Meer lezen?

Dit artikel is afkomstig uit Wielrenblad #4 van 2018. Dit nummer kunt u hier bestellen. Wilt u niks meer missen op het gebied van wielrennen, word dan abonnee! Voor de laatste updates volg je ons op Facebook en Instagram! Ook zijn al onze magazines te vinden in de Soul Kiosk App, deze is te downloaden via de App Store en Google Play Store