Teutoburger Wald

Knallen in het Zuid-Limburg van de oosterburen

Ben je de drukte in Zuid-Limburg beu of komt de Cauberg na de honderdste beklimming je neus uit? Het Teutoburger Wald over de grens bij Enschede is een alternatief voor een dagje bergop knallen. Net als in sommige andere mooie fietsgebieden vind je er uitdagende beklimmingen en weidse uitzichten over glooiende velden met vakwerkhuizen. En het mooie is: pelotons van motorrijders en oldtimers zijn in geen velden of wegen te bekennen.

Teutoburger Wald

Fietsclubs in het oosten en noorden van Nederland hebben het Teutoburger Wald allang ontdekt. Maar in de rest van het land is het gebied op drie kwartier rijden van Enschede minder bekend, terwijl het Teutoburger Wald en Zuid-Limburg op ongeveer dezelfde afstand van Amsterdam liggen. Kwestie van fiets achterin de auto leggen en de A1 naar het oosten afrijden. De streek dankt zijn naam aan de belangrijke veldslag in de ‘Saltus Teutoburgiensis’ die er tijdens de Romeinse tijd zou hebben plaatsgevonden. De Romeinen werden toen verslagen door troepen onder leiding van de krijgsheer die de geschiedenis in zou gaan als Hermann de Germaan. Hij wordt geëerd met het reusachtige standbeeld ‘Hermannsdenkmal’ en ook de bekende wandelroute dwars door het gebied genaamd ‘Hermannsweg’, is naar hem vernoemd.

Het gebied wordt gedomineerd door een bergrug die met de Barnacken (446 meter) in het oosten het hoogste punt bereikt. Wij verkenden het westelijk deel van de streek rond Ibbenbüren, waar de hellingen een maximale hoogte van ongeveer 200 meter aantikken. Je vindt er beklimmingen van 500 tot ongeveer 2.500 meter. Van de korte, duizelingwekkend steile Lärchenweg – met 25 procent het Teutoburgse equivalent van de Keutenberg – tot de 2 kilometer lange beklimming vanuit Ledde naar Tecklenburg, die als Strava-segment de weinig verheffende naam ‘Lange klim via zwembad tot voetbalveld’ heeft.

We fietsen op een stralende lentedag in het gebied. Roze bloesems, knalgele koolzaadvelden en zwart-witte vakwerkhuizen trekken aan ons voorbij. Zo nu en dan vinden we verkoeling in een schaduwrijk bos. De beklimmingen volgen er elkaar in rap tempo op – never a dull moment zullen we maar zeggen. Tijdens onze tocht van 130 kilometer krijgen we 23 hellingen voor de wielen en sprokkelen 2.000 hoogtemeters. Bovenop de beklimmingen worden we getrakteerd op weidse uitzichten. De kolencentrale bovenop een heuvel bij Ibbenbüren en de tv-toren bij Tecklenburg wisselen elkaar af als bakens aan de horizon. Hoe het Teutoburger Wald zich verhoudt tot Zuid-Limburg vat ik samen in zeven vergelijkingen.

1. Geen Limburgs Mooiste, maar Tecklenburg Rundfahrt

Wil je het Teutoburger Wald ontdekken met een georganiseerde tocht? Dan heb je verschillende opties. De Teutoburgerwald Tocht vindt jaarlijks in april plaats en biedt twee afstanden (95 en 120 kilometer) vanuit Ibbenbüren. Een leuke uitdaging aan het begin van het seizoen.

Eveneens vanuit Ibbenbüren vindt in mei de Tecklenburg Rundfahrt plaats. De routes van 100, 130 en 160 kilometer zijn volgens de organisatie qua zwaarte ‘vergelijkbaar met tochten als de Amstel Gold Race en Limburgs Mooiste’.

Beide tochten worden georganiseerd door Nederlandse verenigingen, respectievelijk de Oldenzaalse Wieler Club en FTC CC’75 uit Nijverdal. Verwacht er geen tien- tot vijftienduizend man zoals tijdens de Amstel Gold Race of Limburgs Mooiste, maar tochten met maximaal 2.500 deelnemers. Filerijden op de hellingen is er dus niet bij. Mooi toch?

2. Geen Drielandenpunt, maar Funkturm

Het hoogste punt van onze tocht ligt bovenop de klim naar de tv-toren bij Tecklenburg, die net als de uitzichtstoren op het Drielandenpunt een baken in de omgeving vormt. De 111 meter hoge ‘Funkturm’ is gebouwd op een heuvel van 190 meter hoogte en komt dus uit op 301 meter boven de zeespiegel.

We draaien rechtsaf de landweg over de Brandenberg op om te beginnen aan de helling van bijna een kilometer met geleidelijke percentages rond 8 procent. De toren uit de jaren ‘70 die nog steeds als zendmast wordt gebruikt, wordt steeds imponerender naarmate we dichterbij komen. We klimmen langs een tuin met een driftig keffende chihuahua. Dan bereiken we de voet van het reusachtige betonnen bouwwerk, waar een plaquette vermeldt: ‘Fernmeldeturm für Fernseh- und Funksprech-Funkverbindungen’.

