Trail: Huayhuash

“¿Huayhuash?¿¡Huayhuash con bici’s!? No. No noooo… Es imposible.” Tijdens de winter van 2014 trekken drie vrienden erop uit om een selfsupported rit te maken, ze zijn naar niets anders op zoek dan een hele oprechte ervaring. Het doel: de Huayhuash te omronden, een van de mooiste en ruigste bergketens ter wereld, per bike

Tekst: Thomas Woodsen / Foto’s Joey Schusler & Thomas Woodsen 

“Heeft een van jullie een demperpomp meegenomen?” Joey stelt de vraag als we de parkeerplaats van Denver International Airport opdraaien. Het volgende wat ik me herinner is dat de lichten aangaan, de luiken geopend worden en dat het vliegtuig de daling naar Lima heeft ingezet. Alles is opeens in het Spaans. De crew rent door de cabine met douanepapieren. Joey maakt achter me ruzie met een stewardess over de GoPro die hij op het raam had geplakt voor een timelapse.

Die avond koken we in de open keuken. We spelen kaartspelletjes, drinken bier en wisselen sterke klimverhalen uit met Hisao Morales. Hij vertelt ons over de begindagen van zijn gidsenbedrijf en leert ons wat mountaineering werkelijk inhoudt. De volgende ochtend vroeg moeten we om vier uur de bus naar Chiquian pakken. Vanaf nu is het voor het ‘echie’.

Huayhuash - tekst1

We vliegen van stenen trappen af, terwijl een paar lokale kids vuurwerk over onze hoofden afschieten. Daarna rijden we kilometers lang door haarspeldbochten het dal in. We leggen serieuze afstanden af op dirtroads, waarbij reusachtige bergkammen over ons heen toornen, daarna moeten we weer een serie haarspeldbochten opklimmmen. Een serie die maar niet lijkt te eindigen. Uiteindelijk komen we aan in Llamac. Het kleinste en armste dorp dat ik ooit heb gezien. Maar aan de gezichten van de locals merk je het niet, die lachen permanent. De kids uit het dorp komen ons tegemoet, rennen en trappen hun voetbal naar ons toe, eentje rijdt zelfs een stukje met Joey mee op zijn stuur. Al pratende met een zwijgzame familie op het dorpsplein vragen ze waar onze ezels zijn. Ze kunnen maar niet geloven dat we self-supported de Huayhuash ingaan!

Na een rustige nacht in Llamac fietsen we het dorp uit en zijn we zowaar onderweg! Hoewel, ‘onderweg’ is relatief. We moeten nog meer dan anderhalve dag fietsen om bij de trailhead te geraken. Daar gaan we daadwerkelijk van de aangelegde weg af.

Op de middagregen kan je je klok gelijk zetten. Als we een diepe canyon naast een kolkende rivier aan het beklimmen zijn, begint het wéér te regenen. De fun van deze trip begint aardig te verbleken. We lopen al flink achter op ons overdreven enthousiaste doel om de bergpas te halen. Met de komst van de regen duwen we nog twee uur door en worden we ook nog eens kletsnat, terwijl we ons doel nog niet halen. Hisao zei dat we het beste konden slapen op het voetbalveld in het mijnwerkersdorpje, als we de trail niet haalden.

Op dit punt was er al geen sprake meer van ‘als’, het was een feit. Naast het voetbalveld stond een hutje waar op de zijkant Tasmania stond geverfd. Geen deur, geen raam en tot overmaat van ramp was het door de plaatselijk koeienkudde als stal gebruikt. Het was er in ieder geval droog. Iets warms te drinken, couscous, kaas en boter gaven ons weer nieuwe energie. En toch vielen we als een baksteen in slaap.

Huayhuash - tekst5

Pijn en klimmen
De dag erna krijgen we een voorproefje van hoe de hel eruit zou kunnen zien. Uren- en urenlang duwen we onze fietsen supersteile singletrack-haarspeldbochten op richting de Maracancha-pas. Ik kan nog maar een herhalende gedachte in mijn hoofd toelaten: stap. Stap na stap schreeuwen mijn armen om verlichting.

