Trail: De Transcatalan
UP/DOWN is inmiddels wel wat gewend op het gebied van trails in het buitenland. Op het moment dat we claimen dat een bepaalde mountainbikevakantie onze beste reis van het jaar is, dan kun je een dergelijke uitspraak maar beter serieus nemen. Wil je om wat voor reden dan ook niet verleid worden tot een biketrip komende zomer, dan snappen we dat je niet zit te wachten op statements als deze. Maar we doen het toch: de Transcatalan was onze absolute piek van 2015!
We staren voor ons uit over de eindeloze tolweg. Zojuist passeerden we op links de antenne van de Mont Ventoux die je van heinde en verre kan zien. Maar nee, geen beklimming van een legendarische fietsberg, dit keer gaan we naar een locatie waar we in de vijfjarige geschiedenis van ons magazine nog niet eerder zijn geweest. We gaan naar de Pyreneeën en wel naar het Frans-Catalaanse gedeelte. Wekenlang hebben we aan de mensen om ons heen verteld dat we in Spanje zouden gaan biken. Wat blijkt, in Frankrijk ligt ook een stukje Catalonië. Zijn we weer wat wijzer geworden.
Na dertien uur tuffen komen we aan op het eerste kamp in Matemale, bestaande uit een grote Mercedes-bus, een Transporter met aanhanger voor de fietsen, wegwerptenten, E-Z up-tenten, picknicktafels, fietsstandaarden en her en der slingeren full suspensions in het rond. We begroeten iedereen en kunnen meteen aanschuiven. Aan tafel worden gelijk de eerste moppen getapt en vanaf dat moment ontstaat er al een goede groepssfeer. De toon voor komende week is gezet.
Het wekkertje rinkelt vroeg. Om half zes zitten we al aan het ontbijt, want we hebben een lange dag voor de boeg. We hebben een korte uplift tot waar de auto niet meer verder kan, dat scheelt ons toch weer zo’n vierhonderd hoogtemeters. Het eerste half uur klimmen we nog in het donker en onderweg pikken we een prachtige zonsopgang mee. Na 1100 meters omhoog staan we op de top. Het valt meteen op hoe goed het met de fysieke gesteldheid van deze groep is, normaal gesproken staan we boven eindeloos te wachten op de wat minder getrainde klimmers, maar nu even niet. Antoine, één van de mannen achter de tocht, is een duursporter in hart en nieren en heeft voor deze ‘pilot-week’ een aantal vrienden uitgenodigd. Een typisch voorbeeld van soort zoekt soort, want niemand blijkt echt moeite te hebben met deze hufter van een klim.
We duiken de afdaling in. In het begin is het over een bergrug nog wat zoeken, maar eenmaal in het dal ondervinden we een hemelse flow over bosgrond. Als dit de lat is voor de rest van de week dan ligt die lat hoog. We schieten het bos uit over een open kam. Met een beetje creativiteit is het terrein te rijden als een bikepark. We treffen een kleine jump en vinden zelfs een wallride. Niels heeft zijn eerste lekke band, maar aangezien vele handen licht werk maken kunnen we zo weer verder. Vaak beginnen alpentrails met rotsen en eindigen ze tussen de bomen, dit pad doet het andersom en het volgende half uur slalommen we tussen de rotsen door op een technische afdaling.
Transcatalan, het ontstaan
Twee Hollandse jongens uit Haarlem met een hart voor mountainbiken die de paden in de Pyreneeën beter kennen dan de locals zelf. Hoe kan zoiets? Hebben deze mannen een glazen bol die de hele dag uitzonderlijk goede trails toont of is deze route op een andere manier tot stand gekomen? De essentie zit hem in twee woorden: passie en toewijding. Niels, eigenaar van een groot meubelbedrijf en Antoine, flierefluiter, dromer, avonturier en duursporter, zijn samen in een periode van vijf jaar, tussen juli 2010 en augustus 2015, maar liefst dertien(!) keer naar de Pyreneeën vertrokken om deze route te creëren.
