Trail: Engelberg

Er was eens… Een dorpje hier heel ver vandaan. Het dorpje lag op een hoogvlakte en was omringd door bergtoppen tot wel drieduizend meter hoog. Bij het dorpje ontsprong de rivier de Aa, die richting het zuiden het dal in kabbelde. Het dorpje heette Engelberg. Een legende vertelde dat een engel de stichting van een klooster had bevolen, wat resulteerde in de eerste nederzetting van Engelberg. In de eeuwen die volgden verkreeg het klooster bekendheid tot ver buiten de landsgrenzen van Zwitserland, waardoor het dorp internationaal aanzien kreeg. Genoeg van dit sprookjesachtige gebrabbel. Valt er in dit bergdorp een beetje te mountainbiken?

Tekst en Foto’s: Michiel Rotgans

Groot-Engelberg-byMichielRotgans02

Om deze vraag te beantwoorden nodigen we twee van Nederlands meest veelzijdige mountainbikers uit: Jarno Veerhoek en Bas van Son. Beiden met een berg aan ervaring op zowel downhill- als crosscountryfietsen en daardoor de perfecte rijders voor deze trip. Bas en Jarno zijn beiden al aanwezig als ik arriveer bij ons hotel. De Ski-lodge is een hip en betaalbaar onderkomen gericht op de wat jongere en sportievere bergsporter. Het wordt gerund door een stel behulpzame Zweden. Door het hele hotel hangen vette actiefoto’s van bergsporters in zowel de zomer als de winter. Het hotel is de lokale hang-out voor mensen die iets met mountainbiken hebben en al snel krijgen we wat lokale adviezen voor de komende dagen.

De volgende ochtend moet er natuurlijk nog even gesleuteld worden voordat we op pad gaan. We staan bij de auto en geheel onverwachts duikt daar ineens onze vrouwelijke gids op. Dat is goed geregeld, dan hoeven we niet zelf onze speurneus op te zetten. De dame, met een hele lastige naam, die we omdoopten tot Assepoester, heeft een voorkomen waarvan we zeker weten dat ze ons wel een paar mooie paden zal laten zien. Ze draagt een paar kniebeschermers, flatpedalschoenen, een short, heeft een dikke enduro-bak bij zich, het moet zeker goed komen.

Engel1

De eerste zeshonderd hoogtemeters worden overbrugd met behulp van de Ristisbahn. Daarna volgen nog tweehonderdvijftig hoogtemeters klimmen naar de Brunnihütte. Na tien minuten getrapt te hebben zijn we Duracellkonijntje Jarno al kwijt. Voor mensen die Jarno niet kennen, deze jongen heeft energie voor tien en gaat altijd twee versnellingen zwaarder de berg op dan jij. Jarno staat boven al uitgerust naar ons te kijken hoe wij het laatste steile stukje op komen ploeteren. Bas en ik zijn verwikkeld in een persoonlijke ego-oorlog om maar niet af te hoeven stappen en uiteindelijk lukt het ons. Vervolgens wachten we op Assepoester tot ook zij arriveert en ons het signaal geeft: “It’s al downhill from here!” Ik en de gids doen onze kniebeschermers aan maar Jarno en Bas niet, het is ze niet heftig genoeg. We slaan een geprepareerd schelpenpad in diew gelukkig al snel overgaat in een singletrail met switchbacks. Het is echt zo’n alpenwei-trail met links en rechts van het pad koeienvlaaien. De trail is niet uitmuntend, niet slecht maar gewoon goed. Flowy met hier en daar een technische sectie die je wakker houdt. Bij een switchback die onmogelijk lijkt, wordt gestopt en gaan Bas en Jarno er met een nose-wheelie doorheen. Het pad gaat verder door een weiland met hele luie koeien die weigeren van de trail af te stappen. Je kan hoog of laag springen maar in die zeshonderd kilo wegende beesten is geen beweging te krijgen, dan maar over het gras om de koeien heen.