Ik weet nog steeds niet hoe ik het nu daadwerkelijk heb gehaald. Ik denk dat ik in een soort ‘dream state’ was terwijl ik 1500 meter heb geklommen. Later komen we erachter dat we ook vandaag weer eerder hadden moeten beginnen. We ploeteren het steilste stuk van de Huayhuash-omronding op. De tweede pas van de dag krijgen we niet cadeau en het wordt langzaam maar zeker duidelijk dat we ons doel van vandaag ook weer niet gaan halen. De bergen hier zijn buitenproportioneel, we moeten een pas over die meer dan 4700 meter hoog is. Het allerhoogste punt waarop ik ooit van mijn leven ben geweest. Het zadel is een messcherpe kam waarvandaan je de switchbacks naar de bodem van het dal kan zien, een afdaling van 900 meter. Een storm jaagt ons op en over de pas. Nu we beginnen af te dalen worden we opgeslokt door de wolken en hagel. Tijd om naar beneden te gaan. En snel een beetje.

Huayhuash - tekst6

Joey en Sam rippen naar beneden tussen de rotsen en in de modder, alsof er geen enkel gewicht aan hun fiets hangt. Ik glibber en ploeter naar beneden. Zodra de trail vlakker wordt, blijkt de drek dieper. Koeien en lama’s staren ons geamuseerd aan terwijl we dekking proberen te zoeken voor de storm. Kletsnat en van top tot teen bedekt in modder. We vinden weer een verlaten hutje, maar deze is beter dan de vorige. Hier kunnen we een beetje opdrogen van onze modderige afdaling. Vlak voor zonsondergang komt de zon nog even achter de wolken vandaan. We maken even van de gelegenheid gebruik om een paar shots te filmen en een rondje te rijden. Zelfs zo’n klein stukje rippen stelt ons in staat om de inspanningen en de regen van de dag te vergeten. Ik voel me levend in deze bergen en ik zou nergens liever zijn dan hier op dit moment.

De volgende ochtend gaat de wekker om vier uur, om zes uur willen we rijden. De lucht is ijl en koud en onze gear is nog nat van gisteren. De pas van vandaag is lang en mellow, omge- ven door grasrijke weiden waar koeien grazen. Een eenzame cowboy waakt over zijn kudde vanaf een hoger gelegen bergkam. Boven 4500 meter koelt de regen je in een oogwenk af.

Tot op het bot. We moeten de hele dag blijven bewegen en we proberen onze filmmomenten dan ook zo kort mogelijk te houden. Maar soms is het makkelijk om de regen te vergeten en je te laten overdonderen door de ongelo- felijke uitzichten. Ik kan niet geloven dat we onze bikes hier aan het berijden zijn. Vlak bij de bovenkant van de pas zien Joey en Sam een paar met gras bedekte geulen tussen de rotsen. Couloirs die vragen om een ‘first des- cent’. Met mijn rug tegen de rotswand en een groothoeklens film ik ze allebei, terwijl ze keer op keer de zeer bedenkelijke lijn rijden. Als er iemand fouten maakt dan is dit het einde van de trip.

We scheuren over de volgende pas op pinda- kaas-achtige modder met veel grip. Gletsjers gaan in de verte schuil in regenstormen. Precies op de plek waar wij ons kamp zou- den willen opzetten. Maar als we de laatste afdaling naar de beoogde kampeerplek afrij- den, wordt het helder. Met mij gaat het steeds slechter, ik ben een beetje rillerig en heb een paar kleine valletjes gemaakt, tegen de tijd dat ik in het kamp aankom ben ik ijlend. Ik heb te weinig gedronken en gegeten. Ze hebben niets aan me als in de regen de tent wordt opgezet. We kamperen rond 4500 meter boven een turkooisgekleurd meer. De berg Siula Grande en een paar andere naamloze pieken toornen boven alles uit, zij zijn meer dan 6000 meter hoog. De rest van de nacht trekt als een waas voorbij. Ik kan nauwelijks praten. Het stormt in mijn hoofd en ik kan niet meer stop- pen met bibberen. Ik ben doodsbang, zit in een hoek van de tent in elkaar gekrompen met een thermosfles hete thee en cocabladeren in mijn hand, terwijl Sam me keer op keer op het hart drukt meer te drinken.