Het originele idee was om een bergketen te doorkruisen van Transcatalan. Ze hadden hun zinnen gezet op de Pyreneeën, deze moesten worden doorkruist van de Middellandse Zee in het oosten naar de Atlantische Oceaan in het westen. Dit idee is op zich niet uniek maar Niels en Antoine hadden een vereiste. Omhoog mocht er best gereden worden over dubbeltracks, maar naar beneden moest alles over de GR-wandelpaden. Antoine bezocht kaartenwinkel ‘Pied à Terre’ in Amsterdam en stippelde een route uit. In de zomer van 2010 vertrokken ze met een groep van zes man en drie man support uit Banyuls-sur-Mer en elf dagen later arriveerden ze in Hendaye. Ja, het was gelukt. Ja, het was een te gek avontuur. Maar o, wat was het ongelofelijk zwaar geweest. Dit was nooit te doen voor een groep gewone stervelingen. Aan de hand van de try-out werd er gesleuteld aan het concept en werden de zes geboden opgesteld waaraan elke trail in de route moest voldoen.
1. Geen afdalingen meer over shotter (dubbeltracks, fireroads, 4×4-paden).
2. Niet meer dan vijftig kilometer per dag.
3. 1 uplift per dag met een max van dertig minuten.
4. Meer dalen dan klimmen.
5. Klimmen niet langer dan twee uur.
6. Hoog beginnen, eindigen aan de kust.
Daarna volgden nog heel veel bezoeken volgens de trial-and-errormethode. De gemiddelde dag zag er zo uit: de trail op, zoeken, zoeken, vinden, schrappen, autopech, huurauto’s, hakken, zagen, zoeken, lopen, vallen, balen, fietsenmaker zoeken, weer terug de paden op met een gemaakte fiets, zoeken, paden schoonmaken, laatste aansluiting vinden om dal één uit te komen… en dat pareltje vinden! Na verloop van tijd begon de tocht vorm te krijgen, althans op de kaart. De route was af en Antoine presenteerde hem bij de officiële instanties die hem een ‘GO’ moesten geven. Twee maanden later volgde een uitspraak. Het bleek een: NO GO! Wat, waarom? Hoofdreden: ze doorkruisten te veel natuurreservaten. Hij moest de route aanpassen op zestien punten. Bij sommige stukken ging het om driehonderd meter. Op zich niet zo erg, maar wel een probleem als het boven op een bergkam was waar zich links of rechts enkel afgronden bevonden. Een extra jaar trailscouten volgde. Het stuk in Spanje werd eruit gehaald. Alleen al daarin zaten zes verboden stukken. Begin 2015 stond alles vast en was de route van begin tot eind goedgekeurd. Vanaf dat moment ging alle aandacht uit naar het organiseren van een pilot-week met vrienden, kennissen en media. Kortom, dit verhaal dus.
Na een klim en een aantal leuke backyardsingletracks komen we via een sluiproute aan op de camping pal naast ons kamp. We hebben al bijna tweeduizend hoogtemeters afgedaald en dat allemaal voor de lunch! Trouwens, over die lunch: amai, wat is die goed! Pure luxe.