Engel2

We passeren het topstation van de lift en rijden verder via een trail richting het dorp. De trail heeft van die opstaande randjes aan beide kanten, waardoor je steeds goed moet balanceren op je fiets. Teveel je gewicht naar buiten betekent dat je je wielen niet meer onder je krijgt met een val als gevolg, het is dus opletten geblazen. Bas rijdt voorop, Jarno als tweede, ik als derde en de gids achteraan. Iedereen rijdt op eigen snelheid naar beneden waardoor we elkaar uit het oog verliezen. Ineens ligt Jarno daar op de grond en het gaat niet goed met hem. “Mijn hand”, zegt hij. Wat ik weet van Jarno is dat hij wel tegen een stootje kan dus als hij zegt dat het pijn doet dan kan je dat maar beter serieus nemen. Hij stapt op zijn fiets, kan nog net aan zijn rem gebruiken en rijdt stapvoets naar beneden. Bas heeft inmiddels door dat het mis is en staat te wachten. Bij een riviertje koelt Jarno zijn hand in het water. Je hoeft geen dokter te zijn om de situatie in te kunnen schatten, Jarno kan gaan douchen, voor hem is het Engelberg-avontuur over en uit. Jarno gaat via de geasfalteerde weg terug naar het dorp, wij passeren het dorp en gaan voorbij Engelberg verder het dal in. De trail hierna blijkt mijn persoonlijke favoriet. Met een stuk of twintig switchbacks dalen we een wand af. Moeilijke, makkelijke, er zit van alles bij. Switchbacks heb ik wel onder controle maar om er met een nose-wheelie door heen te gaan, dat is me nog nooit echt gelukt. Bas en Jarno hebben me geïnspireerd en ik denk: waarom ook niet. In de wat makkelijkere switchbacks probeer ik ook eens om al leunend op mijn voorwiel de achterkant om te zetten en warempel, het lukt. Naja, het kwam in de buurt. Elke haarspeldbocht opnieuw probeer ik het weer, zowel links- als rechtsom en steeds gaat het ietsjes beter. De echt lastige durf ik nog niet aan.

Engel5

De trail komt uit bij een rivier en deze volgen we tot een station. Hier pakken we onze treinshuttle terug richting Engelberg, hoe vet!

Voor de middag staat een trail aan de zuidkant van het dal op het programma. We pakken een gondeltje richting de Fürenalp waar met wat geprop drie fietsen en drie mensen in passen. Het kleine gondeltje beklimt een reusachtige wand en even dringt tot mij door hoe nietig je als mens eigenlijk bent in de bergen. Ik heb geen hoogtevrees maar ben gewoon niet zo weg van hoogtes. Wederom vraag ik me af waarom ik ook alweer mountainbiken in de bergen als hobby had uitgekozen. Natuurlijk valt het gondeltje niet naar beneden en arriveren we veilig op het topje van de berg op achttienhonderd meter, dus ik had achteraf niets om me zorgen over te maken. Vanaf hier hebben we een interessante trail naar beneden. Het is een gigantische rockgarden. Bas vermaakt zich prima, Assepoester doet het rustig aan en rijdt op haar eigen tempo. Ik ben redelijk gaar, laat me een beetje opnaaien door Bas en ga drie keer aardig hard onderuit. Een signaal om rustig aan te doen. Bas komt als een blij kind beneden. Dit is full-on downhill en zeker niet makkelijk. Tot aan het dorp is de trail vrij makkelijk, een crosscountrypad gaat met flow langs de rivier tot aan het hotel. We bedanken onze gids voor het delen van haar lokale wijsheid en parkeren onze fiets in de achtertuin van het hotel voor een biertje op het terras. De Zweden hebben er zin in met het zomerse weer. De barbecue staat aan en wordt volgeladen met hamburgers. Ook Jarno komt voor een biertje naar beneden, een glas optillen met zijn andere hand kan hij nog wel.

