Sri Lanka
‘The fool wanders, a wise man travels’, merkte ene Thomas Fuller op ergens in de 17de eeuw. Geen idee wie de man verder is en wat hij nog meer te melden had, maar hij heeft een punt. Reizen is een verrijking van je bestaan, je leert andere culturen kennen, je ontmoet interessant volk en maakt nog eens wat mee. Voor een surfer, en zeker een die opgroeit in Nederland, is reizen synoniem voor goede surf scoren. Wie de Noordzee als dagelijkse kost heeft, vindt altijd wel een spot die meer te bieden heeft dan zijn homebreak. Pointbreaks, holle beachbreak zuigers, mellow peelers, in je zwembroek of juist fully hooded, wie erop uit trekt vindt wat hij zoekt.
6|SURF vroeg een aantal ervaren reizigers naar hun favoriete bestemming. Inpakken en wegwezen!
Sinds ik me twee jaar geleden begon te verdiepen in longboarden is mijn verlanglijst met surfbestemmingen, op zoek naar de beste longboard-spots, alleen maar langer geworden. Sri Lanka schijnt zo’n bestemming te zijn. Afgelopen september besloten Tommie Dijkhuizen en ik het stipje onder India maar eens te bezoeken.
Met onze vliegtickets en retro- en longboards in de reisquiver denken we eigenlijk dat deze reis meer een cultuursnuif dan een surftrip gaat worden. Na aankomst gaan we met een taxi richting Arugam Bay dat een aantal rechtse pointbreaks heeft. Tijdens de acht uur durende reis vinken we gelijk de meeste toeristische highlights af: een religieuze optocht, olifanten langs de weg, de Gem-stad, een gigantisch Boeddhabeeld, een gigaheet Sri Lankaans buffet; we zien en beleven het allemaal al op de eerste dag.
De swells die Indonesië hitten komen, weliswaar wat afgezwakt, ook in Sri Lanka binnen. In september is het regenseizoen in Sri Lanka, maar het regent nauwelijks als wij er zijn. De surf die wij te zien krijgen, geven we meer dan een ruime voldoende. Zelfs in de betere surflanden van Europa zijn er amper zulke lange rechtse knallers te vinden. Wij surfen vooral Mainpoint in de baai van Arugam Bay zelf, die is vanuit alle hotels en homestays aan te lopen. Als je andere spots wilt surfen hou je gewoon een van de vele tuktuks aan en zegt waar je heen wilt. De chauffeur wacht tot je sessie gepakt hebt en neemt je weer mee terug. Naast Mainpoint is vooral Peanut Farm de moeite. Als er redelijke swell staat, beginnen nog meer spots te ontstaan, zoals Pottuvil Point en Panama. De crowd valt ons op de meeste dagen erg mee. Mainpoint is de moeilijkste golf van alle points en de meeste surfers verspreiden zich met de tuktuks naar de wat mak- kelijkere points eromheen. Maar af en toe kan het wel een circus zijn.
Eten doe je, net als in Indo, vooral buiten de deur. Arugam Bay heeft de potentie om binnen no-time heel toeristisch te worden en de eerste tekenen zijn al daar. Zowel de surf als de andere happenings zijn erg seizoensgebonden. September is het einde van het hoogseizoen in Arugam Bay en het lijkt met de dag rustiger te worden. Niet alleen in het water, maar ook restaurantjes en winkeltjes beginnen hun luiken te sluiten. Sri Lanka is echter wel een year- round bestemming. In de maanden april tot en met september ben je het beste af in het oosten. In de andere maanden vooral in het zuiden en zuidwesten.
Sri Lanka, het ‘India voor beginners’ is voor ons meer dan India genoeg. De steden zijn één grote chaos, maar eenmaal aan de stranden is het ’easy living’. Hoewel ook hier een heuse mengelmoes aan religies te vinden is en moslims, hindoes, christenen en Singalese boeddhisten letterlijk naast elkaar wonen, lijken die aardig met elkaar overweg te kunnen. Er heerst over het algemeen een topmentaliteit. De locals laten je met rust. Geen diepgaande verkooptechnieken zoals in Indonesië, hoogstens een diepgaand gesprek.
Sri Lanka is prachtig en niet te vergelijken met andere landen die wij eerder bezocht hebben. We gaan nog weleens terug. En voor nu geldt: weer een bestemming van de verlanglijst afgestreept.
Martine Geijsels // Surfnomade