trial Huayhuash mountain

Sam en Joey kijken op de kaart en overwegen wat de mogelijkheden zijn om onze expeditie af te breken, terwijl ik wanhopig probeer warm te worden. Ik ben ervan overtuigd dat ik koorts krijg, of nog erger, een longoedeem. Iets dat bij klimmers op deze hoogte geen uitzondering is. Ze houden me nauwlettend in de gaten en blijven me de hele nacht controleren terwijl er een gigantische regenbui over de tent uitstort en er in de verte van de vallei het gerommel echoot van stukken ijs die veel hoger op de berg van gletsjers afbreken.

Bij het aanbreken van de ochtend is de lucht knalblauw en zijn de rillingen verdwenen uit mijn lichaam. Voor het eerst op onze trip tonen de reuzen van 6000 meter zich in al hun schoonheid. Onder in het dal kolkt de mist, terwijl het licht hogerop over de hel- lingen danst. We zoeken onze weg op een supersmalle singletrack rondom de eerste van drie meren. Een stuurfout en je glipt in het ijskoude gletsjerwater. Jirishanca Chico, Jirishanca, Yerupaja, Siula Grande en Sarapo zijn de torens boven ons. We staan met zijn drieën te kijken, overweldigd door alle indruk- ken. De bergen lijken te leven. Terwijl ze de eerste stralen van de zon opzuigen schudden ze lawines van hun flanken. Op onze fiets gaan we hoger, we reizen naar het zuiden op grasrijke plateaus en langs rivierbeddingen die lang geleden zijn uitgesleten door gletsjers.

Net op het moment dat we het derde en laatste meer voor de Siula-pas bereiken, worden we verrast door een gigantische hagelbui. Vandaag eindigt vroeg. Terwijl de grond bedekt raakt met ijzige korrels, zoeken we tussen een absurde hoeveelheid bergstroompjes en glooiende hellingen naarstig naar een veilig plekje om onze tent op te zetten. Doorweekt tot op het bot lukt het de tent op te zetten. Een paar uur later vallen we in een coma.

De nieuwe dag begint een stuk beter. Het is goed weer en we klimmen richting een pas op 5000 meter. We raken gewend aan de hoogte en maken zowaar noemenswaardige progressie. Maar na het bereiken van de pas is onze nieuw verworven opwinding van korte duur. Nog geen vijftien minuten na het bereiken van de pas valt het hele kaartenhuis in elkaar. Joey valt en blijft liggen. Ik zit net achter de camera te filmen en ren naar hem toe terwijl ik zijn naam brul. Een lullig valletje dat ons allemaal zou kunnen overkomen. Hij ligt op zijn rug naast de trail, zijn hoofd bergafwaarts, ogen naar achteren gerold en compleet buiten bewustzijn. Ik gil tegen Sam dat hij moet komen, terwijl ik Joey’s hoofd probeer te stabiliseren. Bloed loopt over zijn gezicht en zijn spieren zijn stram.

Sam springt over hem heen. Samen proberen we hem in een betere positie te krijgen, zijn nek te stabiliseren en hem bij te brengen. Zijn tong trekt terug als een grote zucht zijn longen verlaat. “Joey! Joey!” We blijven zijn naam roepen terwijl we zijn oogleden openen om zijn pupillen te checken. Hij beweegt een beetje, maar langzaam en ongecontroleerd, als we een paar kreunen horen van hem. Ik ben nog nooit in mijn leven zo bang geweest.

Langzaam komt Joey weer bij en we helpen hem in de tent die we inmiddels ergens heb- ben opgezet. Hij ziet er al snel wat beter uit, maar hij heeft een zware hersenschudding, is verward en gefrustreerd. Eenmaal in de tent lama’s staren ons geamuseerd aan, terwijl we dekking zoeken voor de storm. voelt Joey zich al snel wat beter, hij komt tot rust en begint wat warmer te worden. We blijven hem vragen stellen en proberen ‘m wakker te houden met muziek, video-interviews en kaartspelletjes. De opties van morgen zijn allebei niet aantrekkelijk: met de staart tussen de benen afdruipen met een enorme omweg of de gevaarlijke Siula-pas oversteken.