Engel3

De volgende ochtend moet er op de parkeerplaats natuurlijk eerst nog gesleuteld worden voordat we kunnen gaan. Ik bouw m’n fiets om, kom er later achter dat een onderdeel niet past en ben genoodzaakt alles weer terug te zetten. Nadat iedereen voor niets een half uur heeft staan wachten gaan we de zelfde wand weer op als de vorige ochtend. Dit keer slaan we een trail in die we later tot ‘het wortelmatras’ omdopen. Heeft deze naam nog uitleg nodig? Een smal wandelpad is bezaaid met aflopende wortels. Een half uur durende test voor je techniek. Bas legt me uit dat je je stuur opzij naar de berg moet duwen zodat je fiets kantelt en je op de buitenste rij noppen over de wortels rijdt. Je staat wat meer op het pedaal aan de kant van het dal en ook beweeg je je kont deze richting op. Ik probeer het en het werkt. Ik ben verbaasd hoe stabiel je in deze houding op glibberige aflopende wortels kan rijden.

In de middag gaan we richting de Titlis, de bekendste berg van Engelberg. Deze is maar liefst drieduizend meter hoog. We kunnen slechts tot de Trübsee gaan, daarboven is alles nog bedolven onder de sneeuw. Jarno gaat voor de gezelligheid mee lunchen op de top. Het restaurant is vol met Indiërs. Assepoester vertelt dat Indiërs de berg opbrengen in de zomer core-business is voor het liftbedrijf. Mountainbikers is slechts bijzaak, vandaar de lege trails. Eenmaal op de fiets passeren we de Trübsee en rijden we wederom over een stel rotsachtige trails naar beneden. Bas en ik zijn het er over eens. De trails rondom Engelberg zijn zeker niet slecht maar we hebben dikwijls mooiere gereden. Zijn we misschien te verwend?

Engel4

Er rest ons nog één bezienswaardigheid. Het lokale bikepark, in elkaar gezet door een stel enthousiaste locals. De downhiller in Bas komt naar boven als hij de track naar beneden scheurt. De technische secties pakt hij allemaal, de jumps laat hij even voor wat ze zijn. Sommige landingen kloppen niet helemaal, maar dat mag de pret niet drukken. Beneden vertelt Assepoester dat ze nog wat kantoorwerkzaamheden heeft, aangezien ze voor het toeristenbureau werkt. Bas en ik kijken elkaar aan, nog één trailtje dan maar? Het wordt degene met de switchbacks richting het treinstation het dal in. Al hoppend ga ik of het nu nodig is of niet nose-wheeliënd elke switchback in. Oeps, en dan gaat het even mis. Ik heb een OTB’tje (over the bars), kom verkeerd terecht op mijn been en ga vol door mijn kruisbandloze knie heen. Auw, dat was niet fijn. De knie voelt niet perfect aan maar het lijkt mee te vallen. We rijden daarom rustig naar beneden en steken net voor de arriverende trein het spoor over. Een actie die resulteert in een standje van de machinist. In Zwitserland doet iedereen alles volgens de regels, dat blijkt maar weer.

‘s Avonds hebben we nog een pizza en wat drankjes voordat iedereen de volgende ochtend weer zijn eigen kant op zal gaan. Ik moet Jarno even helpen met het snijden van zijn pizza. Ik zit met mijn benen over elkaar als ik iets heel raars in mijn knie voel. Deze schiet ineens op slot en ik kan hem niet meer bewegen. Met Bas zijn auto word ik naar het hotel gebracht en denk: nachtrust doet het knietje wel goed. De volgende ochtend blijkt het geen haar beter en we gaan naar het ziekenhuis in Luzern. De diagnose is een dubbelgeklapte meniscus. Om de knie van het slot te halen blijkt een kijkoperatie nodig.

Engel6

Bas en ik rijden de snelweg op met een dubbel gevoel over onze trip in Engelberg. Naast dat we twee geblesseerden hebben overgehouden aan ons bezoek, hebben we een paar super vette trails gereden en een paar niet zo vette. Ons advies: ga zeker fietsen in Engelberg als je in de buurt bent, maar boek er niet je enige fietstrip per jaar heen.