Voor we verdergaan, eerst even wat achterliggende informatie over deze tocht. Grofweg bestaat de route nu uit drie dalen en vier cols die overwonnen moeten worden. De reis begint op zondag en eindigt zes dagen later op vrijdag met een duik in de Middellandse Zee. Inmiddels zitten we al op dag vier (time flies when you’re having fun) en bedwingen we de hoogste col van de Pyreneeën (exclusief Andorra), genaamd Puig de la Collada Verde op 2250 meter, om aan het eind van de dag in Prats uit te komen. Het uitzicht is mind blowing, we overzien alle toppen en zien zowel het Franse Perpignan als de Spaanse Costa Brava liggen. Doordat we een nationaal park doorkruisen moeten we helaas ‘rule number one: geen shotter’ laten voor wat het is. Niet veel later zijn we voorgaande vergeten als we bij de eerste trail arriveren. Niels vouwt twee takken weg en daar lonkt de trail. Geen idee hoe de mannen het voor elkaar hebben gekregen, we zijn zo’n 1500 kilometer van huis en hebben een pareltje in de middle of nowhere gevonden. Met ons mee is Hubert, een Franse brandweerman en mountainbiker die in het nabijgelegen Prats woont en zelfs hij kent het bestaan van dit pad niet. Dat, precies dat, is de kracht van de Transcatalan, het is een tocht door niemandsland over vergeten paden, die nog eens verdomde leuk zijn om te fietsen.
De highlight van de middag staat bekend als ‘Black Mamba’. Zo’n trail waarbij louter vette situaties zich in een razendsnel tempo opvolgen, zo’n trail waarbij je over je eigen kunnen uitstijgt en waarbij je zelfvertrouwen groeit en groeit, zo’n trail waarvan je achteraf had gehoopt dat je er een GoPro-filmpje van had gemaakt om hem keer op keer te herbeleven en zo’n trail waarbij iedereen high fives uitdeelt en niemand kan stoppen met glimlachen. Zo cultureel ingesteld als we zijn doen we nog een tour via de burcht, rijden we de trappen af van dit historische bouwwerk en vervolgen we onze weg richting Prats. Op dag vijf worden we wakker met gekleurd ochtendlicht over één van de meest idyllische campings denkbaar.
We zullen eerlijk met je zijn. De eerste twee trails van de dag zijn leuk en grappig, maar de toppers voorgaande aan de lunch en einde middag slaan echt alles. Die van voor de lunch is in principe een hele lange bergrug die wordt afgedaald tot het plaatsje Arles-sur-Tech. Over het bovenste gedeelte willen we het niet hebben, want dat blijkt achteraf nagenoeg horror en een gedeelte dat je prima kan vermijden. Maar daarna, wat een vet pad. En dan met name het deel dat gaat onder de naam: Hully Gully. Een natuurlijke pumptrack slingert zich de berg af. Meerdere keren zal je meemaken dat de meest vloeiende lijn loopt via de zijkant van de geul. Wie deze trail heeft bedacht moet een award krijgen. Wat een originele, vette trail, alleen al hierom moet je afreizen. Pas wel op schrapers aan de zijkanten van je stuur want hier en daar is de Gully niet zo ‘Hully’.
En dan nog even iets over de trail aan het einde van dag vijf, waar we je net al even over hebben zitten teasen. Een trail ten zuiden van Céret, die geografisch gezien eigenlijk helemaal niet logisch is om in de route te verwerken, want de groep moet met busjes worden gebracht en gehaald. Maar nadat we deze hebben gereden snappen we waarom alle extra moeite wordt genomen. Lars Veenstra zijn verdict: “Beste trail van de week.” Zelf moeten we in het begin even inkomen, maar na éénderde parcours gaat het balletje letterlijk en figuurlijk rollen. We voelen ons de koning van de trail en zijn zogezegd aan het rippen. Op driekwart bevindt zich een steile sectie. Zo eentje waar je vol voor moet gaan en waar je niet moet twijfelen, want als je dat doet doe je hem niet. Nu niet, nooit niet. Hoezo grenzen verleggen? Elke keer dat de trail de weg kruist hoop je alleen maar dat al dit goeds nog niet over is. Het wordt misschien een beetje eentonig, maar eenmaal aangekomen in het dorp volgen veelvuldig high fives. Wat een afsluiter van een vette dag.