We gunnen ons, en Joey’s hersens, een uurtje extra slaap. De wolken trekken open om ons een laatste glimp te geven voordat we de klim naar bijna 4800 meter aanpakken. We hangen de fietstassen aan onze rugzakken en beginnen, om bij onze klim te komen, met een frustrerend stuk wandelen door stroompjes en tussen grote rotsblokken. We gaan lijnrecht omhoog, recht het steilste en ruigste terrein van deze hele trip in. Een uur lang klauteren we door een no-fall zone, waarbij de rotswanden traverseren en op ooghoogte staan met reusachtige gletsjers die hun ijspegels met donderend geraas van zich afschudden en in het dal storten.

mountainbike zuid amerika

Terwijl we beginnen aan de laatste klim, komt er zachtjes wat natte sneeuw uit de lucht val- len. De trail is niet meer dan de smalle bodem van een opgedroogde beek met los grind erin. Een duw, twee stappen. Een duw, twee stappen. Hoe kan het in godsnaam nóg steiler wor- den? ‘Every day continues to be the hardest day of my life’, een zin die door mijn hoofd spookt.

Ik denk dat het een regel uit een liedje is, maar welke kan ik me op dit moment niet herinneren. Ik kan het niet geloven. Gisteren lag Joey nog bewusteloos en bloedend op de grond, vandaag beklimmen we het hoogste en meest afgelegen punt van onze trip. Ons gevoel van pure sensatie begint te stijgen als we begin- nen met de eerste afdaling van de Siula-pas per fiets. Door de seizoens stormen is de trail nagenoeg verdwenen, maar het lukt ons een spoor te vinden dat leidt naar het dorpje HuayHuash. We zetten ons kamp op terwijl wilde paarden over de heuvels rennen en voor de verandering regent het een keer niet!

De dag erna duwen we over onze laatste pas voordat we de weg richting Cajatambo kunnen bereiken. Het zicht is weer slecht en onze spullen zijn doordrenkt van het vocht in de lucht. We bereiken een door mensen aangelegd meer met dam. De eerste tekenen van beschaving na een week op de trail te hebben gebivakkeerd. De opwinding neemt toe als we om het meer traverseren en afdalen in de volgende vallei. Dan ontmoeten we nog twee stomdronken locals met een geladen pistool. Ze lachen, maar er gaat een zekere dreiging van ze uit. Als ze bij wijze van dronkemans grap Joey ook nog het pistool op zijn gehavende hoofd zetten, valt elk gevoel van 18 veiligheid bij ons weg en is het duidelijk: we kappen er mee. We racen om de dirtroad te bereiken die ons naar Cajatambo zal leiden.

buckettrial - trial

Nog een laatste keer schuiven de wolken uit elkaar en genieten we van de warme stralen van de zon als we de weg vinden die ons hiervandaan zal brengen. Terwijl de stoom van onze drogende spullen slaat, haalt Joey drie biertjes tevoorschijn die hij helemaal van Colorado tot dit punt bij zich heeft gehad. Met elkaar proosten we op een once in a lifetime-avontuur.

De dag erna zitten we een vijf uur durende busrit uit van Cajatambo naar Huaraz. Een weg die ons over een kruimelige eenbaansweg van 4000 meter tot aan zeeniveau brengt. Achteraf zijn we niet zo ver gekomen als we hadden gehoopt. Met regenstormen, hersenschuddingen en wapperende pistolen had Huayhuash een aanval gedaan op onze gretige ambities. Een dergelijk avontuur kan je niet plannen of in een scenario vatten en eigenlijk zijn we daar maar wat dankbaar voor. Onze behoefte naar bewondering was vervuld, ons gevoel voor afstanden en hoogtes opnieuw gekalibreerd en de vriendschap van drie vrienden op zoek naar avontuur is versterkt. We kunnen niet wachten op wat hierna komt.