3. Geen Valkenburg maar Tecklenburg

Deze fraaie plaats met zijn vestingwerken en vakwerkhuizen afficheert zich als het ‘Noordelijkste Bergstadje van Duitsland’. De routes van de Tecklenburg Rundfahrt en Teutoburgerwald Tocht cirkelen er omheen. Ideale plek voor een koffiestop op één van de vele terrasjes aan de markt. Of langs de vesting met uitzicht over de uitgestrekte vlak- ten van Noordrijn-Westfalen en Nedersaksen in het noorden.

4. Geen Eyserbosweg, maar Kleeberg

Steile boswegen zoals de Limburgse Eyserbosweg zijn er genoeg in de streek. De Kleeberg bij Lengerich maakt op ons het meeste indruk. Na een smalle en snelle afdaling volgt een scherpe bocht naar rechts, waarna de weg loodrecht omhoog loopt. Daar worden we uit het zadel gedwongen en is het dansen op de pedalen. De zon prikt door het bos. De helling is maar een halve kilometer lang, maar haalt gemiddeld wel 11 procent. Dat blijkt lang en steil genoeg om het melkzuur in de benen te trappen voor we de top bereiken bij het open veld.

Morgenstern Strasse bij Ortfeld is nog zo’n fraaie bosklim. De helling imponeert als we hem vanaf de voet in het bos zien liggen. De klim loopt steeds steiler toe totdat we een kruising oversteken. Geleidelijk klimmen we door naar de top van de heuvel, waar de was aan de lijn wappert achter een boerderij.

5. Geen vlaai maar Sachertorte

Trek in gebak tijdens je koffiestop? In het Teutoburger Wald staat er geen Limburgse vlaai op de kaart, maar overheerlijke Sachertorte. Wij smulden van een riante punt van de chocoladecake met abrikozenmarmelade en een flinke laag chocoladeglazuur. Dat ding ligt de eerste tien kilometer na de koffiestop als een baksteen op je maag, maar dat is het waard.

6. Geen motorpelotons, maar rustige wegen

Waar je in Limburg op een zonnige lentedag hele pelotons aan oldtimers en motorrijders mag verwachten, begroetten we op de rustige wegen in het Teutoburger Wald anderhalve man en een paardenkop. Naast wat auto- en motorverkeer waren de voornaamste obstakels op onze route een jochie op zijn gele skelter en een hert dat vanuit het veld de weg overstak.

7. Geen Keutenberg maar Lärchenweg

Kan een klimmetje van slechts 150 meter lengte angst inboezemen? Het antwoord is: ja. De Lärchenweg ten noorden van Ibbenbüren haalt over die lengte een gemiddeld hellingspercentage van 20 procent (volgens de organisatie van de Tecklenburg Rundfahrt), met uitschieters tot 25 procent. De steilste helling van het westelijke Teutoburger Wald is weliswaar veel korter dan zijn Limburgse tegenhanger de Keutenberg, maar blijft wel langer boven de 20 procent. We komen een afdaling uit en kijken dan tegen het martelwerktuig aan dat als een muur op de helling ligt. Mijn fietscomputer herkent het segment: ‘GAAN’, staat er op het scherm. Ik neem zoveel mogelijk snelheid mee uit de afdaling en ga de klim aan.

Al op het beginstuk tussen de bomen kom ik vrijwel geheel tot stilstand. Ik moet voorover leunen om mijn voorwiel aan de grond te houden. Op het scherm van mijn fietscomputer zie ik de achterstand op de KOM oplopen. Bizar dat een renner deze helling ooit met 25 kilometer per uur gemiddeld is opgereden. Langzaam klim ik naar de weides op de top. Een kudde herten in de wei ziet me stilaan dichterbij komen. Ze schieten weg als ik opschakel en er een sprintje naar de T-splitsing aan het einde van de klim uitpers. Ik kijk om en zie fietskameraad Matthijs halverwege de helling; zijn lijdensweg is nog lang niet voltooid. Vroeger stond er een bord aan de voet van de klim dat waarschuwde voor de helling van 25 procent. Zou het zijn weggehaald om wielrenners niet nog meer angst in te boezemen?

Meer informatie

Teutoburger Wald: nl.teutoburgerwald.de

Teutoburgerwald Tocht: www.owc-oldenzaal.nl

Tecklenburg Rundfahrt: www.sportvoedingwebshop-tecklenburgrundfahrt.com

Teutoburger Wald

Dit artikel komt uit Wielrenblad #2 van 2018.  Op de hoogte blijven van al het wielernieuws? Abonneer je dan snel op Wielrenblad en volg ons op Facebook en Instagram!