Schwalbe Super Gravity
Even een kleine commerciële onderbreking. Tijdens de week waren er zo’n tien lekke banden per dag, de helft daarvan waren voor rekening van Niels, maar ook zonder hem mee te rekenen was het gemiddelde nog steeds best hoog. Zelf hadden we nergens last. We zijn zonder plakkertjes te plakken aangekomen bij de Middellandse Zee. Is dit het gevolg van uitzonderlijk vloeiend biken en om alle stenen heen rijden? Nee, geen van dit alles. Slechts drie woorden: Schwalbe, Super, Gravity. Nieuwe fietsen komen vaak met een paar lichte banden, want dat doet het zo lekker op de weegschaal in de winkel. Maar in mediterraans terrein werkt het even anders. Tenzij je van bandenplakken houdt is je bandensetje niet iets waar je op moet bezuinigen. Een extra investering, maar wel eentje waar je zoveel voor terug krijgt. Neem van ons aan, een Magic Marry voor, een Hans Dampf achter, beide in de Super Gravity casing-variant en je komt de week prima door. Bedank ons later. O en Niels, we krijgen nog een paar binnenbanden van je. Van links naar rechts, een Snakeskin-, een Super Gravity- en een downhillcasing. De eerste is te licht, de laatste te zwaar, de middelste is perfect voor dit soort werk.
Dag vijf, D-day. We zijn nog drie bergen verwijderd van de kust. De vermoeidheid beginnen we inmiddels te voelen. Dat mag ook, want we zijn al even aan het mountainbiken. Inmiddels zitten we ook niet meer zo hoog in de bergen en is die fijne mediterrane warmte te voelen. Voor velen van ons het laatste beetje mooie weer voordat we teruggaan naar de Nederlandse omstandigheden. In de ochtend worden er 1500 hoogtemeters afgedaald. Vanwege het klimaat blijken de trails beduidend droger, maar ze blijven minstens zo leuk. Het laatste stukje voordat we arriveren in Amélie-les-Bains-Palalda is wederom geniaal en is iets waar we niet meer verrast van zijn na zes van dit soort dagen. Het supportteam verwelkomt ons met een lekkere lunch. Daarna krijgen we een uplift naar de laatste bergketen die we moeten traversen. Het eerste stuk is een moetje, tien kilometer over een brede 4×4-track om richting de zee te geraken. Daarna volgt wat technische horror, wat sommigen van ons wel, en sommigen van ons niet kunnen waarderen. Verderop volgt een tunnel van driehonderd meter, waar alleen dwergen rechtop zouden kunnen lopen. Na tien keer de helm gestoten te hebben, is het tijd om het lampje op de telefoon te activeren. En dat gaat een stuk beter. We denderen het laatste stukje GR 10 af richting Banyuls-sur-Mer. De GR 10 is redelijk belangrijk voor het dorp, aangezien het pad helemaal loopt tot de Atlantische Oceaan en mensen in Banyuls hun tocht beginnen of eindigen. Vlak voor het eind wordt het grappig genoeg nog even technisch. Een punt waar je nog even over je stuur heen kunt duikelen, maar gelukkig gebeurt dat niet.
We komen aan op het strand, na zes dagen afzien is dit een bijzonder momentje. Barry rijdt van blijdschap met zijn fiets de zee in, we zijn benieuwd hoe zijn tweewieler er over vijf maanden bij staat. De supportcrew heeft op het strand een picknicktafel neergezet met drankjes, hapjes en er wordt champagne geknald. De champagne is niet zozeer om te vieren dat alle deelnemers het overleefd hebben, maar vooral om te vieren dat de droom van Niels en Antoine is uitgekomen. De droom om met een groep mensen per mountainbike door de Pyreneeën te trekken. En dit alles op hun voorwaarden, hun zes geboden. We vrijdagmiddagborrelen er met z’n allen op los en het feest gaat over in een paella-festijn aan de baai van Banyuls-sur- Mer. En zo eindigt de beste mountainbiketrip van 2015. Als dit verhaal je niet prikkelt om volgend jaar deel te nemen, weten wij ook niet meer hoe je te enthousiasmeren.